€or
Schetlcma
Hartsvriendin van Ina Boudier-Bakker
leefde in de schaduw van de roem
Tollens-prijs voor
F. C Terborgh
SPIONNENRUIL
ZUID-AFRIKA-
BONN-MOSKOU
Tl serie ran
De klop op de deur
Door
Hans Edinga
Bij de KRO is in bewerking een tv-
serie van de jamilieroman „De klop op
de deur" van Ina Boudier-Bakkerwelk
boek in 1930 is verschenen. Het wordt een
soort Nederlandse Forsyte Saga.
tTERDAG 23 AUGUSTUS 1969
LEIDSCH DAGBLAD PAGINA 1B
Ronde foto geheel links: Ina (zittend) en
Cor Scheltema gefotografeerd in 1897. Ina werk
te toen als onderwijzeres op de Amsterdamse
armenscholen. Cor schilderdetot wanhoop
van haar moeder.
Foto hiernaast: De Amsterdamse Joffers,
het groepje schilderende meisjes, dat na zijn
educatie door prof. Allebé onder deze titel be
kend werd. (Geheel rechts zittend Cor Schel
tema).
Bijna alle vermaarde kunstenaars hebben op de achtergrond I
in hun leven een raadgevende en stimulerende figuur gehad,
wiens medeweten zij vrijwel niets van belang onderna-1
m.
Bij Ina Boudier-Bakker was dat de vrouw, aan wie zij in 1909
lar grote roman „Armoede" opdroeg: Cornelia Margaretha j
in Beverwijk-Scheltema Beduin. Deze „Cor" was, sinds zij
bar als kinderen in 1883 ontmoetten, haar beste vriendin en
bij uitstek. Zij was degene, die haar in de late
negentig van de vorige eeuw tot serieus schrijven aan-
en die, tientallen jaren later, ook „De Klop op de Deur"
bij stukjes en beetjes (in schoolschriften!), in ver-
pillende versies onder ogen kreeg en vele cahiers vol com-
ientaar aan de schrijfster zond. Dat was het laatste boek, waar-
pzij tijdens het ontstaan kritiek oefende; na een jarenlange
fkte stierf zij in 1938 toen moest mevrouw Boudier het
rder nagenoeg alléén uitknobbelen.
de in de jaren 1886—'94 triomfen in i
de wielersport. Zijn vrienden en
ook het publiek noemden hem
„Spaan". Als zodanig komt hij voor j
in „De klop op de Deur". Hij bracht j
het tot kampioen van Nederland en j
Europa, „op safety en driewieler".
NA DE HBS-TIJD toog Cor een 1
half jaar naar Engeland, „om er haar
educatie te voltooien" en slaagde
van Ibsen en Hauptmann wier stuk
ken haar een openbaring waren. Bij
na twee jaar moest zij wachten tot
het eindelijk werd opgevoerd. Inmid
dels had zij vijf grote novellen ge
bundeld en vergezeld van Cor ging
zij deze aanbieden bij de uitgeverij
Van Kampen, die daarna vrijwel al
haar werk heeft uitgegeven.
1902 was een belangrijk jaar voor
Ina. In mei kwam haar bundel
TEERTIG JAAR LANG is Cor
[ene geweest, die leefde in de soha-
van de roem anoniem, waar-
ol en bescheiden, zioh gevend aan
werk van haar vriendin met een
Btdrift en warmte, als het haar
[en werk betrof. Het laat zich be-
iPen, dat zij in mijn biografie
Ina Bodier-Bakker („Tien Hui-
Duizend Levens") een he
nrijke rol speelt en dat ik dit
eigenlijk niet had kunnen
wijven, als mij geen inzage was
rleend van de selectie, welke me-
aiw Boudier in 1938 heeft ge
likt uit de brieven, die zij elkaar
sen 1883 en 1938 hadden geschre-
3et was in dit geval niet zo, dat
hguur-op-de-achtergrond een ge
streefde kunstenares was. die via
andere, wèl begaafde, toch nog
rol wenste te spelen in de kunst,
r Scheltema was zelf ook kunste
fes zy was tegelijk met de la
's Amsterdamse Joffers door pro-
sor Allelé tot schilders opgeleid
zou zeker ook een der Joffers zijn
«orden, als haar zwakke gezond-
W haar, na de geboorte van haar
dste dochter, niet gedwongen had
'lunst op te geven.
TOEN INA BAKKER als achtja-
lemet haar ouders, broertje en
«tmoeder van moederszijde van
Weteringschans te Amsterdam
ar 't Singel was verhuisd, moest
naar een nieuwe school de
smer Visscherschool aan de Nieu-
ajds Voorburgwal.
Zij was een dromerig, eenzelvig
dat op school voortdurend ziek
van afkeer en verveling. In de
as, die eerste dag, keerde zij zich
een ogenblik o men zag een ou-
rcets gekleed kind zitten„met 'n
bleek gezichtke met grote op-
trkzame grijze ogen en rossig krul-
bd haar".
Wie is dat kind?" vroeg zij. La-
r vertelde Cor, dat ook haar aan-
lclU was getrokken naar „dat nieu-
"kind", dat met verwonderde ogen
'Trend te kijken. De echte kennls-
^king gebeurde toen zij, uit school
ftend beiden sprongen over de op-
broken straat van de Wijde Steeg,
bar zich het volgende gesprek ont-
ta.
•Waar woorn JU?"
«Op 't Singel".
«Be ook. Waar dan?"
<Jk op de hoek van de Huiszitten-
vlak over de sluis".
-Dan woon je schuin tegenover
Ik woon aan de overkant, voor
d* brug".
Nadien gingen ze samen van en
naar school, waar ze naast elkaar in
één bank kwamen. Cor was het na
komertje fel een groot notarisgezin.
Ina werd er liefderijk opgeno
men. Op een zomeravond kwam
Cors volwassen zuster Everdina met
Corretje zogenaamd een nieuwe at
las laten zien, maar in feite om eens
poolshoogte te nemen, wat het voor
mensen waren, de ouders van Iene-
tje.
Dat hoorde Ina haar vader later
tegen haar moedei- zeggen, met een
glimlachje over die utlas. Het viel
blijkbaar naar wens en geruststel
ling uit en de vriendschap mocht
bloeien.
In dat notarishuis keek Ina haar
ogen uit aan Cors moeder, die de
hele dag achter een klein tafeltje
bij het raam zat en al zo erg oud
leek. En Cors vader, veel ouder dan
zijn vrouw, vond zij een soort groot
vader. Maar dit echtpaar gaf Cors
vriendinnetje een tweede tehuis: Ina
noemde hen later Pa en Ma.
COR WAS in haar kinderjaren
eigenlijk bang voor haai- moeder.
Mevrouw Scheltema was typisch J
een moeder, die weinig begrip kon
opbrengen voor kleine kinderen. Ina
Boudier schreef later over haar:
„Langzamerhand heb ik leren be
grijpen. dat onder die dikwijls hu
meurige, ijzige korst, een warm hun-
kerend hart klopte.
De Scheltema's waren mensen die
zich zelden tegen elkaar over gevoe
lens uitspraken. Dit had tot gevolg,
dat er zich nooit onaangenaamheden,
heftige woorden voordeden, maar
hun verhouding bleef in een koele,
wel vriendelijke, maar weinig ver
trouwelijke sfeer. Men zweeg n at
trouwelijke sfeer. Men zweeg en at
mntaar"
Het staat vast, dat het familie
leven der Soheltema's min of meer
model heeft gestaan voor de fami
lie Terlaet in de roman „Armoede".
Zo is er tenminste in de kring dei-
Schel tema's over gesproken en me- j
nigeen vond het lichtelijk indiscreet.
Toen Ina in 1887 verhuisde naai
de P C. Hooftstraat bleef de vriend- j
schap met Cor onverminderd bloei
en. Dat ze nu op verschillende scho
len zaten, bracht geen verwijde
ring. In hun jonge meisjestijd be
gonnen zij samen ook veel te lezen,
tot genoegen van mevrouw Schel
tema, die zich. nu zij zich tot klei- j
ne mensen ontwikkelden, meer voor
hen ging interesseren.
Oors vijf Jaar oudere broer Pé vler-
Ina voor de acte Lager Onderwijs. I
Het was de wens van Ina's vader, i
dat zij nu Middelbaar Nederlands
zou gaan studeren, maar na een j
jaar college te hebben gelopen, gaf
Ina dlt op. Cor, die schilderles nam 1
bij prof. Allebé, zette door. Tot woe- 1
de van haar moeder, die zich des-
tijds ook heftig had verzet tegen i
Everdina's pianostudie, richtte Cor
op zolder een atelier in en schilder-
de daar de hele dag. De stoel tegen-
over mevrouw Scheltema, die nu
eindelijk wat gezelligheid aan deze i
volwassen dochter wilde behalen
bleef leeg.
Na de dood van haar vader in
1897 werkte Ina anderhalf jaar als j
onderwijzeres op de Amsterdamse
armenscholen, maar zij werd tel
kens ziek Het onderwijzeressenbe-
staan beviel haar niet, zij wilde veel
liever schrijven. De ouders van Cor
stelden haar, door een toelage in
staat haar baan er aan te geven
en zich voortaan geheel aan de pen
te wijden. Het was een toestand, die
Ina's moeder niet erg aanstond.
Deze voelde er. in tegenstelling tot
Cors moeder, niets voor haar doch
ter de hele dag over de vloer te
hebben. In de namiddag toog Ina
dikwijls naar de Scheltema's. Ze I
ging eerst een uur op de stoel zit-
ten tegenover Ma Scheltema hier
als 't ware zusterdienst vervullend
en toog dan naar de zolder, naar
Cor, om haar voor te lezen wat
zij die dag had gewrocht. Na haar
debuut een feuilleton in de Am
sterdamse Courant werd zij door
Cor aangemoedigd tot het schrijven
van korte schetsen en impressies
tot echt literair schrijven. Eén er
van zond zij aan Lodewijk van Dey-
sel die haar terugschreef, dat zij als
zij zo doorging, nog wel eens iets
heel goeds zou kunnen maken. In
1899 verschenen enkele van die schet
sen in literaire tijdschriften.
IN 1900 SCHREEF INA een to
neelstuk, „Verleden", onder invloed
Ina Boudier-Bakker en me
vrouw Scheltema (rechts). Ina
kon het altijd goed vinden met
Cor's moeder.
„Machten" uit, in augustus trouwde
zij met de postambtenaar Henri
Boudier en in december werd
„Verleden" voor de eerste keer opge
voerd. „Cor", schreef Ina later, „volg
de elk woord gespannen, want zij
kende het stuk als ik zelf, en als
was het haar eigen geesteskind,
straalde zij aan het eind van de
avond".
„Mevrouw Ina Boudier-Bakker",
schreef de toneelcriticus J. H. Rós
sing na het eclatante succes van de
première. ,.lei zich 's avonds ter rus
te. bekend bij enkelen als lieve schrijf
ster, en stond de volgende morgen
op als vrouw, vermaard door heel
het land". Hij interviewde haar
meteen.
Kort na Cors huwelijk meet de
candidaat-notaris Van Beverwijk, in
1904 stierf Cors vader. Op het 45-
jarige huwelijksfeest der Scheltema's
hadden zij met jongelui nog tableaux
vivants opgevoerd. Ina schreef er
later over: „We hadden onmense
lijke pret bij de voorbereiding. Cor
schilderde met vaardige hand het
decor, en zei tegen mij: „Och, maak
jij even die boomtak af". Ik begon
onvervaard en 't werd je reinste
boa-constrictor met mijn absoluut
van schilderkunde verstoken hand"
Na de dood van haar man liet me
vrouw Scheltema een buitenhuis bou-
Het buitenhuis „Bassenrode"
van mevrouw Scheltema-Beduin.
Onder de naam „Hogher Heyden"
vindt men dit huis terug in het
boek Armoedevan Ina Bou
dier-Bakker. Op het terras (nau
welijks zichtbaarmevrouw
Scheltema, de dienstbode en de
schrijfster.
I wen aan de weg tussen Laren en 1
Bussum de vervulling van een
lang gekoesterde wens. De Boudiers j
I hebben er vaak gelogeerd. Ina be-
I schreef het later als Hogher-Heyden
in haar roman .Armoede" en als
1 „Mon Désir" in „De Klop op de Deur
Het huis heette in werkelijkheid
„Bassenrode" en later, toen het
in andere handen we« overgegaan,
„Berkenrode".
EIND 1905 werd Henri Boudier
overgeplaatst naar Utrecht en be
gon voor de schrijfster de eerste der
drie Utrechtse perioden. Ina sprak
Cor nu minder vaak, maar des te
meer schreven ze elkaar Vanuit haar
verschillende woonplaatsenUtrecht
Aerdenhout, Vianen. Bussum en
Groningen toog Ina vaak naar
Amsterdam om haar vriendin uit
haar wordend werk voor te lezen. In
1955 schreef zij mij: „Ik weet nog,
hoe ik het stuk Jetje 'Craets) uit
De Klop (op de Deur) bij Cot voor
las, en terwijl ik las de proeven
had ik aJl wist ik eens: het is
niet goed. Ik zei: ,,'t Deugt niet".
Cor zei: „Nee, *t kan anders". Ik zat
kapot in de trein en lag de volgende
dag (zieki in bed. Maar ineens viel
de vorm in me, wist ik 't. Ik vroeg
de proeven terug en schreef 't hele
stuk opnieuw over in mijn bed". Eén
van die talloze voorbeelden uit haar
correspondentie, waaruit blijkt hoe
heilzaam dit contact voor de schrijf
ster is geweest.
In de tijd dat „De Klop op de
Deur" ontstond, schreef Cor eens aan
mevrouw Boudier: .Als ik des nachs
niet slapen kan van de pijn, denk ik
aan 't boek en hoe 't worden zal".
In 1935 werd de schrijfster ter ge
legenheid van haar zestigste ver
jaardag grandioos gehuldigd door
letterkundigen en lezers, in Pays Bas
te Utrecht. Dat Cor. die zelden meer
kon uitgaan, ook aanwezig was, be
tekende voor Ina Boudier het groot
ste verjaarsgeschenk op die dag. En
zij schreef er haar over, enkele da
gen later: „Je hebt de foto zeker
nog niet gezien? Daar zit je, als
mevrouw de hertogin, zo geweldig
gedistingeerd, onberispelijk van hou
ding en allure, en wij zijn net een
soort meid en knecht bruidspaar
waar jij bij assisteert. Als ik ge
sproken had, gekund had. vanuit
wegliep dan had ik waar ik ande
ren bedankte, zeker ook jou eens
openlijk de eer gegeven die je toe
kwam".
Cor antwoordde: „Och Ientje, als
je 't publiek tegen me had gezegd,
zou ik doodverlegen zijn geworden
'k ben daar zo helemaal niet op
ingesteld".
Toen Cor van Beverwijk en haar
man in 1936 naar Bilthoven verhuis
den, vond Ina hen allebei „gebro
ken mensen". In 1937 werd Cor voor
de zoveelste keer geopereerd. Terwijl
zy in 't Diaconessenhuis lag, stierf
thuis, op oudejaarsdag, nog tame
lijk onverwacht haar man. Mevrouw
Boudier zat op nieuwjaarsdag bij
haar vriendin tot deze in de mid
dag, doodzwak, op haar eigen drin
gende wens naar huis vervoerd kon
worden. En op de begrafenisdag zat
Ina wéér bij haar.
IN T VOORJAAR VAN 1938 ging
mevrouw Van Beverwijk hard ach
teruit. Zy stierf in mei. Het was
Ina Boudier, die haar op de begra
fenis in een lange rede herdacht.
Zy schreef my erover: „Ik heb 't nog
bestaan te spreken in de aula ten
slotte kon ik 't het beste, omdat ik
alles van haar wist en een heel le
ven haar kende. Je moet dat maar
kunnen, en je moet je goedhouden.
En het is gegaan, al bezweek ik in-
neriyk haast naast die baar. Maar
zy was zo gesteld op goede houding
in alles, en dat hield me op".
In de zomer erna schreef zij my:
„Het (gemis) wordt me nu iedere
dag zwaarder en ondraagiyker. Ik
denk telkens hoe ik haar niets meer
vertellen kan. en hoe er nooit meer
een brief komt. Ik ben zo eenzaam
geworden, dat ik er haast onder be
zwijk".
Na Cors dood is Ina Boudier-Bak
ker eigenhjk altyd wat onzeker van
oordeel gebleven, wat haar eigen
nieuwe werk betrof. Dat was ook
het geval by „Kleine Kruisvaart"
J (1955), waarin zy de kinderjaren
van Cor en haarzelf beschreef. Tot
haar verwondering had dit boekje
veel succes by kritiek en lezend pu
bliek.
NU LIGGEN de beide vriendinnen
met hun echtgenoten, begraven op
Den en Rust te Bilthoven niet
ver van elkaar. Het was de wens
van mevrouw Boudier dat by haar
uitvaart het lied „In der Fremde"
van Schumann gezongen zou wor
den, waarvan enkele regels luiden i
„Hoe snel, ach hoe snel komt de stil
le tijd, dan rust ik daar ook..en
boven my ruist de schone woudeen
zaamheid
AMSTERDAM (ANP) De Tol
lens-prijs is voor 1969 toegekend aan
F. C. Terborgh, pseudoniem van de
Nederlandse ex-dlplomaat dr. R.
Flaes, De Jury, bestaande uit het
bestuur van het Tollens-fonds onder
voorzitterschap van mevrouw Hen-
riëtte de Beaufort (secretaris is prof.
I mr. H. de la Fontaine Verwey),
I herinnert er aan dat de auteur F.
i C. Terborgh, vooral bekend is ge-
I worden door zyn werken „Het ge
zicht van Penafiel" en „De meester
i van de „leartes", die opvielen door
voortreffeiyke en creatieve taalbe-
I heersing, door sobere maar uiterst
verzorgde zinsbouw en vloeiende syn-
j taxis. Terborgh bezit een beschou-
i wende geest, die soms byna gedes-
J illusioneerd Mijmert over menselijk#
tekorten. Ook zyn „Herinneringen
aan en brieven van Slauerhoff" en
zyn bijdragen aan het tydschrift Fo
rum zyn bewyzen van zyn opmerke-
lyk talent". De Tollens-prys werd
in 1903 ingesteld.
HAMBURG <DPA) In een soort
„driehoeksruil" tussen Zuid-Afrika,
J Bonn en Moskou is vorige maand een
j Russische spion, die sinds twee jaar
in Zuid-Afrika werd vastgehouden,
uitgewisseld tegen ..ongeveer 10
j Westduitse ogen ten" in Oost-Duits-
land. Dit is gisteren van welinge
lichte zyde in Bonn vernomen.
De Rus was Joeri Nikolajewitsj Lo-
ginow, die op een Canadese pas on
der de naam Edmund Trinka naar
I Zuid-Afrika was gekomen.
I Toen de Zuidafrlkaanse veiligheids-
dienst hem had gearresteerd, vertel-
I de hij na wekenlang te zyn verhoord
talrijke byzonderheden over 't werk
van de Russische geheime dienst in
het Westen.
Het initiatief voor de ruil is van de
Russen uitgegaan. Loginow werd naar
de Bondsrepubliek overgebracht en
vervolgens uitgewisseld tegen een 10-
tal personen, die in Oostduitse ge
vangenissen zaten op beschuldig ng
van spionage voor de Bondsrepu
bliek.