Heen en weer kruiswoordraadsel m er ACHT-er Vliegtuigen brachten het hos naar Berlijn De l ogeltjesvrienden 4; \v./- (met verborgen spreekwoord) ERKEERS OPVOEDING MET COMPORT Parijs: een toverwoord Variabele zonnebril •*<*-1H3V ",0N LEIDSCH DAGBLAD PAGINA 21 Onder het motto „duidelijk rijden" wordt in de Duitse Bondsrepubliek op dit moment, een actie gevoerd, die met leuzen, affiches en aan schouwelijk onderwijs reclame maakt voor een verstandig gedrag in het verkeer. In dit kader vinden bijvoor beeld in Bremen, de op een na grootste havenstad, cursussen voor voetgangers plaats. Taxi's brengen de deelnemers naar de verkeersoe- fenplaats. waar de chauffeurs hen aan de hand van praktische voor- j beelden verklaren, hoe men veilig drukke straten en pleinen oversteekt Na een lezing over de op straat loe rende gevaren wordt ei- koffie ge- j serveerd. Verkeersbrigadiertjes staan in hun vrij tijd op Brem ens gevaar- lijkste kruisingen klaar, om oudere en gehandicapte mensen over de straat te helpen. Zij letten er ook op dat niemand buiten de zebra over de rijbaan loopt. Voor altijd verwoest scheen in 1945 de „Tiergarten" Berlyns ..groene long", het oudste en groot ste, populairste en mooiste park van de oude Duitse hoofdstad. Bij de aan blik van het door bomtreehters om geploegde. door loopgraven door trokken en door munitie verpeste terrein geloofde niemand meer aan een herleving. Maar waar na het einde van de oorlog nog slechts ver koolde boomresten overeind stonden, kan men nu weer onder groene bo men over verzorgde wegen wande len. Begrijpelijk, dat Westberlijns kranten onlangs aan de twintigste verjaardag van het begin van de herbeplanting aandacht besteedden. Het vroegere jachtgebied en wild park van Pruisische heersers, des tijds nog voor de poorten van de stad gelegen, werd reeds door Fre- derik de Grote tot „burgerpark", Tide eerste kunststof-vuurtoren ter wereld. Slechts vijf ton \xn tegenstelling tot zijn achtmaal grotere voorganger van i en bakstenen aan de oever van de Elbe ten noordwesten \urg. Het ligt in de bedoeling in de loop van de komende mgeveer tioaalf van deze rood-witte torens van glasvezel- xolyester aan beide oevers van de beneden-Elbe te bou- 'Mbakens zullen vanaf afstand volautomatisch bestuurd foirtorenwachter Klimmek kan dan van een welverdiende genieten of worden opgenomen in een van de gemotori- yratieploegen, die de bakens langs de kusten controleren muien. „Parijs" blijkt voor ondernemen de jongelieden nog altijd een tover woord. Vijftig- tot zestigduizend jon geren tussen 17 en 24 jaar trekken ieder jaar naar de Franse hoofdstad om hun geluk te beproeven. Volgens Marie France .arriveert het meren deel daar zonder vooruitzichten op werk, zonder ouders, zonder vrien den en zonder geld. Bijna de helft van deze jongeren komt uit ont wrichte gezinnen. Het instituut „Re- I lais-accueil," dat in het twaalfde arrondissement is gevestigd, tracht hen zo goed mogelijk op te vangen, i onder meer door het verstrekken I van uitgebreide informaties over de i stad en haar mogelijkheden en door j te helpen bij het zoeken naar werk ,en onderdak Want bij de sociale diensten weet men dat drie maaauen in een grote stad soms al voldoeflde i zijn om van een aan zijn lot overge- j laten jong mens een delinquent t« I maken. verklaard. Hij was het ook. die zijn beroemde bouwmeester Georg Wen- zelaus von Knobelsdorff de opdracht gaf. het burgerpark rondom het slot „Bellevue", de huidige zetel van de president van de Bondsrepubliek in Berlijn, met beeldhouwwerken en kunstvolle bruggen te verfraaien. Maar Peter Joseph Lenné. de schep- j per van beroemde parken als dat van Sanssouci. begon pas in 1819 boom- en struik groepen samen te j stellen, wegen aan te leggen, de na tuurlijke meren en waterlopen te versterken en bloemperken in te richten. Zo zal de Berlijnse Tiergar ten nog dit jaar op een 150-jarig 1 bestaan kunnen terugzien. Na de tweede wereldoorlog ver bouwden hongerende Berlyners ge durende een paar jaar voor het ver woeste Rijksdaggebouw en in de schaduw von Victoria op de over winningszuil kool en bieten. Er wer den plannen gemaakt om de Tiergar ten te veranderen in volkstuintjes of ook in een volkspark met vrolijke attracties voor het publiek. De eer ste dagbladen in het westelijke deel van de stad startten echter een en quête: „Wat moet er met de Tier garten gebeuren?" Uit de vele reac ties bleek, dat 95 procent voor een herbeplanting in oude stijl was. Maar de Sowjetrussische blokkade (1948/49) scheen ook dit plan onuit voerbaar te maken, tot dan de eer ste 250.000 loten (van de meer dan een miljoen) samen met steenkool en levensmiddelen via de luchtbrug aangevoerd werden. Duizenden Bei - lij ners uit oost en west hielpen vrij willig, nadat de toenmalige regeren de burgemeester Ernst Reuter „wat onhandig" .zoals de kranten destijds wisten te melden de eer ste boom in de grond had gezet. Thans verhindert de muur. tevens oostelijke begrenzing van de Tier garten dat de Oostberlijners de „groene long" ook als hun ontspan ningscentrum kunnen beschouwen. Voor de Westberlijners daarentegen is de Tiergarten. zo dicht bij de City gelegen, weer een attractief doel voor uitstapjes. Ho ho ho. roept Pom. die Pim heel stil-le-tjes de tuin in ziet slui-pen. waar moet dan heen? O. niks, zegt Pim. e-ven eh. niks. Ik zie best dat jy een plan- ne-tje in je kop hebt. zegt Pom. iets waar je mij niet bij wil heb-ben. Het spijt me, zegt Pim def-tig ter-wijl hy on-der de heg van de bu-ren door-kruipt, ik moet er-gens op v-si-te. De ha-ren van Pom gaan o- ver-eind staan. Op vi-si-te? Zon-der mij? Zon-der je bes-te vriend? Vccr-uit. zeg op. by wie? Ze-ker bij Mi-mi van de bak-kei*, hè of bij die klei-ne wit-te in de tuin met het vy- ver-tje. Pim schudt zyn kop. Ach, wel nee. zegt hij, ge-woon. bij vriend-jes waar jij" toch niks aan vindt. Je kent ze niet eèns. Pom wordt nog kwaai-er. En hoe weet jij dat ik er niks aan vind? Ik zal jou een6 wat ver- tel-len. Ik vind ze aar-dig, heel aar-dig. Het zyn m'n bes te vrien-den en ik ga ze ker mee. Pim schudt zijn kop en zegt niets meer. In de vol gen-de tuin staat hij stil. Nou. waar-om loop je niet door? vraagt Pom. We zijn er al, zegt Pim. Pom kijkt, om zich heen. Waar dan?, vraagt hij, waar zijn die aar-di-ge kat-ten. die jij voor je-zelf wil hou-den? Wie heeft er iets o-Ver karaten ge-zegd?, roept Pim. mijn vriendjes zijn daar. Hij wyst naar een ste-nen paal met een bak er-op. Het Is iets van een bloe-men-bak zon der bloe-men of een vy-ver-tje op een poot. Een he-le-boel vo gel-1 jes zit-ten ge-zel-lig op de rand van de bak of bad-de-ren in het wa-ter dat in de bank staat. De o-gen van Pom be- gin-nen ge-vaar-lyk te glim men. Dat. roept hy. noem je dat je vriend-jes. Pim knikt: Ik heb al een he- le-boel da-gen naai* ze zit-ten ky-ken. O. man. je hebt geen ï-dee hoe ge-zel-lig het daar is. En maar la-che-bek-ken en me kaar na-zit-ten en wie-be-len op de rand. Nou. op het laatst kon ik het niet meer hou-den, hè. Ik wou mee-doen. Ik er op af. Eerst schrok-ken ze wel een bee-tje toen ze me za-gen. Ze kro-pen al-le-maal op een kluit- Je b{j el-kaar op de rand. Nou. en toen zei ik: ik zou best mee wil-len spe-len. Ik hou van al dat be-weeg en ge-doe en ge- la-che-bek. De o-gen van Pom rol-len btf-na uit zijn kop en zyn bek-je staat o-pen van ver ba-zing Jij. een kat? Meespe- 1 enmet dat vo-gel-grut? Wat denk je ei-gen-lijk wel wat je bent? Een vlieg-kat? Een mui- ze-kop met een sna-vel-tje? Hoe. haal Je het in je her- seris? Maak toch niet zo n druk te. zegt Pim, mijn vriend-.ies daar von-den het he-le-maal, geen gek-ke vraag. Ze ke-ken o-ver de rand naar be-ne-den en be-gon-nen te la-che- bekken. Twiet twiet twietzei den ze. Nou, en daar-uit be greep ik dat ze het goed von den. Dat ik best mee mocht spe-len. Zo zo, zegt Pom. en was het ge-zel-lig? Pim schudt zyn kop. Nee, zegt hy, dat was gis-te-ren en toen had ik geen tijd meer. Want het was al eet-uur en ik was erg bang dat jij mijn bak je leeg zou Uk-ken als ik erg lang weg-bleef. En daar-om zei ik maar: tot mor-gen. En al mijn vriend-jes rie-pen: twiet twiet twiet. Dat be-te-ken de na-tuur-lijk: tot mor-gen Ja ja. zegt Pom. Doe nou maar niet zo on-ge-lo-vig, zegt Pim want ze vlo-gen nog een eind je met. me mee ook. Ze gin-gen op de schut-ting zit-ten en ke ken me na. Ja ja. zegt Pom weer. om er ze-ker van te zyn dat het ge vaar voor-bij was. Wat nou ge vaar?, roept Pim. dacht je dat ik ze wat doen zou? Ik wil al leen maar ge-zel-lig met ze spe len. En dat be-gre-pen zij ook. want ze wa-ren he-le-maal niet bang Kyk dan zelf. roept Pim. die woe-dend wordt om al dat ge-ja ja en ge-nee-nee. Hij stapt op de ste-nen paal af en slaat er zijn poot-jes om heen. E-ven schrik-ken de vo-gel-tjes en flad-de-ren om-hoog. Pim pro beert zyn na-gel-tjes in de steen te slaan, maar een paal is geen boom met een korst-je en zoeff..daar glijdt hij naar be-ne-den. Twiet twiet twiet doen de vo-gel-tjes. Ik kom er aan vrienden, roept Pim vro lijk te-rug en hoep. daar gaat hy weer. Een heel klein eind-je komt hy om-hoog. Zie je, zie je. roept hy te-gen Pom, die nieuws-gie-rig dich-ter-bij komt, ze zijn he-le-maal niet bang voor me. Ik mag best met ze spe-len. Ja ja. bromt Pom en htf pro-beert zijn la-chen in te hou-den als Pim weer naar be- ne-den glijdt. Twiet twiet twiet .doen ae vo-gel-tjes en een paar 1 bru - taal-t. jes zit-ten al weer op de rand en kij-ken om laag naar Pim met hun glim- men-de kraal-oog-jes. Ik kom hoor. roept Pim om-hoog en nog eens slaagt hij zyn poot-jes om de glad-de paal. Zy buik schuift langs de steen. Hij zucht diep en pro-beert een bee-tje ho-ger te schui-ven. Ma&r hij komt niet ver-der. On-der-aan, de paal blijft hij han-gen. En de vo-gel-tjes maar la-che-bek- ken en Pom maar kij-ken. Wel een kwar-tier lang hangt Pim daar en roept hy-gend dat hy er heus aan-komt. En de vo-gel- tjes maar twie-te-ren. Ze moe ten zo la-chen dat ze af en toe in het wat-er val-len van ple zier. Spet-te-rend ko-men ze dan weer te-rug op de rand en la-chen nog har-der als Pim zijn kop schudt te-gen die drup pels van bo-ven. Hij geeft het op. Zoeff. glijdt hij naar be-ne- den en loopt ach-ter Pom aan te-rug naar hun ei-gen tuin. Hè. zegt Pom. nu al uit-ge- speeld? Ach ja. zegt Pim, ei-gen-lijk zijn ze toch een bee-tje te klein voor me. Wat zul je als kat nou spe-len gaan met vo-gel-grut? Ja. ja, zegt. Pom. die on-der hun ei-gen heg door-kruipt naai* zijn ei-gen tuin. MIES BOUHUYS 0 de acht afwijkingen In de belde bovenstaande tekeningen De juiste oplossing vindt o elders op deze pagina. Een deel van de woorden dient van achter naar voren te worden lnge- i vuld. Welke woorden dit zijn, is niet aangegeven. Om u op weg te helpen bevat het diagram een spreekwoord, i Te beginnen bij 1 en vervolgens in de richting van de wijzers van de klok langs de buitenste rand. In to taal 44 letters. D** laatste letter wordt dus geplaatst in vakje 9. Zonnebrillen zyn volslagen mode artikelen geworden: hippe meisjes willen liefst ieder seizoen een nieuw model. Een Franse fabrikant vond het ei van Columbus in de zonnebril met verwisselbare glazen Ze zyn in de Parjjse boetieks te koop in pas telkleuren als roze, violet en licht blauw. 7jao.i aaui Jjoif .ibbav jadanod *8 8aAI uiojf itn iadai i aadftuJiSBM *9 .tapuiiu asiBund *g afsay do 7321173 f S2fUT[ 2J02J UB A UT21 *g 7qoni ap ut UBd z dtUBJ "I Horizontaal: 10. wees gegroet. 11. brilslang. 13. zonder gezelschap. 15. leenbreuk. 18 zangstem. 19. welwillende lezer. 21. stoomschip. 22. baan voor balspel. OPLOSSING VORIGE PUZZEL Een veel gemaakte fout wat dat voor 24 verticaal „vastmeren" het woord „enteren" werd gebruikt. Dit moest zijn ..ankeren". Het aanwijzend voornaamwaard (horizontaal 34» moest „gene" zijn: goedgerekend is echter ook „deze". Kledingstuk 55 horizontaal „sok" mocht ook zyn „rok'. De prijzen werden als volgt toege kend: prijs van f 5,- de heer P. J. Weenink, Herensteeg 35, Leiden; de twee prijzen van f 2,50 aan de heren J. C. Chr. Vink. Molenweg 1, Katwijk aan den Rijn en Ch. Boosman, Elba- laan 29. Sassenheim. 23. godin der eeuwige jeugd. 25, ste vig. 26. Europese hoofdstad. 27. oogst (Eng.). 30. berggroep in de Zwitserse voor Alphen. 31. voornaam van een bekend voetbalspeler. 32. keukengerei. 35. Chinese maat. 36. Europeaan. 37. drietal. 39. deel van de bijbel 41 kleur. 43. munt. 45. vlag. 48. aanwijzend voornaam woord. 50. Ierland. 51 omgekeerde van 25 horizontaal. 52. voorzetsel. 53. ogenblik. 54. vervoerondeme- ming. 56. lidwoord. 58. plaats in Gelderland. 59 brief. 62. gestremde melk. 64. adellijke titel. 65. eiland bij Nieuw-Guinea. Verticaal: 2. groot water. 3. borgtocht. 4. staaf goud-. 5. roem. 6 reigerachtige vo gel. 7. de fijnste vederen. 8 uit roep. 9 parelvormige blaasjes opge ven. 12. klaar. 14. rijkaard. 16. on zin. 20. keer. 24. plaats in Limburg. 26. nummer. 28. klos. 29. snuifje. 33. lichaamsdeel. 34. staaf, stang. 38. deel W.-Afrika. 39. regelen. 40. heldendicht v. Homerus. 42. beken de Amsterdamse voetbalclub. 44. wal. 46. zangspel. 47. de onbekende. 54. Ned. dichfcer-staatsman (1577-1660» 65. wreed heerser. 56. part. 57. land bouwwerktuig. 60. onderwijsinstel ling. 61. gek, mal. 63. vochtig. Oplossingen onder het motto Kruis woordraadsel dienen voor woensdag as. te 9 uur vm. in het bezit te zijn van de redactie. Witte Singel 1 te Leiden. Onder de goede oplossingen stellen wij een eerste prijs van f5 en twee tweede prijzen van f2,50 be schikbaar, waarnaar alleen abonnees kunnen mededingen. P.S. Het vermelden van hét spreek woord alleen is niet voldoende. Red.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1969 | | pagina 21