leereweer, de octopus EEN INTENS CLUBLEVEN Hm van der Meent: veel plezier gehad Toto-man Flip Massaar drukt LFC warm aan het geelzwarte hart vader en IG 6 AUGUSTUS LEIDSCH DAGBLAD PAGTNA 13 oor Cees Onvlee |N „Van der Meent? per!" Mat Keereweer kwaad woord over de oefenmeester horen, lange Leidse doelman t in de periode-Van ït best naar zijn zin n daarvoor komt hij jk lovend uit.: „Van nt had een vreselijk ind, dat wel", erkent „Maar hij had zo'n ftje voor Rooden- jereweer (28) neemt bij rg een eigen plaatsje alf jaar is hij een „vaste het keurkorps van de ordbewoners. Al twaalf j hij wekelijks onder de t hij het sluitstuk van jsde" verdedigingVoor- tte jaren, als eersteklas- Roodenburg een naam als een vereniging met en achterhoede"In de iren heeft echter ook r een naam gekregen: ioeilijk te nemen hin ds een lastig te passe er. Als de „Octopus van rg", de man-met-de len. Een faam, die Kee- lf „Het belangrijkste lis doelman jezelf blijft, s" de nodige grond fven door herhaaldelijk zetten met één hand te \ppen. er rustig terugkijkend op seizoenenIk ben de l en inderdaad wel wat ge- oral op lage ballen. Maar illemaal voor rekening van leent. De afgelopen seizoe- prettig getramd. Een zui- 1 retraining heb ik nog nooit ar die heb ik wèl van Van gekregen. Dat is bij ons altijd een min-puot ge- 1 meeste trainers hadden in vol aan het elftal, aan ilers. Een uurtje voor de ion er noodt af. Maar bij Bij hem lag het misschien gunstiger. Als ik door de dag vrij had, belde ik hem tevoren op. Dan kwam hij r Leiden om een uurtje te ijk. dat ging je goed mer- ialles. Van der Meent zag _a tuur lijk heel wat. Hij kon lien, als jonge bink, op ons LHy kon je ook razend maken. Je voelde dat je eide. Dat zullen we met _ve trainer nog moeten af- Op dreef Bverdediger kan een wed- pen. Mat Keereweer heeft afgelopen jaren ook wel de ren voor Rood en buig ge- !h zegt de forsgebouwde i bescheiden alle lof weg- „Een keeper kan een wed- |en, dat wel. Maar hele- ïn kan hij het toch ook Neem die wedstrijd tegen hen in Rotterdam. Daar dreef, misschien wel su ch verloren we: met twee- fom' Omdat het elftal die k niet voldoende klopte om licht te houden ADVERTENTIE) Verder terug naar een paar seizoe- nen geleden: „Twee jaar terug, uit tegen Gouda, haalde ik er in het eerste kwartier een goal-of-vijf uit. Het resultaat! In plaats dat we na een kwartier al kansloos waren met een nulletje of drie. wonnen we die wedstrijd met vier-nui. Omdat het hele elftal langzaam 01001' zeker naar een topvorm groeide". Hoe een doelverdediger groeit? Mat Keereweeer, na enig gepeins: „Hoe de bal is, of-ie lekker ligt, dat is erg belangrijk. Er zijn van die bal len, vooral als het een beetje glad is, als het wat geregend heeft, die een voudig niet te pakken zijn. Dan word je onzeker, ga je minder spelen, ga je ook foutjes maken. Ligt die bal lekker in je hand. voei je 'm, dan ga je groeien". En dan, nog een reden: „De eerste ballen zyn ook erg belangrijk. Pak je die goed, dan lukt het verder meestal wel. Dat is de laatste jaren ook weer zo fijn geweest met Van der Meent. Voor iedere wedstrijd kreeg ik nog eventjes een beurtje, een warming- up. Dat heb je gewoon nodig". Ex-trainer Pim van der Meent <3I> daarover: „Mat is een echte, een goeie keeper. Hij had zo'n warming- up alleen even nodig om het gevoel weer helemaal te pakken te krijgen". Hard Mat Keereweer waarderend: „Van der Meent werkte hard. Hij deed ook altijd gewoon mee: in het veld tij dens de training, in de kleedkamer hij is wel eens met kleren-en-al on der de douche gegaan en met een kaartje leggen. Hij was een beste vent. Hij heeft ook veel gedaan om ons over die ellendige inzinking heen te helpen. Hij zorgde er, met het be stuur natuurlijk, toch maar voor, dat we de zaterdag vóór de wedstrijd tegen Overmaas naar Zeist gingen Dat is daar fijn geweest In Rotter dam kwamen we geladen in het veld. We hebben daar toen niet alleen ge knokt voor Roodenburg. maar nog een beetje extra voor Van der Meent. Die overwinning (01) was voor hem geloof ik de mooiste dank". Verder over de sfeer op Noord: „Narigheid hebben we nooit. Het is er altijd gezellig, het bestuur, de teamgeest. Na een wedstrijd is het soms wel eventjes gespannen, maar dat duurt nooit lang. Als ik trouwens tegen mijn zin voetbalde, dan zou ik er vlug mee stoppen. Roodenburg is een vereniging om aan te bevelen. Vooral bij de jeugd Daar wordt erg veel aan gedaan". Een terugblik op het afgelopen set- zoen. „We hebben een moeilijk jaar ge had. De ploegen in de eerste klasse B zijn altijd erg aan elkaar gewaagd. Er is weinig krachtsverschil In de eerste helft hebben we een inzinking gehad. Als we toen bijvoorbeeld een Aat Heymans hij komt nog steeds bij ons een kaartje leggen in de voorhoede hadden gehad, zouden we de tweede helft zonder zorgen heb ben gespeeld. Enwe hadden dan zelfs een kans op het kampioenschap gehad. De achterhoede was goed ge noeg: dertien tegen is een gemiddelde van nog geen één. nauwelijks een half. Alleen de voorhoede: hoeveel wedstrijden hebben we niet gehad, die we al vóór de rust in ons zak hadden kunnen, eigenlijk moeten hebben? Wedstrijden, die we nota bene meestal nog in de slotfase hele maal vergokten Hoe voelt een doelverdediger zich dan? „Ach rot. Voor een doelman wordt het dan erg moeilijk. Je gaat je op winden daardoor verlies je je concen tratie. Je wordt te gemakkelijk. En wanneer de achterhoede dan één steekje laat vallen of wanneer je zelf een foutje maakt, is het gebeurd. Dan laat je je hoofd hangen, dan geloof je er niet meer in. Dan zei ik meestal tegen Isac: „Nou redden we het niet meer Over dat „opvreten" nog: „Je wilt wel, maar je bent machteloos. Van der Meent zei altijd „Mat, als het in de laatste minuut nog nul-nul is en we krijgen een vrije schop, dan mag jij hem nemen". Dat was de af spraak, omdat ik zo'n hard schot heb Het is er nooit van gekomen: we kregen nooit een vrije schop in die laatste minuten of we hadden meestal net daarvoor een doelpunt tegen gekregen". Hoe belangrijk is sfeer voor een keeper? .Sfeer is voor een doelman niet zo erg belangrijk. Natuurlijk, op een ge zellig veld speel je wat fijner. Maar voor de veldspelers maakt het meer uit. De ene keeper voelt zich pretti ger in de modder, de ander op een mooi. droog veld. Dat wel. Maar een doelverdediger moet zo'n extra-prik kel van een „lekker veldje" niet no dig hebben. Hij moet zich „gewoon" voorbereiden. Een doelman leeft nu eenmaal anders naar een wedstrijd boe dam de Derby Over zijn eigen voorbereiding: „Ik rook zelf niet en drink erg weinig. Zaterdagavond doe ik het erg rustig aan. Ik mag af en toe een biertje pakken mevrouw Keereweer, spre kend uit ervaring: „Je kunt hem beter een fles melk voorzetten" maar nooit meer dan twee. Inwendig ben ik altijd al dagen met een wed strijd bezig. Maandag, dinsdag loop ik er al aan te denken. Maar om te zeggen dat ik me zenuwachtig loop te maken? Dat ook weer niet. Alleen voor 'n derby - maar dat is nu een maal iets anders, iets aparts. Het moeilijkste, wat er is. Vooral voor een ÉS doelman. Je kent al die jongens im mers. Maar ze kennen jou ook. Ze weten precies wat ze aan je heb ben. Je sterkste en je zwakste puin- ten. Zo zeggen ze altijd dat Keere weer in een derby „anders" is: dat zit geloof ik in me. Ik ben inderdaad nerveuzer. En dat is voor een keeper het grootste gevaar Verder, de derby-sfeer proevend en oordelend: „Wat voetbal betreft speel ik liever tegen UVS, maar als het om sfeer gaat liever tegen LFC. Ik weet niet hoe het komt, maar LFC heeft de naam van „rot publiek". Maar voor mij is het toch UVS. Met die jongens kan ik goed opschieten, maar die mensen Wat je dan al lemaal hoort Gek, normaal doet het me niets, wat de mensen achter het doel doen, wat ze zeggen, hoe ze kankeren en schelden. Maar in een derby ben ik mentaal kwetsbaarder Dan ben ik ook minder safe, dan er ger ik me ook vlugger. Een paar Jaar geleden bijvoorbeeld, tegen UVS, kre gen we 'n strafschop tegen. Een sli ding van André Ooyendijk, die vol gens mij wel heel erg zwaar werd bestraft. Goed, Gerard Désar neemt 'm en die bal gaat er in. Het enige, winnende doelpunt. En wat doet Gerard? Hij steekt z'n tong tegen me uit. Waarom toch? Ik had nooit iets met 'm gehad. Sindsdien ben ik ook wat feller op hem geworden. Als hij in komt lopen, ga ik er ook iets steviger tegenaan. Soms zegt hy dan wel eens „Mat, Mat, waarom nou toch?" Maar hij vergeet kennelijk, wat hij mij heeft geflikt". Mat Keereweer windt zich niet vlug op. Hij is geen druktemaker MAT KEEREWEER de octopus (Foto LD/Holvast) ofschoon hij een jaar of tien geleden eens twee weken geschorst is na een speler van Rijswijk „in een reflex" tegen de grond te hebben geslagen en ook buiten het veld beweegt hij zich het liefst nietig, op de achter grond. „Vroeger, toen ik een jaar of achttien was, hebben ze wel eens te gen mij gezegd: „Joh, waarom pro beer je niet betaald voetbal te gaan spelen". Ik had het misschien wel gekund. Maar ik houd er niet van me zelf aan te bieden, zelf naar een club toe te stappen. Jaren geleden is UVS eens bij mij geweest. Maar de condi ties waren toen zo waardeloos, dat we daarover niet lang hebben hoeven te praten IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIWIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIM (Door René Vos) LEIDEN „Je belt aan, laat ik zeggen, in de Bartokstraat. Voor mijn part mag het ook de Richard Holstraat zijn. Ik heb mijn klantjes overal in Zuidwest. „De toto", roep je in de huis telefoon, de deur springt open en je klimt acht trappen op naar vier hoog. Als je buiten adem boven bent en zo'n artiest zegt dan: „Ach nee, deze week sla ik maar eens een keer over", dan mag je niet (hijgend) zeggen: rotzak, had je dat niet kunnen vertellen toen ik aanbeldeJe moet netjes blijven, want anders poolt die man de week erop ook niet en dat is schadelijk voor de club. Of hij belt de voorzitter op. Dat deed onlangs een mevrouw, die wilde dat ik wachtte tot zij, op haar gemak, haar poolformulier had ingevuld. Ik zeg: mevrouw, ik heb zo'n 300 mensen in Zuidwest zitten. Stel dat ik bij de helft drie minuten moet wachten, dan kunt u zelf wel uitrekenen hoeveel uur extra mij dat gaat kosten. Maar voor geen centje begrip. Geef me het telefoonnummer van de voorzitter maar. Nou, dat kon ze krijgen: 42729. Maar na negen uur bellen, zei ik erbij. Eerder was ik namelijk niet thuis het was mijn eigen nummer. Ik heb die vrouw vriendelijk te woord gestaan, maar heb wel verschrikkelijk moeten lachen toen ik een week later weer bij haar aan de deur kwam en zij zei: „Ik heb het de voorzitter eens goed verteld Flip Massaar, de toto-man van LFC, kan smakelijk uit de prak tijk vertellen. „Het is", vertelt hij, sprekend als een tuinder over de aardbeienoogst, „een heel goed toto-seizoen geweest". De op brengst is met niet minder dan zestig procent gestegen. Alleen al wat dat betreft mag het LFC-bestuur. dat Tiaar de toto „geen omkijken" heeft, de portretten van Flip en zijn vrouw Gré, die de administratie ver zorgt „daar heb ik echt plezier in" wel in een zilveren lijstje zetten. Nadrukkelijk stelt Flip Massaar vast, dat hij voor „het ontaard vele werk" de gebruike lijke vergoeding ontvangt „zet dat er alsjeblieft bij, want er zijn altijd mensen die zeggen, „hij doet het toch zeker niet voor niets" maar dat hij die noeste iLE Pim van der Meent laltijd „met veel plezier" f periode bij Roodenburg 1 terug denken. „En dat len", merkt de Utrechtse ester, die aan het einde I seizoen een aanbieding Zwolse tweede-divisieclub 1 trainer/coach accepteer- '„Natuurlijk, PEC is voor fhet belangrijkste gewor- ',n plaatsje bij de eerste ed voor promotie, is voor \en mijn taak. Maar toch het ook erg belangrijk Idenburg een goed seizoen Dat de zaak na mijn mis- tuat onverwachte vertrek bad dat derde jaar ook mgemaakt niet ineen Ie mogelijkheden om goed blijven draaien, zijn er. burg heeft spelersmateri- i oeg." ün, nog even op de bres nd voor zijn oude club: irijk is, dat er nu eindelijk ft gaat gebeuren op Noord, gemeente iets gaat doen. widen is voor een vereni- s Rnr denburg toch krank- Op die manier kan toch Pim van der Meent ook de jeugd, die moet worden opgevangen, nauwelijks iets meer worden geboden dan een half knollenveldje! Op het ogenblik, aan het begin van het seizoen, liggen de velden er nog mooi bij. Maar dan moet je over een paar maanden eens een kijkje gaan nemen. Dan is Noord weer een modderpoel en in het voorjaar weer een zandwoestijn Pim van der Meent vroeger contractspeler bij Scheveningen- Holland Sport, DOS en NEC en achtereenvolgens trainer van het Amsterdamse DWV, Roodenburg en zaterdag-tweedeklasser Hui zen (tweemaal kampioen van Ne derland) heeft bij PEC grote volmachten gekregen. Bij de Zwolse tweede-divisieclub, die onlangs de scheiding tot stand heeft gebracht tussen amateur voetbal en betaald voetbal, is hij aangesteld als trainer/coach en heeft de alleenzeggenschap over de betaalde sectie. Tevens is hij hoofdtrainer van de amateur afdeling, ivaar hij de hulp heeft van een assistent-oefenmeester Van der Meent zal het reeds ja ren geleden ter tafel gebrachte vijfjarenplan („PEC op naar de eredivisie") ten uitvoer moeten brengen. De Zwolse voetbalstich ting, die verder ook de medische en sociale begeleiding heeft ver beterd er zijn een arts en een full-time administrateur aange trokken heeft op de transfer markt daartoe flink met de geld buidel gezwaaid: niet minder dan elf r>s"vwe spelers werden gecon- tr i. arbeid toch in de allereerste plaats voor zijn geliefde Leidsche Football Club verzet. Want Flip Massaar is een clubman, zoals er nog maar weinigen worden gevonden. Het is een uitstervend rasEen voorbeeldtoen acht jaar geleden het gezin Massaar met een zoon werd verrijkt, stapte trotse pa Flip eerst naar de secretaris van LFC om de jonggeborene als lid op te geven en daarna pas naar de bur gerlijke stand. Nu nóg kan Flip Mas saar, die in zyn (royaal uitgemeten) vrijgezellentijd dag en nacht al- tyd voor de club bezig zijnde op het LFC-veld te vinden was, daar smakelijk om lachen. „Ja ja", grapt echtgenote Gré, „LFC is nog altijd Rips eerste vrouw". Het balletje wordt Rip zit nooit om woorden verlegen prompt teruggekaatst: „Lieve kind, volgend jaar met pink steren ben ik veertig jaar lid van LFC, met jou ben ik pas acht jaar getrouwd Wonde In dit intensieve clubleven van Flip Massaar is twee jaar geleden een diepe, intussen gelukkig weer ge heelde, wonde geslagen. Na een con flict, dat hij intern wenst te houden, bedankte hij als lid van het bestuur, waarin hij 20 jaar zitting had. „Ik heb me dat zwaar aangetrokken. Zes weken ben ik er zenuwziek van ge weest. Mijn vrouw heeft me er ge lukkig wat overheen kunnen hel pen Gré Massaar, interrumperend en met beide handen in de lucht een onwaarschijnlijk magere Rip afme tend „Zó werd hijzó Als er toen een paar man van het be stuur waren gekomen en gezegd had den: Flip, wat gebeurd is, is ge beurd, zand erover, zou ons veel el lende zyn bespaardDe zaak prikkelt mevrouw Massaar nog altijd. Zij is, hoewel zij met plezier de toto administratie voor de club bijhoudt, nog niet te bewegen ook maar één voet op het LFC-veld te zetten. Het zand is, anderhalf jaar later onder het genot van een goed glas bier toch over de kwestie gegaan. Flip Massaar „Ik ben niet haatdra gend. Ik houd me altijd aan de woorden van oud-secretaris Guus Brokaar.LFC is een vereniging met de geest-van-de-dag. De ene dag springen ze tegen elkaar op, de an dere dag gaan ze weer met elkaar uit Gré Massaar: „Ja, jij bent gemak kelijk. Voor het vele werk wat Rip voor LFC heeft gedaan en nóg doet, behoeft hij echt niet op zijn borst te worden geslagen, maarRip Massaar, op zijn beurt er tussen springend: „Ik werk voor LFC,want ik ben lid van LFC. Als de voorzit ter tegen mij zegt: bedankt Flip, dan ben ik in mijn majesteit Voor verenigingsman Rip Mas saar is de zaak afgedaan. „Heus, ik zou nu niet meer in het bestuur terug willen. Zoals het nu gaat, gaat het echt leuk. Zondagsmiddags op het veld, zonder zorgen en met een fijne sigaar in mijn mond Ik heb trouwens werk genoeg. Woensdag-, donderdag- en vrijdagavond voor de toto op stap en elke zondagmorgen om zeven uur ga ik, als consul, de velden (behalve het onze) van de Boshuizerkade keuren. Fijn werk. Je komt er met allerlei mensen in con tact Rip Massaar heeft een groot (geel zwart) hart. Hij prijst het sterk ver jongde bestuur, dat een wat onfor tuinlijk verlopen seizoen achter de rug heeft en helaas wat steekjes heeft laten vallen. „Onervarenheid", meent Rip Massaar. .maar wie ben ik, ik heb zoveel fouten gemaakt. Ze Het toto-seizoen is achter de rug. In de zomer krijgen Flip en Gré Massaar eindelijk eens kans om bij de haard" te gaan zitten. (Foto LD/Holvast) worden je later weer vergeven De grootste „misser" was wel de zo verrassend „afgelaste" verhuizing van de club naar het complex de Vliet. Maar in deze zaak dient, zo oordeelt Massaar, toch niet alle schuld op de schouders van Henk Holswilder c.s. te worden gewenteld. Flip Massaai': „Als ik een huis huur, is daar toch ook een w.c. bij. Wat heeft een vereniging nu aan een complex als er geen kantine bij is om de gasten te ontvangen? Toen UVS naar de Kikkerpolder ging kreeg zij toch ook een kant-en-klaar terrein?" Rip Massaar wenst niet onder stoelen of banken te steken, dat ook de gemeente hier blaam treft. Het beleid t.o.v. De Vliet is meer dan krap geweest. Rip Massaar: „Een half verhard trainingsveld is er niet bij en dan de douchehokjes, jesses jongens, die zijn zó smal dat een dikke kerel er niet in kan Te groots Massaar, voortbordurend op de De Vliet-affaire: „De fout van het LFC- bestuur is geweest, dat het de zaak te groots heeft opgezet. Op de buiten gewone ledenvergadering is dan ook niet het voorstel om naar De Vliet te verhuizen afgestemd, maar heb ben de leden zich verzet tegen het aangaan van een lening, waarvan de rente en aflossing als een te zware last op de vereniging zouden gaan drukken. Toen bekend werd dat LFC het Vliet-complex zou krijgen, heb ik Henk Holswilder een beste jongen die er veel voor gedaan heeft hartelijk gefeliciteerd, maar ik heb ook, dat wil ik niet ontkennen, tegen het aangaan van die lening gestemd. Het is een nare zaak. Op de receptie van Lugdunum kwam er nog iemand van VUC naar me toe, „Hallo, Rip", zegt die Hagenaar, „fijn, dat jullie ook een nieuw terrein krijken Ergens schaamde ik me wild en ben ik er maar weer een punt aan gaan zuigen. „Nee, dat we niet naar De Vliet gaan, is niet zo erg. Als Je een echte LFC'er diep in zijn hart kijkt, is hy blij dat zijn club op de Bos huizerkade blijft, ook al is daar de mogelijkheid tot uitbreiding van de accommodatie nihil. Maar we had den niet moeten praten over kwart miljoenen of het centen zijn De degradatie, na één seizoen, van het eerste elftal uit de eerste klasse. Ook dat ziet Rip Massaar als een zaak die had kunnen worden voor komen. „Als trainer Piet Kraak de juiste mensen om zich heen had ge had ik denk bijvoorbeeld aan een Gerard van Eijgen dan had LFC zich gemakkelijk in de èerste klasse kunnen handhaven. Ik ga maar te rug naar die wedstrijd in de Kikker polder tegen UVS. Toen speelden we toch fantastisch. Maar een week later gaat Piet Kraak drie man ver vangen. Dat kan je Kraak niet kwa lijk nemen. Hij had geen goede advi seurs, geen deskundige mensen bij zich. En als je het eerste gaat ver anderen, moet je dat ook met het tweede doen en dan krijgt je het verloop. Dan lopen er jongens weg Zoals een Jilles van der Heyden, die het niet eens is met het bestuurs beleid en naar ZLC gaat Toekomst Rip Massaar ziet de toekomst ech ter niet somber in. „LFC komt terug. Bij onze jeugd zit echt goed mate riaal. Bouk Pijnakker heeft een elf talletje onder zijn hoede, nou Kom maar eens kijken over een jaar of drie, vierEn kijk eens naar zo'n jongen als Hannaart. Die wordt ook niet zo maar in het Nederlands jeugdelftal gekozen Rip Massaar. lid van verdienste van de Afdeling Leiden van de KNVB, kan de voetbalzaken nu rus tig bekijken vanuit zijn gerieflijke driekamerflat met LFC binnen „handbereik" aan de Boshof. Gré Massaar: „Die flat is veel te klein. We kunnen naar een vierkamerwo ning in de Kooi, maar daarmee hoef ik bij Rip niet aan boord te komen. Te ver weg van de Boshuizerkade Rip lacht. Hij is trots op zijn Gré een hoofdprijs uit de huwelijksloterij, heeft hy ons eens verteld en dol gelukkig met zoon en dochter en daarnaast natuurlijk met LFC Eén ding moet hem nog van het hart. Aan het einde van het jongste voetbalseizoen zyn er beslissingswed- stryden gespeeld tussen UVS 2 en Roodenburg 2 voor het kampioen schap van de reserve tweede klasse. Die wedstryden hebben zich afge speeld in Wassenaar en Katwyk. Rip Massaar: „Waarom niet op een Leids terrein? Waar bleef de belan- gencommissie? ASC, Lugdunum of LFC hadden toch zeker graag die wedstryden op hun terrein gehad? Toen ik het hoorde, heb ik dezelfde avond myn voorzitter opgebeld en hem gezegd: Denk eerst vier keer aan je-zelf en dan aan een ander, want je bent veel te goed

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1969 | | pagina 29