oep koken: voor huisvrouw een kunst, voor fabrikant een moeilijk vak K E|h pB De ideale huishoudster: een hippe robot open we te weinig: Consument is behoudend iwe twijfel in iak-Merckx Moederlijke overpemzi ng Titel op 50 hm voor Pijnen iAG 7 JUNI 1969 LEIDSCH DAGBLAD PAGINA 17 Soep bestaat al „duizend eeuwen", zegt men. De alleroudste soep: gekookt in een kuil in de grond die bekleed werd met dierenvellen, gevuld met water en vlees en op temperatuur gebracht met wit-heet gemaakte brokken steen. De jongste soep: kant-en-klaar uit blik of pak, met een minimum aan werk en afwas op tafel. Na die duizend eeuwen eet de mens nog steeds soep, al ver schillen de „soepgewoonten" per land. In de Westeuropese landen staan de Belgen in het totale soepverbruik (inclusief zelfgemaakte soep) aan de top: 80 liter per hoofd per jaar. De Italiaan eet per jaar 65 liter, de Fransman 45 liter, de Neder lander 40 liter en de Duitser 30 liter. Als het om uitsluitend 'fabrieksmatig' gemaakte soep gaat liggen de verhoudingen echter anders. Dan staat Nederland bovenaan met 17 liter per hoofd per jaar, gevolgd door Duits land (15 liter), Engeland (13 liter), Frankrijk (11 liter) en Bel gië (8 liter per hoofd per jaar). Deze en nog veel meer zaken over soep hoorde onze mede werkster achter de schermen bij de merkartikelendivisie van Koninklijke Scholten-Honig NV, een Nederlands bedrijf dat zich al een kleine veertig jaar met droge soepen en sinds en kele jaren ook met bliksoepen bezig houdt. In nevenstaand ar tikel iets meer over 'soep koken in het groot'. PffSHw«"iiiIIBB 0on mijn kinderen het i van verzamelenloei meer achter zich hebben wor lucifersmerken niet tte belangstelling tonen, toch nooit nalaten de utjes bij een bepaalde fir- Setrekken. Want de daar serie bestaat uit old-ti- amet van auto's, maar van 25|. En het fascineert me te l ijverig, vindingrijk, pr1- speels er tussen 1880 en rd geëxperimenteerd met Iers. driewielers, tan tedalen, stuurinrichting, nVing MBe rijwielen missen de van de oude auto's; ze niets vertederends. Het andige constructies van spaken, met mensho- gecombineerd met wiel- i een poppewagen. On~ 'tr in het verkeer. Le ft. \arlijk om te bestijgen of 35/e». alleen geschikt voor zen. levensmoeden, en bUesten die geleerd had- ze moesten vallen zon- soirnstig te bezeren. 07MJftig jaar," zei Adri- ihen onze kleinkinderen om onze maanraket- -*zijn in hun ogen dan net ekkend als de gekke fiet- te negentiende eeuw in ohet niet. Tegenwoor- uitvinders in teamwork toria bezig. Wat ten slot- 9i handen en brein komt KeiQeen schoon van vorm, •k praktisch doordacht, ibaar. Uitvindingen gc- \iet meer in het wilde Pmngenieurs zijn daarvoor L *Yp de hoogte van de na- zn; ze rekenen eerst en i pas construeren. rendketten zullen over hon- r in een museum geen nt van vertedering oproe- tnvolmaaktheid van on- Ibrengselen schuilt niet i de zonderlinge vorm of bslukte experiment; het imitieve aan onze ver- Hellen zal dan de brand- en dus de motor. Niet fke vorm. I'eler Woche AP) Uit 24 landen zijn 7 aanmeldingen ontvangen Kieler Woche." die van 22 tti wordt gehouden. Tegen- ■^761 Duitse inschrijvingen M 296 uit het buitenland, Br 27 uit Nederland. Voor •Hen is 'de inschrijving zo 1), dat de wedstrijdleiding n was de deelnemers in sne groepen in te delen. N (ANP) Er is gisteren •Jjfej gerezen in de doping- Ifldie Merckx. In Milaan ttd, dat Merckx 20 uur na dopingcontrole aldaar aan ttelt door twee hoogleraren een onderzoek heeft laten 1 Hierbij zijn zelfs niet de C_v sporen van een stimulerend «getoond. Volgens de Mila- flalisten had deze controle, d op uitdrukkelijke wens Belgische wielerbond en in Ql&eid van drie journalisten, r nog resten van dope moe- Oen, temeer daar bij het ■^erzoek een bijzonder ster- het licht kwam. Henk is van dergelijke overzee- gingen niet onder de indruk. „Ik iveet wat het volmaaktste en nooit te overtreffen vervoer middel is," zegt hij. „De Hoovercraft?" vraag ik belangstellend. „Dit." Hij sloeg zich op de dijen. „De benewagen." si:— Misschien heeft hij wel gelijk, dacht ik verrast. Lopend kun je overal komen, ook daar waar het rijwiel, de auto. de helikopter geen toegang kunnen forceren. Op reis leer je een vreemd land niet kennen als je niet op een be paald moment de auto langs de kant zet en te voet de onher bergzaamheid intrekt, of de stad gaat ontdekken, of in de kloven afdaalt, of door snelstromende beken waadt. En allen hebben we ervaren, dat ofschoon lopen niet vlugger dan stapvoets gaat, je toch aanzienlijke afstanden te voet kunt afleggen wanneer je stevig doorstapt en zelfs in verrassend korte tijd! In diepzinnige publikaties waarmee de kranten tegenwoor dig vol staan, wordt herhaalde malen gesproken over het „ver- vreemdings-effect" van de mo derne mens. Hij dreigt zijn con- tact met de wereld te verliezen, hij voelt zich steeds meer ont worteld: vreemdeling alsof hij er niet meer bij hoort. En het is waar. Misschien lopen we te weinig. Als we reizen willen ive heel vlug op de plaats van be stemming zijn en liefst een stuk je van „onderweg" overslaan. Daarom maken we gebruik van snelwegen, tunnels, viadukten of vliegtuigen. De aarde echter be leven we niet meer. we voelen dat we steeds minder deel uit maken van onze wereld. En ik denk huiverend aan de kosmo nauten die zich aan de aardse zwaartekracht wisten te ontwor stelen, die zomaar" door de ruimte vliegen en omkijkend de aarde als een glanzend juweel in het heelal zien hangen. Wat gaat er op zo'n moment door die men sen heen? Het begon met het rijwiel, met dwaze primitieve constructies van stangen en spaken en het eindigt met vervreemding. De enige remedie tegen dat toene mende onbehagen van de ver vreemding is misschien toch weer: lopen. Wandelen door bos sen. over heuvels en bergen, liefst in de onbegaanbaarheid. De paden en wegen verlaten, dwars door de wildernis strompelen waar zelfs een paard zijn benen zou breken, maar waar onze voe ten toch altijd nog wel een steun punt kunnen vinden. Want Henk heeft het goed gezien: een beter vervoermiddel clan benen bestaat er niet en zal er nooit bestaan. Wel sneller, sterker, comfortabe ler, veiliger. Maar niet beter. THEA BECKMAN De vrouw van een onzer minis ters heeft onlangs in een inter view verklaard dat zij al haar soepen zelf kookt en dat haar echtgenoot derhalve thuis nim mer soep-uit-een-blikje krijgt. De Nederlandse soepfabrikanten lig gen van deze mededeling waar schijnlijk niet wakker. Ook zon der ministeriële assistentie gaat het in Nederland wel goed met de „fabrieksmatig bereide" soe pen. Weliswaar koken nog heel veel huisvrouwen zelf haar potje soep, maar in de totale soepconsumptie krimpt het aandeel van de in eigen keuken gemaakte soepen langzaam maar zeker in, al wordt het op het ogenblik nog wel geschat op tweeder de van de totale „soep-plas". Die tweederde is dan ook weer geen zui vere home-made soep, want in heel wat keukens wordt tegenwoor dig dankbaar gebruik gemaakt van de produkten van de soepindustrie, door ze op de een of andere wijze te combineren met zelfgetrokken soep of bouillon. Maar de industrieel bereide soepen hebben een belangrijk stuk van de keuken veroverd en de gemaksfactor speelt daarbij geen geringe rol. De grote groei zit vooral in de bliksoe pen, terwijl daarnaast een aparte markt groeit voor speciality's op soepgebied. Droge soepen beheersen echter nog steeds het leeuwendeel van de markt Niet eenvoudig „Soep maken is een kunst", zeg gen huisvrouwen en in die opmer king klinkt niet zelden enige IJdel heid door. De „grote soepmakers" van de industrie zeggen het een beetje anders: soep maken is een vak en bovendien een moeilijk vak. Om te beginnen hebben ze te ma ken met in totaal ongeveer honderd- dertig verschillende grondstoffen voor de soepen. Met kruiden, groen ten, meelprodukten, vleessoorten (al les fabrieksmatig gedroogd) en met speciale bindmiddelen die het schep je maizena of de lepel bloem uit de zelfgemaakte soep van de huisvrouw I vervangen. Nu lijkt het verder nogal eenvou dig: alles gaat in de indrukwekken- I de meng-apparatuur en de reusach tige kookketels van zo'n soepfabriek en na verloop van tijd komt het er als soep uit. De praktijk blijkt aan zienlijk ingewikkkelder. Ziehier een bloemlezing uit de factoren, waar mee de soepfabrikant rekening moet houden: in de eerste plaats moeten zijn soepen een „eetlustopwekkertje" zijn. Met die functie houdt een goe de soepmaker nog altijd sterk reke ning en dat betekent dat de combi natie specerijen-vleesextracten-zout van het grootste belang is. Voor de verschillende soorten dro ge soep zijn vervolgens de verpak kingen een detail om wel even bij stil te staan. Ze moeten vochtwerend zijn, anders schudt de huisvrouw na een week of wat alleen nog maar een onappetijtelijk bruin papje uit het pak. Grondstoffen kunnen zich in on derlinge combinatie wispelturig ge dragen en daarmee kan dan weer sa menhangen, dat een bepaalde ver pakking voor de ene soort soep doel treffend is. maar voor de andere soort totaal niet deugt. Grote vijf Primaire eisen zijn voorts dat de soepen lichtverteerbaar zijn (al geldt I dat niet voor erwten- en bonensoe pen dat de voedingsstoffen zo vol- maakt mogelijk zijn uitgebalanceerd, de kleur aantrekkelijk is en dat de consument ze aantrekkelijk vindt. En op dat punt krijgt de soepfabri kant te maken met een materie waar de soepkokende huisvrouw in haar keukentje geen weet van heeft. Want de smaak van de consument is een grillig iets. Die consument wil. bijvoorbeeld, in een restaurant graag een fijne soep vooraf eten, zoals os- sestaart, champignon en asperge. Maar wat wil hij thuis eten? Nog al tijd de klassieke .grote vijf" ln de I soepwereld: vermicelli, groente en Julienne (wel eens de soepen van het eerste uur genoemd), onmiddellijk gevolgd door tomaat en kip. Die consument maakt tegenwoor dig in zijn vakantie kennis met de buitenlandse keuken. De invloed van de vreemde keuken is dan ook merkbaar in de soepindustrie maar met mate. Want de ervaring heeft geleerd dat de Nederlander die in het buitenland enthousiast is over, bijvoorbeeld, een echte goulashsoep, in Nederland de neus ophaalt voor zo'n echte goulashsoep naar origi neel recept. Hij wil in eigen land ook wel goulashsoep eten, maar dan moet ze toch wel even anders zijn dan de originele Meer „aangepast". En dat betekent voor de soepindu strie weer extra kopzorgen. Ieder land heeft trouwens zijn soep-eigenaardigheden en men on derscheidt zelfs drie grote smaakge- bieden: Nederland, de overige EEG- landen en de landen buiten Europa. De soepen die naar verschillende landen worden geëxporteerd zijn dan ook onderling verschillend, al is dat verschil vaak miniem en voor de buitenstaander nauwelijks te proe ven. Foto boven: De „grote soep makers" aan het werk. In deze machines worden bouillonmate riaal, gedroogde groenten, deeg waren (zoals vermicellivetten en verdere ingrediënten voor de „droge soepen" gemengd. Foto links boven: ,£oep ko ken in het groot". In grote ketels worden de kruiden en vetten sa mengevoegd die voor de fabricage van „droge soepen" onmisbaar zijn. Met droge soepen bedoelt de fabrikant zijn produkten tuelke in droge vorm in kartonverpak king in de handel worden ge bracht. langrijke gegevens aangedragen en in de proefkeukens is, onder supervi sie van een kooklerares, eindeloos ge keurd en geproefd. Ook de Nederlandse huisvrouw draagt een steentje bij aan het uit eindelijk resultaat.; bÜ het proeven van nieuwe soepen worden (steeds wisselende) panels van huisvrouwen ingeschakeld. En wat doen de .gro te soepmakers" als er geen nieuwe soep op het programma staat? Ze zijn continu bezig met het perfectio neren van de smaken van de be staande soepen, ze waar nodig te veranderen, ermee te experimente ren en ze (vooral) aan te passen aan wat het publiek wil. Kortom: de moderne soepfabrikant heeft, ook fi guurlijk, dag en nacht zijn (soep) potjes op het vuur staan. Smaak- ontwikkeling (ADVERTENTIE) DAMESMODE in exclusief jonge stijl... BREESTRAATI08Q-II2 LEIDEN Soepeters zijn dus blijkbaar over al ter wereld een eigenzinnig en iet wat behoudend volkje. Toch is er sprake van een smaakontwikkeling in de richting van het exotische en exclusieve, maar die gaat (althans in Nederland) heel erg langzaam. Mede daardoor wordt het soepas- sortiment in Nederland niet noe- j menswaard groter; er gaat wel eens een smaak uit, er komt weer een nieuwe bij en op den duur zal er wel licht een markt groeien voor een af- zondelijke sector „bijzondere soepen" van hoge kwaliteit. Als op zeker ogenblik een nieuwe aep tot stand komt, is er achter de I schermen van een soepfabriek heel wat gebeurd. Er is vooral een he- leboel research in eigen laboratorium aan te pas gekomen, de smaakmo- gelUkheden zijn grondig getest, het marktonderzoek (altijd een rijke bron als het om de „soepgewoonten" van de consument gaat) heeft be- NIJMEGEN (ANP) René Pij nen is gisteravond in het Goffert- stadion in Nijmegen Nederlands kampioen geworden op de 50 kilome ter zonder gangmaking voor be roepsrenners. In een felle eindsprint was hij Leen Poortvliet en Jan van der Horst net iets te snel af. Dit drietal nam na ongeveer 7% kilome ter al de leiding en heeft deze on danks verwoede aanvallen niet meer afgestaan. Reeds in het begin van de strijd gingen Gerrits, Poortvliet en Vlanen er van door. Zij werden snel door het peloton Ingelopen, maar j Poortvliet demarreerde opnieuw. HiJ kreeg Jan van der Horst en René Pijnen aan zijn wiel Zij slaagden er in in eendrachtige samenwerking de voorsprong te vergroten. De meest serieuze tegenzet kwam nog van Post en Stevens waar zij kwamen toch niet bij de drie koplopers. In de eind sprint toonde René Pijnen zich ten slotte de sterkste. Hij is de nieuwe kampioen op dit nummer sinds Arie van Vliet in 1955 deze titel voor het laatst opeiste. Er waren ongeveer duizend toeschouwers EN Bloemen water geven gaat Miss Honeywell zeer gemakkelijk af Zelfs de meest verstokte vrijgezel kan nu zonder gevaar en zonder in opspraak te komen een aardig meis je voor het huishouden engageren. Miss Honeywell is er voor alle kar weitjes die een vrouw in huis kan verrichten. Zij draagt een nauwslui tende maillot, een rode mini-Jurk met col die wordt opgehouden door een zwarte centuur en zwarte laar- ZEN. Zy veegt, draagt de bagage en de aktentas van de „baas" als hij naar zijn werk vertrekt, schenkt koffie. ?eeft de planten water, steeds met dezelfde stralende glimlach en zon der ook maar een fout te maken Als zij klaar is, trekt zich weer te rug in haar kist Zeker, haar kist, want de Juffrouw in kwestie is een robot, De meest charmante robot, die ooit vertoond is. Een klein pakket geprogrammeer de systemen en op transistors wer kend brein stellen haar in staat om alle huishoudelijke bezigheden te ver richten. Een dergelijk wonder is, echter oog niet direct voor ons weggelegd, vant het betreft een prototype dat nergens te koop is. Op de elektroni sche tentoonstelling in Atlantic City (Ver. Staten) is deze robot gepre senteerd, bestuurd door een compu ter waarvan de prijs varieert tussen 350.000,- en 3,5 miljoen gulden. Het brein van de robot be vindt zich in de romp.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1969 | | pagina 17