Hemingway praatte zichzelf op voetstuk van super-held t Is elke dag verjaardag, met aardbei Een erg aangrijpend epistolair document Kunstenaars eisen beslissingsrecht Monografie over Richard Strauss Volgens de biografie van Carlos Baker Leven en dood van Marcel Polak VRIJDAG 30 MEI 1909 PAGINA 23 ADVERTENTIE (Door mr. H. L. Leffelaar) WASHINGTON (GPD) Ernest Hemingway moest niets van biografieën heb ben. Ongeveer tien jaar voor zijn zelfmoord in 1961 in Ketchum, Idaho, werd hij benaderd door professor Car los Baker van de universiteit van Princeton met een ver zoek om gegevens voor een studie van zijn werk. He mingway, van nature wan trouwig, schreef terug dat zijn leven 'niet belangrijker was dan mijn lichaam wan neer ik dood ben'. Carlos Baker dacht daar anders over en heeft na ze ven jaren werk een biografie afgeleverd, die aanspraak kan maken op de rangschik king van een standaard na slagwerk. Het is een kolos saal boek geworden van 697 bladzijden, waarvan 130 aan tekeningen en voetnoten, geïllustreerd met een groot aantal onbekende foto's uit verschillende perioden van Hemingways onvoorstelbaar wild geschakeerde leven. Als hoogleraar in de Engelse let terkunde heeft Baker misschien on gewild Hemingways boeken en min der zijn leven als uitgangspunt geno men. Het heeft het voordeel dat een inzicht wordt verkregen hoe He mingway personen en gebeurtenissen samensmolt en verwerkte in zijn ro mans en korte verhalen. Dit is voor al interessant voor zijn eerste twee romans „A farewell to arms" en „The sun also rises", waar Baker onbeken de gegevens over opdiept. Maar deze werkwijze heeft het belangrijke na deel dat Bakers aandacht voor He mingway, de man, verslapt wanneer er geen direct verband valt aan te j wijzen met diens literaire bezighe- i den. Dit is het geval met Heming- ways laatste jaren, toen hij geteis- terd door een neurose die op een psy- j chose begon te lijken, niet meer tot schrijven kwam en zelfs met moeite een volzin kon uitbrengen. Over deze j tragische periode van verval heeft l Aaron Hotchner meer en interessan- tei-e bijzonderheden gegeven in zijn boek „Papa Hemingway", dat in 1966 verscheen en dat toen in het nieuws kwam omdat Mary Hemingway een proces verloor, waarmee zij gehoopt had de publikatie ervan te voorko men. Medewerking Baker heeft alle medewerking van Hemingway's weduwe gehad, en het is de vraag in hoeverre deze hulp hem ervan weerhouden heeft met j volledige openheid over een man te j schrijven die zich met zijn bizarre gedrag meer vijanden dan echte vrienden verwierf. Ook is het een vraag of deze relatie er de oorzaak van is, dat Baker zich bijna angst vallig onthoudt van een persoonlijke visie op Hemingway. Het ontbreken van enig commentaar op het werk en op de man zelf is een van de ernstigste tekortkomingen van deze biografie, die daardoor af en toe een merkwaardige leegte vertoont als- of er een dimensie is weggevallen. Toch valt er veel bijzonders over He- j mingway in Bakers boek te lezen. Nieuw voor ons was dat hij zijn le ven lang de behoefte heeft gehad zichzelf met gefingeerde gebeurtenis sen op het voetstuk van een soort super-held te praten. Een goed voorbeeld hiervan is He mingways versie van zijn aandeel in de bevrijding van Parys. Hoewel hij 1 als oorlogscorrespondent niet geacht werd aan leger-activiteiten deel te nemen, had hij zich naar zijn eigen j zeggen, aan het hoofd gesteld van een groep Franse verzetsstrijders, met wie liij zich toelegde op het ver- j zamelen van inlichtingen over de j Duitse posities. Hij vertelde later dat hij erin geslaagd was alle gegevens te verzamelen over weg-barricades. luchtdoel-afweer en artillerie-ge schut, mijnenvelden en leger-eenhe- den tussen Rambouillet en Parijs. Dank zij hem, zei Hemingway, had generaal Leclerc van de Vrye Fran sen Parijs kunnen binnenruk ken. Over wat er in werkelijkheid gebeurde zijn zoveel afwijkende ver halen van anderen in omloop, dait professor Baker volstaat met het vermelden van de belangrijkste ver sies. Enkele weken na de val van Pa rijs werd Hemingway gesommeerd voor de krijgsraad-te-velde te ver schijnen, daar door andere oorlogs correspondenten. die het land had den aan Hemingways gepoch. een aanklacht was ingediend. Ten over staan van de griffier ontkende Hemingway onder ede dat hij ooit troepen had aangevoerd of inlichtin gen had verzameld, maar hij zei la ter weer tegen vrienden dat het de eerste keer was geweest dat hij meineed had gepleegd. Busch als zanger en Villared zei dat Hemingway er de voorkeur aan had gegeven ze niet onder zijn eigen naam te laten verspreiden. Busch is de beroemde volkszanger uit de pe riode van de Spaanse burgeroorlog. We vonden het vreemd dat Heming way diens naam gebruikte, maar twijfelden niet aan Villareals ver haal. Na Bakers biografie gelezen te hebben, is mij zonder meer duidelijk geworden dat Villareal een van de slachtoffers was van Hemingways kinderlijk gebluf. Deze biografie is het enige boek dat we kennen, waarvan de toege voegde aantekeningen en voetnoten absoluut onmisbaar en bovendien ook leesbaar materiaal verschaffen. Men kan er bijvoorbeeld in lezen dat Hemingway, die zich lovend had uit gelaten over Malraux' „La condition humaine," eigenlijk van mening was dat wanneer Malraux naam had moeten maken in Amerika, de link se critici hem zouden hebben gevild. Of het detail dat hij zich zo schaamde voor een in een vuistge vecht opgelopen blauw oog, dat hij thuis bleef totdat het was wegge trokken en er zijn hand ophield wan neer er bezoekers waren. Of het vreemde incident uit de Tweede We reldoorlog toen hij op een avond zijn met schapewol gevoerde vest uittrok en met een pen op de linker borst een aantal medailles tekende, en op de rechterzijde de acties schreef waar hij als correspondent bij was geweest Even later kraste hij deze versierselen door en zei dat hij bezig was zijn vest te camoufle ren. Deze details hadden ndet beperkt moge blijven tot voetnoten, maar I verdienen een eigen plaats in iedere biografie. Hemingway was iemand die groter probeerde te zijn dan zyn! eigen leven en persoon. Er is ver- j moedelyk geen ander die hem evenaren kan in de veelheid van zijn activiteiten en in het aantal mensen dat zyn leven binnen kwam en weer verliet. Dit zyn belangrijke j handicaps voor een biograaf die uit! een overvloed van gegevens de figuur i moet distilleren die de beschrevene i naar zijn mening was. Professor Ba ker is daar naar onze smaak niet in geslaagd. Hij had uitgebreider, zelfs vollediger kunnen zijn, minder selectief. Zijn Hemingway is wel ie mand van vlees en bloed geworden, maar het is iemand van wie wij meer willen weten dan de onuitge werkte hints en schetsmatige feiten die Baker geeft. Toch is Bakers bio grafie een onmisbaar boek. niet voor hen die graag biografieën lezen, maar voor de Hemingway-afficiona- dos die deze curieuse Amerikaanse schry.ver van boek tot boek bleven volgen en behekst werden door zijn charme, magie, en vakkundigheid. Voetbal De eerste-divisieclub Veendaim heeft in Emmen het Ne-i deiiamdse militaire elftal met 21 verslagen. In een matige wedstrijd i scoorden Nier-huis en Ooft vooi Veendam; voor de militairen doei- puntte Jeuring (FC Twente). bewaarde huis „Fince Vigia" van Hemingway buiten Havana bezoch ten. René Villareal, die hem twintig Jaar als huisjongen diende, liet ons toen een grammofoonplaat zien en vertelde dat het een opname was van door Hemingway in het Duits en Spaans gezongen liederen uit de Spaanse burgeroorlog. Hij liet er een paar horen op een oude gram- Ernest Hemingway met een nagemaakte zeevis die werd ge bruikt bij filmopnamen van zijn boek „De oude man en de zee", waarin Spencer Tracy de hoofd rol speelde. mofoon in een hoek van de intact ge bleven huiskamer. Het etiket op de plaat gaf echter de naam Ernst Simon Vinkenoog: Leven en waar allerwege zo over geklaagd soort in memoriam by schrijven, dood van Marcel Polak. De wordt. Het is mogelijk dat geliefden Gezien de in zijn beknoptheid wer- Bezige Bij (Amsterdam). elkaar nog van het overkropt ge- kelijk voortreffelijke persoonlijk- moed uit schrijven. Ik weet dat niet, heidsschets getiteld M.P. en de in- Het epistolaire talent is aan het ik wil het wel aannemen. Maar ook leiding tot de brieven zelf. die men 1\>t directeur van de Aoel- uitsterven- Als iemand iets te zeg- hier zijn mijn twijfels gerezen sedert zonder overdrijving uitstekend ge- doornse schouwburg Orpheus is be- gen heeft- rukt hü de telefoon van ik de anekdote hoorde van de moer formuleerd en volkomen uitgeschre- noemd de heer J F van As thans de haak en zegt het- De moderne der> na een half uur óók wel ven stukken proza kan noemen, is directeur van de Rotterdamse mens ÉPJHt zich noch de aandacht eens wilde telefoneren. Toen zy het eeuwig jammer dat de antwoord- Sohouwburg. De heqr Van As zal zijn YOOr zÜn eigen reacties en overpein- haar dochter vroeg wat ze deed met brieven van Vinkenoog. niemand benoeming per 1 juli aanvaarden, zingen noch de tijd om, indien hij de microfoon aan haar oor zonder weet waar ze terecht zijn gekomen Hij volgt de heer M. L. Deinum op. zich al daarvan bewust zou zijn. die een woord te zeggen, antwoordde de en de lezer dus onthouden moeten Deze ging destijds heen nadat een op te schrijven voor een vriend (in), dochter met spanning in haar stem: worden. Desondanks geeft Vinken- controverse met sohouwburgcommis- Ik denk wel eens dat dit een van de j „Piet en ik luistei-en naar eikaars oog, zoals ik al zei, in zijn inleiden- sarissen over het zakelijke beleid oorzaken is van het gebrek aan con- ademhaling." onoplosbaar bleek tact en dus van de vereenzaming j Gebluf Een soortgelijk geval van mystifi catie deed zich in onze ervaring voor toen we in 1966 het als museum BRUSSEL (GPD) Thomas Mann schreef na een opvoering van Parsifal in Bayreuth in 1902: Wagners muziek is het mo dernste en laatste. Niemand gaat verder. Het vooruitstreven de van Strauss is geleuter. Byna tezelfdertijd noemde Ro- main Rolland hem „dichter en musicus tegelijkertijd" en een „schepper van heldengestalten". Willi elm II beschouwde hem als „een mooie slang, die ik daar aan mijn boezem heb gekoes terd". Zyn vader, een in zijn tijd be roemde hoornist, schreef, hem na de première van Don Juan: „Naar ik hoop ben je door de uitvoering van je werk er nu van overtuigd dat je in de toe komst met het koper wat zuini ger moet zyn en minder be dacht op de uiterlijke glans. De componist, waarover het ln die citaten gaat, is dus Ri chard Strauss. Bij velen is hij bijna alleen bekend als de com ponist van een opera. „Der Ro- senkavalier". In werkelijkheid is hy de maker van meer dan hon derd en zestig werken: opera's, symfonieën, concerten voor solo instrumenten en orkest, een Olympische hymne voor de spe len van 1936, filmmuziek, koor werken. liederen enzovoorts. Aan hem is een nieuw deeltje van de bekende reeks Rowohlt monografieën gewijd: „Richard Strauss in Setibstzeugroissen und Bilddokumenten", verzameld door Walter Deppisch. Enerzijds heeft Deppisch het voordeel gehad dat Strauss zelf veel over zyn leven heeft gepu bliceerd maar anderzijds werd daarmee ook de keuze moeilijker. Het pleit voor hem dat hy uit die herinneringen en brieven van de meester zo'n gaaf beeld heeft samengelezen. zoals Deppisch in nauwelijks 160 pagina's waarvan meer dan een derde door illustraties wordt ingenomen een beeld van het leven en het karakter van Strauss heeft gegeven. Ook de voor de componist moeilijke Ja ren van de Tweede Wereldoorlog Richard Strauss is wat men noemt een vroegrijp talent, ge weest. Hij was vier toen hij zijn eerste pianoles kreeg, dertien toen hij zijn eerste werk compo neerde: Festmarsch für grosses Orchester (vijf jaar later werd dit opus 1 bij Aibl uitgegeven). In 1884 heeft hij, twintig jaar oud, voor het eerst voor een or kest gestaan om een eigen com positie te dirigeren. Een dag voor zyn vyf en tachtigste verjaar dag. 10 juni 1949, dirigeerde hij voor het laatst (8 september 1949 is hy overleden) de finale van het tweede bedrijf van zijn Rosenkavalier. In de vijf en zestig tussenlig gende jaren heeft hy vrijwel de gehele wereld bereisd om uitvoe ringen en eigen werken te lei den. In 1897 heeft hij voor het eerst in Nederland gedirigeerd. Hij is er later verscheidene ma len teruggeweest. Het is bewonderenswaardig. gaat hy niet voorby: hij blijft uiterst, objectief. Misschien is het langzamerhand alles ook al weer zo lang geleden dat men wat zuiverder kan beoordelen. Strauss had altijd veel gedaan voor het hooghouden van de «tand en de sociale positie van de orkestmusici. Reeds in 1915 had hy zich ook beziggehouden met problemen van auteursrecht voor componisten. Dat verklaart waarschijnlijk waarom hij in 1935 een benoeming als presi dent van de „Reichsmusikkam- mer" heeft aangenomen. Twee laar later is hy afgetreden na publikatie van een brief van Stefan Zweig. zijn libretto schrijver na de dood van Von Hofmannstahl. Die brief kwam in handen van de Gestapo en die vond bepaalde passages niet te dulden: Glauben sei, schreef Strauss o.m. dass Mozart be- wusst „arisch" komponiert hat? En verder: Für mich existiert dat Volk erst in den Moment, wo es Publikum wird. Ob dassel- be aus Chinesen. Oberbayern, Neuseelandern oder Berlinern besteht. ist mir ganz gleichgul- tig. wenn die Leute nur den vol len Kassenpreis bezahlt haben. Het is merkwaardig materia lisme dat Strauss overigens lang niet vreemd moet zijn ge weest. Er schijnen over zijn geld zucht vele anekdoten te bestaan. Deppisch geeft er niet veel. Hij schrijft, in verband met dat voorzitterschap van de „Reichs- musikkammer" nog dat Strauss zich nooit aan antisemitisme ls te buiten gegaan. In een van zijn aantekenschriften heeft men trouwens een scherpe veroorde ling er van gevonden. Hij noemde het daarin „een gemeen strijdmiddel van de talentloze, luie middelmaat tegen hoge geestelijke begaafdheid". Leven en werken van Richard Strauss trekken zo in dit be knopte boekje aan de lezer voor bij. Opera na opera wordt bespro ken en gekarakteriseerd door Strauss zelf of door anderen. Merkwaardig is het. dat lang niet alle werk van hem direct succes heeft gehad terwijl ook de tijd thans al schijnt te heb ben gezeefd. „Hij heeft", zo be sluit Deppisch „geen eigen Bay reuth nodig gehad, de wereld is zyn schouwburg geweest". Zoals in alle boeken in dezelfde serie bevat het een ty'dtabel, een uitgebreide literatuuropgave een catalogus van het werk en een discografie. Literaire kroniek de herinnering een voortreffelijk beeld van zyn eigen indruk van de mens, die de brieven geschreven heeft. Hij heeft de adequate uitdruk king gevonden voor de genegenheid die hy voor de getalenteerde en tra gische zonderling die Marcel Polak geweest moet zijn, gekoesterd heeft. De verhouding tussen de beide zo zeer in leeftijd verschillende man nen ls op zichzelf al merkwaardig genoeg in die zin dat het de jongste, Simon Vinkenoog, is die een wel haast vaderlijke rol speelt. Dat houdt in dat hij zijn oudere vriend de kritiek ook niet gespaard heeft. De oprechte en nergens opzettelijke kritiek trouwens, zoals die in ware vriendschap uitgesproken kan wor den. En hiermee komt een tweede interessante kant van deze documen ten voor de dag: de uiting van een genegenheid ondanks alles, dit zeld- veel families kan men nog bundels zame verschijnsel dat op twee ma- brieven aantreffen van iemand met nieren Vinkenoog siert, omdat hij een epistolaire aanleg en wel ver tot dit gevoel in staat is geweest en van te willen beweren dat al die be- omdat hy er uitdrukking aan heeft waarde brieven de moeite van het kunnen geven in zo ontroerende publiceren waard zouden zijn, lijkt j vorm. Hier tegenover staat de grote het me toch dat daarin talrijke we- aanhankelijkheid van Polak ten op- tenswaardigheden over levensvorm, i zichte van Vinkenoog, die wonderlijk denkwijze en tijd in te vinden moe- genoeg uit elke regel van de nuch- ten zijn die tot beter begrip van het1 ter gehouden en intellectuele brie- menselyk bestel van belang zouden ven spreekt. Vinkenoog heeft de kunnen zyn. Ik heb het begrip „men- brieven in zyn uitleg voldoende met selijke inhoud" voorop gezet, want gegevens en data omspeeld om de zonder persoonlijkheid, zonder zui- lezer geheel au fait te laten zijn. vere eigenheid, komt er natuurlijk Marcel Polak moet oorspronkelijk door Clara Eggink Aangenomen dat schrijven als kunstuiting een combinatie is van menselijke inhoud en oefening, is dat wegvallen van een vorm waarin zich sommige niet officieel schrij- venden uitdrukten, een verlies. In ondanks alle oefening niets van be lang tot stand. Men moet het. om het simpel te zeggen, „in zich heb ben" om gewone en ongewone zaken net anders te zien of aan te voelen. Men kan het in deze tijd rondweg opzienbarend noemen dat een schrij ver van nu in heeft gezien, dat de brieven die hij van een zestienjarige ontving, zoveel menselijke inhoud hebben, zo zuiver eigen zijn, dat hy ze heeft willen publiceren en er een BBK Amsterdam uit alle overheidscommissies getreden. AMSTERDAM (GPD) Nog vooi de laatste student door de politie uit het Maagdenhuis was gedragen had den de beeldende kunstenaars de hoofden reeds bijeengestoken om eveneens het recht te eisen van me debeslissing Na enige voorvergade ringen kwamen zy zaterdag in Am sterdam bijeen op de buitengewone ledenvergadering van de beroepsver eniging van beeldende kunstenaar? (BBK). Er heerste een enorme strijdlust die onder meer heeft gere sulteerd in een protestbrief aan de beroepsvereniging van creatieve tele visiemedewerkers wegens het niet- uitzenden van opnamen uit hel Maagdenhuis, die de studenten in een beter daglicht zouden kunnen stellen en voorts in de vorming van een actiecomité dat medebeslissings recht vooi- de kunstenaar eist. De eerste stap was het terugtrek ken van de BBK-vertegenwoordiging uti de Raad voor de Kunst. De vol gende stap is gistermorgen op een vergadering in Arti et Amicitiae in Amsterdam genomen: terugtrekking van de vertegenwoordigingen uit plaatselijke kunstraden en uit de rijks- en gemeentelijke aankoopcom missies. „Wy zyn van plan van nu af aan met meer met ons te laten sollen" aldus het lid van het comité, de kunstenaar Vijlbrief. „Aanvankelijk hebben we gesproken over medebe slissingsrecht, maar inmiddels zijn we tot de conclusie gekomen dat dit onzin is. Wij willen beslissingsrecht zonder meer". Het comitélid Willemse laat ons de lijst van namen zien van de leden van de Amsterdamse Kunst-raad, „Hier, een gezelschap waarin je niet één kunstenaar kunt ontdekken, maar alleen ambtenaren, die uit hoofde van hun functie een beetje aan de kunst hebben geroken Derge lijke instanties kunnen wy niet lan ger erkennen". Het ontbreken van een wezenlijk cultuurbeleid en de discriminatie van de beeldende kunstenaar, dat zijn de hoofdbezwaren, die hebben geleid tot de actie. Het bestuur van de BBK heeft het afgelopen jaar enige ma ten met de minister van CRM gespro ken, maar ondanks alle goede ver wachtingen is men teleurgesteld over de resultaten. Het actiecomité heeft een aantal stellingen op papier gezet, dat de strijd moet ondersteunen: „Wy eisen principiële erkenning van het reent op zelfbeheer van het cultuurbeleid door de kunstenaars. Onder zelfbe heer wordt verstaan dat de kunste naars maximale mogelijkheden wor den geboden zich te uiten, waarbij de overheid de functie heeft de mate riële voorwaarden te scheppen", „het gebied van de cultuur is op grond van zyn eigen karakter vyandig aan de bestaande wetten van het markt mechanisme" en „wij eisen de oprich ting van een onafhankeiyk fonds beeldende kunst, niet beheerd, maar gefinancierd door de overheid". Inmiddels heeft de BBK zich ook gewend tot alle andere beroepsver enigingen van kunstenaars om geza- meniyk front te kunnen maken. De heer Vylbrief: „Onze actie richt zich thans nog voornamelyk naar binnen. Wij moeten de mensen eerst van de zolderkamers afkrijgen. We hebben al enige positieve reacties binnen, on der andere van de Vereniging van Letterkundigen" De bovenzaal van Arti et Amicitae aan het Rokin in Amsterdam is van maandag aanstaande tot en met de daarop volgende zondag beschikbaar voor kunstenaars om er te discus siëren. Overwegen zy hun eisen af te dwingen door byvoorbeeld musea te bezetten zoals zaterdag op de leden vergadering is gesuggereerd? „wy hopen dat we niet tot het uiterste behoeven te gaan om ons doel te be reiken. Misschien zal worden gepro beerd om door wat aan allerlei com missies te sleutelen ons wat meer in spraak te geven. Daar zullen we dan geen genoegen mee nemen". gewoon een welgestelde vertegen woordiger geweest, zyn met een smaak voor moderne schilderkunst en literatuur tot aan de breuk in zyn leven waarvan de tweede wereld oorlog de ooi-zaak is geweest. Daar na raakt hy op drift en ontdekt zyn eigen bohemiaanse wezen en zyn ta lent op zyn vyftigste jaar in Parys. Hy wordt een oplichter, een zwer ver en een bezeten kunstenaar. De brieven aan Vinkenoog heeft hfj ge schreven tydens zyn verblyf in een Frans ziekenhuis, lydende aan ver regaande suikerziekte die zyn lede maten laat afsterven en een hartin farct. Constant pyn ïydend. ondanks amputaties en andere martelende behandelingen geeft Polak geen ogenblik de hoop op eenmaal weer aan het werk te kunnen gaan. De brieven zyn een aangrypend meng sel van koel en zeker niet klaee'ijk beschreven ellende, van intense in tellectuele belangstelling en van geestelyke werkzaamheid. Zo er ooit een bewys geleverd wordt van het mind over matter dan is het wel hier. De brieven zyn de uiting van een onbeschrijfiyke geestelyke leef kracht in een verterend lichaam. De titel boven het tweede deel „De aanvoegende wy's onder de knie" slaat op een van de mededelingen van Polak dat hy de conditionel nu eens onder de knie wil krtfgen op het moment dat men bezig is zyn ene been te amputeren. Het is jam mer dat de tweede betekenis van het woord „conditionel." voorwaar- deiyk, in het Nederlands verloren is gegaan. Of dit literatuur is? Ja natuuriyk, maar wat zou het eigeniyk?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1969 | | pagina 23