Naar erkend praktizeren voor onze natuurgenezers MAAR OPPONENTEN VECHTEN BITTER Ernstige bedreiging medisch onderwijs Reltrappers bijeen in Valkenburg Enquete van liet T.N.O. te Leiden Mr. M. de Niet voorzitter van Eerste Kamer G Prof. dr. Wieberdink: Kerkelijk Leven PAGINA 8 LEIDSCH DAGBLAD DONDERDAG 31 JULI 1969 ON". ITele honderdduizenden Nederlanders zijn wel eens door een kruidendokter of mag netiseur behandeld. Dat blijkt uit een recent onderzoek van het Nederlands Instituut voor Preventieve Ge neeskunde TNO te Leiden. Een onder de huis artsen ingestelde enquête had een verrassend resultaat: 50 procent is voor een wettelijke regeling van de natuurgeneeskunst. De resul taten van de enquête werden gepubliceerd in „Huisarts en wetenschap", het maandblad van het in Utrecht zetelende Nederlandse huisart sen genootschap. De heer K. T. van der Plaats, directeur van de Nederlandse werkgroep van praktizerende ge nezers, poogt met zijn NWP door opleidingen, examens en prak tij kvorschriften het kaf van het koren te scheiden, probeert het vakmanschap van de natuurge nezer op te vijzelen en het ver trouwen van arts en volk te win nen. Ondanks dit en de uitslag van de enquête gelooft hij echter niet in een erkenning van de on bevoegden. „omdat het prestige van de Maatschappij tot bevor dering van de geneeskunst nog altijd wat anders is dan de huis arts in de dagelijkse praktijk. Omdat de mensen aan de top het artsen-monopolie uit prestige overwegingen willen handhaven". En dat verdriet hem. Fel bestrijder De Hilversumse arts A. P. N. de Groot, voorzitter van de vereni ging tegen de kwakzalverij, fel bestrijder van alles wat naar on bevoegd riekt, vreest daarentegen dat erkenning op den duur niet zal zijn tegen te houden. En dat verdriet hem even zeer. De tegenstanders wonen in een statige wijk van het statige Hil versum op een steenworp van el kaar. Dat er nog nooit stenen zijn gegooid, komt omdat beiden or dentelijke staatsburgers zijn. In 1965 werd voor de zoveel ste keer een staatscommissie benoemd, die tot taak kreeg na te gaan in hoeverre de Wet op de uitoefening op de geneeskunst veranderd kon worden, zodanig dat volksgenezers hun praktijk onder bepaalde voorwaarden zou den mogen uitoefenen. Voorzitter is mr. J. Peters, lid van de Hoge Raad. Hij zette vier man van de Maatschappij Geneeskunst en één vertegenwoordiger van N.W.P. bij elkaar. Op zeer korte termijn wordt een voorstel aan de rege ring verwacht. Erkenning voor de natuurgenezers (praktizijnen) zit er niet in. Wel is het waarschijn lijk dat geadviseerd zal worden de strafbaarheid als zodanig we gens overtreding van de uit 1865 stammende wet op de uitoefening van de geneeskunst op te heffen. Iets dat overigens in de praktijk al gebeurt. De bejaarde arts De Groot (73) die in de veertien jaar dat hij ge neeskundig inspecteur was in Noord-Holland en Utrecht een DEN HAAG (GPD) De huidige fractievoorzitter van de PvdA in de Eerste Kamer, mr. M. de Niet (65), is met ingang van het nieuwe par lementaire jaar benoemd tot voorzit ter van deze Kamer. De heer De Niet, die 19 jaar lang burgemeester van Wageningen is geweest, volgt prof. dr. ir. J. P. Mazure op, die bij de jongste tussentijdse verkiezingen voor de senaat niet meer herkies baar was. Voordat hij in 1950 burgemeester van Wageningen werd, was de heer De Niet tien jaar lang zendingscon sul in Indonesië, een functie waar in hij de gezamenlijke zendingsge nootschappen vertegenwoordigde by het gouvernement. Eerder was de héér De Niet. die rechten studeerde in Leiden, inspecteur van politie in Amsterdam en rijksinspecteur van het verkeer in het district Friesland. In 1956 werd mr. De Niet lid van de Eerste Kamer. Hij trad vooral op als woordvoerder van zijn partij voor buitenlandse zaken en kwam in die functie nogal eens in het nieuws door zijn conflicten met minister Luns. die vaak in de persoonlijke sfeer lagen. Twee jaar geleden volg de de heer de Niet oud-minister ir H. Vos op als fractieleider van de PvdA in de Eerste Kamer. De naam van mr. De Niet werd pas de laatste tijd genoemd in ver band met de opvolging van prof. Ma- zure. Daarvoor gold de voormalige burgemeester van Amsterdam, mr. G. van Hall, nog als kandidaat.(Het is gebruikelijk dat de voorzitter van de Tweede Kamer lid is van de KVP en die van de Eerste Kamer lid van de PvdA). waar schrikbewind onder kwak zalvers en artsen, die er met hun pet naar gooiden, voerde, ziet dat alles met lede ogen aan. Als hij trots heeft gemeld „dat er in zijn district even veel voor de bijl gingen als in de andere negen districten tezamen" fulmineert hij tegen de overheid, zegt dat er allang een apparaat had moeten komen, dat de strijd tegen de „paranormalen, strijkers en an dere zwervers" had kunnen aan pakken. Zo'n apparaat zou onder leiding van de hoofdinspectie moeten staan en juristen en rijk - rechercheurs moeten bevatten. „Als er eens een kwakzalver wordt gepakt, dan komt dat door dat één van zijn ontevreden pa tiënten nijdig is geworden en hem bij de geneeskundige inspectie heeft aangegeven. De geneeskun dige inspecties zelf doen er maar weinig aan". „Die zogenaamde natuurgene zers waren maar wat blij toen ik de inspectie vaarwel zei. Nu moet ik de strijd vanuit de Vereniging tegen de kwakzalverij voeren. We hebben duizend leden: artsen, tandartsen, apothekers, dieren artsen en enkele juristen. Ieder een kan lid worden. Dat zou ik zeer op prijs stellen. Met die mo rele steun kan ik met meer klem een grote mond opzetten". Overigens kan dr. De Groot, ondanks zijn hoge leeftijd en on danks het feit dat hij niet in de commissie-Peters zit, nog heel goed zijn mondje roeren, getuige het laatste nummer van zijn maandblad. Daarin trekt hij on der het hoofd „Levensgevaarlijk" fel van leer tegen (nee, niet de NWP) de huisartsenenquête. Eén van die conclusies van die enquête: „Een groot aantal huis artsen heeft geen bezwaar om een opgegeven, resp. psychosomati sche, patiënt naar een onbevoeg de genezer te laten gaan, mits zij hun patiënten kunnen begelei den". Dr. De Groot meent dat hierbij een groot manco van de enquête schril aan het licht treedt. Ver zuimd is volgens hem na te gaan welke motieven de ondervraagde huisartsen tot deze uitspraak hebben gebracht. En dan komt zijn verhaal: „Een arts verklaarde zich bij de behan deling van een patiënt met long kanker in het laatste stadium niet bij machte te hebben gevoeld tot voldoende geestelijke begelei ding. Hij was nog graag ingegaan op het verzoek van de familie om een magnetiseur te raadplegen. Dank zij de tussenkomst van deze onbevoegde zou de patiënt de laatste maanden van zijn leven zeer rustig zijn doorgekomen. De arts faalde op een belangrijk onderdeel van de behandeling (de psychologische begeleiding). Hij had nooit de hulp van een onbe voegde mogen inroepen, maar de patiënt moeten verwijzen naar een wèl-bevoegde, die wel geacht mocht worden dit onderdeel van de behandeling voldoende te be heersen". Een groot gevaar volgens dr. De Groot is „dat deze onbevoeg de kan rondbazuinen dat er een samenwerking bestaat tussen hem en de arts. Patiënten zouden dan rechtstreeks naar die onbe voegde stappen". Eerst bij arts Van der Plaats van de NWP: „Onze leden mogen pas tot be handeling overgaan als de patiënt eerst bij een arts is geweest". Nóg een verhaald van dr. De Groot: „Een internist verzuchtte eens: man, schei toch eens uit met die kwakzalvers achter hun vodden te zitten. We hebben zo veel gemak van die kerels. De werkelijk zieken blijven heus wel onder onze behandeling. Maar die kwakzalvers verlossen ons van al die ouwe zeuren. En als ze la ter eens echt ziek worden komen ze wel weer bij ons terug. Het ar gument van onze kant dat het dan wel eens te laat zou kunnen zijn, werd met een handgebaar van de tafel geveegd. En de op merking dat ouwe zeuren toch ook sociaal-medisch-psychologi- sche steun nodig hebben, bleef onbegrepen". Duidelijk is dat dr. De Groot groot voorstander is van psycho logie als intrigerend onderdeel van de medische opleiding. Volgens de NWP zijn er in ons land tussen de 700 en 800 natuur genezers, van wie ongeveer de helft lid is van deze organisatie. Daarnaast is er een groot aantal amateurs. In het memorandum inzake de positie, de organisatie, de oplei ding en de praktijken van volks genezers in Nederland voor de commissie van de Europese Eco nomische Gemeenschap, stelt de NWP dat de genezer van haar organisatie geen patiënt onder behandeling mag nemen, die niet eerst een bevoegd arts heeft ge raadpleegd. De patiënt moet een formulier invullen en onderteke nen. Zonder dat papiertje dat in tegenstelling tot bijvoorbeeld Engeland en Duitsland in Neder land een papiertje blijft mag de genezer niet tot behandeling overgaan. Bovendien moet de ge nezer van elke patiënt een sys- teemkaart aanleggen, die na beëindiging van de behandeling naar het Centraal Bureau van de NWP in Hilversum moet worden gezonden. Er is verder een ver bod van reclame, van occulte praktijken en van buitensporige honoraria, alsmede een reeks van andere ethische en praktische voorschriften, die een waarborg moeten zijn voor correcte, vak kundige en verantwoorde behan deling van de patiënt. Gelijkenis De NWP lijkt in haar organi satievorm opvallend veel op een artsen-organisatie. Ethische nor men, die zij haar leden stelt, ver tonen veel overeenkomst met die van de artsen. Sedert 1963 is de NWP aange sloten bij de International Fede ration of Practioners of,Natural Therapeutics Ltd. Zij streeft er naar de Nederlandse volksgene zers op het niveau te brengen van de Duitse „Heilpraktiker" en de Britse „naturoppaths". In 1967 werd begonnen met een basisop leiding voor natuurgenezers in Utrecht en Rotterdam. Het accent valt op de vakken anatomie, phy- siologie en pathologie, terwijl daarnaast de diverse facetten van de geneeskunst worden onderwe zen. In april van dit jaar worden de eerste eindexamens afgelegd. Voor de opleiding bestond zoveel belangstelling dat de inschrijving bij het bereiken van 100 cursisten moest worden afgesloten. Van der Plaats: „Van de Ne derlandse natuurgenezers heeft 75 procent te weinig kennis van de basiswetenschappen". Waarom zo laat begonnen met de opleiding Van der Plaats: „Het is in we zen een verboden beroep. Je kunt nog zo goed zijn, wat je doet mag eigenlijk niet". Toch prijkt op vele huizen in vele plaatsen in ons land het bordje „Natuurgenezer", lid van de NWP". Geen zedenkwetsend of de openbare orde verstorend opschrift, dus dat mag. Vraag groeit De vraag naar natuurgenezers neemt in ons land. ondanks de verwoede aanvallen van dr. De Groot, nog steeds toe. Volgens Van der Plaats niet door „behoef ten aan magie" maar „door het simpele feit dat tienduizenden veelal chronische zieken door de natuurlijke geneeskunst en de natuurgenezers hun gezondheid hebben hervonden, waar in vele gevallen de medische wetenschap faalde. Dit feit, deze waarheid, dringt de laatste twintig jaar meer en meer tot de Nederlanders door". Opmerkelijk is volgens Van der Plaats dat een groot deel van de cursisten van de NWP uit de me dische hulpberoepen komt, zoals j masseurs, verpleegsters, logope- disten, pedicures. Slechts 32 pro cent van de onbevoegde genezers is volgens hem magnetiseur, het merendeel volgt de kruiden- en j diëet-theorie. Werken veel artsen met na- tuurgenezers samen? Van der Plaats: „Incidenteel, maar nog altijd meer dan de Maatschappij voor Geneeskunst mag en wil weten. De NWP zou een nauwere samenwerking toe juichen omdat dat in het belang van de patiënt is. Maar die sa menwerking is nu nog en ik vrees voorlopig nog in strijd met het medisch tuchtrecht". Het is voor de goedwillende na tuurgenezer moeilijk werken zon der medewerking van de arts. De NWP heeft een groot aantal regels opgesteld voor haar leden. Strenge regels, waarbij de praktizijn onder andere verplicht wordt gesteld een patiënt, van wie hij vermoedt dat deze lijdt aan acute inwendige infecties, of aan kwaadaardige gezwellen, aan besmettelijke ziekten en aan ge slachtsziekten onmiddellijk naar een bevoegd medicus te verwijzen. Maar houden de natuurgenezers zich wel voldoende aan de voor schriften? Zonder een wettelijke regeling moet het voor NWP toch vrijwel ondoenlijk zijn afdoende controle uit te oefenen? Van der Plaats: „Natuurlijk ondervinden wij in eigen kring net zoveel tegenstand als daar buiten. Selecterende voorwaarden van de overheid waaraan de er kende natuurgenezer zou moeten voldoen, kunnen volgens ons niet streng genoeg zijn. Maar aange zien erkenning er niet in zit V oorinaarde De minimum eis om als lid van de NWP te worden toegelaten is dat 35 procent van de behandelde patiënten genezen of aanzienlijk verbeterd moet zijn. Dr. De Groot: „In Amerika heb ben ze eens een onderzoek ver richt, waar uit bleek dat hetzelf de percentage door een placebo, dus door suggestie is genezen". Van der Plaats: „Dr. De Groot vergeet, dat de mensen die bij de natuurgenezer komen al uitge dokterd zijn, een placebo-effect al hebben ondergaan. Bovendien liggen de positieve resultaten van onze leden veel hoger". En dan komt NWP óók met een verhaal. Volgens een folder van deze organisatie, opgetekend uit de mond van wijlen dr. E. C. C. van Lennep, arts-specialist en lid van de commissie van onderzoek naar paranormale begaafdheid: „In de loop der jaren heeft een magnetiseur mij verzocht een me disch onderzoek te verrichten van een naar schatting 30 Mongolen. Men kent dit type zwakzinnige kinderen, dat op de laagste trap van verstandelyke ontwikkeling, grenzend aan idiotie, staat. Dit mongolisme geldt als erfelijk ver worven en is medisch gezien ongeneeslijk. De door de magne tiseur behandelde en door mij ge observeerde Mongooltjes raakten allen hun imbeciliteit kwijt. Ze werden weliswaar niet geheel nor maal, maar ze genazen in zoverre dat zij wel konden praten en met t Te zijner tijd zal het Nederlands instituut voor preventieve geneeskunde TNO te Leiden een enquête houden onder de patiënten van natuurgenezers om er achter te komen wat l die mensen beiveegt, wat hun ervaringen met onbevoegden zijn. Drs. E. Th. Cassee, wetenschappelijk medewerker van het Instituut hoopt met deze en voorgaande enquêtes zoveel fei- ten aan te dragen dat de discussie over de positie van de natuurgenezers uit de emotionele sfeer kan worden gehaald. Dat zou een pluspunt zijn, vindt hij. Over een reeds gehouden enquête wordt verschillend ge oordeeld. Dr. A. P. N. de Groot, voorzitter van de Vereniging tegen de kwakzalverij, spreekt van „onwetenschappelijk". Het in artsenkringen gezaghebbende blad „Medisch Contact" is er daarentegen wel degelijk over te spreken. de ofct gi lcli rd sec i v ati normale kinderen konden spelen. Men kon de door de magnetiseur behandelde Mongooltjes duidelijk in hun uiting en gedragingen onderscheiden van de niet-be- handelde. Dit feit frappeerde mij zeer". Tot beider verdriet Wie heeft er gelijk? Dr. De Groot, die een afgestudeerd arts, die de homoeopatische genees wijze toepast, in medisch-ethisch opzicht ook een kwakzalver vindt, „omdat homoeopatische genezing- van een suikerzieke, een hersen tumor of een blinde darm onmo gelijk is?" of de heer Van der Plaats, die poogt voldoende waar borgen te verschaffen voor een kwalitatief hoge natuurgenees kunst. maar charlatans, die het leven van mensen in gevaar bren gen, niet hardhandig genoeg kan aanpakken? En die charlatans zijn er. Tot groot verdriet van de natuurge nezers, die het beste met de pa tiënt voor hebben, en resultaten bereiken. Tot verdriet ook van de artsen, die op redelijke basis met deze categorie „praktizijnen" samenwerken, of zouden willen samenwerken. UTRECHT (ANP) Het medisch onderwijs wordt ern stig bedreigd door de vanzelf sprekendheid waarmee wordt gestreefd naar uitbreiding van opleidingsmogelijkheden bij niet-academische ziekenhuizen door samenwerking (de zoge naamde „affiliatie"). Scholing en keuze van onderwijskrach ten, betrekkingen tot bèta wetenschappen, contacten tus sen basisvakken en klinieken, faculteiten voor onderzoek en organisatie van „postgraduate" onderwijs zijn voorbeelden van eisen voor de opleiding van artsen waaraan alleen acade mische ziekenhuizen kunnen voldoen. Dit zegt de hoogleraar in hart en vaatchirurgie aan de Rijksuni versiteit in Utrecht, prof. dr. J. Wieberdink in het jongste nummer van het tweemaandelijkse tijdschrift „Universiteit en hogeschool". Het feit dat de universiteit zioh meer dan enige andere onderwijsin stelling bedient van dilettant-docen ten ontzenuwt volgens prof. Wieber dink niet de wenselijkheid van con centratie van de medische opleiding in de academische ziekenhuizen. In tegendeel, alleen in de gespeciali seerde ziekenhuizen is in dit op zicht verbetering denkbaar. Volgens de Utrechtse hoogleraar zijn de huidige faculteiten geworden tot zeer grote bedrijven waarin het hoogleraarschap is beladen met een wanverhouding tussen vakman schap en macht. Op medisch gebied hebben de hoogleraren in de facul teit feodale maoht gehad en behou den. Junji Hamaoka middenis door de politie gearresteerd na zijn aanslag op de Amerikaanse ambassadeur in Japan. Armin H. Meyerop de vlieghaven van To kio. De Amerikaanse ambassa deur bleef ongedeerd. Meyer was op het vliegveld om William Ro gers. Amerika's minister van Buitenlandse Zaken, uitgeleide te doen. Dit lijkt aldus prof. Wieberdink zinvol, vanuit het gezichtspunt dat vakkennis hier bepalend moet zijn. Het is echter juist voor veel me dici onaanvaardbaar gebleken dat de ontwikkeling van hun vakgebied onherroepelijk tot opsplitsing leidt. Vooral hoogleraren in de grote kli nische vakken hebben zich hierte gen verzet als betrof het ongewenst en onrechtmatig mandaatverlies. Door deze gang van zaken zijn niet-medici volgens prof. Wieber dink verkeerd voorgelicht en bij de planning van enige nieuwe acade mische ziekenhuizen wreekt zich thans wellicht de omstandigheid dat curatoren noch „Den Haag" een goede voorstelling hebben gekregen van de werkelijke achterstand. Vol gens de Utrechtse hoogleraar is de gegroeide situatie er ook debet aan dat opleidingsbevoegdheden in er kende specialismen verloren zijn ge gaan. De medezeggenschap vair hoogle raren in niet-medisohe aangelegen heden is volgens prof. Wieberdink rampzalig geweest voor de ontwik keling der academische ziekenhuizen. De hoogleraar ziet als gevolg dat verschillende hedendaagse specialis men in academische ziekenhuizen een noodlijdend bestaan voeren door de haastige supervisie van weten schappelijke medewerkers „wier ambtenaarschap alleen ten aanzien van het salaris full time is". Prof. Wieberdink schrijft verder dat het ook „treurig" is gesteld met de ad ministratieve bemoeienissen van de hoogleraren. Even rigoureus als enige decennia geleden het universitair volontair- schap werd afgeschaft, moet vo'l- j gens prof. Wieberdink nu een einde worden gemaakt aan parttime-werk- NED. HERV. KERK Beroepen te Egmond aan Zee, B. Martel te Neede. foi id tec oki qu r'nr pdi d id< Doe jrd G1 in irt tg. Amerikanen redden vissers Vijf Noordvletnamese vissers, wier schip aan het zinken was, zyn gisteren door een Amerikaanse torpedoboot- jager gered. Zy zijn naar de basis De Nang gebracht en zullen door be middeling van het Internationale Ro de Kruis naar hun communistische vaderland gerepatrieerd worden. zaamheden van wetenschappelijke I medewerkers, zeker als deze gepaard gaan met fulltaime-honorering. Prof. Wieberdink meent dat dit in de praktijk neerkomt op het vast houden aan volle dagtaken in de 1 academische ziekenhuizen tegen in- 1 komens die voor wetenschappelijk geïnteresseerden en bekwamen de vergelijking met de mogelijkheden elders kunnen doorstaan. „In plaats van een vicieuze cirkel ontstaat dan een kringloop over meer bevredi gend werk en herstel van de se lectiemogelijkheden. aldus de Utrechtse hoogleraar. VALKENBURG (GPD) Het blijft rumoerig in Valken burg. Honderden jongelui, die niet meer weten wat ze met zoveel vrije tijd moeten begin nen, zitten op stoepen, banken en trappen en in vensterban ken, luidkeels zingend, joelend en fluitend. Een weinig j spraakzame adjudant Kolle van de rijkspolitie in Valken burg is niet erg optimistisch: „Ik verwacht weer dat ongere geldheden. De tactiek die we zullen volgen, houden we ech ter binnenskamers." De politie is gisteravond in Val kenburg opnieuw opgetreden tegen straatschenners en ordeverstoorders in het centrum van de toeristenstad. Herhaaldelijk werden de straten schoongeveegd door een politie macht van ongeveer 50 man. De po litie voerde charges uit met auto's en ook te paard. Omstreeks midder nacht luwde de onrust en bedroeg het aantal arrestaties dertig. Volgens hem valt de schade die aan verschillende personenauto's zou zyn toegebracht, nogal mee. De hotelhouders in Valkenburg zijn weinig tevreden met de huidige situatie. Zij zyn van mening dat de oplossing van het jongerenprobleem in het hoogseizoen in Valkenburg reeds lang van tevoren had moeten komen. „We hadden al maanden van tevoren aan de tafel moeten gaan zitten," zei de heer Pappers, eigenaar van het hotel Bellevue en het jeugdcafé Het Witte Paard, twee gelegenheden waar het Valkenburg- se rumoer zich voor het grootste deel concentreert. „Er was zelfs een soort rondeta fel-conferentie beraamd tussen ho telhouders, eigenaars van jongeren- cafés, het gemeentebestuur en de politie. Maar dat plan Is op de een of andere manier in het slop ge raakt." De heer Pappers vindt dat de oor zaak van de ongeregeldheden in Valkenburg te wijten zijn aan de eenzijdigheid van het geboden amu sement: „Die jongelui vervelen zich. Het Valkenburgse amusement is afgestemd op de oudere generatie die met hun kinderen wat vertier willen zoeken en toch in een stad wensen te blijven. Ze vervelen zich, drommen bij el kaar, er wordt gein getrapt, voor bijgangers worden geprovoceerd en dan kan het niet anders of er komt een uitbarsting. Niet in de laatste plaats gestimuleerd door de vele kijklustigen en op 't op rellen beluste publiek dat zich op een afstand ver dringt om toch maar niets te mis sen. Toch zijn er maar weinig toeris ten in Valkenburg, die hun boeltje pakken wegens de rumoerige sfeer. De meesten weten dat het tijdens de bouwvakvakantie in Valkenburg niet al te rustig is en hebben zich daarop voorbereid. Bovendien zijn het gro tendeels bouwvakkers die nu een maal alleen deze twee weken vakan tie hebben en dus geen andere perio de kunnen uitkiezen om in Valken burg hun vrije dagen door te bren gen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1969 | | pagina 8