ier vragen over doubleren Kruiswoordraadsel [om er ACHT-er 4da Kok weer op sportieve loer Een spel-le-tje V H. W. Filarski's bridgerubriek Pini en Pom J9 woX O O f opi daUocl 23 AUGUSTUS 1969 LEIDSCH DAGBLAD PAGINA li r de tegenpartij groot slem hebt troefaas in handen om te doubleren, ■stal zijn de situaties min- rlijk en vooral op het ge- doubleren onderscheiden zich van zwakkeren, er vier gevallen uit een U ziet de kwetsbaar- de bied situatie en drie spellen. Maak steeds uw a, b of c. Noteer uw keuze jk die met de oplossingen, gever .niemand kwetsbaar, er is steeds) noord. West schoppen - noord dou- oost biedt twee klaver - past - west, past - noord opnieuw. Welke is de irschijnlijke hand die noord AVB6 O V1096 «f> A52? AVB6 O 853 Jf» HB82? V 52 O V4 Jf, HB108? gever. OW kwetsbaar. Oost in - zuid (u) past - west twee ruiten - noord past - oost twee harten - zuid past. - west past - noord doubleert. Wat heeft noord? (a) V863 V A72 1084 AV2? (b> A V863 65 O AV42 A52? (C) V863 9 O AB8 4» H10865? 3) West gever, allen kwetsbaar. West één harten - noord past - oost één Sansatout - zuid <u) past - west past - noord doubleert. Wat heeft noord nu? (a) A AB94 O B4 O HB82 Jf, AV4? O» B4 AB94 O Hl082 AV4? (C) H83 C? A107 C- B65 A972? 4) West gever, NZ kwetsbaar. West één harten - NZ passen voorlopig - oost drie klaver 'sterk) - west drie harten - oost vier Sansatout (azen- I vraag) - west vijf ruiten (één aas) - en nu doubleert noord. Hil heeft? I (a) A HB8 53 O A7532 964? (b) A B1084 050 V109873 V5? (O 4 V72 OP 5 O HV108 B9854? Antwoorden: (1) Met spel (c) behoort noord met op één schoppen te doubleren, daar dit een informatiedoublet (uit- neemdoublet) is en hij de rode kleu ren niet kan verdragen. Met (b) moet hij op twee klaver passen omdat het de vraag is of'dit down gaat, maar nog meer of NZ zelf iets kunnen ma ken. Het spel (a) toont noords be doeling: hij kan de rode kleuren zeer goed verdragen, maar ls even tueel bereid twee klaver gedoubleerd tegen te spelen. Zuid moet beslissen. (2) Spel (a) is veel te riskant om nog wat te ondernemen, evenals trou wens spel (b), hoewel dat doublet nog niet zo erg slecht is. Spel (c) is de gewenste kaart, noord kan zo wel schoppen als klaveren verdra gen. heeft goede kaarten om drie ruiten tegen te spelen en mag ver wachten dat zuid misschien met een handvol hartens tegen zit. (3) Met spel (a) had noord di rect moeten doubleren, met. spel (c) moet hij blijven passen omdat hij te zwak is. Spel <b) toont waarom het gaat: noord is sterk, maar hij paste eerst omdat hij vooral sterk in de kleur der tegenpartij (harten) ls. (4) Vele spelers maken de fout met (b) te doubleren, maar daar er geen topslagen in ruiten te maken zijn, is dat slecht. Spel (c) is de kaart die verwacht mag worden - de rui ten - uitkomst is zéér welkom. Met spel (a) is het doublet minder goed, om dat het de partner misschien af houdt van de mogelijk zéér gunstige uitkomst in schoppen! Samenvatting: a. c, b, c zijn de vier juiste antwoorden, die ongetwij feld door de meeste sterke spelers gevonden zullen zijn. Bridgevraag van deze week: Oost geverNZ kwetsbaar, paren wedstrijd. Zuid heeft: 10 9 8 5 A V 9 6 4 O A H 8 2. Oost opent met drie ruiten 'zwak; wat moet zuid doen? Ada staat tot aan haar knieën het water van het Valken- urgse zwembad. Een klein klemt zich bibberend an haar vast. Onder haar aan- ïoedigende woorden riskeert ij tenslotte toch zijn benen van !e grond te lichten en jjn hoofd iets dieper in water te steken. Dan hij dat natte oren lang niet verdrinken «tekent en wordt wat moedi- ;er. Op eigen kracht plonst hy laar de sterke armen van zijn zwem-juf. Zelfs de grootste watervrees het afleggen tegen Ada's lesmethode: al spelend helpt ze ie kinderen over hun angst heen. Het is de tweede keer dat Ada Kok de zomer aan de rand en in het zwembad doorbrengt als instructrice. Wegens een druk reisprogramma en andere bezigheden moest ze echter vo rig seizoen verstek laten gaan. Wat die andere bezigheden betreft heeft Ada de laatste maanden aan alles behalve zwemmen haar hart kunnen op halen. En ze heeft dat met zulk een intensiteit gedaan, dat ze gewoon oververzadigd is van al le schijngestaltes die ze soms min of meer gedwongen moest aannemen. Om te beginnen haar start in de mode. Ada: „Het is nooit mijn bedoeling geweest manne quin te worden. Ik kreeg wel veel aanbiedingen om te pose ren voor reclamefoto's en om als gastvrouw op te treden, maar over het plankier heb ik nooit gelopen." Hoe dan ook, ze heeft een tyd lang in een wuft Amsterdams kringetje rondgedrenteld. Lek kere drankjes, enorme hoeveel heden oesters, cocktailparty's en mooie kleren, pruiken en aangeplakte wimpers, alles op zijn tyd, maar van Ada hoeft het voorlopig niet meer. Ze is dolblij nu weer op de sportieve toer te kunnen gaan in een gele slobbertrui. Ada: „I11 Amsterdam kwam ik in contact met allerlei steen rijke lieden. Ik ontdekte dat rijkdom dikwijls de dekmantel kan zyn voor heel wat minder fraaie eigenschappen. Dan dacht ik, nou mens, je bent toch maar net zo'n del als weet ik wie." Tussendoor fungeerde Ada nog als secretaresse van haar manager Bum Vcrbiesen. Met blocnote en typemachine achter in haar Austin Seven heeft ze heel wat kilometertjes dwars door Nederland afgelegd. Haar werkperiode in het zwembad werd van 22 juli tot 8 augustus onderbroken voor een reisje naar Israël. Ze was uit genodigd om de Macabbhia by te wonen, een soort Joodse Olympische Spelen. Tot half september logeert ze by haar zus in Valkenburg. Te vens heeft ze de draad van een oude vriendschap weer opgeno men. Ada: „Maar ja, hy moet nog anderhalf jaar studeren. Vaste plannen kun je het dus niet noemen. In ieder geval ga ik terug naar Amsterdam, al hoewel ik nog geen idee heb welk beroep ik daar ga uitoefe nen." Over haar huidige werk ver telt ze: „Deze baan eist veel verantwoordelykheidsge- voel. Vooral op drukke dagen heb ik myn handen vol. Ik ben als de dood dat er iets met de kinderen gebeurt. De meeste last hebben we steeds met En gelse toeristen. Onder de ogen van hun ouders plonzen ze ge woon maar in het diepe zonder een slag te kunnen zwemmen. Meestal zie ik meteen wel of iemand in het diepe thuishoort of niet. Dan springen ze heel voorzichtig van het trapje en grypen zich dan krampachtig aan de kant vast, nou dan haal ik ze direct eruit." Voor een grapje Is Ada al- tijd wel te vinden. Toen men haar laatst vroeg een voorstel ling van het Vakantie Wonder festival vocaal op te luisteren zegde ze meteen toe. Ada: „Ik had nog nooit ge zongen en beschouwde het alle maal als een grapje. Er heeft zelfs geen repetitie plaats ge had. Ik stond op het toneel en probeerde er maar wat van te maken. Het had helemaal niets te betekenen, maar je zult zien dat er nu het fabeltje de ronde doet dat ik in de showbusiness ga. Men schreef al over de pop ster Ada Kok. Straks vragen ze me nog of ik een grammofoon plaat met Johan Cruyff wil ma ken. Om te gillen gewoon! Geen haar op myn hoofd die daaraan denkt!" Tl Zul-len we spe-len?, roept Pim. Goed, zegt Pom, maar niet zo'n dol spel-le-tje. Ge woon, lek-ker spe-len. Wacht maar, zegt Pim ge- heim-zin-nig, ik weet een he-le- maal niet dol, heel ge-zel-lig spel. O, zegt Pom, ze-ker weer doen dat je de juf-frouw van de te-le-vi-sie bent en ik de kij-ker die al-door maar stil moet zit ten kij-ken. Pim schudt zijn kop. Nee, zegt hij, dit is een ge leerd spel. Echt iets voor kat ten zo-als jij. Ik was de juf frouw van de bi-bi-teek. Pom maakt gro-te o-gen. De bli-o-teek. Wat is daar nou aan? dat? O, zegt Pim, heel ge-woon, de bi-bi-teek is hier vlak-bij. Een groot huis. Je kunt er zo maar bin-nen-lo-pen. Dat deed ik laatst. En weet je wat ik zag? Boe-ken. Al-leen maar boe-ken. Oooo.zegt Pom, de bi- blio-teek. Wat is daar nou aan? Al-leen maar boe-ken? Dat denk je maar, zegt Pim, ze de-den er een heel leuk spel- le-tje. De juf-frouw van de bi- bi-teek liep op haar teen-tjes en praat-te héél héél zacht-jes. En al-le an-de-re men-sen die boek jes kwa-men zoe-ken ook. Erg leuk. Echt iets voor jou. En jy? vraagt Pom, wat deed jij daar? Pim kykt een beet-je sip. O, niks, zegt hy, ik mocht er niet blij-ven. Die juf-frouw zei heel zacht-jes te-gen me dat ik er uit moest. Dacht ik wel, zegt Pom en ik be-grijp nog al-tijd niet wat je nou spe-len wilt. Ik wel, zegt Pim, ik was de Juf-frouw van de bi-bi-teek en jij was de men-sen die een boek-je kwa-men zoe-ken. Hij wijst om-hoog naar de boe-ken- kast. Dit was mijn bi-bi-teek. Hij neemt een sprong om-hoog en gaat met zijn poot-jes o-ver el-kaar tus-sen de boe-ken zit ten. Hij kijkt om-laag naar Pom en zegt heel zacht-jes: kom maar bin-nen, vent-je. Wou jij een mooi boek? Ik ben he-le-maal geen vent je, zegt Pom, ik ben een heel ge-leer-de pro-fes-sor. Sssst zegt de juf-frouw van de lees zaal. Niet zo hard pra-ten, me neer. Dat mag niet in de bi-bi teek. Ook pro-fes-scrs niet. Zo, en ver-telt u me nu maar eens wat voor boek-je u wilt. Ik zou. zegt Pom def-tig maar zacht, graag een werk-je wil-len le-zen o-ver het ont staan van het kop-je in de kat- ten-we-reld. Heel goed, pro-fes-sor, zegt de juf-frouw zacht en ze gaat heel ern-stig zoe-ken tus-sen de boe-ken. Het kop-je in de kat- ten-we-reld, zegt ze zacht, ik heb hier wel iets o-ver de kunst van het kop-jes-ge-ven, pro-fes- sor. Juf-fkouw, zegt Pom boos, dat vraag ik niet. Ik weet al-les van de kunst van het kop-jes- ge-ven. Daar hoef ik niets meer o-ver te le-zen. Sssstdoet Pim, niet zo hard. U kunt hier maar niet gaan staan schreeu-wen! En bo-ven-dien weet u niks van kop-jes-ge-ven. Daar ziet u er veel te streng voor uit. Juf frouw, zegt Pom nog veel har der. U bent een bi-bi-teek-juf frouw van niks Boemmmmde juf-frouw wordt zo boos dat ze de pro-fes- sor een boek op zijn kop gooit. Ze moet er erg om la-chen. En om-dat het zo fijn gaat, steekt ze gauw nog een poot-je ach ter de boe-ken. Ze duwt en boemmmdaar komt een heel rij-tje boe-ken te-ge-lijk naar be-ne-den. De pro-fes-sor is er erg van ge-schrok-ken, maar als de boe-ken voor zijn neus o-pen-val-len, gaat hij er toch maar een beet-je in bla-de- ren en rit-se-len. Hat-se-ka-dee, pro-fes-sor!, roept de juf-frouw, daar komt weer wate n boemm nog meer boe-ken vlie-gen om-laag. Hi, hi, zegt de pro-fes-sor, u bent wel een erg dol-le juf frouw. Ik ge-loof dat u de bi-bi- teek aan het af-bre-ken bent. Nee, zegt de juf-frouw, ik ga ver-hui-zen, pro-fes-sor. De he le bi-bi-teek moet de straat op. O, wacht, zegt Pom, dan kom ik u e-ven hei-pen! Hij klimt ook al om-hoog, maar ver komt hij niet. De vrouw heeft het ge- rom-mel en ge-boem ge-hoord. Met hun staar-ten tus-sen de po-ten moe-ten de pro-fes-sor en de juf-frouw de bi-bli-o-teek uit vluch-ten voor de woe-den-de vrouw. Hé, zegt Pim. als ze in de gang uit-bla-zen, nou de-den we ein-de-lijk eens een leuk rus-tig spel-le-tje en wat ge-beurt er? Het mag weer niet. Ach men-sen, zegt Pom wijs. MIES BOUHUYS "nt u de acht alwyklngen In de beide bovenstaande tekeningen n? De juiste oplossing vindt u elders op deze pagina. Beige parel Met een beige-getinte maquillage zit u komende winter weer goed. Bij deze make-up in beige horen dan (zo adviseert Jeanne Catineau) wenkbrauwen, die de lijn van het oog volgen en heel licht met een bruin potlood worden bijgetekend. Voor de oogleden een make-up in turquoi se met parelkleurige accenten, voor de lippen een roze kleurtje, ook met parelachtige weerschyn. -Jeugd De Nederlandse vereniging voor vrouwenbelangen, vrouwenarbeid en gelijk staatsburgerschap beraamt een onderzoek naar de plaats die het vak maatschappijleer bij de verschil lende onderwijsniveaus inneemt. „Tot dusver blijkt dit vak volkomen af hankelijk te zijn van de belangstel ling van de docent", aldus vrouwen- belangen. „Dat betekent dat op de ene school de leerlingen zich op mo derne wijze verdiepen in de materie terwijl op andere scholen geen en kele zinnige bijdrage wordt geleverd". Antwoord op bridgevraag 1 In een parenwedstrijd moet zuid wel doubleren. Door te passen is het bijna zeker dat hij aan een slechte score komt, vooral wanneer zijn part ner (noord) ook zo ongeveer 11 punt ten heeft, maar evenmin gemakke lijk zelfstandig kan bieden. Inder daad, dit kan met b.v. 800 down af lopen, maar de kans is véél groter dat men of zelf een redelijk contract bereikt, óf de tegenstander moeilijk heden bezorgt, of de partner ten minste houvast geeft bij de uitkomst. Toevallig bleek er ditmaal zes ruiten voor OW in te zitten - maar drie schoppen zou maximaal 500 hebben gekost aan NZ. Bovendien hadden OW drie schoppen nauwelijks kun nen doubleren en mj (OW) waren wellicht niet verder gekomen dan drie SA. 10. persoonlijk voornaamwoord Horizontaal 1. vreesachtig 3. snaak 6. hevige kortstondige wervelwind 11. vaccineren 12. muurachtige plant, gekweekt al» veevoeder 13. drieten ige struis 14. naar beneden 16. vod 19. als 21. arbeiden 22. besluit 23. plotselinge aanvad 26. vertrouwelijk 29. godin van de verblinding I U gevat. 32 kort damesman terlt.t» *5. magische handelingen verrich- 36. lat om lijnen te trekken 37. omgebogen rand van een meta len plaat 'WPW 9»ftPCTimq 8 ffHOflueuTttrnJq 1 uojoq u.ieq 9 amieqtrc 'A-J -g ajyoai m jppupui afdurwar t ITOA UdOlfOe UJ J»10A z jqoni ap tri uooqoe j OPLOSSING VORIGE PUZZEL De eerste prijs van f5,werd toe gekend aan de heer G. Loeve, Hoor- neslaan 581 te Katwijk aan Zee, de twee pryzen van f 2,50 aan mevrouw E. Terluin, Spoorstraat 70 te Roe- lofarendsveen en aan de heer K. A. Mee helse, Decimastraat 21 te Leiden. De prijzen worden de winnaars toe gezonden. Oplossingen onder het motto kruis woordraadsel dienen voor woensdag te 9 uur v.m in het bezit te zyn van de redactie, Witte Singel 1 te Lei den. Onder de goede oplossingen stellen wij een eerste prijs van f 5,-, en twee tweede prijzen van f 2.50 be schikbaar, waarnaar alleen abon nees kunen mededingen. 16. min 17. ondienstig» 18. interes#* 38. gemeenschappelijke grond 20. troefkaart 39. gezwind 21. h al Verticaal 24. dialect 1. veroverd goed 26. overigen» 2. onbep. voornaamwoord 27. be treffende 4. verkoopplaats 28. oneffen 5. eerwaardige grijsaard 29. doodsstrijd 7. datgene waardoor iets geschiedt 30. standaardmaat 8. vloei baar voedsel 33. materia 9. Oudgriekse afstandsmaat 34. klap

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1969 | | pagina 21