Wat is eigenlijk een kanjer?
anjers vangen op de
ieuwkoopse plassen
Nieuwe Waterkaart
van Hengelaarsbond
tOEP OF
PORT
Door
Bram v. Leeuwen
IIIT-LD-LIT-LD-IIIT-LD-UIT-LDIIIT-LD-1!IT-LD-UIT-LD-UIT-LD-UIT-LD-11IT-LD-LÏT-LD-UIT-LD-UIT-LD-UIT-LD-UIT-LD-UIT-L
tvissers vaak voor verrassing
,A0 13 SEPTEMBER 1969
LEIDSCB DAGBLAD
PAGINA IT
vanaf deze plaats al eens
uitgesproken, dat de wij
de Visserij wet, die on-
de Tweede en Eerste
êrd goedgekeurd eindelijk
j tot een definitieve schei-
de beroeps- en sport-
ïierzijds zou de beroeps-
moeten beperken tot de
jqj, wat nu reeds het
tld in het laatje van de
gerij brengt anderzijds
sportvisserij de gehele
oorraad in ons viswater
ukking krijgen, wanneer
specifieke palingvisserij
ijk leek het een gemak-
unsactie; eenvoudig een
terlies en winst aan beide
iaar al tijdens de dis-
de Tweede Kamer bleek
ngelsport nog altijd gran-
dt onderschat door het
deel van onze volksver-
diging. Nog steeds blijkt
spsvissery een warm
hebben in de harten
«denken dat het vissers-
700.000 beoefenaren al
rschreden en prognoses
het niet meer zo
duren of er zitten meer
miljoen sportvissers langs
andse kanalen, weterin-
s, meren en plassen,
latten van het recreatie-
de sportvisserij zeer ze-
wordt te vuur en te
streden door de heer K. J.
oorzitter van de Alge-
igelaars Bond. de bond
.000 leden telt.
is een enthousiast
in het dagelijkse leven
ger van de gemeente
eel. Het was dan ook
ff, dat hij op de jaar-
g tussen journalisten en
de Eerste en Tweede
gelegenheid aangreep
roordje te doen in het
de sportvisserij.
er Vrijling rekende de
irlementsleden voor, dat
00.000 Nederlandse vis-
voor hun sport ge-
ee gulden per week uit-
men er nu van uit gaat.
visseizoen veertig we-
lan leert een eenvoudig
etje, dat de sportvissers
r jaarlijks een bedrag
ijftig miljoen gulden be-
iderd beroepsvissers, die
awateren hun brood bij
brengen jaarlijks
dan voor een bedrag van
nlljoen gulden schubvis
nek, snoekbaars en kar
de wal. Duidelijk blijkt
Iers dat de twee belan-
die betrokken zijn bij
'ïsstapel aan de ene
^rtvissers en aan de an-
de beroepsvissers, niet
ikaar te vergelijken zyn
llpbH nog in economisch
Het is nog bijzonder vroeg in de ochtend wanneer we met de
auto afgeladen met visspullen het parkeerterreintje naast
het cafeetje oprijden. De ritselende kiezelstenen zijn echter
voldoende voor een flinke waakse hond om met luid geblaf de
eigenaresse van de uitspanning op dit matineuze uur te laten
ontwaken.
Even later verschijnt ze met krul
spelden in het haar, gestoken in een
ochtendjas en kijkend met ogen, die
maar nauwelijks beseffen dat er
weer een nieuwe dag is aangebroken.
Dezelfde ogen volgen even later de
balpoint in onze hand, die de naam
op de vergunning schrijft, die recht
geeft op een dagje vissen op de
Nieuwkoopse Plassen.
Dat is het uitverkoren plekje, waar
we ln deze septembermaand die
onder sportvissers nog altijd als de
beste „vangstmaand" wordt bestem
peld ons geluk eens beproeven.
Het is te merken dat we al een flinke
stap op weg zijn naar het rijk van
Koning Thialf, want de dichte mist
beperkt het uitzicht tot enkele me
ters. Komend uit het cafeetje
voorzien van de vereiste vergunnin
gen en de nodige mondvoorraad
kunnen we in de sloot aan de over
kant van de weg maar nauwelijks
de roeibootjes onderscheiden, die ons
naar een geschikt visplekje zullen
brengen.
Moeilijk karwei
Als de visspullen op de bodem van
de boten zijn beland, staat er nog
een moeilijk karwei te wachten. Het
slootje, dat ons naar een van de
plassen moet brengen is vrij smal
en wie even de juiste richting kwijt
raakt, zit onmiddellijk met een roei
spaan in een stukje grasland te
maaien, of de boot drijft vervaarlijk
dicht langs de fraaie bungalows,
waarin de bewoners al slapend niet
bemerken dat enkele sportvissers
met steelse blikken naar het onge
twijfelde kostbare woongenot kyken.
De ene bungalow na de andere
glijdt aan ons voorbij, maar de dich
te mist maakt ons steeds opnieuw
duidelijk, dat het geplande plekje
midden op de plas voorlopig maar
uit het hoofd gezet moet worden.
Met het oog op de mogelijke aan
varingskansen wordt met algemene
stemmen besloten de eerste uurtjes
maar door te brengen in de buurt
van een van de rietkragen in de
hoop dat de mist zal optrekken,
waardoor alsnog andere „stekkies"
bereikbaar worden.
Niet ideaal
We zijn er allemaal van overtuigd,
dat het beslist geen ideaal plekje is,
al verandert de stemming iets, wan
neer ergens in de mist een flink ge-
plons weerklinkt. Dat optimisme
verdwynt op slag weer wanneer even
later uit de mist enkele eenden op
doemen. die het beeld van een paar
kanjers van vissen onmiddellijk de
mist in jagen. Niettemin beginnen
we met -enthousiasme onze hengels
uit de foedralen te halen. Ik geef de
voorkeur aan een licht tuigje, met
een Frans pennetje. Mogelijk, dat de
voorn dicht bij het riet een witte
broodvlok als onderdeel van het ont
bijt wil accepteren. Als de pennen
zijn afgesteld op de juiste diepte
maakt een licht voert je kennis met
het water van de Nieuwkoopse plas
sen.
De mist zorgt ervoor dat we ter
dege blijven beseffen, dat we als
noeste sportvissers niet moeten te
rugdeinzen voor de grillige weergo
den. De vis blijkt de slechte weers
omstandigheden niet te willen com
penseren Nee. het was bar slecht.
De stemming in de andere boot werd
er ook niet beter op en myn vis-
maat kon zo nu en dan wel een visje
verschalken, maar het was niet om
over naar huis te schrijven. Gezien
de minimale afmetingen plegen
sportvissers deze vangst aan te dui
den met het woord „katvisje".
Twee stuks
Na een paar uur intensief vissen
hadden vier hengelaars niet meer
dan twee maatvoorns kunnen van
gen alsmede een niet te bepalen
aantal minivoomtjes. Opnieuw af
stellen van de pennen had geen re
sultaat. Er klonk dan ook een zucht
van verlichting, teen de mist zich te
gen negen uur begon op te lossen
en de zon blijk gaf vandaag ook nog
een duit in het zakje te willen doen.
Ik kan me geen dag voor de geest
halen, dat we sneller de stokken uit
de veenbodem haalden en roeiden
naar een nieuw visplekje. Nu
placht mijn schoonvader een
doorgewinterd visser altijd te be -
weren dat wanneer de vis wil bijten,
je ze overal kimt vangen, maar dit
maal gaf hij toch graag gevolg aan
het sein om te gaan verkassen.
AAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAA
TWTTTTTTTTfJTTTTTTTTTJT
Naarmate de mist optrok kregen
we een beter uitzicht op de prachti
ge plas die voor ons lag en we roei
den geëscorteerd door enkele
zwanen naar een prachtig plekje
aan de oostkant van een van de vele
eilandjes die de Nieuwkoopse plassen
telt. Aangekomen ter bestemder
plaatse, verwisselde ik mijn lichte
pennetje voor een wat zwaardere en
bevestigde aan de haak een forse
vlok witbrood en wierp vervolgens
een voertje in de buurt van de wit
te pen. Het rode puntje stak een
klein stukje boven het wateropper
vlak uit.
Daarna was het .stilte" geblazen
om de vis die door ons lawaai mo
gelijk verschrikt zou zijn terug te
lokken naar huis, met een vers ge
kneed voertje. We zouden eerst maar
eens proberen een paar brasems te
vangen. In de Nieuwkoopse Plassen
zit namelijk enorm veel brasem.
Maar de onder water bewoners had
den kennelijk andere plannen.
O ut hoog
We hadden al een dik half uur ge
vist en de pennen stonden nog al
tijd even roerloos. Maar dan plotse
ling op het ogenblik, dat de aan
dacht al even dreigde te verslappen
begon de pen plotseling uit het
water omhoog te komen. De hele an
tenne kwam langzaam maar zeker
uit het water en vlijde zich tenslotte
heerlijk in horizontale richting op
zei de AHB-voorzitter,
t ophouden met verge
legen. Zoals het nu
e recreatie van 700.000
in de waagschaal ge-
t de schubvis nog steeds
iden aandeel levert in
van een handjevol be-
m ons land
iew met een van de re-
an Zomaar een zomer-
t de heer Vrijling nog
tegd dat de sportvisse-
ireid is de winstderving
toepsvissers te betalen
t in het vervolg de
Itrust laten.
dff beroepsvisserij ech-
I meegedeeld dat in be
dien niet van haar kon
*acht dat zij het recht
P&yisstapel prijs geeft,
voor de honderdduizen-
Jöèrs, die hengelen in
*ter, dat zr ook in de
pioegen moeten nemen
pnten die de beroeps-
platen in het water.
bedacht moet worden
Nivissers zyn, die de
bleien voor een paar
p verkopen, om be wor- i
bt tot varkensvoer. Vis, I
pederlanders de zo no
ting zou kunnen ge-
OPSTEKER I
het water. Dat was het sein voor de
aanslag.
Juist wilde ik myn collega waar
schuwen, dat de eerste brasem in
aantocht was, of al mijn aandacht
werd opgeëist. Met een forse ruk ver
dween alle beschikbare nylon alsme
de een flink stuk van het topeind
onder water. Nu kan een brasem een
flinke ruk aan een hengel geven
vooral wanneer hij een flink aantal
centimeters telt maar tot een der
gelijke krachtsinspanning, achtte ik
een brasem, zelfs een uit de kanjer-
klasse niet in staat.
Enkele seconden later, toen met
een trekkracht van een klein model
sleepboot de nylonlijn op zijn sterk
te werd getest, besefte ik dat ergens
anderhalf él twee meter onder water
een karper aan myn haak moest
vastzitten. Zou hy dan toch afgewe
ken zijn van wat gebruikelijker kost
als een aardappeltje of roggebrood
en had hy mijn vlok witbrood ge
consumeerd? Tegelijkertijd besefte
ik. dat ik tegen een dergelijke over
macht met myn lijntje van 0.18
geen enkele kans zou maken.
Karper
Toch was ik niet van plan de
moed direct op te geven en elke keer
dat de karper een nieuwe poging on
dernam om zyn vryheid te herkrij
gen, boog ik weer ver voorover, stak
een deel van mijn hengel onder wa
ter. om het materiaal in tact te hou
den. De seconden die volgden, leken
uren te duren en even later ver
scheen één ogenblik een brede rug
boven water, die mijn vermoeden,
dat hier een karper aan het werk
was, bevestigde.
Zijn vertoning aan de oppervlakte
was blijkbaar meteen bedoeld als af
scheidsgroet want onmiddellijk
schoot hij met een dergelijke snel
heid naar de diepte dat mijn nylon
knapte.Ik was een ogenblik be
duusd en keek wat beteuterd naar het
resterende stukje nylon dat het top
eind nog sierde.
Ik heb zeker vijf minuten op myn
stoeltje zitten staren naar het wa
ter alvorens ik het besluit nam maar
meteen het forse karpertuig aan te
slaan met de gesmede haak en een
sterke lijn. De aanwezige kar per fa
milie moet van deze stoute plannen
op de hoogte zijn geweest, want geen
van de krachtpatsers wilde de strijd
aangaan met mijn nieuwe materiaal.
«e..
Brasems
Wel vingen we die dag nog een
flink aantal brasems en enkele
mooie voorns op hetzelfde plekje,
maar dat was voor mij slechts een
schrale vergoeding voor de verspeel
de karper die nu weliswaar met
een haak in de bek nog altijd
voortzwemt in de Nieuwkoopse plas
sen.
De bovenstaande belevenis is een
van de vele verrassingen die sport
vissers op de Nieuwkoopse plassen te
wachten kan staan. Want dat er
karpers boven de twintig pond rond
zwemmen staat voor mij als een paal
boven water. Ook „vadertje glasoog",
de snoekbaars, heeft enkele forse
vertegenwoordigers op de Nieuw
koopse plassen. Ze hebben al vele
sportvissers tot vertwijfeling ge
bracht, wanneer ze weer eens moe
deloos staarden naar een restantje
nylon of een gebroken hengel
Er zijn echter ontwikkelingen aan
de gang. die de attractie van het
Nieuwkoopse plassengebied te niet
dreigen te doen. De belangstelling
voor de Nieuwkoopse plassen is de
laatste jaren namelijk zó snel toege-
De Nieuwkoopse plassen be
zitten een aparte bekoring. De
grote rietkragen en plotseling
opduikende eilandjes geven het
idee echt in de natuur te zijn. En
niet te vergeten de grote vissen
die er regelmatig worden ge
vangen.
De Ringvaart behoort nog
steeds tot een van de meest fa
voriete visplekjes in de omgeving
van Leiden. Vooral in de buurt
van de brug bij Oude Wetering
kunt u altijd wel een paar vis
sers aantreffen. Soms worden
hier grote karpers gevangen.
(Foto Leidsch Dagblad
nomen, dat de „rustige plekjes" voor
de vissers verloren dreigen te gaan
In de herfst- en wintermaanden is
het niet zo erg, maai- in de zomer
maanden is het vissen op diverse
plaatsen nu al onmogelijk.
In 1967 werden voor de plassen niet
minder dan 32.000 vergunningen uit
gegeven. Er blijkt echter een duide
lijke verschuiving plaats te vinden.
De sportvissers trekken steeds meer
naar de oostelijk gelegen plassen,
naar de stillere gebieden. Zij worden
door andere watersporters verdreven
van de Noordeinder- en Zuideinder-
plas. Zij veroorzaken met hun boten
(vooral met speedboten» een hoge
golfslag, terwijl de waterrervuiling
een handje meehelpt.
Klachten
I Wat het eerste punt betreft: het is
i geen klacht die alleen geldt voor de
Nieuwkoopse plassen Op vele plas-
i sen wordt de aantrekkelijkheid voor
de sportvisser teniet gedaan door de
I eigenaars van speedboten, die er ple
zier in hebben, vlak langs de roei
bootjes te varen. Het wordt tijd dat
I voor de plassen in onze omgeving een
i duidelijke regeling wordt vastgesteld,
die de speedboten dirigeert naar een
bepaald gedeelte van de plassen.
Daar kunnen ze dan ongehinderd
hun showwerk voortzetten, ver van
de sportvissers, die aan rust de voor
keur geven
Heeft u ook wel eens aan een
prachtig stukje viswater gestaan met
de vraag of er gevist zou mogen wor
den? Vast wel. Aan de ene kant
doemde voor u het beeld van een po
litieman of veldwachter op ,die veel
betekenend zyn boekje tevoorschijn
haalt, terwyl anderzijds het vissers-
instinct by u ontwaakte wanneer u
even verderop een flinke snoek bo
ven water zag springen.
De Hengelaarsbond voor Leiden en
Omstreken heeft nu een einde ge
maakt aan de onzekerheid of men
ergens mag vissen of niet. Deze
maand is een spiksplinternieuwe wa
terkaart verschenen waarop alle
slootjes, kanalen, weteringen, meren
en plassen staan vermeld waar de
Leidse bond het visrecht heeft ver
worven. In totaal zijn dat 46 stuk
ken viswater variërend van de Ring
vaart tot de Noord Aa tussen Zoe-
terwoude en Benthuizen.
Het eerstgenoemde viswater is niet
alleen eigendom van de Leidse Bond.
maar er bestaat een beheerseenheld
voor de Ringvaart waarvan de Leid
se ook de Haarlemse en Amsterdam
se bond deel uitmaken. Kortom alle
viswateren in de wyde omtrek van
de Sleutelstad staan op deze nieuwe
bijgewerkte kaart vermeld.
En de kaart is beslist niet alleen
handig voor de leden van deze bond,
want op de kaart staat ook viswater
vermeld waarvan de Leidse bond het
visrecht niet bezit, zoals de Westein-
derplas en het Braassemermeer. Een
extra service van de Leidse Henge
laarsbond is het vermelden van de
diepte van het water. By kanaal,
vaart of wetering staat de gemiddel
de diepte aangegeven.
Aan de waterkaart is door de bond
meer dan een jaar gewerkt. De heer
W. G. A. Wopreis uit Alkmaar heeft
het ontwerp en de tekening gemaakt.
Elk lid van de Leidse Bond en dat
zyn er op het ogenblik zo'n twaalf
honderd kan de fraaie waterkaart
voor de somma van drie kwartjes
kopen. Niet-leden kunnen de kaart
ook bemachtigen. Zy betalen slechts
een kwartje meer. Het is voor elke
sportvisser die niet het risico wil lo
pen in verboden water te vissen en
op de bon te worden geslingerd een
onmisbaar bezit.
Wat is een kanjer? Dat is
een vraag, waarop waarschijnlijk
slechts zeer weinig sportvissers in
ons land een passende antwoord
weten. Men heeft wel eens ge
hoord van monsterachtige vis
sen met fantastische afmetingen,
maar welke vis nu tot de
superklasse kan worden gerekend
is onvoldoende bekend.
In het visserslegioen wordt nog te
vaak gewerkt met zeer ver uitge
spreide armen om de lengte van de
gevangen <of verspeelde) vis te kun
nen aanduiden. We weten immers al
lemaal dat aan de waarheid van de
visverhalen nogal een sterke twy-
fel kleeft, en ik moet helaas zeggen:
niet ten onrechte.
Het gemak waarmee in ons le
gioen met ponden en centimeters
wordt gesmeten doet vermoeden dat
in ons viswater alleen maar mon
sterbaarzen en vloermatten van
brasems huizen. Een goede „ge-
geschiedschryving" is niet te maken
of men zou het gewicht van elke be
weerde vangst als voorzichtigheids
factor moeten halveren. Nee. het
„visserlatyn" is nog te vaak de taal
der sportvissers.
V oor n
Nemen we byv. eens de voorn
by de kop. Het is de meest voorko
mende vis in ons viswater. Pas als u
een exemplaar vangt die zo om en
naby de veertig centimeter is dan
kunt u worden ingedeeld in de klasse
der „kanjervissers", maar in de prak-
tyk zal het niet meevallen om die
maat te halen.
Voor de winde ligt het aantal cen-
timters dat de vis moet tellen nog
een stukje hoger. Daar liggen de
maten boven de vyftig centimeter
pas in het hoekje waar de pryzen
vallen Nog iets groter moet de bra
sem zyn. Om by deze vis in de pry
zen te vallen moet u beslist
een exemplaar vangen dat iets bo
ven de zestig centimeter ligt. En die
kans is er zeker.
In de KRO-kanjercompetitie die
nu aan de gang is komt op het ïyst-
je de 12-jarige Willy v. d. Besselaar
uit Schyndel voor. Hy wist een bra
sem te vangen van drle-en-zestig
centimeter. Ga er maar eens aan
staan. Zover hoeft u het niet te bren
gen wanneer u een kansje wilt wagen
de grootste baars te vangen. Tot dus
ver zyn er enkele exemplaren gevan
gen die de vyfenveertig centimeter te
boven gaan, maar dergelyke vang
sten zyn in ons land beslist meer uit
zondering dan regel.
Dan komen we terecht in de wat
forsere klasse: de karper. Er zyn in
ons land nogal wat soorten voorradig.
Het record in de KRO-kanjer-com-
petitie staat tot dusver op naam van
een sportvisser die een exemplaar
van 93,5 centimeter heeft gevangen.
Meer dan
een meter
Er zyn ook nog vissen die de meter
moeten overschryden om een plaatsje
waard te zyn op het eretrapje der
sportvissery. Dat geldt zowel voor de
snoekbaars en de snoek als voor de
paling. Wat de laatste vissoort be
treft: er is reeds een exemplaar ge
vangen van 107 centimeter die mee
dingt naar de grootste vangst van
het seizoen. De grootste snoek die dit
seizoen gevangen is meet nog een
aantal centimeters meer.
Wanhoopt u echter niet. September
is immers de maand waarin de mees
te recordvangsten worden geboekt.
*t Is maar dat u het weet.
-wtëÊÊmk*