leereweer, de octopus
EEN INTENS CLUBLEVEN
Hm van der Meent:
veel plezier gehad
Toto-man Flip Massaar drukt LFC warm aan het geelzwarte hart
vader en
IG 6 AUGUSTUS
LEIDSCH DAGBLAD
PAGTNA 13
oor Cees Onvlee
|N „Van der Meent?
per!" Mat Keereweer
kwaad woord over de
oefenmeester horen,
lange Leidse doelman
t in de periode-Van
ït best naar zijn zin
n daarvoor komt hij
jk lovend uit.: „Van
nt had een vreselijk
ind, dat wel", erkent
„Maar hij had zo'n
ftje voor Rooden-
jereweer (28) neemt bij
rg een eigen plaatsje
alf jaar is hij een „vaste
het keurkorps van de
ordbewoners. Al twaalf
j hij wekelijks onder de
t hij het sluitstuk van
jsde" verdedigingVoor-
tte jaren, als eersteklas-
Roodenburg een naam
als een vereniging met
en achterhoede"In de
iren heeft echter ook
r een naam gekregen:
ioeilijk te nemen hin
ds een lastig te passe
er. Als de „Octopus van
rg", de man-met-de
len. Een faam, die Kee-
lf „Het belangrijkste
lis doelman jezelf blijft,
s" de nodige grond
fven door herhaaldelijk
zetten met één hand te
\ppen.
er rustig terugkijkend op
seizoenenIk ben de
l en inderdaad wel wat ge-
oral op lage ballen. Maar
illemaal voor rekening van
leent. De afgelopen seizoe-
prettig getramd. Een zui-
1 retraining heb ik nog nooit
ar die heb ik wèl van Van
gekregen. Dat is bij ons
altijd een min-puot ge-
1 meeste trainers hadden
in vol aan het elftal, aan
ilers. Een uurtje voor de
ion er noodt af. Maar bij
Bij hem lag het misschien
gunstiger. Als ik door de
dag vrij had, belde ik hem
tevoren op. Dan kwam hij
r Leiden om een uurtje te
ijk. dat ging je goed mer-
ialles. Van der Meent zag
_a tuur lijk heel wat. Hij kon
lien, als jonge bink, op ons
LHy kon je ook razend
maken. Je voelde dat je
eide. Dat zullen we met
_ve trainer nog moeten af-
Op dreef
Bverdediger kan een wed-
pen. Mat Keereweer heeft
afgelopen jaren ook wel de
ren voor Rood en buig ge-
!h zegt de forsgebouwde
i bescheiden alle lof weg-
„Een keeper kan een wed-
|en, dat wel. Maar hele-
ïn kan hij het toch ook
Neem die wedstrijd tegen
hen in Rotterdam. Daar
dreef, misschien wel su
ch verloren we: met twee-
fom' Omdat het elftal die
k niet voldoende klopte om
licht te houden
ADVERTENTIE)
Verder terug naar een paar seizoe-
nen geleden: „Twee jaar terug, uit
tegen Gouda, haalde ik er in het
eerste kwartier een goal-of-vijf uit.
Het resultaat! In plaats dat we na
een kwartier al kansloos waren met
een nulletje of drie. wonnen we die
wedstrijd met vier-nui. Omdat het
hele elftal langzaam 01001' zeker naar
een topvorm groeide".
Hoe een doelverdediger groeit?
Mat Keereweeer, na enig gepeins:
„Hoe de bal is, of-ie lekker ligt, dat
is erg belangrijk. Er zijn van die bal
len, vooral als het een beetje glad is,
als het wat geregend heeft, die een
voudig niet te pakken zijn. Dan
word je onzeker, ga je minder spelen,
ga je ook foutjes maken. Ligt die bal
lekker in je hand. voei je 'm, dan ga
je groeien".
En dan, nog een reden: „De eerste
ballen zyn ook erg belangrijk. Pak je
die goed, dan lukt het verder meestal
wel. Dat is de laatste jaren ook weer
zo fijn geweest met Van der Meent.
Voor iedere wedstrijd kreeg ik nog
eventjes een beurtje, een warming-
up. Dat heb je gewoon nodig".
Ex-trainer Pim van der Meent <3I>
daarover: „Mat is een echte, een
goeie keeper. Hij had zo'n warming-
up alleen even nodig om het gevoel
weer helemaal te pakken te krijgen".
Hard
Mat Keereweer waarderend: „Van
der Meent werkte hard. Hij deed ook
altijd gewoon mee: in het veld tij
dens de training, in de kleedkamer
hij is wel eens met kleren-en-al on
der de douche gegaan en met een
kaartje leggen. Hij was een beste
vent. Hij heeft ook veel gedaan om
ons over die ellendige inzinking heen
te helpen. Hij zorgde er, met het be
stuur natuurlijk, toch maar voor,
dat we de zaterdag vóór de wedstrijd
tegen Overmaas naar Zeist gingen
Dat is daar fijn geweest In Rotter
dam kwamen we geladen in het veld.
We hebben daar toen niet alleen ge
knokt voor Roodenburg. maar nog
een beetje extra voor Van der Meent.
Die overwinning (01) was voor hem
geloof ik de mooiste dank".
Verder over de sfeer op Noord:
„Narigheid hebben we nooit. Het is
er altijd gezellig, het bestuur, de
teamgeest. Na een wedstrijd is het
soms wel eventjes gespannen, maar
dat duurt nooit lang. Als ik trouwens
tegen mijn zin voetbalde, dan zou ik
er vlug mee stoppen. Roodenburg is
een vereniging om aan te bevelen.
Vooral bij de jeugd Daar wordt erg
veel aan gedaan".
Een terugblik op het afgelopen set-
zoen.
„We hebben een moeilijk jaar ge
had. De ploegen in de eerste klasse
B zijn altijd erg aan elkaar gewaagd.
Er is weinig krachtsverschil In de
eerste helft hebben we een inzinking
gehad. Als we toen bijvoorbeeld een
Aat Heymans hij komt nog steeds
bij ons een kaartje leggen in de
voorhoede hadden gehad, zouden we
de tweede helft zonder zorgen heb
ben gespeeld. Enwe hadden dan
zelfs een kans op het kampioenschap
gehad. De achterhoede was goed ge
noeg: dertien tegen is een gemiddelde
van nog geen één. nauwelijks een
half. Alleen de voorhoede: hoeveel
wedstrijden hebben we niet gehad,
die we al vóór de rust in ons zak
hadden kunnen, eigenlijk moeten
hebben? Wedstrijden, die we nota
bene meestal nog in de slotfase hele
maal vergokten
Hoe voelt een doelverdediger zich
dan?
„Ach rot. Voor een doelman wordt
het dan erg moeilijk. Je gaat je op
winden daardoor verlies je je concen
tratie. Je wordt te gemakkelijk. En
wanneer de achterhoede dan één
steekje laat vallen of wanneer je
zelf een foutje maakt, is het gebeurd.
Dan laat je je hoofd hangen, dan
geloof je er niet meer in. Dan zei ik
meestal tegen Isac: „Nou redden we
het niet meer
Over dat „opvreten" nog: „Je wilt
wel, maar je bent machteloos. Van
der Meent zei altijd „Mat, als het in
de laatste minuut nog nul-nul is en
we krijgen een vrije schop, dan mag
jij hem nemen". Dat was de af
spraak, omdat ik zo'n hard schot heb
Het is er nooit van gekomen: we
kregen nooit een vrije schop in die
laatste minuten of we hadden
meestal net daarvoor een doelpunt
tegen gekregen".
Hoe belangrijk is sfeer voor een
keeper?
.Sfeer is voor een doelman niet zo
erg belangrijk. Natuurlijk, op een ge
zellig veld speel je wat fijner. Maar
voor de veldspelers maakt het meer
uit. De ene keeper voelt zich pretti
ger in de modder, de ander op een
mooi. droog veld. Dat wel. Maar een
doelverdediger moet zo'n extra-prik
kel van een „lekker veldje" niet no
dig hebben. Hij moet zich „gewoon"
voorbereiden. Een doelman leeft nu
eenmaal anders naar een wedstrijd
boe dam de
Derby
Over zijn eigen voorbereiding: „Ik
rook zelf niet en drink erg weinig.
Zaterdagavond doe ik het erg rustig
aan. Ik mag af en toe een biertje
pakken mevrouw Keereweer, spre
kend uit ervaring: „Je kunt hem
beter een fles melk voorzetten"
maar nooit meer dan twee. Inwendig
ben ik altijd al dagen met een wed
strijd bezig. Maandag, dinsdag loop
ik er al aan te denken. Maar om te
zeggen dat ik me zenuwachtig loop
te maken? Dat ook weer niet. Alleen
voor 'n derby - maar dat is nu een
maal iets anders, iets aparts. Het
moeilijkste, wat er is. Vooral voor een
ÉS
doelman. Je kent al die jongens im
mers. Maar ze kennen jou ook.
Ze weten precies wat ze aan je heb
ben. Je sterkste en je zwakste puin-
ten. Zo zeggen ze altijd dat Keere
weer in een derby „anders" is: dat
zit geloof ik in me. Ik ben inderdaad
nerveuzer. En dat is voor een keeper
het grootste gevaar
Verder, de derby-sfeer proevend en
oordelend: „Wat voetbal betreft speel
ik liever tegen UVS, maar als het om
sfeer gaat liever tegen LFC. Ik weet
niet hoe het komt, maar LFC heeft
de naam van „rot publiek". Maar
voor mij is het toch UVS. Met die
jongens kan ik goed opschieten,
maar die mensen Wat je dan al
lemaal hoort Gek, normaal doet
het me niets, wat de mensen achter
het doel doen, wat ze zeggen, hoe ze
kankeren en schelden. Maar in een
derby ben ik mentaal kwetsbaarder
Dan ben ik ook minder safe, dan er
ger ik me ook vlugger. Een paar Jaar
geleden bijvoorbeeld, tegen UVS, kre
gen we 'n strafschop tegen. Een sli
ding van André Ooyendijk, die vol
gens mij wel heel erg zwaar werd
bestraft.
Goed, Gerard Désar neemt 'm en die
bal gaat er in. Het enige, winnende
doelpunt. En wat doet Gerard? Hij
steekt z'n tong tegen me uit. Waarom
toch? Ik had nooit iets met 'm gehad.
Sindsdien ben ik ook wat feller op
hem geworden. Als hij in komt lopen,
ga ik er ook iets steviger tegenaan.
Soms zegt hy dan wel eens „Mat,
Mat, waarom nou toch?" Maar hij
vergeet kennelijk, wat hij mij heeft
geflikt".
Mat Keereweer windt zich niet
vlug op. Hij is geen druktemaker
MAT KEEREWEER
de octopus
(Foto LD/Holvast)
ofschoon hij een jaar of tien geleden
eens twee weken geschorst is na een
speler van Rijswijk „in een reflex"
tegen de grond te hebben geslagen
en ook buiten het veld beweegt hij
zich het liefst nietig, op de achter
grond. „Vroeger, toen ik een jaar of
achttien was, hebben ze wel eens te
gen mij gezegd: „Joh, waarom pro
beer je niet betaald voetbal te gaan
spelen". Ik had het misschien wel
gekund. Maar ik houd er niet van me
zelf aan te bieden, zelf naar een club
toe te stappen. Jaren geleden is UVS
eens bij mij geweest. Maar de condi
ties waren toen zo waardeloos, dat
we daarover niet lang hebben hoeven
te praten
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIWIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIM
(Door René Vos)
LEIDEN „Je belt aan, laat ik zeggen, in de Bartokstraat.
Voor mijn part mag het ook de Richard Holstraat zijn. Ik heb
mijn klantjes overal in Zuidwest. „De toto", roep je in de huis
telefoon, de deur springt open en je klimt acht trappen op naar
vier hoog. Als je buiten adem boven bent en zo'n artiest zegt
dan: „Ach nee, deze week sla ik maar eens een keer over", dan
mag je niet (hijgend) zeggen: rotzak, had je dat niet kunnen
vertellen toen ik aanbeldeJe moet netjes blijven, want
anders poolt die man de week erop ook niet en dat is schadelijk
voor de club. Of hij belt de voorzitter op. Dat deed onlangs een
mevrouw, die wilde dat ik wachtte tot zij, op haar gemak, haar
poolformulier had ingevuld. Ik zeg: mevrouw, ik heb zo'n 300
mensen in Zuidwest zitten. Stel dat ik bij de helft drie minuten
moet wachten, dan kunt u zelf wel uitrekenen hoeveel uur
extra mij dat gaat kosten. Maar voor geen centje begrip. Geef
me het telefoonnummer van de voorzitter maar. Nou, dat kon
ze krijgen: 42729. Maar na negen uur bellen, zei ik erbij. Eerder
was ik namelijk niet thuis het was mijn eigen nummer. Ik
heb die vrouw vriendelijk te woord gestaan, maar heb wel
verschrikkelijk moeten lachen toen ik een week later weer bij
haar aan de deur kwam en zij zei: „Ik heb het de voorzitter
eens goed verteld
Flip Massaar, de toto-man van
LFC, kan smakelijk uit de prak
tijk vertellen. „Het is", vertelt hij,
sprekend als een tuinder over de
aardbeienoogst, „een heel goed
toto-seizoen geweest". De op
brengst is met niet minder dan
zestig procent gestegen.
Alleen al wat dat betreft
mag het LFC-bestuur. dat Tiaar
de toto „geen omkijken" heeft, de
portretten van Flip en zijn vrouw
Gré, die de administratie ver
zorgt „daar heb ik echt plezier
in" wel in een zilveren lijstje
zetten. Nadrukkelijk stelt Flip
Massaar vast, dat hij voor „het
ontaard vele werk" de gebruike
lijke vergoeding ontvangt „zet
dat er alsjeblieft bij, want er zijn
altijd mensen die zeggen, „hij
doet het toch zeker niet voor
niets" maar dat hij die noeste
iLE Pim van der Meent
laltijd „met veel plezier"
f periode bij Roodenburg
1 terug denken. „En dat
len", merkt de Utrechtse
ester, die aan het einde
I seizoen een aanbieding
Zwolse tweede-divisieclub
1 trainer/coach accepteer-
'„Natuurlijk, PEC is voor
fhet belangrijkste gewor-
',n plaatsje bij de eerste
ed voor promotie, is voor
\en mijn taak. Maar toch
het ook erg belangrijk
Idenburg een goed seizoen
Dat de zaak na mijn mis-
tuat onverwachte vertrek
bad dat derde jaar ook
mgemaakt niet ineen
Ie mogelijkheden om goed
blijven draaien, zijn er.
burg heeft spelersmateri-
i oeg."
ün, nog even op de bres
nd voor zijn oude club:
irijk is, dat er nu eindelijk
ft gaat gebeuren op Noord,
gemeente iets gaat doen.
widen is voor een vereni-
s Rnr denburg toch krank-
Op die manier kan toch
Pim van der Meent
ook de jeugd, die moet worden
opgevangen, nauwelijks iets meer
worden geboden dan een half
knollenveldje! Op het ogenblik,
aan het begin van het seizoen,
liggen de velden er nog mooi bij.
Maar dan moet je over een paar
maanden eens een kijkje gaan
nemen. Dan is Noord weer een
modderpoel en in het voorjaar
weer een zandwoestijn
Pim van der Meent vroeger
contractspeler bij Scheveningen-
Holland Sport, DOS en NEC en
achtereenvolgens trainer van het
Amsterdamse DWV, Roodenburg
en zaterdag-tweedeklasser Hui
zen (tweemaal kampioen van Ne
derland) heeft bij PEC grote
volmachten gekregen. Bij de
Zwolse tweede-divisieclub, die
onlangs de scheiding tot stand
heeft gebracht tussen amateur
voetbal en betaald voetbal, is hij
aangesteld als trainer/coach en
heeft de alleenzeggenschap over
de betaalde sectie. Tevens is hij
hoofdtrainer van de amateur
afdeling, ivaar hij de hulp heeft
van een assistent-oefenmeester
Van der Meent zal het reeds ja
ren geleden ter tafel gebrachte
vijfjarenplan („PEC op naar de
eredivisie") ten uitvoer moeten
brengen. De Zwolse voetbalstich
ting, die verder ook de medische
en sociale begeleiding heeft ver
beterd er zijn een arts en een
full-time administrateur aange
trokken heeft op de transfer
markt daartoe flink met de geld
buidel gezwaaid: niet minder dan
elf r>s"vwe spelers werden gecon-
tr i.
arbeid toch in de allereerste
plaats voor zijn geliefde Leidsche
Football Club verzet.
Want Flip Massaar is een clubman,
zoals er nog maar weinigen worden
gevonden. Het is een uitstervend
rasEen voorbeeldtoen acht
jaar geleden het gezin Massaar met
een zoon werd verrijkt, stapte trotse
pa Flip eerst naar de secretaris van
LFC om de jonggeborene als lid op
te geven en daarna pas naar de bur
gerlijke stand. Nu nóg kan Flip Mas
saar, die in zyn (royaal uitgemeten)
vrijgezellentijd dag en nacht al-
tyd voor de club bezig zijnde op
het LFC-veld te vinden was, daar
smakelijk om lachen. „Ja ja", grapt
echtgenote Gré, „LFC is nog altijd
Rips eerste vrouw". Het balletje
wordt Rip zit nooit om woorden
verlegen prompt teruggekaatst:
„Lieve kind, volgend jaar met pink
steren ben ik veertig jaar lid van
LFC, met jou ben ik pas acht jaar
getrouwd
Wonde
In dit intensieve clubleven van
Flip Massaar is twee jaar geleden
een diepe, intussen gelukkig weer ge
heelde, wonde geslagen. Na een con
flict, dat hij intern wenst te houden,
bedankte hij als lid van het bestuur,
waarin hij 20 jaar zitting had. „Ik
heb me dat zwaar aangetrokken. Zes
weken ben ik er zenuwziek van ge
weest. Mijn vrouw heeft me er ge
lukkig wat overheen kunnen hel
pen
Gré Massaar, interrumperend en
met beide handen in de lucht een
onwaarschijnlijk magere Rip afme
tend „Zó werd hijzó Als
er toen een paar man van het be
stuur waren gekomen en gezegd had
den: Flip, wat gebeurd is, is ge
beurd, zand erover, zou ons veel el
lende zyn bespaardDe zaak
prikkelt mevrouw Massaar nog altijd.
Zij is, hoewel zij met plezier de toto
administratie voor de club bijhoudt,
nog niet te bewegen ook maar één
voet op het LFC-veld te zetten.
Het zand is, anderhalf jaar later
onder het genot van een goed glas
bier toch over de kwestie gegaan.
Flip Massaar „Ik ben niet haatdra
gend. Ik houd me altijd aan de
woorden van oud-secretaris Guus
Brokaar.LFC is een vereniging met
de geest-van-de-dag. De ene dag
springen ze tegen elkaar op, de an
dere dag gaan ze weer met elkaar
uit
Gré Massaar: „Ja, jij bent gemak
kelijk. Voor het vele werk wat Rip
voor LFC heeft gedaan en nóg doet,
behoeft hij echt niet op zijn borst
te worden geslagen, maarRip
Massaar, op zijn beurt er tussen
springend: „Ik werk voor LFC,want
ik ben lid van LFC. Als de voorzit
ter tegen mij zegt: bedankt Flip,
dan ben ik in mijn majesteit
Voor verenigingsman Rip Mas
saar is de zaak afgedaan. „Heus, ik
zou nu niet meer in het bestuur
terug willen. Zoals het nu gaat, gaat
het echt leuk. Zondagsmiddags op
het veld, zonder zorgen en met een
fijne sigaar in mijn mond Ik heb
trouwens werk genoeg. Woensdag-,
donderdag- en vrijdagavond voor de
toto op stap en elke zondagmorgen
om zeven uur ga ik, als consul, de
velden (behalve het onze) van de
Boshuizerkade keuren. Fijn werk. Je
komt er met allerlei mensen in con
tact
Rip Massaar heeft een groot (geel
zwart) hart. Hij prijst het sterk ver
jongde bestuur, dat een wat onfor
tuinlijk verlopen seizoen achter de
rug heeft en helaas wat steekjes
heeft laten vallen. „Onervarenheid",
meent Rip Massaar. .maar wie ben
ik, ik heb zoveel fouten gemaakt. Ze
Het toto-seizoen is achter de
rug. In de zomer krijgen Flip en
Gré Massaar eindelijk eens kans
om bij de haard" te gaan zitten.
(Foto LD/Holvast)
worden je later weer vergeven
De grootste „misser" was wel de zo
verrassend „afgelaste" verhuizing
van de club naar het complex de
Vliet. Maar in deze zaak dient, zo
oordeelt Massaar, toch niet alle
schuld op de schouders van Henk
Holswilder c.s. te worden gewenteld.
Flip Massaai': „Als ik een huis huur,
is daar toch ook een w.c. bij. Wat
heeft een vereniging nu aan een
complex als er geen kantine bij is
om de gasten te ontvangen? Toen
UVS naar de Kikkerpolder ging
kreeg zij toch ook een kant-en-klaar
terrein?" Rip Massaar wenst niet
onder stoelen of banken te steken,
dat ook de gemeente hier blaam treft.
Het beleid t.o.v. De Vliet is meer dan
krap geweest. Rip Massaar: „Een
half verhard trainingsveld is er niet
bij en dan de douchehokjes, jesses
jongens, die zijn zó smal dat een
dikke kerel er niet in kan
Te groots
Massaar, voortbordurend op de De
Vliet-affaire: „De fout van het LFC-
bestuur is geweest, dat het de zaak
te groots heeft opgezet. Op de buiten
gewone ledenvergadering is dan ook
niet het voorstel om naar De Vliet
te verhuizen afgestemd, maar heb
ben de leden zich verzet tegen het
aangaan van een lening, waarvan de
rente en aflossing als een te zware
last op de vereniging zouden gaan
drukken. Toen bekend werd dat LFC
het Vliet-complex zou krijgen, heb
ik Henk Holswilder een beste
jongen die er veel voor gedaan heeft
hartelijk gefeliciteerd, maar ik heb
ook, dat wil ik niet ontkennen, tegen
het aangaan van die lening gestemd.
Het is een nare zaak. Op de receptie
van Lugdunum kwam er nog iemand
van VUC naar me toe, „Hallo, Rip",
zegt die Hagenaar, „fijn, dat jullie
ook een nieuw terrein krijken
Ergens schaamde ik me wild en ben
ik er maar weer een punt aan gaan
zuigen. „Nee, dat we niet naar De
Vliet gaan, is niet zo erg. Als Je een
echte LFC'er diep in zijn hart kijkt,
is hy blij dat zijn club op de Bos
huizerkade blijft, ook al is daar de
mogelijkheid tot uitbreiding van de
accommodatie nihil. Maar we had
den niet moeten praten over kwart
miljoenen of het centen zijn
De degradatie, na één seizoen, van
het eerste elftal uit de eerste klasse.
Ook dat ziet Rip Massaar als een
zaak die had kunnen worden voor
komen. „Als trainer Piet Kraak de
juiste mensen om zich heen had ge
had ik denk bijvoorbeeld aan een
Gerard van Eijgen dan had LFC
zich gemakkelijk in de èerste klasse
kunnen handhaven. Ik ga maar te
rug naar die wedstrijd in de Kikker
polder tegen UVS. Toen speelden we
toch fantastisch. Maar een week
later gaat Piet Kraak drie man ver
vangen. Dat kan je Kraak niet kwa
lijk nemen. Hij had geen goede advi
seurs, geen deskundige mensen bij
zich. En als je het eerste gaat ver
anderen, moet je dat ook met het
tweede doen en dan krijgt je het
verloop. Dan lopen er jongens weg
Zoals een Jilles van der Heyden, die
het niet eens is met het bestuurs
beleid en naar ZLC gaat
Toekomst
Rip Massaar ziet de toekomst ech
ter niet somber in. „LFC komt terug.
Bij onze jeugd zit echt goed mate
riaal. Bouk Pijnakker heeft een elf
talletje onder zijn hoede, nou
Kom maar eens kijken over een jaar
of drie, vierEn kijk eens naar
zo'n jongen als Hannaart. Die wordt
ook niet zo maar in het Nederlands
jeugdelftal gekozen
Rip Massaar. lid van verdienste
van de Afdeling Leiden van de
KNVB, kan de voetbalzaken nu rus
tig bekijken vanuit zijn gerieflijke
driekamerflat met LFC binnen
„handbereik" aan de Boshof. Gré
Massaar: „Die flat is veel te klein.
We kunnen naar een vierkamerwo
ning in de Kooi, maar daarmee hoef
ik bij Rip niet aan boord te komen.
Te ver weg van de Boshuizerkade
Rip lacht. Hij is trots op zijn Gré
een hoofdprijs uit de huwelijksloterij,
heeft hy ons eens verteld en dol
gelukkig met zoon en dochter en
daarnaast natuurlijk met
LFC
Eén ding moet hem nog van het
hart. Aan het einde van het jongste
voetbalseizoen zyn er beslissingswed-
stryden gespeeld tussen UVS 2 en
Roodenburg 2 voor het kampioen
schap van de reserve tweede klasse.
Die wedstryden hebben zich afge
speeld in Wassenaar en Katwyk.
Rip Massaar: „Waarom niet op een
Leids terrein? Waar bleef de belan-
gencommissie? ASC, Lugdunum of
LFC hadden toch zeker graag die
wedstryden op hun terrein gehad?
Toen ik het hoorde, heb ik dezelfde
avond myn voorzitter opgebeld en
hem gezegd: Denk eerst vier keer
aan je-zelf en dan aan een ander,
want je bent veel te goed