"Bromsnor" Geels verliefd op Kaag en Kaagdorp Maak van de Kaag geen pretcent •eger kon de bodem zien Service aan toeristen Lou Geels (62): '"Veel mensen weten niet hoe mooi de Kaag wel is" Mooi weer slecht voor zeilmakers BONTE KOE-EXPLOITANT WIJNVOORD: VRIJDAG 7 NOVEMBER 1969 LEIDSCH DAGBLAD PAGINA 25 KAAGDORP „De Kaag is fijn, in één woord Lou Geels (62), beter bekend als Bromsnor, de televisie-veldwachter van Swiebertje, is „verliefd op de Kaag". Hij wil geen lelijk woord over „zijn" plassengebied horen: „De Kaag achteruit? Toe nou Het wordt steeds gezelliger." genieten. Daarom: ze moeten nik- aan de Kaag doen. Helemaal niks Zo'n dorpsstraatje als de Julianalaan vind je nergens op de hele wereld Zo knus. zo pittoresk. En dan dat pontje. Goed. het is een rotding. Maar het heeft zijn oharme. Als ik 79 op mijn beurt moet wachten, vind ik dat helemaal niet erg. Dan denk ik: fijn, zo meteen het water over. lekker Joviale Lou BromsnorGeels, naar „mijn" eiland. Want zo denkt geboren en getogen in Voorburg, geloof ik. iedere Kager erover: „zijn" is Kager-in-hart-en-nieren ge- eiland worden. Hij „houdt" van de Kaag, van het water en alles daar om heen. „Zo'n sfeer tref je nerg »is", stelt hij eenvoudig, terioijl hij in zijn vaste hoekje aan de bar in Het Kompas tevreden nipt aan een klein glaasje, tot het randje gevuld met een .japje", nóg ede ler dan zijn onvolprezen Kaag water. En als „Brom" dat zegt, wie zou daar dan aan durven twij felen? Acht jaar geleden zette Lou Geels voor het eerst voet op Kaageiland. Voor zijn gezondheid: „De dokter had gezegd, dat ik maar eens af en toe een lekker rustig plekje moest opzoeken. Wel, dat heb ik gedaan. Kennissen zeiden „probeer eens wat aan de Kaag te huren". Daarvan heb ik nooit spijt gehad en dat zal w. xstp. t'r nooit krijgen ook Als ik even vrü heb „wip" lk naar de Kaag. En meestal niet alleen. Joop Doderer en --"jj&affffir al die anderen komen ook graag ên vaak. Tussen de opnamen door wor- den soms uitvluchten gezocht om - even een (mid>dagje heerlijk lekker te kunnen relaxen. Gewoon lekker M luieren, gemeten van de Kaag Populair Sinds jaar-en-dag is Lou Geels een populaire „gaat" geworden op Kaag- eiland. Een populariteit, waar de al- I 'mw tild vrolijke Voorburger mèt buik je en (kleini snorretje geen ogen blik onder geoukt gaat. „Rot, die be- fl kindheid? Wel nee. iedereen kent ./%L mij, iedereen zegt „Ome Lou" tegen ''im mij. Dat is toch heerlijk? Van de |||g&pgEl A duizend die my zien. zeggen 999 mij M gedag. En die ene. die mij dan niet wSÊmr herkent doe: gewoon alsoffPir Bromsnor is een vaste Kaagbewo- itr* j|k nei geworden. Bromsnor hóórt bij de WË Kaag Lou Geels veelbetekenend- JB „Ze weten precies waar ze moeten W zijn. De rondvaartboten bijvoorbeeld r &xddmSÈËÈËOk als ze langs varen geven ze drie sto- ter. op de hoorn en minderen vaart. j Dan wordt er tegen de passagiers - gezegd „Als we een beetje geluk heb- Hf ben komt-ie zo op de steiger: Brom- V- „Kijk. als ik er ben. doe ik dat ook altijd.. Soms. bij zieken, kin- ffij deren of ouden van dagen, ga ik ook wel eens een half uurtje aan boord. Dat vinden de mensen mach- Wjjjjfa ■HHHIIIhBHHHK! tig en ik ook". „Er gaat niets bov ende Kaag èn het „speciale Kaagwater"i kust, Groene hart Frans van der Meer: „Mensen moeten eens gaan inzien dat ze eigen plas bederven" Dat pontje is een rotding maar hééft een charme Reportage» Cees Onvlee En dan. opnieuw een glaasje hef fend op de Kaag: „Het is hier alle maal zo fijn, in één woord. Veel mensen weten niet hoe fijn de Kaag wel is. Weer of geen weer". Het is duidely.- "~n de Kaag-van- Bromsnor moeten ze afblijven. An ders zal hy wel even naar „meneer de burgemeester" stappen Wim Dijkman 20 rustig, zo gezellig P1* „Veel Nederlanders weten niet hoe mooi de Kaag wel is". Dat durft I „Ome Lou" gerust te stellen. „Het is het groene hart van de randstad Holland. Dichtbij de grote steden I. v mUKË Amsterdam, L>en Haag. En toch zo "®n: er voor elck-wat-wils. Ik voel mij in Het Kompas het beste r JBbH m n semak. maar voor de jeugd ie er de Bonte Koe. En dan kan je JfëjggHSH natuurlijk ook naar Tante Kee of motel/restaurant by de J jachthaven. Wat je nog meer?" Hgjlflliffc Uitweidend over dat .nog meer": .Ie kimt hier 's avonds toch zoveel dat ze er wèl moeten af- fiine dingen doen. Op een terrasje vijven!" zitten, een glaasje drinken, lekker LA Tl I Elf DE KAAG Voor zeilmaker „Brug" Ruiter op Kaageiland is het seizoen 1969 een seizoen-van-het-mooie-weer en géén seizoen-voor een-zeilmaker geweest. De op en rond de plassen zo populaire „Brug" bedachtzaam: „Het grootste nadeel voor ons zeilmakers is x dit jaar het mooie weer geweest. Fyn natuurlijk, maar niet zo gun- stig; er is niets gesleten en er is niets kapot gegaan. Het is wèl een 1 Hl best jaartje voor de horeca-sector geweest" Het „verloop" van de Kaag overdenkend: „Er is een andere wind J gekomen. De Kaag is wat veranderd. Vooral dat lawaai van de speedboten was ex vroeger niet. Maar de Kaag is toch wel gezellig gebleven. Het wordt ook steeds drukker Er komen steeds meer dag- 3' jesmensen. Meer rondvaartboten ook en er worden meer boten x verhuurd. Maar daar verdient een zeilmaker niets aan" En peinzend concluderend: „Een hoop vaste klanten verdwynen ook van de Kaag. In het voorjaar komen ze al hun spullen halen en in orde laten maken en dan gaan ze de rustiger rivieren, rand- g meren opzoeken. Of naar Friesland, de Wadden of naar Zeeland. A' mm Tegenwoordig maakt het immers weinig meer uit wA&r de boot ligt. t Alle mensen hebben toch een auto? Alleen de jeugd blijft op de g ill Kaag. Maar aan de jeugd valt weinig te verdienen De jeugd knapt fi zelf ook veel meer dingen op. Aan de jeugd willen wij trouwens IP niet zoveel verdienen. Die jongens zwemmen ook niet in hun zak- centjes". Ruiter tenslotte nog „mistroostig". „We hebben dit sei- A zoen ook nauwelijks regen gehad. Anders verkopen wij altyd wel 12 voor een paar duizend gulden aan regenkleding<5 - 4}> Kompas.eigenaar Frans van der Meer flinks) en VVV-voorzit- ter Van Diemen rechtspraten over het Kaagdorp-van-de-toe komst. de hele dag voor anker gaan". Ten slotte zakelyk de vage plannen over

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1969 | | pagina 25