„De mensen moeten nie alleen eten, ze moeten ook werk vinden in Toekomst lijkt samenzwering tegen vrouw F AO-directeiir-generaal Boerma Van hunebedden naar Romeinse ruïnes F FUTUROLOOG POLAK H LEIDSCH DAGBLAD 24 DECEMBEfl 0 De directeur-generaal van de Voedsel- en landbouworganisatie van de Verenigde Naties heet Addeke H. Boerma. Hij werd op 3 april 1912 in Anlo in noord-west Dren te geboren. Anlo telt acht hunebedden. Van uit zijn werkkamer in het gebouw dat eens Mussolini's ministerie voor de pas veroverde gebieden in Afrika was, ziet Boerma nu uit over de Romeinse ruïnes op de Palestijnse heuvels en op de zandvlakte van het Circo Maximo. Deze lange reis van de hunebedden naar een van de hoogste posten in het VN-appa- raat tussen de Romeinse ruïnes maakte Boerma bij wijze van spreken met een eer ste klas kaartje enkele reis in zijn zak. Zijn carrière kende geen inzinkingen en de po sitie die hij nu bekleedt, is bijna een van zelfsprekendheid voor wie hem in zijn FAO-jaren sinds 1943 heeft meegemaakt. Boerma is een van de weinigen, die er van het begin af aan bij was, die zijn organisa torische talenten heeft kunnen ontplooien op zijn reizen over de hele wereld waar het graan niet wilde groeien en de bevolking dood ging van de honger, wiens rapporten werden gelezen en opgevolgd. In 1967 werd Boerma tot directeur-gene raal van de organisatie benoemd die hij sinds kort na de oorlog in andere hoge functies had gediend. Hij woont met zijn Ierse vrouw buiten Rome, waar hij ver keert in het genot van vijf dochters en van zijn zelf gekweekte rozen. Boerma's twee de taal is Engels geworden. En als hij een rede in het Nederlands moet houden zo als kort geleden op het Instituut voor de tropen over de plaats van de landbouw in de komende 15 jaar moet hij die zelf schrijven, want geen van zijn secretaresse verstaat zijn moedertaal, Als de blozende, buikige Nederlande met een groot kalend hoofd en flarden wi haar, een doosje gepoederde Ritmeester binnen handbereik, zit directeur-generj Boerma in zijn zwartleren praat-fauteui Hij verkoopt geen mooie frases en is e heilig van overtuigd dat het er in de toe., komst met de voedselvoorziening in de we reld niet al te slecht uit ziet. Enorme hoi gersnoden zoals die in 1964 in India - g acht hij voor de toekomst onwaarschijnlijl if En als er zich onvoorziene rampen voo doen zoals heel recent de dramatiscl overstromingen in Tunesië dan bewerk Boerma's handtekening dat schepen treinen vol voedsel in beweging komen, di worden gevuld uit de reserves die door wereldorganisatie voor dergelijke doeleii den gereed worden gehouden. ROME (GPD) Het begin van de jaren zeventig is ook voor de voedsel- en landbouworganisatie van de Verenigde Na ties, de F.A.O., een drempel. Het betekent het einde van een eerste en het begin van een tweede ontwikkelingsdecennium, dat er rooskleuriger kan uitzien dan het eerste. In het eerste tijdperk en daarvoor: worstelingen met de regeringen en de bevolking om begrip en vertrouwen te kweken. Maar begrip en vertrou wen zijn er nu en méér dan voor de mogendheden die ieder voor zich probeerden door middel van indus triële schenkingen in het gevlei te komen. Want tenslotte betekent eten meer dan een integrale fabriek die met meer loopt als men een niet geïmporteerd schroefje is kwijt ge raakt. Boerma is heftig vóór. dat eerst de landbouw op gang wordt ge- b acht en daarna de landbouwin dustrie. Over andere soorten industrie kan later worden gedacht. In de toekomst en in het tweede grote FAO-plan gaat het erom voort te bouwen op de gevestigde goodwill en een sterke stijging van de produk- tit in de ontwikkelingslanden. In 1985 zullen er 1000 miljoen mensen meer zijn dan nu. En de meesten ervan zul len in ontwikkelingslanden als de Andes, Egypte. Pakistan, India, Al- geiye en Indonesië wonen. Van deze 1000 miljoen zullen 450 miljoen men sen werk moeten vinden in de land bouw. Dit lijkt gigantisch, maar de plannen van de FAO staan al vast en bet moet volgens de directeur-gene raal Boerma te verwezenlijken zijn: her bruto-nationale inkomen moet met tenminste 6 procent per jaar stijgen. Dit impliceert een jaarlijke groei van de agrarische produktie m de ontwikkelingslanden van ongeveer 4 procent per jaar in de komende 10 jaar. Voor de jaren 1955- 65 bedroeg dit cijfer nog- maar ongeveer 2,6 tot 2,7 procent. Het voorzichtig optimisme waarmee de FAO-chef de toekomst tegemoet ziet, is onder meer voor een groot deel gebaseerd op de ontwikkeling van nieuwe tarwe- en rijstsoorten. De opbrengt van deze tarwe en deze riist is 3 tot 4 maal zo hoog als die van de oude soorten. Deze wonder - produkten werden ontwikkeld in Mexico voor het graan en op de Philippijnen voor de rijst met gelden van de Rockefeller en Ford- foundation. Tarwe en rijst geven door hun frequentere opbrengst ook meer werk. En werk betekent inkom sten en meer inkomsten betekent de mogelijkheid om beter voedsel te kepen. In de eerste plaats meer ei witten. En hoewel de meeste eiwit ten in vlees en vis worden gevonden, hebben ook de nieuwe tarwe en de nieuwe rijst een hoger eiwitgehalte. Grootste probleem Dit is een van Boerma's belang rijkste uitgangspunten bij het be sturen van de FAO in de komende jaien: honger komt door armoede en het grootste probleem is ook niet in de eerste plaats de honger, maar de werkloosheid. Voedseloverschotten onstaan dan ook door gebrek aan koopkracht. Daarom moeten de. men sen allereerst aan het werk worden geholpen. En dit werk is vooral in de landbouw te vinden en te creëren. Ter verbetering van het dagelijks menu stimuleert, de FAO ook het eten van vlees en vis, met andere woorden probeert ze er voor te zor gen dat in de onderontwikkelde ge bieden meer aan de veeteelt wordt gedaan waarmee de landbouw ook weer samenhangt en zo mogelijk j aan visvangst. Maar de veeteelt brengt nieuwe problemen van ziekte- i bestrijding, de visserij van nieuwe vangtechnieken, de landbouw van j besmetting en ziektebestrijding met I zich. En al deze takken van produk tie bij elkaar monden tenslotte uit in het probleem van opslagplaatsen, distributiewezen en onderzoek. In de verre toekomst zal zich, in wat dan de vroegere ontwikkelings gebieden waren, het probleem voor doen dat deze gebieden landbouw- produkten, vlees en zuivel willen ex porteren, omdat ze zelf overschotten boven hun overvloed hebben ge kweekt. Dan staat de tovenaarsleer ling natuurlijk temidden van zijn dansende bezemstelen, want daarop zit de rest, van de wereld met haar eigen enorme overschotten boter bergen en graanheuvels) nu beslist niet te wachten. Nieuwe Mansholt Boerma denkt voor dat tijdperk aan wat op het ogenblik al bestaat op het terrein van de koffie-akkoor- den. die internationaal in acht wor den genomen. En (buiten de direc teur-generaal van de FAO om) ziet men in de toekomst al de figuur van een nieuwe Mansholt, die met dwin gende noodzakelijke saneringsplan nen internationaal misnoegen zaait. Maar zó ver is het nog niet en voorlopig slaagt de FAO erin pro blemen als deze zodra ze zich in beginsel beginnen voor te doen om te buigen. (Zo had Kenia na de in voering van een nieuw soort mais al na enkele jaren overschotten aan m?i$ die het wilde -uitvoeren, maar waai- niemand belangstelling voor had. Op advies van de FAO werd de door deze overproduktie vrijgekomen energie gericht op de ontwikkeling van een Kemase veestapel. Want aan vlees Is er voorlopig nog be hoefte genoeg). Zal de mens er in de toekomst an dere uit gaan zien door een ingrij pende verandering van voedsel? Addeke Boerma wijst op zijn, zich I duidelijk aftekende, embonpoint en j voert als eventueel argument tegen deze these aan, dat hij toch al meer dan twintig jaar bijna geen aardap pel meer eet. Een voedsel dat moei lijk verteerbare vetlagen vormt. Maar hij komt dan wel weer op zijn stokpaardje van de eiwitten, die er overal meer en meer gegeten moeten worden. Het staat in ieder geval vast, vertelt hij, dat gebrek aan ei wit in de prille jeugd kan veroor zaken dat de groei van de verstan delijke vermogens voor altijd worden geremd. Kinderen in ontwikkelings gebieden die, als zij van de moeder borst af zijn, niet voldoende eiwitten krijgen, kunnen dikwijls slechter leren en blijven achter. Dit is een wetenschappelijk feit. Te veel snoep In het Nederlandse dieet moet in de jaren "70 nog wel het een en an der veranderen, vindt de oud-Drent I die in Wageningen o.a. tuinbouw stu- deerde. Als de Nederlanders dan wel- licht minder aardappelen eten dan vroeger en dat acht hij een zeer juiste zaak dan eten ze toch al tijd nog te veel brood naar zijn me ning. En ze snoepen te veel. Als hij met zijn kinderen in het vaderland is. slaat Boerma met de schrik om het hart gade hoe zijn kroost het ene snoepje na het andere verslindt. :,In Italië wordt over snoepjes nooit gesproken", stelt hij vast. Het Ita liaanse menu is uitstekend, met uit zondering van de enorme hoeveel heid spaghetti, waarmee niemand voor zijn gezondheid iets opschiet Aan de andere kant acht de FAO- chef het ook nog niet bewezen dat bijvoorbeeld plantaardige oliën be ter zouden zijn voor de gezondheid dan dierlijke. Verder laat hij het pro- I bleem liever in het midden en hil prefereert olie- en boterloos vlees en I vis van de grill, begeleid door wat groente en eventueel voorafgegaan door een lichte jep ook met veel groente erin. En als nagerecht fruit en nog eens fruit. Boerma wiist er op dat dikwijls in ontwikkelingsge bieden heel gezond gegeten wordt, j omdat men zich beperkt tot wat in j de omgeving gevonden wordt, en dat j is meestal vlees en vis en „groente". I Gevraagd naar welk volk v^ens hem het gezondst eet. ant' Boermamisschien wel de kanen. Niet pessimist! Van goede raad voorzien en staan met hulp en steun in i ir hele wereld, gaan we zo de e '70 binnen. De FAO is niet p«g tisch: nog enkele jaren kwam de ene melding van ho j nood na de andere binnen. De j riode is nu hoogstwaarschijnlijk et wonnen. En als alle landen FAO dat zijn zowat alle I van de wereld met uitzondert! de Sowjet-Unie, China en Albs,- mee blijven doen aan de gen er afspraken, komt een nieuwe van één der werkelijk werel overproduktie in de jaren '70 nog niet op ons af. Directeur-generaal Boermat'j aan het hoofd van ruim 3.001 m kundigen, waarvan een groot in het fascistisch-fantasielose m bouw temidden van de Roi ruïnes werkt. In een speciale ken wordt tegen speciaal tarielji dit leger van voedseldeskundig!'1 kookt. Is dit het menu van d [e komst? Echte Romeinen daarop maar één antwoordz< ten over dit FAO-eten Jiever nit j st III!! Het gebeurde tijdens een van die goedmoedig uit de hand lopende vuisten van Willem Duys. Toekomstdenker prof. dr. Fred L. Polak, ondervraagd over zijn visie op het jaar 2000 en daarna, sprak van de inkrimping van de arbeidstijd die ons te wachten staat. Zijn dochter in de zaal kon vader moeilijk ver staan toen hij dat perspectief ontvouwde. Rondom haar was een gedruis van vrouwenstemmen opgestoken: „Ja, de mannen korter werkenmaar wij dan, hoe gaat het met ons?" Een boze rei van vrouwen stelde daar een kernvraag aan de orde. „De ontwikkeling van de toekomst lijkt wel een samenzwering tegen de vrouw", zegt prof. Polak. „De ironie van het geval is, dat wij met de op neming van de vrouw in het arbeids proces in Nederland sterk achter lig gen. En net op het ogenblik, dat de emancipatie zo ver is voltooid, dat de vrouw ais regel zou kunnen gaan werken, maakt de technische revo lutie van vergaande automatisering dat overbodig. De omwenteling vol trekt zich vooral in de administra tieve sector en het is juist daar dat de werkende vrouw haar kans zou krijgen". In de Verenigde Staten bevindt zich de vrouwenwerkloosheid al op record-hoogte. Zal de vrouw op nieuw verwezen worden naar de bal lingschap van keuken en kinderen? Het is een reële venvack' g. Al leen: niet alleen bedrijf en kantoor, maar ook het huis. waarin de vrouw haar uren doorbrengt, zal door het proces van automatisering gron dig worden aangeraakt. Zee vrije tijd Ook de hardwerkende huisvrouw van weleer wacht een zee van vrije tijd. Polak: „Het klinkt als science fiction, maar de opmax-s van de huis- houdrobots is al begonnen Over vijftien, twintig jaar beschikken wij over allerlei machines in het huis- j houden, die handwerk overbodig ma ken. Een keukencomputer bijvoor beeld, die vele zaken regelt, als het snel vervaardigen van menu's met bepaalde calorische waarden. Een afwasmachine wordt normaal, ver richtingen als boenen, dweilen, ra- menlappen, strijken, bedden afne men en opmaken, afstoffen en zo voort, het zal machinaal kunnen ge beuren. U moet zich het huishouden van de toekomst voorstellen av een klein elektronisch fabriekje". De zaak van de huisvrouw herleid tot eenvoudig programmeren. Ook voor de kinderen. ,,Elk huishouden kan beschikken over een computer met beeldschei-m, die geprogram meerd 'kan worden voor de op voeding en ontspanning: sprookies vertellen, spelen met de kleintjes. Kinderen zullen via het b»»",J—erm eigen programma's kunnen af draaien". <de video-recorder is daar van een duidelijke voorloper). Een dergelijke elektronische pa en ma betekenen een verruiming van het terrein der audio-visuele hulp middelen, die in Nedei'land nog be- pei'kt, maar in de Ver. Staten al op grote schaal bij het onderwijs wor den gebruikt „Ze komen in Amerika met deze middelen snel vooruit, ze ztin er gelukkig mee. ieder kind kan leren volgens eigen tempo en naar lak toont hier groter aarzeling dan bij zijn uitsprakenover de techni sche en biogenetische revolutie. „Het k&n een aanslag betekenen, maar ik geloof dat uit de experimentele fase als alle vrijheden eenmaal zijn ver kend, het huwelijk nieuw en beter te voorschijn zal komen". eigen gaven, het is de verwezenlij king van het ideaal van Montessoii", aldus Polak. ..De kinderen doen het graag, de techniek blijkt voor hen erg aantrekkelijk". Kan zo diep ingrijpende automa tisering geen gevoelsverarming bij het kind te weeg brengen? „Een moeilijke vraag", erkent Polak, „dat gevaar bestaat. Maar vergeet niet, j ci l dat wij voor de toekomstige maat- Lj1>6T€IP Pil lllllCfl schappij de nonnen van 1969 niet I mogen aanleggen De nieuwe hulp- °°k anderszins aal het huwelijk middelen zijn wel degelijk ook een nog aan zware druk worden bloot vorm van communicatie en dialoog. geste'd. Psychologische druk de Wat dacht u van de fabeltjeskrant? man met steeds eer vrije tijd fa' Het lééft voor ze" 1 vele da8en Per week thuis zÜn- Het Als er dan sprake is van verarming kan een steun betekenen voor de j zou daarvan niet eerder sprake kun- vrouw- '«aar evenzeer een belasting, nen zijn bij de vrouw, geconfron- married John for love not ftv teerd met een overmaat aan vrije lunch"- zei ^ndig een Amerikaanse huisvrouw, ik heb Jan voor de lief de getrouwd, niet voor de lunch. Er is nog nooit een ondei*zoek ingesteld naar wat in dit opzicht de vijfdaag- tr tijd en het gevaar van de verveling? Het woord samenzwering lijkt niet misplaatst. Polak: „De vrouw wor den bijna tegelijkertijd drie functies WÊÊÊÊBÊÊÊÊL grotendeels ontnomen: 1 de moge- se werkweek al voor het gemiddeld lijkheid van het werken buitens huis. 2. het huishoudelijk werk en 3. de opvoeding an de kirderen. Misschien komt daar in de toekomst nog het wegvallen van een vierde functie bijhet baren van kinderen" j Huxley's Brave New World dus, waarin (zorgvuldig geselecteerde) I kinderen kunstmatig worden ver- I vaardigd? „Ja, inderdaad we ken nen al kunstbroedmachines, door bio- I genetische ingrepen zullen wij in I staat zijn het vruchtbeginsel van een j vrouw bij een andere over te plaat- sen. Het ogenblik van de kunstma tige geboorten komt zeker nader bij". De volstrekte losmaking van de seksuele daad en enig gevolg zou kunnen voeren tot een omwente'mg waarvan de huidige seksiie'" revolu tie nog maar een schuchtere aan- I zet is. Immers, met de verplichting tot gezamenlijk voortbrengen p" op voeden van kinderen verdwijnt te- huwelijk heeft betekend. Maar de opluchting dat Jan op maandag weer naar fabriek of bureau verdwijnt lijkt bij veel vrouwen on— -mbaar En zelfs als de vrouw er in de toe komst toch in zou slagen zich een werkkring te verwerven dan blijft het feit. dat man en vrouw in een tijd van voortgaande automatisering zeer veel vrije tijd samen te beste den zullen hebben. „Gebeurt dit", aldus Polak, „op een zinvolle wijze, dan biedt dit onge kende mogelijkheden tot verrijking van het leven. Dan zou wat 'k een soort samenzwering tegen de vrouw noemde toch ook voor haar nog een ontknoping met een gelukkig lot kunnen zijn. Maar we moeten beslist niet de zware taak onderschatten een goede vulling te vinden voor rip in de toekomst zo sterk toenemende vrije tijd". Polak citeert exacte cijfers van Amerikaanse toekomstdenkers Kahn en Wiener: in het jaar T" zullen vens een van de belangrijkste gron- er 217 vrije dagen zijn tegen 148 den van het monogame huwelijk. Po- I wei-kdagen. „Zelf ben ik zo exact niet. 1 dat is wat gevaarlijk, maar e tijd wordt toch de belangrijkste post in het leven, behalve van een aanzien lijke verkorting van de arbeidstijd is er al sprake van vakanties van zes maanden, van dertien weken. -Qlfs van één op de zeven jaar vakantie. Voeg daarbij de verlaging van pensioenleeftijd tot 60, vervolgens tot 55 en 50 jaar, en de verlenging van de gemiddelde levensduur tot ca. 100 jaar door een betere gezond heidszorg en de uitbanning van ziek ten". Veel van de oude spanningen werkkring, bedreiging door l'^ °- lyke ziekten zullen tot het ver- 'eden behoren. Maar nieuw 1 ene zich aan: De uitdaging van het vrijetijdspro- j bleem. het verwerken van de verande ringen, die zich in steeds groter m- vang en sneller tempo voltrekken. Polak: „Ik geloof dat uiteindelijk zich alles vertaalt in een onderw'is- probleem. Nu is het onderwijs pri mair gericht oo rbeid en Op tweeërlei wijze zal dat wezen lijk moeten veranderen 1. wij moeten leren onze vrtfe tijd te besteden, wat er op neerkomt dat je leert met Jezelf te leven 2. de kinderen moeten lere" hoe de schokken van steeds sneller veran dering op te vangen". De mens is voor deze re* tj slecht uitgerust. Voorteken vormen de 40- jarigen en ouder die door bedrijfs sluitingen en -concentraties terzijde komen te staan en de toekomst y, zich zien als een inktzwarte ledj zelfs als in hun materiële best c mogelijkheid is voorzien. „We doen er op het ogenblikbj wel niets aan'.', aldus Polak. ..Hfd dei*wijs is per definitie consei o< en conserverend. We worden die ontwikkelingen overvallen. Op i krijgen we geschiedenis onder maar minstens zo belangi m een leervak „toekomst", dat de t we ontwikkelingen doorgeeft [8 gere scholen. In de Verenigde is men veel meer toekomstbewu j, zijn enkele tientallen univeii |e leei*stoelen voor toekomstkunde n pan probeert ook in dit opzicht rika te overvleugelenhet v< de grote futurologische congres in Japan gehouden, tijdens dq reldtentoonstelling in Osaka". Hij zegt dat een herwaart f van de maatschappelijke situatl dig is op alle niveaus van ondl maar ook in het bedrijfsleven overheid en parlement „Het van de overheid, de visie van p ke partijen het is griezelig c te termijn gei-icht, de actualiteit heerst Vrijetijdsbesteding: het is eeo goeddeels onverkend terrein voornaamste substantie van de1 tijd zal zeker weer de arbeid maar niet die om den brode, de vrijwillige, plezierige, deels 1 zinnige scheppende arbeid. Ik tv-quizzes tonen dat toch w dat de mens wel degelijk bfl zich cultureel te ontwikkelen, smaa1* «n cpvoel daartoe hem op school worden bijgebi veel meer expressievakken, km en technische aardigheden, vergeet niet: met het nieuwe t sche tijdperk zullen de kinderen technisch zijn". Leidt het toekomstdenken tot simisme of optimisme? „Optim ben ik over onze veiroogens de nieuwe tijd wel te bev de uitdaging aan te kunnen, enige punt waarop ik pessi^ be, is het gebi*ek aan tijd van bereidine. hp* ~nvprmoe,en of d' wil om te zien dat we nu al i op de drempel van de nieuwe Daai'om zijn nu ook overal jonge mensen ongeduldig en op! dig: Zij moeten leven in die ni tijd".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1969 | | pagina 24