Hemingway praatte zichzelf
op voetstuk van super-held
t Is elke dag
verjaardag,
met aardbei
Een erg aangrijpend
epistolair document
Kunstenaars eisen beslissingsrecht
Monografie over
Richard Strauss
Volgens de biografie van Carlos Baker
Leven en dood van Marcel Polak
VRIJDAG 30 MEI 1909
PAGINA 23
ADVERTENTIE
(Door mr. H. L. Leffelaar)
WASHINGTON (GPD)
Ernest Hemingway moest
niets van biografieën heb
ben. Ongeveer tien jaar voor
zijn zelfmoord in 1961 in
Ketchum, Idaho, werd hij
benaderd door professor Car
los Baker van de universiteit
van Princeton met een ver
zoek om gegevens voor een
studie van zijn werk. He
mingway, van nature wan
trouwig, schreef terug dat
zijn leven 'niet belangrijker
was dan mijn lichaam wan
neer ik dood ben'.
Carlos Baker dacht daar
anders over en heeft na ze
ven jaren werk een biografie
afgeleverd, die aanspraak
kan maken op de rangschik
king van een standaard na
slagwerk. Het is een kolos
saal boek geworden van 697
bladzijden, waarvan 130 aan
tekeningen en voetnoten,
geïllustreerd met een groot
aantal onbekende foto's uit
verschillende perioden van
Hemingways onvoorstelbaar
wild geschakeerde leven.
Als hoogleraar in de Engelse let
terkunde heeft Baker misschien on
gewild Hemingways boeken en min
der zijn leven als uitgangspunt geno
men. Het heeft het voordeel dat een
inzicht wordt verkregen hoe He
mingway personen en gebeurtenissen
samensmolt en verwerkte in zijn ro
mans en korte verhalen. Dit is voor
al interessant voor zijn eerste twee
romans „A farewell to arms" en „The
sun also rises", waar Baker onbeken
de gegevens over opdiept. Maar deze
werkwijze heeft het belangrijke na
deel dat Bakers aandacht voor He
mingway, de man, verslapt wanneer
er geen direct verband valt aan te j
wijzen met diens literaire bezighe- i
den. Dit is het geval met Heming-
ways laatste jaren, toen hij geteis-
terd door een neurose die op een psy- j
chose begon te lijken, niet meer tot
schrijven kwam en zelfs met moeite
een volzin kon uitbrengen. Over deze j
tragische periode van verval heeft l
Aaron Hotchner meer en interessan-
tei-e bijzonderheden gegeven in zijn
boek „Papa Hemingway", dat in 1966
verscheen en dat toen in het nieuws
kwam omdat Mary Hemingway een
proces verloor, waarmee zij gehoopt
had de publikatie ervan te voorko
men.
Medewerking
Baker heeft alle medewerking van
Hemingway's weduwe gehad, en het
is de vraag in hoeverre deze hulp
hem ervan weerhouden heeft met j
volledige openheid over een man te j
schrijven die zich met zijn bizarre
gedrag meer vijanden dan echte
vrienden verwierf. Ook is het een
vraag of deze relatie er de oorzaak
van is, dat Baker zich bijna angst
vallig onthoudt van een persoonlijke
visie op Hemingway. Het ontbreken
van enig commentaar op het werk
en op de man zelf is een van de
ernstigste tekortkomingen van deze
biografie, die daardoor af en toe een
merkwaardige leegte vertoont als-
of er een dimensie is weggevallen.
Toch valt er veel bijzonders over He- j
mingway in Bakers boek te lezen.
Nieuw voor ons was dat hij zijn le
ven lang de behoefte heeft gehad
zichzelf met gefingeerde gebeurtenis
sen op het voetstuk van een soort
super-held te praten.
Een goed voorbeeld hiervan is He
mingways versie van zijn aandeel in
de bevrijding van Parys. Hoewel hij 1
als oorlogscorrespondent niet geacht
werd aan leger-activiteiten deel te
nemen, had hij zich naar zijn eigen j
zeggen, aan het hoofd gesteld van
een groep Franse verzetsstrijders,
met wie liij zich toelegde op het ver- j
zamelen van inlichtingen over de j
Duitse posities. Hij vertelde later dat
hij erin geslaagd was alle gegevens
te verzamelen over weg-barricades.
luchtdoel-afweer en artillerie-ge
schut, mijnenvelden en leger-eenhe-
den tussen Rambouillet en Parijs.
Dank zij hem, zei Hemingway, had
generaal Leclerc van de Vrye Fran
sen Parijs kunnen binnenruk
ken. Over wat er in werkelijkheid
gebeurde zijn zoveel afwijkende ver
halen van anderen in omloop, dait
professor Baker volstaat met het
vermelden van de belangrijkste ver
sies.
Enkele weken na de val van Pa
rijs werd Hemingway gesommeerd
voor de krijgsraad-te-velde te ver
schijnen, daar door andere oorlogs
correspondenten. die het land had
den aan Hemingways gepoch. een
aanklacht was ingediend. Ten over
staan van de griffier ontkende
Hemingway onder ede dat hij ooit
troepen had aangevoerd of inlichtin
gen had verzameld, maar hij zei la
ter weer tegen vrienden dat het de
eerste keer was geweest dat hij
meineed had gepleegd.
Busch als zanger en Villared zei
dat Hemingway er de voorkeur aan
had gegeven ze niet onder zijn eigen
naam te laten verspreiden. Busch is
de beroemde volkszanger uit de pe
riode van de Spaanse burgeroorlog.
We vonden het vreemd dat Heming
way diens naam gebruikte, maar
twijfelden niet aan Villareals ver
haal. Na Bakers biografie gelezen te
hebben, is mij zonder meer duidelijk
geworden dat Villareal een van de
slachtoffers was van Hemingways
kinderlijk gebluf.
Deze biografie is het enige boek
dat we kennen, waarvan de toege
voegde aantekeningen en voetnoten
absoluut onmisbaar en bovendien
ook leesbaar materiaal verschaffen.
Men kan er bijvoorbeeld in lezen dat
Hemingway, die zich lovend had uit
gelaten over Malraux' „La condition
humaine," eigenlijk van mening was
dat wanneer Malraux naam had
moeten maken in Amerika, de link
se critici hem zouden hebben gevild.
Of het detail dat hij zich zo
schaamde voor een in een vuistge
vecht opgelopen blauw oog, dat hij
thuis bleef totdat het was wegge
trokken en er zijn hand ophield wan
neer er bezoekers waren. Of het
vreemde incident uit de Tweede We
reldoorlog toen hij op een avond
zijn met schapewol gevoerde vest
uittrok en met een pen op de linker
borst een aantal medailles tekende,
en op de rechterzijde de acties
schreef waar hij als correspondent
bij was geweest Even later kraste
hij deze versierselen door en zei dat
hij bezig was zijn vest te camoufle
ren.
Deze details hadden ndet beperkt
moge blijven tot voetnoten, maar I
verdienen een eigen plaats in iedere
biografie. Hemingway was iemand die
groter probeerde te zijn dan zyn!
eigen leven en persoon. Er is ver- j
moedelyk geen ander die hem
evenaren kan in de veelheid van
zijn activiteiten en in het aantal
mensen dat zyn leven binnen kwam
en weer verliet. Dit zyn belangrijke j
handicaps voor een biograaf die uit!
een overvloed van gegevens de figuur i
moet distilleren die de beschrevene i
naar zijn mening was. Professor Ba
ker is daar naar onze smaak niet
in geslaagd. Hij had uitgebreider,
zelfs vollediger kunnen zijn, minder
selectief. Zijn Hemingway is wel ie
mand van vlees en bloed geworden,
maar het is iemand van wie wij
meer willen weten dan de onuitge
werkte hints en schetsmatige feiten
die Baker geeft. Toch is Bakers bio
grafie een onmisbaar boek. niet voor
hen die graag biografieën lezen,
maar voor de Hemingway-afficiona-
dos die deze curieuse Amerikaanse
schry.ver van boek tot boek bleven
volgen en behekst werden door zijn
charme, magie, en vakkundigheid.
Voetbal De eerste-divisieclub
Veendaim heeft in Emmen het Ne-i
deiiamdse militaire elftal met 21
verslagen. In een matige wedstrijd i
scoorden Nier-huis en Ooft vooi
Veendam; voor de militairen doei-
puntte Jeuring (FC Twente).
bewaarde huis „Fince Vigia" van
Hemingway buiten Havana bezoch
ten. René Villareal, die hem twintig
Jaar als huisjongen diende, liet ons
toen een grammofoonplaat zien en
vertelde dat het een opname was
van door Hemingway in het Duits en
Spaans gezongen liederen uit de
Spaanse burgeroorlog. Hij liet er
een paar horen op een oude gram-
Ernest Hemingway met een
nagemaakte zeevis die werd ge
bruikt bij filmopnamen van zijn
boek „De oude man en de zee",
waarin Spencer Tracy de hoofd
rol speelde.
mofoon in een hoek van de intact ge
bleven huiskamer. Het etiket op de
plaat gaf echter de naam Ernst
Simon Vinkenoog: Leven en waar allerwege zo over geklaagd soort in memoriam by schrijven,
dood van Marcel Polak. De wordt. Het is mogelijk dat geliefden Gezien de in zijn beknoptheid wer-
Bezige Bij (Amsterdam). elkaar nog van het overkropt ge- kelijk voortreffelijke persoonlijk-
moed uit schrijven. Ik weet dat niet, heidsschets getiteld M.P. en de in-
Het epistolaire talent is aan het ik wil het wel aannemen. Maar ook leiding tot de brieven zelf. die men
1\>t directeur van de Aoel- uitsterven- Als iemand iets te zeg- hier zijn mijn twijfels gerezen sedert zonder overdrijving uitstekend ge-
doornse schouwburg Orpheus is be- gen heeft- rukt hü de telefoon van ik de anekdote hoorde van de moer formuleerd en volkomen uitgeschre-
noemd de heer J F van As thans de haak en zegt het- De moderne der> na een half uur óók wel ven stukken proza kan noemen, is
directeur van de Rotterdamse mens ÉPJHt zich noch de aandacht eens wilde telefoneren. Toen zy het eeuwig jammer dat de antwoord-
Sohouwburg. De heqr Van As zal zijn YOOr zÜn eigen reacties en overpein- haar dochter vroeg wat ze deed met brieven van Vinkenoog. niemand
benoeming per 1 juli aanvaarden, zingen noch de tijd om, indien hij de microfoon aan haar oor zonder weet waar ze terecht zijn gekomen
Hij volgt de heer M. L. Deinum op. zich al daarvan bewust zou zijn. die een woord te zeggen, antwoordde de en de lezer dus onthouden moeten
Deze ging destijds heen nadat een op te schrijven voor een vriend (in), dochter met spanning in haar stem: worden. Desondanks geeft Vinken-
controverse met sohouwburgcommis- Ik denk wel eens dat dit een van de j „Piet en ik luistei-en naar eikaars oog, zoals ik al zei, in zijn inleiden-
sarissen over het zakelijke beleid oorzaken is van het gebrek aan con- ademhaling."
onoplosbaar bleek tact en dus van de vereenzaming j
Gebluf
Een soortgelijk geval van mystifi
catie deed zich in onze ervaring
voor toen we in 1966 het als museum
BRUSSEL (GPD) Thomas
Mann schreef na een opvoering
van Parsifal in Bayreuth in
1902: Wagners muziek is het mo
dernste en laatste. Niemand
gaat verder. Het vooruitstreven
de van Strauss is geleuter.
Byna tezelfdertijd noemde Ro-
main Rolland hem „dichter en
musicus tegelijkertijd" en een
„schepper van heldengestalten".
Willi elm II beschouwde hem
als „een mooie slang, die ik daar
aan mijn boezem heb gekoes
terd".
Zyn vader, een in zijn tijd be
roemde hoornist, schreef, hem
na de première van Don Juan:
„Naar ik hoop ben je door de
uitvoering van je werk er nu
van overtuigd dat je in de toe
komst met het koper wat zuini
ger moet zyn en minder be
dacht op de uiterlijke glans.
De componist, waarover het
ln die citaten gaat, is dus Ri
chard Strauss. Bij velen is hij
bijna alleen bekend als de com
ponist van een opera. „Der Ro-
senkavalier". In werkelijkheid is
hy de maker van meer dan hon
derd en zestig werken: opera's,
symfonieën, concerten voor solo
instrumenten en orkest, een
Olympische hymne voor de spe
len van 1936, filmmuziek, koor
werken. liederen enzovoorts.
Aan hem is een nieuw deeltje
van de bekende reeks Rowohlt
monografieën gewijd: „Richard
Strauss in Setibstzeugroissen und
Bilddokumenten", verzameld
door Walter Deppisch.
Enerzijds heeft Deppisch het
voordeel gehad dat Strauss zelf
veel over zyn leven heeft gepu
bliceerd maar anderzijds werd
daarmee ook de keuze moeilijker.
Het pleit voor hem dat hy uit
die herinneringen en brieven
van de meester zo'n gaaf beeld
heeft samengelezen.
zoals Deppisch in nauwelijks 160
pagina's waarvan meer dan
een derde door illustraties wordt
ingenomen een beeld van
het leven en het karakter van
Strauss heeft gegeven. Ook de
voor de componist moeilijke Ja
ren van de Tweede Wereldoorlog
Richard Strauss is wat men
noemt een vroegrijp talent, ge
weest. Hij was vier toen hij zijn
eerste pianoles kreeg, dertien
toen hij zijn eerste werk compo
neerde: Festmarsch für grosses
Orchester (vijf jaar later werd
dit opus 1 bij Aibl uitgegeven).
In 1884 heeft hij, twintig jaar
oud, voor het eerst voor een or
kest gestaan om een eigen com
positie te dirigeren. Een dag voor
zyn vyf en tachtigste verjaar
dag. 10 juni 1949, dirigeerde hij
voor het laatst (8 september
1949 is hy overleden) de finale
van het tweede bedrijf van zijn
Rosenkavalier.
In de vijf en zestig tussenlig
gende jaren heeft hy vrijwel de
gehele wereld bereisd om uitvoe
ringen en eigen werken te lei
den. In 1897 heeft hij voor het
eerst in Nederland gedirigeerd.
Hij is er later verscheidene ma
len teruggeweest.
Het is bewonderenswaardig.
gaat hy niet voorby: hij blijft
uiterst, objectief. Misschien is
het langzamerhand alles ook al
weer zo lang geleden dat men
wat zuiverder kan beoordelen.
Strauss had altijd veel gedaan
voor het hooghouden van de
«tand en de sociale positie van
de orkestmusici. Reeds in 1915
had hy zich ook beziggehouden
met problemen van auteursrecht
voor componisten. Dat verklaart
waarschijnlijk waarom hij in
1935 een benoeming als presi
dent van de „Reichsmusikkam-
mer" heeft aangenomen. Twee
laar later is hy afgetreden na
publikatie van een brief van
Stefan Zweig. zijn libretto
schrijver na de dood van Von
Hofmannstahl. Die brief kwam
in handen van de Gestapo en
die vond bepaalde passages niet
te dulden: Glauben sei, schreef
Strauss o.m. dass Mozart be-
wusst „arisch" komponiert hat?
En verder: Für mich existiert
dat Volk erst in den Moment,
wo es Publikum wird. Ob dassel-
be aus Chinesen. Oberbayern,
Neuseelandern oder Berlinern
besteht. ist mir ganz gleichgul-
tig. wenn die Leute nur den vol
len Kassenpreis bezahlt haben.
Het is merkwaardig materia
lisme dat Strauss overigens
lang niet vreemd moet zijn ge
weest. Er schijnen over zijn geld
zucht vele anekdoten te bestaan.
Deppisch geeft er niet veel. Hij
schrijft, in verband met dat
voorzitterschap van de „Reichs-
musikkammer" nog dat Strauss
zich nooit aan antisemitisme ls
te buiten gegaan. In een van
zijn aantekenschriften heeft men
trouwens een scherpe veroorde
ling er van gevonden. Hij
noemde het daarin „een gemeen
strijdmiddel van de talentloze,
luie middelmaat tegen hoge
geestelijke begaafdheid".
Leven en werken van Richard
Strauss trekken zo in dit be
knopte boekje aan de lezer voor
bij. Opera na opera wordt bespro
ken en gekarakteriseerd door
Strauss zelf of door anderen.
Merkwaardig is het. dat lang
niet alle werk van hem direct
succes heeft gehad terwijl ook
de tijd thans al schijnt te heb
ben gezeefd. „Hij heeft", zo be
sluit Deppisch „geen eigen Bay
reuth nodig gehad, de wereld is
zyn schouwburg geweest".
Zoals in alle boeken in dezelfde
serie bevat het een ty'dtabel,
een uitgebreide literatuuropgave
een catalogus van het werk en
een discografie.
Literaire kroniek
de herinnering een voortreffelijk
beeld van zyn eigen indruk van de
mens, die de brieven geschreven
heeft. Hij heeft de adequate uitdruk
king gevonden voor de genegenheid
die hy voor de getalenteerde en tra
gische zonderling die Marcel Polak
geweest moet zijn, gekoesterd heeft.
De verhouding tussen de beide zo
zeer in leeftijd verschillende man
nen ls op zichzelf al merkwaardig
genoeg in die zin dat het de jongste,
Simon Vinkenoog, is die een wel
haast vaderlijke rol speelt. Dat
houdt in dat hij zijn oudere vriend
de kritiek ook niet gespaard heeft.
De oprechte en nergens opzettelijke
kritiek trouwens, zoals die in ware
vriendschap uitgesproken kan wor
den. En hiermee komt een tweede
interessante kant van deze documen
ten voor de dag: de uiting van een
genegenheid ondanks alles, dit zeld-
veel families kan men nog bundels zame verschijnsel dat op twee ma-
brieven aantreffen van iemand met nieren Vinkenoog siert, omdat hij
een epistolaire aanleg en wel ver tot dit gevoel in staat is geweest en
van te willen beweren dat al die be- omdat hy er uitdrukking aan heeft
waarde brieven de moeite van het kunnen geven in zo ontroerende
publiceren waard zouden zijn, lijkt j vorm. Hier tegenover staat de grote
het me toch dat daarin talrijke we- aanhankelijkheid van Polak ten op-
tenswaardigheden over levensvorm, i zichte van Vinkenoog, die wonderlijk
denkwijze en tijd in te vinden moe- genoeg uit elke regel van de nuch-
ten zijn die tot beter begrip van het1 ter gehouden en intellectuele brie-
menselyk bestel van belang zouden ven spreekt. Vinkenoog heeft de
kunnen zyn. Ik heb het begrip „men- brieven in zyn uitleg voldoende met
selijke inhoud" voorop gezet, want gegevens en data omspeeld om de
zonder persoonlijkheid, zonder zui- lezer geheel au fait te laten zijn.
vere eigenheid, komt er natuurlijk Marcel Polak moet oorspronkelijk
door
Clara Eggink
Aangenomen dat schrijven als
kunstuiting een combinatie is van
menselijke inhoud en oefening, is
dat wegvallen van een vorm waarin
zich sommige niet officieel schrij-
venden uitdrukten, een verlies. In
ondanks alle oefening niets van be
lang tot stand. Men moet het. om
het simpel te zeggen, „in zich heb
ben" om gewone en ongewone zaken
net anders te zien of aan te voelen.
Men kan het in deze tijd rondweg
opzienbarend noemen dat een schrij
ver van nu in heeft gezien, dat de
brieven die hij van een zestienjarige
ontving, zoveel menselijke inhoud
hebben, zo zuiver eigen zijn, dat hy
ze heeft willen publiceren en er een
BBK Amsterdam uit alle overheidscommissies getreden.
AMSTERDAM (GPD) Nog vooi
de laatste student door de politie uit
het Maagdenhuis was gedragen had
den de beeldende kunstenaars de
hoofden reeds bijeengestoken om
eveneens het recht te eisen van me
debeslissing Na enige voorvergade
ringen kwamen zy zaterdag in Am
sterdam bijeen op de buitengewone
ledenvergadering van de beroepsver
eniging van beeldende kunstenaar?
(BBK). Er heerste een enorme
strijdlust die onder meer heeft gere
sulteerd in een protestbrief aan de
beroepsvereniging van creatieve tele
visiemedewerkers wegens het niet-
uitzenden van opnamen uit hel
Maagdenhuis, die de studenten in
een beter daglicht zouden kunnen
stellen en voorts in de vorming van
een actiecomité dat medebeslissings
recht vooi- de kunstenaar eist.
De eerste stap was het terugtrek
ken van de BBK-vertegenwoordiging
uti de Raad voor de Kunst. De vol
gende stap is gistermorgen op een
vergadering in Arti et Amicitiae in
Amsterdam genomen: terugtrekking
van de vertegenwoordigingen uit
plaatselijke kunstraden en uit de
rijks- en gemeentelijke aankoopcom
missies.
„Wy zyn van plan van nu af aan
met meer met ons te laten sollen"
aldus het lid van het comité, de
kunstenaar Vijlbrief. „Aanvankelijk
hebben we gesproken over medebe
slissingsrecht, maar inmiddels zijn
we tot de conclusie gekomen dat dit
onzin is. Wij willen beslissingsrecht
zonder meer".
Het comitélid Willemse laat ons de
lijst van namen zien van de leden
van de Amsterdamse Kunst-raad,
„Hier, een gezelschap waarin je niet
één kunstenaar kunt ontdekken,
maar alleen ambtenaren, die uit
hoofde van hun functie een beetje
aan de kunst hebben geroken Derge
lijke instanties kunnen wy niet lan
ger erkennen".
Het ontbreken van een wezenlijk
cultuurbeleid en de discriminatie van
de beeldende kunstenaar, dat zijn de
hoofdbezwaren, die hebben geleid tot
de actie. Het bestuur van de BBK
heeft het afgelopen jaar enige ma
ten met de minister van CRM gespro
ken, maar ondanks alle goede ver
wachtingen is men teleurgesteld over
de resultaten.
Het actiecomité heeft een aantal
stellingen op papier gezet, dat de
strijd moet ondersteunen: „Wy eisen
principiële erkenning van het reent
op zelfbeheer van het cultuurbeleid
door de kunstenaars. Onder zelfbe
heer wordt verstaan dat de kunste
naars maximale mogelijkheden wor
den geboden zich te uiten, waarbij de
overheid de functie heeft de mate
riële voorwaarden te scheppen", „het
gebied van de cultuur is op grond
van zyn eigen karakter vyandig aan
de bestaande wetten van het markt
mechanisme" en „wij eisen de oprich
ting van een onafhankeiyk fonds
beeldende kunst, niet beheerd, maar
gefinancierd door de overheid".
Inmiddels heeft de BBK zich ook
gewend tot alle andere beroepsver
enigingen van kunstenaars om geza-
meniyk front te kunnen maken. De
heer Vylbrief: „Onze actie richt zich
thans nog voornamelyk naar binnen.
Wij moeten de mensen eerst van de
zolderkamers afkrijgen. We hebben
al enige positieve reacties binnen, on
der andere van de Vereniging van
Letterkundigen"
De bovenzaal van Arti et Amicitae
aan het Rokin in Amsterdam is van
maandag aanstaande tot en met de
daarop volgende zondag beschikbaar
voor kunstenaars om er te discus
siëren. Overwegen zy hun eisen af te
dwingen door byvoorbeeld musea te
bezetten zoals zaterdag op de leden
vergadering is gesuggereerd? „wy
hopen dat we niet tot het uiterste
behoeven te gaan om ons doel te be
reiken. Misschien zal worden gepro
beerd om door wat aan allerlei com
missies te sleutelen ons wat meer in
spraak te geven. Daar zullen we dan
geen genoegen mee nemen".
gewoon een welgestelde vertegen
woordiger geweest, zyn met een
smaak voor moderne schilderkunst
en literatuur tot aan de breuk in zyn
leven waarvan de tweede wereld
oorlog de ooi-zaak is geweest. Daar
na raakt hy op drift en ontdekt zyn
eigen bohemiaanse wezen en zyn ta
lent op zyn vyftigste jaar in Parys.
Hy wordt een oplichter, een zwer
ver en een bezeten kunstenaar. De
brieven aan Vinkenoog heeft hfj ge
schreven tydens zyn verblyf in een
Frans ziekenhuis, lydende aan ver
regaande suikerziekte die zyn lede
maten laat afsterven en een hartin
farct. Constant pyn ïydend. ondanks
amputaties en andere martelende
behandelingen geeft Polak geen
ogenblik de hoop op eenmaal weer
aan het werk te kunnen gaan. De
brieven zyn een aangrypend meng
sel van koel en zeker niet klaee'ijk
beschreven ellende, van intense in
tellectuele belangstelling en van
geestelyke werkzaamheid. Zo er
ooit een bewys geleverd wordt van
het mind over matter dan is het wel
hier. De brieven zyn de uiting van
een onbeschrijfiyke geestelyke leef
kracht in een verterend lichaam.
De titel boven het tweede deel „De
aanvoegende wy's onder de knie"
slaat op een van de mededelingen
van Polak dat hy de conditionel nu
eens onder de knie wil krtfgen op
het moment dat men bezig is zyn
ene been te amputeren. Het is jam
mer dat de tweede betekenis van
het woord „conditionel." voorwaar-
deiyk, in het Nederlands verloren is
gegaan.
Of dit literatuur is? Ja natuuriyk,
maar wat zou het eigeniyk?