Dr. L. dejong in tweede
VEDERLAND een
jange prooi van
Duitse Adelaars
Neutraal: verslag van
twijfel en misrekening
Uw Kunstgebit
Neutraal, geen
laatste woord
DAG 4 NOVEMBER 1969
LEIDSCH DAGBLAD
PAGINA 7
f
DEN HAAG (GPD) „Wanneer de historicus zich voor
één gevaar hoeden moet, dan is het, uit het oog te ver
liezen hoe gemakkelijk het is, achteraf wijs te zijn. Die
historicus heeft een dubbele functie: enerzijds te schet
sen hoe feilbare mensen, de toekomst niet kennend, zich
in een bepaalde periode gedragen hebben, anderzijds
weer te geven wat in die periode de factoren waren die
de ontwikkeling bepaald hebben".
Dr. L. de Jong, directeur van het rijksinstituut voor
oorlogsdocumentatie vraagt speciale aandacht voor deze
passage in zijn boek „Neutraal", het tweede in de serie
„Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereld
oorlog", dat vandaag door de Staatsuitgeverij en Marti-
nus Nijhoff is gepubliceerd.
Die passage staat ergens achter in het boek, aan het
begin van het hoofdstuk „de boze droom", waarin hij
beschrijft hoe de Nederlandse droom van de neutraliteit
en het daaruit voortvloeiende optimisme, goedgelovig
heid en militair amateurisme, in scherven viel en een
duistere nachtmerrie werd, vol schrikbeelden en ellendi
ge pijn.
Hls historisch feit aldus dr. De Jong weet de Nederlan-
r al, voordat hij met het lezen van het boek „Neutraal" be
lt, dat de nederlaag tegen de Duitsers onvermijdelijk was.
n boek wil daar slechts de onvermijdelijkheid van doen in-
ii. Hij zegt daarover: „Groot is de verleiding om uitsluitend
i het latere historische inzicht uit, te oordelen over de ge-
raties die in '39'40 het Nederlandse volk vormden en spe
ld dan diegenen die op posten van verantwoordelijk stonden.
Stroom
van gegevens
In een berechte zorg voor volledig
heid in dit standaardwerk waaiert
een enorme stroom feiten op de lezer
toe. Hij wordt bijna bekend met de
kleinste egelstelling aan de IJssel.
Men ontkomt echter soms niet hele
maal aan de indruk, dat deze zorg
mede is ingegeven door de kwantita
tieve omvang die het werk tenslotte
moet krijgen. Daar staat echter te
genover. dat dr. De Jong onophoude
lijk streeft naar helderheid. In zijn
eerste boek. „Voorspel", kwam dat
streven tot uitdrukking m een zeer
zorgvuldige rangschikking van de ge
gevens. In het boek „Neutraal" ver
vaagt dit. zodat het geheel minder
overzichtelijk is dan het eerste boek.
Wachten op later
Dr. De Jong schrijft duidelijk van
uit een conceptie van het gehele
werk. Zijn eerste twee boeken zijn
slechts details. Toch heeft hy bij de
uitgave van het eerste deel verklaard,
dat elk deel op zichzelf dient te staan
en afzonderlijk gelezen moet kunnen
worden. Evenwel wemelt dit tweede
zal ongetwijfeld in alle delen van de
serie tevoorschijn blijven komen. Nu
reeds kan men zich afvragen, of la
ter dit portret niet gecompleteerd
kan worden in een afzonderlijk boek.
waarin het totaal van de door dr. De
Jong aangehaalde standpunten, wrij
vingen en karakteristieken van de
vorstin bijeen worden gezet. Dr. De
Jong heeft tweemaal persoonlijk
met Wilhelmina over de periode die
hij beschrijft gesproken. Voorlopig
blijkt, in dit eerste portret althans,
niet zoveel van die persoonlijke
waarneming. Wellicht komt dat meer
tot uiting by de beschrijving van de
Londense periode.
De vraag, hoe beleefde Nederland
zyn neutraliteit onder de weliswaar
niet aanvaarde, maar evidente drei
ging van de Duitse inval, houdt dr.
De Jong in het gehele boek bezig. In
hoeverre was de voorbereiding op een
aanval te rijmen met neutraliteit? De
historie zou bewijzen, dat de verant
woordelijken onder minister-presi
dent De Geer het niet wasten. De
Geer zelf heeft daar later over ge
zegd: „Mijn vurig streven zou zijn,
onze neutraliteit naar alle zyden te
handhaven ik zag dit doel
wat er achter kon liggen, zag ik niet.
Althans niet anders dan in een wa
zige verte. Het werd niet als realiteit
De Nederlandse waterlinie
Particuliere ondernemingen als Phi
lip» en Unilever reageerden scherper
en zorgden voor spreiding van direc
tionele bevoegdheden en evacuatie
van fabrieksgeheimen en financiën.
Wat wast de gemiddelde Nederlan
der tenslotte? Voor het overgrote
merendeel kwam de Duitse inval in
de nacht van de tiende mei als een
volslagen verrassing, als een plotse
linge doodsangst. ..Oorlog in óns
land? Daar kon men zich niets by
voorstellen. Daar had men wel eens
II' IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHl
Sommige bunkers werden goed gecamoufleerd.
an <tte verleiding moet weerstand
Dden worden. Het historisch per-
Jtief van waaruit toen geleefd en
beder trouw gehandeld werd, mag
1 nooit uit het oog verliezen. Wie,
later levende, aan het gebeuren
I vroeger louter de maatstaf aan-
l van de voldragen historische
klis .reduceert de geschiedenis tot
reeks van ongerijmdheden en
ïuimt veelal te beseffen dat hij.
later-levende, in zijn eigen tijd
attingen aanhangt en daden be
ft. die op hun beurt in een boe-
ast. die zich nog ontvouwen moet.
eeltelyk of zelfs geheel inadequaat
ril blijken. Elke generatie maakt
ir eigen fouten."
'olgens dr. De Jong sluit dit een
ilsch oordeel van de historicus
t uit. Maar. zo schrijft hij. „voor-
er de historicus de daden van
(ïsen beschrijft en hun motieven
:ht te peilen, moet hij, zich van
in feilbaarheid bewust, voor alles
gepaste billijkheid blijven be-
Ihten".
Kracht en zivakte
a deze poging tot verantwoording
i zyn werk. ligt de kracht en tege-
ertijd de zwakte van het werk dat
Jong op last van de minister van
ierwijs op zich heeft genomen. Als
a tjjd van leven wordt gegeven,
htf met deze serie tenminste tot
0 bezig zijn en zullen er circa
Ittien delen uit zijn pen vloeien.
|Ue gegevens daarvoor zijn reeds
een kaartsysteem van vele tien-
kenden fiches, in een ouderwetse
brandkast in zyn Amsterdamse
Woor ondergebracht. Tienduizen-
1 feiten, die op verwerking wach-
I en vele honderden die reeds in
eerste twee delen. „Voorspel" en
fUtraal". zyn vefwerkt.
te kracht van het systeem van
De Jong schuilt hierin, dat hy in
i rangschikken van al die min of
ri schokkende feiten, zonder com-
Ptaar, een uiterst leesbare serie
pen schrijft. Elk onderdeel is een
*t .short story", die doo» de be
dde pen van De Jong de spanning
t weet te houden. Dat is ongetwy-
1 de basis voor het grote succes
I deze serie by het lanceren van
i eerste deel reeds kreeg. Dat suc-
4)kt verder verzekerd. De hon-
Öduizend lezers, die het eerste deel
*>en aangeschaft, zullen ongetwy-
1 6ók de andere delen willen heb-
L Daar staat bovendien het ge-
voor publiciteit en public rela
is borg voor, dat dr. De Jong, te
ken met de hoofddirecteur van de
ftsuitgevery. Th Oltheten, aan
idflg legt. Hiermee wordt niets
Ms bedoeld. Deze activiteit wekt
belangstelling voor een bijzonder
waardevol werk. dat bewust is ge
schreven voor het gehele volk, in al
zijn geledingen.
De zwakte van het werk. als his
torisch handboek ligt in de toepas
sing van het begrip ..billijkheid", dat
dr. De Jong hanteert ten aanzien van
de daden en motieven van de mensen
die vrijwillig of verplicht een actieve
rol in dit drama hebben gespeeld.
Persoonlijk gezag betekende in het
Nederland van die dagen meer dan
de functie. De Jong bepaalt zich tot
het geven van portretten van de al
lerbelangrijkste figuren uit de ver
schillende periodes. In ..Neutraal"
komt men slecht twee uitgewerkte
portretten tegen, die van Wilhelmina
en van generaal Winkelman. Hoe
zaten echter al die secundaire figu
ren in elkaar, die in zo belangrijke
mate de daden van Wilhelmina en
Winkelman hebben bepaald? Een
ander belangrijk facet is, dat de „bil
lijkheid" tegenover mensen, nog le
vende of hun nabestaanden, niet op
gaat. wanneer het evidente zaken be
treft als onbenul, schadelijke dom
heid. het bewust of onbewust ver
keerd interpreteren van evidente fei
ten. Men kan zich voorstellen, dat de
historicus de ontrafeling van deze
achtergronden tot zijn taak rekent.
Ook dit zijn feiten, al zyn zij niet
zichtbaar in de archieven.
iHitiiHttiiiwmtitiimiiHitiHiiiummmtiiiiHiiiwiiiiHinNniiifiiiiiiiiiiimiMiiHHiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHHiiiMminiM
deel van de verwijzingen naar het
eerste en ook van aankindigingen van
het latere werk. Dit is nauwelijks te
voorkomen en dat dwingt dus tot
aanschaf van de gehele serie. Het is
dan ook logisch, dat dr. De Jong bij
het beantwoorden van dergelijke kri
tische vragen vrijwel altijd verwijst
naar later te schrijven delen, waarin
wel aan de verlangens zal worden
voldaan. Toch zal ongetwijfeld in la
tere beoordelingen van zijn werk het
woord ..veredelde journalistiek" wel
gaan vallen, zo mag worden ge
vreesd.
Indrukwekkend
Dergelijke opmerkingen doen ech
ter niet veel af aan het respect, dat
zich opdringt bij het lezen van zijn
indrukwekkende werkstuk. Het boek
..Neutraal" begint met een portret
van Koningin Wilhelmina. haar af
komst. haar jeugd, haai- opleiding en
de wijze waarop zij haar staatstaak
meende te moeten uitoefenen en hoe
zij dat slechts gedeeltelijk kon reali
seren. Het 16 geen volledig portret.
De figuur van Koningin Wilhelmina
verwerkt, veeleer als droom terzijde
geschoven." En niet door hem alleen.
De realisten in regerings- en diplo
matieke dienst, werden niet geloofd
en als lastig ervaren. Onze inlichtin
gendienst was daardoor machteloos
j het land tydig te alarmeren. En
i daardoor niet alleen, ook door eigen
onvermogen, want zelfs de verant-
i woordelyken van de inlioh tingen-
dienst leden aan het euvel van het
ongeloof in de Duitse boosaardigheid.
Dat was ook het geval met de mees-
i-ten uit de militaire staf. Daardoor
1 werden in de meidagen van 1940 drie-
I honderdduizend militairen met on-
deugdelijk materiaal tegenover een
supermacht op technisch en organi
satorisch gebied geplaatst
Ook politiek was de regering niet
toegerust tegenover de agressie De
uitvoering en verbetering van de
oorlogswet verzandde in eindeloze
discussies. Noodwetten werden wel in
behandeling genomen, maar moes
ten in mei 1940 nog steeds worden
aanvaard. Burgerlijke bevoegdheden
j konden moeilijk gedelegeerd worden.
Het was begrijpelijk. Het zwakke Ne
derland wilde zelfs onder oorlogsom
standigheden zich aan de democra
tische spelregels houden.
De legerleiding dacht het maanden
(tenminste drie» tegenover de Duit
sers te kunnen uithouden en daarop
waren helaas teveel van de regelin
gen die getroffen waren, gebaseerd.
Men meende nog wel te kunnen im
proviseren. vanuit bunkers in de om
geving van Amsterdam, waar de re
gering dacht haar intrek te nemen.
over gelezen in de geschiedenisboek
jes, maar de fantasie ging niet zover,
dat men zich in dat perspectief
waarlijk verdiepen wilde. Daar werk
te het ook teveel angst voor" Nie
mand had ook eigenlijk duidelijk aan
de alarmbel getrokken, noch de p>ers,
noch de radio, noch de Kamer, noch
de regering. De stemmen van enke
len. als Menno ter Braak, gingen ver
loren. Zij werden weggemoffeld ach
ter het veilige idee van de neutrali
teit. Wat in '14-'18 was gebeurd, zou
ook nu weer gebeuren. Maar men
kon beter weten en velen wisten ook
beter. Maar de angst belette hen de
waarheid te aanvaarden en zich de
gelijk voor te bereiden, hoe dan ook,
ofwel door onvoorwaardelijke overga
ve zonder strijd, of door een verbeten
verzet. Men durfde niet te kiezen en
alle oplossingen lagen ergens tussen
deze twee extreme in. Het waren hal-
1 ve oplosingen. ..Zo tastte", aldus dr.
De Jong. ..de doorsnee Nederlander
rond in een duister, dat eerst in de
schemering van de 10-de mei in alle
vroegte verrassend aan flarden ge
scheurd zou worden: aan flarden ge
scheurd door de lichtflitsen van het
Duitse geschut aan de oostgrens en
door de explosies van de Duitse bom
men op vliegvelden in het westen".
MAJOOR G. J. SAS
Deze historische vaagheid te be
schrijven is geen sinecure, die dr. De
Jong zeer efficient heeft ontrafeld.
Overigens is dr. De Jong de eerste
die wil erkennen, dat zijn werk his
torische en menselijke tekorten kan
hebben. Hij heeft daarom aan de
minister van Onderwijs gevraagd aan
het slot van de serie een boek te mo
gen toevoegen, waarin hij een aantal
errata herstelt en bovendien ruimte
geeft aan de kritiek, die nu en in de
toekomst wordt gegeven. In de twee
de druk van de wetenschappelijke uit
gave van het eerste deel. „Voorspel",
heeft hij reeds dertien correcties aan
gebracht. „De visie van anderen kan
best een hogere waarde hebben dan
de mijne", zo heeft hij verklaard. En
voorts: ,Myn werk is niet definitief,
het is een weerslag van hetgeen
thans bekend is." Een oordeel moet
men dan ook opschorten totdat de
serie compleet is. In 1980!
TAN VAN BEEK
Kustwachtpost in Schevenln-
Stuk 8staal, uit het legermuseum gehaald en tegen de Duitsers
ingezet.
(ADVERTENTIE)
de gehele dag onwrikbaar
op zijn plaats!
Als Uw wilt, dat Uw kunstgebit de ge
hele dag door gemakkelijk, stevig en
zeker zit, neem dan Dentofix - een
nieuw, beproefd, antiseptisch poeder
- en strooi een weinig op de gebits
plaat. U zult meer dan tevreden zijn
en alle ongemakken van Uw kunst
gebit vergeten, want U kunt lachen,
spreken en eten zoals U wilt! Dentofix
is daarbij verfrissend, voorkomt on
aangename reuk uit de mond en is
een weldaad voor Uw gehemelte. Wij
garanderen, dat U tevreden zult zijn.
Verkrijgbaar in discrete, neütrale plas
tic flacons, prijs f. 2,51, bij apotheken
en drogisterijen.
LEIDSCH DAGBLAD
Het tweede deel van De Jongs
Het Koninkryk der Nederlanden in
de Tweede Wereldoorlog laat me wat
teleurgesteld achter. Voorop staat
dat ook nu weer de loftrompet mag
worden gestoken voor de gigantiachr
werkkracht van De Jong, voor zyn
boeiende styl, voor de wijze waarop
hy in enkele zinnen een karakteris
tiek van zyn hoofdrolspelers geeft.
Maar de trompet moet ditmaal wor
den „gestopt," de lof dient gedempt.
Want het verhaal van De Jong,
een boeiend verhaal, verschilt niet
zoveel van de feiten die twintig jaar
geleden opdoemden uit het verslag
van de Parlementaire Enquête Com
missie. De Jong heeft meer feiten,
maar hy doet er niet zo veel meer
mee.
Prof. dr. H. W. von der Dunk,
hoogleraar moderne geschiedenis in
Utrecht, heeft naar aanleiding van
het eerste deel van het boek van dr.
De Jong al tot enige voorzichtigheid
gemaand. Men moet niet denken dat
met dit boek hét objectieve, alge
meen geldige standaardwerk over
Nederland voor en tijdens de tweede
wereldoorlog zou zyn verschenen.
Steeds weer nemen historici hun
aanloop om te verklaren „Hoe Het
Nu Eigenlijk Is Gebeurd." Steeds
weer zullen zij, naarmate hun eigen
inzicht verandert door invloeden
van de tijd waarin zfj leven, van het
milieu waarin zij schrijven, een an
der verhaal maken om „Het" te van
gen.
Dat is een bezwaar dat onvermij
delijk is. waaraan ook dr. De Jong
niets kan veranderen. Maar ernsti
ger is het, dat De Jong zich zo uit
leeft in zyn verhaal, en zo weinig
ruimte neemt voor analyse voor
vergelijkingen en achtergronden. Om
een voorbeeld te noemen: in dit
tweede deel. dat over onze Neutrali
teit gaat. speelt de militaire inlich
tingendienst GS III een grote rol.
Zoals met veel meer uit die tijd,
lijkt GS ni mij niet zon bekwame
dienst. Maar dat komt uitsluitend ta
fragmenten over het voetlicht.
Er worden geen vergelijkingen ge
maakt met andere, buitenlandse m-
lichtingenapparaten. er wordt niet
ingegaan op de achtergronden van
ons inlichtingenwerk, er wordt geen
samenvattende analyse gegeven.
Dr. De Jong geeft feiten, feiten en
n«Dg eens feiten. Dat is heel respec
tabel voor een geschiedwerk. Hij
heeft bovendien de gave van zyn
welversneden pen. Die feiten krijgen
beslist een meeslepende werking,
maar het beeld van onze maatschap
pij uit die tijd wordt er niet duidelij
ker door.
Prof. Von der Dunk heeft ar op ge
wezen dat de moderne historicus ge
bruik zal moeten maken van inzich
ten verworven in andere taken van
wetenschap, bijvoorbeeld sociologie
en psychologie. Hij verwyt De Jong
een over-vereenvoudiglng, waardoor
zwart-wit contrasten ontstaan, die
wel passen in het boeiende verhaal,
maar die toch misleidend zyn.
Volgens Von der Dunk heeft dr.
De Jong te vaak het heden als maat
staf gebruikt om het nabije verleden
te beschrijven, waardoor het falen
van de verantwoordelijken van toen
de6 te groter lijkt. Maar het is nu
eenmaal een feit, dat het „Kwaad"
in onze gecompliceerde maatschap
pij, niet een, twee, drie te lokalise
ren valt. Nü weten wij allemaal hoe
het Nazisme opereerde, maar in het
Nederland van 1939 mocht Je zoiets
absoluut niet veronderstellen.
Bovendien vleide men zich met de
hoop dat de drinkbeker van de oor
log ons opnieuw voorby zou gaan.
Zoiets is menselijk: we lachen nu al
lemaal om de BB. we denken dat er
geen atoomoorlog komt, en als hy
dan toch komt. zal hy wel niet hier
komen enzovoort.
De Jong heeft het gevaar voor pro
jectie vanuit óns weten onderkend.
In zyn verantwoording als historicus
zegt hy in hoofdstuk dertien van dit
tweede deel, dat de billykheid vergt,
dat men als uitgangspunt voor elke
verdere beoordeling het historisch
gebeuren in een bepaalde periode
tracht te zien, door de ogen van de
mensen die toen leefden.
Het is in dit deel praktisch het eni
ge stukje verantwoording en men
moet zeggen. De Jong houdt er zich
beslist niet alt yd aan. Van het ge
compliceerde karakter van een
maatschappy, die leeft onder een
schaduw in het eigen werelddeel
komt te weinig over.
Prof. dr. Jan Romein, grondlegger
van de theoretische geschiedbeoefe
ning in ons land, heeft er op gewe
zen dat en dat is een vrucht van
de verwetenschappelyking van de
geschiedschryving niet kan wor
den volstaan met een „Beeld" dat
„De Werkelykheid" in enkele mar
kante lynen schetst. In plaats daar
van moet analytisch inzicht komen.
Dat kan zo zyn bezwaren hebben.
Want het beeld boeit en de analyse,
die details proeft en test. kan een on-
leesbar geheel opleveren. Kan, het
hoeft niet.
Er zyn werken over deelonderwer
pen van onze geschiedenis in oorlogs-
tyd verschenen, die ruimschoots
analyseerden en desondanks lees
baar bleven. Voorbeelden zyn prof.
Pressors Ondergang en prof. Rütera
Spoorwegstaking.
Men kan zich afvragen of het
schryven van „Het Handboek" over
'40-'45 door één man niet een te gro
te opgave is Het is in de moderne
geschiedschryving niet gebruikelyk.
Maar deze vraag is op dit moment
niet erg relevant.
Wat biyft is het boek „Neutraal,"
een boeiend boek, maar een werk,
waarmee zelfs voorlopig, het laatste
woord nog lang niet is gezegd.
JRS