lecreatie bedreigt iet korhoen De springplank KRYPTOGRAM er ACHT-er Kindertalent ffltfJAG 15 MAART 1969 LD EXTRA korhoen staat na een jacht in het Kroondomein te Apeldoorn, waarbij ongeveer jn deze vogels zijn geschoten, weer volop in de belangstelling. Kenners vragen af of deze jacht wei had mogen doorgaan. Per slot is het korhoen in ons land niet alledaagse verschijning als bijvoorbeeld een mus. Al jaren weten jagers dat zij een jale vergunning nodig hebben om korhoenders te mogen schieten. Sinds kort is ,cht helemaal onmogelijk, want de minister van Landbouw en Visserij wil geen 1 risico nemen. tl korhoenders er nu zijn. is moeilijk te [fn Zeker is, dat het korhoen op een aan- leatsen een nieuwe crisis doormaakt Op jge plaatsen van de Veluwe eri in het Gooi situatie precair. De recreant heeft ei- met iiodelv lieg tuig en zijn belangstelling voor s schapen de rust verstoord. lijk moeten we blü zijn met de jagers. Dat op korhoen wordt gejaagd, betekent tegelijkertijd dat hij de bescherming van de jagers krijgt. Zou dat niet het geval zijn, dan kan er op een gegeven ogenblik geen korhoen meer worden ge schoten en dat zou, ook voor de jager, een groot verlies zijn. Het korhoen is een vogel die met Instituut voor toegepast biologisch on to de natuur (ITBON) te Arnhem is het d daarom opnieuw in discussie. De heer Eygenraam uit Ede. hoofd van de afde- lüdbiologie en korhoendeskundige. heeft op ogenblik geen vrees voor de totale uitroei de vogelsoort. Hij zegt: „Op de dag van dichtmakende jacht zijn er op dat ge- van de Veluwe ongeveer 225 gezien. „Toch ens hem wel degelijk een toekomstig ge in uitroeiing van deze vogel aanwezig. i de nmiD C. niet de jagers die daar schuld aan zijn, recreanten. „Het korhoen leeft op de Hanen en hennen moeten veel rust heb- Is enkele dagen in de week duizenden dag- lil sen door hun gebied „cruisen", kan het thou iln levensverrichtingen niet vervullen, en Balsende korhanen op de Veluwe. een waas van romantiek is omhuld. Hu is zeer snel en voor jagers is het een moeiltfk schot". Kritiek De heer Eygenraam is een man die al tientallen jaren achter het korhoen aanloopt. Na de tweede wereldoorlog, toen er nog maai- enkele exempla ren in ons land aanwezig waren, heeft hij de vo gel lange tijd gadegeslagen. „Toen was de toe stand kritiek: hij stond op het punt om te ver dwijnen. Het zijn de Duitsers geweest die de kor hoendersstand in gevaar brachten". Ze hebben in de oorlogsjaren grote oppervlakten heide afgemaaid. Deze hei moest als camou flage materiaal dienen voor vliegtuigen, die op geïmproviseerde vliegvelden in noord-Frankrijk klaarstonden voor de strijd tegen Engeland. „Dat is een enorme klap voor het korhoen geweest", vertelde de heer Eygenraam. jager ben ik niet bang. Natuurlijk vind niet leuk dat hij op korhoenders schiet het tenslotte nooit doen maar ik pro- ffl liberaal standpunt in te nemen. Eigen Kieskeurig „Het korhoen heeft verschillende hoogten hel no dig. In het voorjaar de balstijd verblijven de hanen 's morgens aan de rand van de hel of bij bouwland. Er moet een lage begroeiing zün voor het paringsgedrag. Overdag zoeken deze hoenders dekking van hei van 20 tot 30 cm hoog En voor het broeden zoeken de hennen een plekje in de hei tot kniehoogte. Meestal slapen kor hoenders in het open veld. Bij het uitzoeken van zijn slaapplaats, is de vogel bijzonder kieskeurig. De slaapplaatsen liggen altijd op hellingen, die luw gelegen zijn. Ze slapen niet op hei. maai- op een stukje blote grond en de minimum afstand tussen elk slapend hoen is 80 cm". Tijd voor maaltijden Het korhoen, dat ongeveer de grootte van een kip heeft, is een veelvraat. Het hoofdvoedsel be staat uit hei. Maar de bloessem, zwellende boom- knoppen, paardebloemen, spinnetjes en rupsen behoren ook tot het menue. Voor het eten neemt het korhoen de tijd. 's Morgens vroeg is dat on geveer 1% uur. Daarna zoeken ze dagdekking om het voedsel te laten verteren en 's middags te gen vier uur beginnen ze opnieuw te eten. maar dan wel wat minder. Toen de heer Eygenraam eenmaal wist in wat voor soorten hei het kor hoen zijn dag doorbracht, kon hi/ een goed ad vies uitbrengen. Wie de korhoendersstand wilde redden, moest het zoeken in een goed beheer van de heidevel den. Op de eerste plaats moest gezorgd worden voor een flinke variatie in hoogte. Om dat te waarborgen zijn er plannen gemaakt. In vijftien jaar moet een heel heideveld volledig zijn afge brand. Dat betekent dat er 7 procent per jaar platgebrand dient te worden. Overal waar deze methode werd toegepast, nam de korhoenders stand na enkele jaren flink toe. Op sommige plaatsen telde men er vijf maal zoveel als vlak na de oorlog. Op het ogenblik moet iedereen zich. volgens de heer Eygenraam. weer zorgen gaan maken over het korhoen. Maar de toestand is nog niet zo kri tiek als twintig jaar geleden. „Een ongebreidel de recreatie op de hei leidt onvermijdelijk tot achteruitgang van de korhoendersstandAU ieder een wat meer op de paden zou blijven, dan zou het korhoen zün dagdekking nog wel kunnen vinden. Om lawaai geven ze niet. Ik heb wel eens een korhoen ontdekt dat zat te broeden op militair oefenterrein tussen de schietplaats en de kogelvangers. Tooh kon de hen rustig op de eieren zitten, omdat de militairen altijd langs speciale plaatsen liepen". „Uw kind heeft misschien gaven die u niet vermoedt. Ongebruikte rijkdommen die wachten op het moment dat ze in het daglicht worden ge haald." Dit zegt Leila Senate, een jonge Fran?aise die zich al geruime tüd bezig houdt met het stimule ren van artistieke begaafdheden bü kinderen. Zij heeft nu (aldus Marie France) in Parijs een club voor kinderen gesticht die tot doel heeft, kinde ren te brengen tot het werken met „instrumen ten en materialen waarmee ze hun dromen vorm kunnen geven". Elke donderdag komen de kinde ren bij elkaar in een groot Parijs bioscoopthea ter. Om beurten vertellen ze een verhaal dat ze zelf bedacht hebben en illustreren het met mi miek. tekeningen of schilderütjes. De kinderen kunnen zich ook uitleven in dans of muzikale ex pressie en worden bü hun activiteiten zoveel mo gelijk vrü gelaten. Fim en Pom Pirn en Pom zit-ten in een hoek-je van de ka-mer en kü-ken naar de vrouw die druk doet. Ze draagt een plank de ka-mer bin-nen. doet er iets mee en hup. op eens heeft de plank poot-jes. Een ta-fel-tje. zegt Pom. Pim schudt zün kop. Nee. zegt hü, geen ta-fel-tje, er ligt geen kleed-je op. Wacht maar. zegt Pom. dat komt nog wel. Daar is ze al met een he-le mand vol kleed jes. Zie je wel. ze legt er al één o-ver heen! Pim zit er met zün kop-je scheef naar te kü-ken. Nee. zegt hij. nee. voor mij is het toch geen ta-fel-tje. Een plank, maar wat voor een plank weet ik nog niet. Let op. zegt Pom. er komt nog meer. Pim schrikt. Een dier, zegt hü. ze heeft een eng dier* in de ka-mer ge-la-ten Ach. wel-nce, zegt Pom. dat is geen dier. Het heeft niet eens o-gen. Maar wel een staart, roept Pim. en kük. de vrouw bindt hem aan de muur vast net als een hond-je. Trngggdoet de bel. Hè. ver-velend, zegt de vrouw, net nou ik wil gaan strij-ken. Kom mee. zegt Pim. we moe-ten gaan kij ken of er niet nog meer van die dïe-ren op de stoep staan. Brrrdoet Pom als de deur o-pen-gaat, maar Pim trekt zich niets aan van de re-gen en springt op de nat-te stoep. Kom bin-nen. Pim. Kom bin-nen, roept de vrouw die met de groen-te-man praat, wat moet je in die mod-der-troep. E-ven kü-ken of er niet nog meer van die bees-ten met een staart in de buurt zün. vrouw, roept Pim. Als hü ge-zien heeft dat het vei-lïg is. hup-pelt hü ach-ter Pom aan te-rug naar de ka-mer. Het dier staat nog net zo op de ra-re plank. Stil eens. zegt Pom, hü praat een beet-je. hoor je wel? Ze luis-te ren al-le-bei naar het vreem-de dier dat van bin-nen heel zacht-jes praat. De vrouw komt te-rug en pakt het dier beet. Ze laat hem o-ver de plank lo-pen. Heen en te-rug. Heen en te-rug Waar-om doet ze dat?, zegt Pom. Nou. nog al lo-gisch. zegt Pim. hoe moet een dier zon der o-gen uit zich-zelf lo-pen? Nou weet ik ook wat het is. die plank. Het is een loop plank. Wéér gaat de bel. De vrouw zucht en zet het dier neer. Wü blü-ven bi/ hem, zegt Pim als Pom mee naar de deur wil gaan. Ik wil ook wel eens op die loop-plank. Hü springt op de plank en komt vlak bü het dier te-recht. Met-een schiet hü een eind-je ach-ter-uit. Tsjon-ge, zegt hü. wat ben jij warm. Heb je zó hard ge-lo-pen? Maar ja. je hebt na-tuur- lük niet zul-ke vlug-ge poot-jes als ik. Moet je eens kü-ken hoe hard ik die loop-plank neem. Trip trip trip schiet hü met zün vui le poot-jes o-ver het wit-te kleed-Je op o« plank. Boemmm met een mooi-e sprong landt hij in de was-mand naast de plank. Hi hilacht hü als hü met zün poot-jes in de lucht op het was-goed ligt. noü weet ik wat het is: het is een spring-plank. Laat mü ook eens. zegt Pom, die ziet hoe fün het gaat. Hü doet trip trip trip o-ver het kleed-je met de vui-le po-ten van Pim er-op en landt met een nog mooi-e-re sprong in de mand. Dan Pun weer en dan Pom weer. En dan nóg eens Pim. En dandan komt de vrouw bin-nen en ziet wat er ge-beurt. Le lijkerds. Le-lij-kerds, roept ze, met je vie ze po-ten op mün scho-ne was-goed. Nou kan ik weer he-le-maal van vo-ren af aan be-gin- nen. Pim en Pom schie-ten bang te-rug naar hun hoek-je. Vals hè, zegt Pim, een vreemd dier laat ze lo-pen wat hü wil, maar als wü óók eens op de plank wil-len, jaagt ze ons er-af. Voor-trek-ster, sist Pom, moet je zien, hü hoeft al niet meer vast-ge-bon-den ook. Ze maakt hem los. Zul-ke goe-ie vriend-jes zün ze ai. Groen van ja-loe-zie blij-ven ze zit-ten kij- ken naar het wan-de-len-de dier. Maar op- X eens is al-les af-ge-lo-pen. De vrouw pakt het dier beet. rolt zün staart op en zet hem J in de kast. De plank wordt opeens weer een plank en moet ook de kast in. Kük, zegt Pom, nou zie je toch al weer dat je nooit te vlug moet zün. Die vreem-de snoes haan gaat de kast in en wü hü heeft geen üjd om het af te ma-ken. want de vrouw ram-melt in de keu-ken met hun bak jes. E-ten. Een bak vol vlees-jes voor Pim en Pom. Het vreem-de dier met zün op-ge- rol-de staart krügt niets. MIES BOUW HU YS OPLOSSING VORIGE PUZZEL WIE HOORT BIJ WIE Zoek de 5 wereldberoemde paren bij elkaar ar® .fB S O D E M _Jfei E BOUW- ,- K U B'R :0 O uooz ufizuanai w|aq|i/v\=8+9 "BepfiJA ua aosnjo uosuiqoy-oriS jaiy ua see|03|N ïuis=6*7 ipeilOQ ua piAecre+2 •esuey oipues ua auoipmo uoq"£+i N30d00/VUNV De eerste prijs werd toegekend aan de heer J. L. van Rü. Veld zichtstraat 2. Zoeterwoude. de twee prijzen van f 2.50 aan mevrouw D. van Royen-Bender. Burggraven laan 231, Leiden en de heer D. N. F Kiehl, Antillenstraat 184. Leiden. De prijzen worden de winnaars toe gezonden. Oplossingen onder het motto „Kryptogram" dienen voor woens dag as. te 9 uur v.m. in het bezit te zün van de redactie. Witte Sin gel 1 te Leiden. Onder de goede oplossingen stellen wü een eerste prüs van f 5 en twee tweede prijzen van f 2,50 beschikbaar, waarnaar alleen abonnees kunnen mededin gen. T Ben uitgerekt gehoororgaan van een haas? 8 Een vochtige romp'hoofd ver binding van een drinkebroer 13. Leet was ik hier in Gelderland 14 Gaat zo lang te water tot er barsten op volgt. 15. Als u zo speelt, getuigt dit niet van eerlijkheid 18. Als gü rond kan komen, koop dan een voorhang 17. Met een lokrat hijsen 20. Wat behandelt de god van het vuur u koel 21. De banketbakker uw leve rancier 22. Naar alle kanten hetzelfde landbou wwerktu ig 27. Columbus zag land 28. De loofboom ia als een paai zo nat Vertikaal: 1. Als een meisje dit aan een jon gen geeft, klinkt er een hard geluid 2 Een schüfje vla in toom houden 3. Met 6 jaar begin je in de eerste 4. Een langzaam dier in 3 5. Met. goud schone bedrieglüke achün 8. De spil is meer dan goed voor een onbrandbare delfstof 9 Lettere voor deze kleine steur 10. Er klonk lets over een krom ming 11. Als het met de vis raak is, kunt u de vangst opbergen 12. Gelük 61 minuten na 12 uur? 18. Voor korfballen één te weinig 19. Het ging de kant op van een proces 23. Delg naar wat betaalmiddel 24. Er vallen rake klappen voor dit emmertje 25. Een slag om een stukje drink gerei 26. Een hoge golf in de Raab *"nt u de acht afwükingen In de belde bovenstaande tekeningen ''"uen? De juiste oplossing vindt u elders in dit nummer. mo* CD l—

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1969 | | pagina 21