Keepen is ondankbaar werk Fasel: het manusje-van-alles Atie Sloos-van Es, de vrouw achter de man in het doel: Een optimist en zijn vele teleurstellingen PAGINA 14 WOENSDAG 6 AUGU^ MUMS A Door Henrtëtte v. d. Hoeven) „We leven helemaal naar het hegin van de competitie toe, ik net zo goed als Wijnand. Bo vendien heeft hij gezegd dat UVS dit jaar landskampioen wordt, dus Atie Sloos-van Es, de blonde echtgenote van doelverdediger Wijnand Sloos, zou zich een le ven zonder voetballen niet voor kunnen stellen. „Ik geloof wel dat ik enthousiast ben", zegt ze nadenkend, maar dat moet ook wel. Ik ben bang dat wan neer het meisje niet enthousiast is. de jongen het voetballen snel zal op geven. Je bent wel veel alleen. Maar je weet van te voren dat je met een sportman trouwt en dat dit aanpas sing vraagt. Met koken bijvoorbeeld. Nooit zware kost als hy moet trai nen. Tot diep in de nacht zaterdags uitgaan, is er ook niet bij. Je speelt met elf man en dan moet je je ook voor 100% kunnen geven. Uitgaan kun je dan na de wedstrijd ook neg wel". UVS is altijd Atie's club geweest. Sinds haar vijfde jaar nam haar vader, een vurig UVS-aanhanger. haar mee naar de voetbalwedstrijden. „Ik geloof zelfs, voegt ze er lachend aan toe, dat ik Wijnand gevraagd zou hebben overschrijving te vragen, als hij in een andere club had ge speeld". Dat was niet nodig want de Oranje-Groenperiode van Sloos was toen reeds verleden tijd. ondankbare taak, vind ze. Het pu bliek denkt altijd dat de doelverde diger onfeilbaar is. De jongens mop peren gelukkig nooit erg. Ja natuur lijk krijgt hij zoals iedereen weieens een „kat", maar tegenover derden, zelfs tegenover mij, nemen ze het altijd voor hem op. „Twee jaar geleden, was het ver- i kan doen. trek ik me een misser toch schrikkelijk. Na vijf minuten stonden aan. Dat doen de anderen geloof ik ze al met 20 achter. Wijnand was ook." niet. best. Al die mensen kijken en ..Ik vind het ergste als ze achter denken, wat heeft die jonge van- komen te staan, gaat Atie verder, daag. Sommigen kijken de vrouwen j Dan denk ik weieens, ach arme jon- er ook een beetje op aan, echt, dat I gen, wat, moet jy je zielsrverloren voelen we. Hoewel ik er niets aan I voelen m dat grote hok. Wat denkt- Atie en Wijnand Sloos op een verlaten UVS-veld. (Foto LD/Holvast le dan, vraag ik me weieens af. Als je dan vraagt krijg je steevast het antwoord: „We winnen hem toch wel! „Een keer vond ik het zo zielig. Dat was in 1966 in de stryd om het landskampioenschap. Ze stonden met 11 gelyk. Bart (Lardé) speelde wat ongelukkig terug en het werd een doelpunt. Bart heeft toen volgens mij staan huilen. Doodkalm stapte Wij nand naar Bart toe, sloeg zijn arm om hem heen en zei iets. Pas een paai* maanden later heb ik durven vragen wat hy zei. Ik had het kun nen weten: „Kop op Bart, Gérard (Désar), maakt er nog wel een". Nooit meer .Deskundig nee, dat ben ik niet. Ik heb nog nooit gevoetbald en weet niet hoe je in een bepaalde situatie reageert. Een keer heb ik achter het doel gestaan. Nooit meer. Je denkt dat ieder bal er in gaat. Dat gat is zo groot. Maai- dat hoef je Wijnand niet te vertellen dan volgt direct een cursus-doelverkleinen Weet je wat ik leuk vind? Tussen het vijandelijk publiek zitten. Al die opmerkingen van „rot keeper, laat hem nou gaan". Prachtig. Atie springt uit de stoel om foto's van Wijnand te laten zien in volle actie. Ze weet precies waar en wanneer en hoe het gebeurd is. Aan de muur prijken ver scheidene foto's van UVS. Atie is ge weldig trots op de prestaties van haar man. „Toch geloof ik dat hij vaak zenuwachtig is als hij in het doel staat. Maar aan de buitenkant merk je dat niet. Thuis is hij hoog stens wat vrolijker, maakt meer gek heid 's zondagsmorgens, maar als hij naar de wedstrijd gaat, is hij dood kalm. „Over depressies hoef ik hem niet heen te helpen, <h« heeft hy nooit. Het enige waarmee hij tijd nogal sukkelt zijn bley. is natuurlijk rot voor heiJ dachten zijn dan bij de de wedstrijd. Maar ik heb hij een wedstrijd niet mt bent per slot van rekenin Je werk gaat voor. Als je het veld in gaat en je w kaar geschopt wat heb je Maar breng hem dat maa zijn verstand. Al moet hi ken het veld in, hy gaa nog goed, die wedstrijd denburg. Hij had een scl sure, maai- zou en moesT Ik hield mijn hard vast. Ik ie een keer op die linker i zie ik hem nooit meer te. meteen gestrekt. Het liei Maar 's avonds natuurlj oh, wat heb ik een pijn, J- lekker gaan voetballen hé het zo over." Atie heeft ook aan spojj waterpolo. Wijnand heeft'" nog weieens zien spelen. Hazerswoude ls dat niet nt lijk. Ze staat er op dat ha« later aan sport gaan doeifj ik ze zelf brengen". Voeth.' het bij een jongen niet te sport zal hy doen. Door i( ze veel gemakkelijker mee< omgaan. „Ze weten daig niet altijd iets alleen kuip. Wijnand is inmiddels 1 men van de training op „Anders is hij bij het beft offciële training zo stijf, „De andere UVS-spelers f ook al een beetje. Alle1' landskampioenschap voor P de tegenstanders maar op Fase! „Ik heb hem eigenlijk door een UVS'er, Koos Fasel, leren kennen. Hij speelde in het eerste en Wijnand ook. Na de wedstrijd maakte ik een praatje met Koos en ook de keeper kwam ter sprake. Joh, die heb ik bij me, zei hy. Zo maakte ik kenn^ met Wijnand. Koos zei tegen hem: neem haar zondag mee naar de wedstrijd, I je hoeft waarschijnlijk toch niet te j spelen. Dat vond Wijnand een goed j idee. Wel heeft hij die avond nog zes keer gevraagd of ik meeging, hij dacht dat het een geintje was. We hadden afgesproken dat hy me als hij spelen moest om kwart over een zou komen halen en anders om kwart voor twee. Ik meteen de krant nagekeken toen de opstellingen er in stonden. Ja hoor. Wijnand Sloos in het doel. Nou, daar zat ik dan om kwart over een. heelmaal opgetut. Je kent dat wel voor de eerste keer, open schoentjes aan in februari en ik ben al zo'n koukleum. Maar wie er kwam, geen Wijnand. Wat een knul dacht ik. die komt gewoon niet opdagen. Ik wilde net naar boven gaan om andere spullen aan te trek ken, toen hy doodkalm aan kwam fietsen. Hy speelde niet mee, van wege een blessure". Iedere wedstrijd is Atie van de par tij. Zelfs een oefenwedstrijd slaat ze niet over. Ze zit dan in de kantine en praat met de vrouwen en verloof den van de andere eerste-elftallen- spelers. Het is nog nooit bij haar op gekomen om thuis te blijven. „Wat moet ik hier in mijn eentje? Trou wens, Wynand zou stomverbaasd zeggen: Wat krijgen we nou, jij thuis blijven?" „Aan Wijnand is het nooit te mer ken als hij een slechte wedstrijd heeft gespeeld, maar aan mij wel hoor. Af en toe als ik op de tribune zit en hy laat een gemakkelyke bal gaan dan denk ik: waar zit dat gat, dan spring ik er in. Keepen is een (ADVERTENTIE,, (Door Cees Onvlee} LEIDEN „Sport kan hard zijn Koos Fasel (25), geprezen, verguisd en gehoond, zegt het gelaten. Maar in die verzuchting klinkt toch ook een hoopvol vertrouwen in betere tijden. Want: Koos Fasel heeft geleerd met teleurstellingen te leven. Voetballer Koos Fasel is gewend tegenslagen te incasseren, te „nemen". Zonder al te veel te morren. De aankondiging dat er dit seizoen voor hem géén plaatsje meer bij de A-selectietraining van UVS is, heeft Koos Fasel geschokt. Hij had er na zijn terugkeer in het eerste elftal van de blauwwitten aan het einde van het vorig seizoen „rotsvast" op gerekend. Maar tóch heeft die „afdanking" hem niet ont goocheld, hem niet gedesillusioneerd doen besluiten zijn voet balspulletjes maar aan een buurjongetje te schenken want zo is Koos Fasel. Fasel is en blijft een optimist. Eén, die nooit bij de pakken neer zal gaan zitten. Eén, die zich ook nooit uit het veld zal laten slaan, zich gewonnen zal geven. Eén ook, die gelooft in zijn eigen woorden. Nonchalant lacht hy altijd lichtzinnig zijn voetbalzorgen weg. En zelfverzekerd stelt hij dan ook nu weer vrolijk: „Let op, Koos Fasel komt terug waarom zou Koos Fasel niet meer kunnen terug komen Fasel zou toch zo graag weer een rol van betekenis spelen. Niet als een grote vedette, maar toch: roem en applaus meer nog: erkenning en waardering willen oogsten in de formatie van UVS. De kans. dat sportief eerzuchtige Koos Fasel (af en toe geprezen als „de onberekenbare", vaak gehoond als „de klungel"), die erkenning met volle teugen zal kunnen inhaleren, lijkt evenwel erg klein. Want: de tyd van Koos Fasel bij UVS lijkt, voorbij. In het nieuwe UVS, het blauw-wit- van-de-toekomst, dat zat moeten trachten de toppositie in het Neder landse amateurvoetbalwereld je te be houden en zo mogelijk eens te bekro nen met de hoogste eer, de nationa le titel, is op papier voor Koos Fasel geen plaats meer. Koos Fasel is (voorlopig) afge dankt. De „stoorzender", de meester knecht-bij-gelegenheid. die aan het einde van het afgelopen seizoen de eer werd waardig gekeurd om de ge blesseerde aanvoerder Jan Leget te vervangen „omdat het tweede elftal kampioenskansen had en daarom niet verzwakt mocht worden" en uit het derde elftal werd teruggehaald, heeft (opnieuw) géén plaatsje by de A-selectie van trainer Piet Kante-1 been gekregen. Géén plaatsje in het eerste of j tweede elftal; het bittere loon van een trouw „waterdrager", een blauw witte vazal, die altijd bereid was zich in te zetten. Naar zyn beste kunnen. Is het nu uit tussen Koos Fasel en UVS? „Een beetje wel", zegt Koos Fasel. „Ik ben wat teleurgesteld. Ik was dit jaar serieus van plan goed terug te komen. Ik wilde er echt alles voor gaan doen en laten. Nu is de lol er wat af. Niet van het .voetballen zelf. dat nooit, maar wél van de clublief de" De sport is dus „hard"? „Ergens wei. Als je in een club als UVS in het eerste speelt, is iedereen vriendelijk tegen je. Je krijgt een hoop aandacht, medewerking. Maar als je eenmaal terugvalt, is iedereen je ook direct vergeten Toch geloof ik. dat je er niet te zwaar aan moet tillen Dat je nooit teveel op de sport moet bouwen, zo lang je nog amateur bent. Dat je dan nooit je maatschappelijke carrière in gevaar mag brengen. Het trieste al leen ia, dat je er, zoals ik bijvoorbeeld by UV6. zo ontzettend veel voor doet en toch altijd zo weinig vreugde aan je sport-zelf beleeft". Zoals? „Die nieuwe indeling by de B-trai ning komt ook zo ongelukkig uit: van half negen tot hailf tien. Dan kun je pas om een uur of half elf thuds zijn. Dat is misschien niet zo erg. maar ik moet toch om mijn gezinnetje den ken? Toch is die „degradatie" een extra-prikkel om terug te komen. Ik ben nu 25 jaar. dan heb je toch nog niet afgedaan?" Trouw Waar ligt het dan aan? „Ik begrijp het niet goed. Niemand heeft trouwens gezegd waaraan het ligt. Ik heb altijd trouw de trainin gen gevolgd, zelfs midden in de win ter. als er maar een paar kwamen opdagen, was Koos Fasel er altyd. Ik heb ook altyd alles voor UVS. voor het voetballen over gehad, al leek het misschien wel eens anders, al leek het misschien wel eens niet. zo". Verzuchtend verder„Misschien spreek ik wei te weinig van me af. Denkt iedereen, die Fasel neemt 't toch wel. laat die Fasel maar gaan. Maar als ze my ergens weg stoppen, dan doet me dat wél wat. Dan ga ik er minder voor doen. 16 dat logisch of niet? Misschien ben ik te eerlijk. Als ik een biertje drink mag iedereen dat zien. Dan doe ik dat niet stie- kum Toch wil Koos Fasel („dolgraag") zo hoog mogelijk voetballen: .Ik ben ervan overtuigd, dat ik het kan. Op mijn veertiende speelde ik al in de re gionalen, op m'n zestiende, zeven tiende viel ik al soms in in het eerste. Daarna heb ik nog een jaar bij de betaalde kern gezeten onder trainer Sluyk. Daaromals ik er niets van I kon, was ik toch nooit zo hoog geko men vroeger Is Koos Fasel een geboren pech vogel? Met een berustende glimlach: „Het lijkt er soms wel op. Ze moeten ten minste altyd mij hebben, lykt liet. De laatste wedstrijden van het sei zoen 19661967, toen ik eindelijk dan vast in het eerste speelde, werden er te weinig goals gemaakt. Maar was dat alleen mijn schuld? Ik dacht van niet. Maar goed: Fasel wordt er naast gezet, omdat hy „toevallig" te gen Neptunes vlak voor het einde een kans miste. Toen kwam die na-com petitie met Roodenburg en Unitas. Tegen Roodenburg moest ik invallen voor Wally van Schooten. Groots was het allemaal wel niet, maar: het ging. We wonnen trouwens met 31. Het gekke is. dat een week later bij Unitas opeens Mattie Kantebeen werd opgesteld. En dat. terwijl juist Unitas een steviger ploeg is en Mat een meer technischer voetballer is. Eén, die wat vlugger een stapje opzij gaat. UVS verloor daar in Gorkum met 20 èn de titel. Nu wil ik niet zeggen, dat ze met my erbij hadden gewonnen. Maar deze jongen was er toch wel tot het bittere einde toe te genaan gegaan. En daar ontbrak het toen juist aan Blessure Ook dit seizoen is voor Koos Fasel „Het maakt in principe weinig uit op welke plaats ik speel; in het bataljonselftal van Schalkhaar speel de ik tegen Go Ahead stopper" geen topper geworden En toch had de donkerharige UVS-er een jaar geleden grote plannen: „Ik wilde la ten zien. dat ze me niet zomaar aan de kant konden zetten. Het is eigen lijk van het begin af aan misgelopen: de eerste trainingen hep ik mis door mijn (verlate) vakantie en in één van de eerste wedstrijden kreeg ik in Hillegersberg een blessure. Toch kwam Koos Fasel („zoals altijd terug. Hij heroverde zyn plaatsje in het derde elftal en toen Jan Leget geblesseerd raakte, kreeg hy omdat men bovendien het tweede j elftal in de stryd om het kampi oenschap niet wilde wijzigen, weer een kans in het eerste tegen Papen- drecht. Koos Fasel daarover wat mistroos tig: „In Papendrecht was ik bepaald niet de beste. Maar wat wil je? Ik j was maar een invallertje. Dat verge- ten sommige mensen. Het hele elftal j draaide niet. En dan dat zware veld. alleen klei. Bovendien had ik de op dracht gekregen om alleen maar te lopen, de achterhoede te storen. Ik KOOS FASEL de meesterknecht (Foto LD/Holvast) hoefde desnoods geen bal te spelen. Als ik ergens een vreselijke hekel aan heb, dan is het aan zo'n opdracht. Een week daarna mocht ik revanche nemen: uit tegen Neptunes ging het inderdaad al een stuk beter. Toen maakte ik ook weer een doelpunt. Toen dacht ik, dat ik ook tegen De Musschen zou mogen meespelen. Maar toen werd plotseling weer aan Jan Leget de voorkeur gegeven. Of schoon hij nog altyd last van zyn blessure had en bovendien een onge lukje met een plaat ijzer op zijn knie had gehad. Toen bleek, dat ik toch maar een manusje-van-alles was. En meer niet Is dat het hele probleem? Koos Fasel: „Het probleem is, da/t je bij UVS tot de K antebee n - kern moet weten door te dringen. Er wordt altijd gezegd, dat je in het systeem moet passen. Ze zeggen altijd, dat Fasel een .sjouwer" is. Toch ben-ik ervan overtuigd, dat ik voldoende techniek heb. Ik ben er een paar jaar uit geweest. Misschien heeft dat me de „feeling" gekost. Maar ik geloof toch ook niet, dat een midvoor kan zeggen nu ga ik scoren. Je moet ge luk hebben, om een afmaker te kun nen zyn. Ik by voorbeeld, heb altijd pech. Ik mis altyd op de kritieke ogenblikken een mooie kans. Bij Pa pendrecht ook. Daar schoot ik de keeper knock-out: boven op z'n ge zicht. Pure pech Verder met enige teleurstelling: „Ik ben gewoon erg ongelukkig. En ais .je mast krijg )e altijd it publiek tegen .ie. Dan doe na in je schoenen. Dan ir woon bang om weer te scBl weer te miesen. Dat heb M leen, dat hebben eigenlijk1 gjens bij UVS". En dan, de „kwaal" vart van bijna iedere UVS-aare] derkewnend: „We zijn all't bang, huiverig voor het o men. Een gebrek aan zelftf. Dat laatste restje wordt a door het publiek ondermijl bliek, dat bij UVS gewoo verwend. Het publiek, dat maar zeker „eist" dat UV kampioen wordt, elke weei elke week ooic veel doelpui móóie doelpunten als- Het publiek kan maken Koos Fasel is de laatste. ontkennen. Sprekend uit ding: „Als het lekker ga loopt, merk je dat altyd a het publiek. Dan gaat k vanzelf. Maar als het n i e het niet loopt, als er ki den gemist, dan merk je goed aan het publiek. Dai gefloten, gejouwd. Dan bal deloos, een klungel en gr door. Dan verdwijnt dat lal zelfvertrouwen, dat laatste loof-in-eigen-kunnen. r „Een elftal kan nog zové teiten hebben, zonder gen vooral zonder inzet komt 1* En juist die inzet hangt nauw samen met het zelf® Het durven doorgaan, h* opzetten van een comb durven opkomen. Daarom L jammer, dat de man, die g zoveel durf kon bijbrenf Stokkel, is verdwenen. Bij je bovendien ook altijd met je problemen. Hij wast i toch de vertrouwensman er ook de sfeer in, hy mal tjeö, daar hielden de jow® Hij was de man, die het121 pepte. Niet de trainer of ié2' de elftalcommissie of uit hftr En dat is toch wel een*6 zaak". U) Een aantal geblesseerde^' het blauwwitte keurkorps' licht een come-back van P"~ in de hand kunnen werke rugkeer van de afgeschre uit-het-derde. Wanneer altf spelers uit het reserveteafl i baar zyn door belangrijk* den in de stryd om het 1 schap of het ontlopen gradatie. Dan zou mogelijk' een beroep op „die onW Fasel" worden gedaan. Maar: hy zou dan wèlf sportieve eerzucht moeten' dat daarna opnieuw de tij men, dat hy wordt gepatf hy wordt „afgedankt".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1969 | | pagina 30