,Ik ben geen revolutionair 55 Fallas-feesten in Valencia: Spaanse stad week lang vrolijk gekkenhuis ski n EYTDA-- ||LU lAIKA orpslid Fockema Andreae wil een nieuwe lentaliteit voor studentenverenigingen t voornaamste bezwaar tegen het studentencorps is, dat het de meest reactionaire len van het corpslid naar boven haalt. Ook hangt het nauw samen met de maat- ppelijke afzijdigheid van de corpsstudenten. Hun gewilde a-sociale houding heeft •oordig zelfs niet het vleugje romantiek van voor 1900, toen de corpsleden zich ffant voelden met artiesten en bohémiens. De Corpora hebben echter de fictie in id gehouden, dat de student buiten de maatschappij leeft, de bekende „kille" Schappij". (Van een onzer redacteuren) reldje gebeurt, mits het bijvoorbeeld wil waar nemen, dat óe tijd van de scheiding tussen corps leden en overige studenten voorby is. Vooroordelen H dan een citaat uit het blad Taboe van acht jaar geleden, vóór het bestaan van de de opgang van Marc use, het studenten- en enzovoort. tie aliteit vereniging hebben wy ontkend, dat de meter tegenwoordig in 15.03 minuten gere- iano rordt: we doen alsof 15.50 nog een mooie tijd nor deze ontkenning zijn we niet op de rea- van vandaag, laat staan op die van morgen d1 rer een mogelijke toekomst: „Alle verenï- L# icbouwen staan onder beheer van een door LI wdenten gekozen orgaan. Je krijgt dan een .et waarvan iedereen automatisch lid Bij de activiteiten variërend van heren tot discobar, van roeien en rugbyen tot to- KI elen en teachinnen, zal men weer andere bekenden en dus gezelligheid vinden NUK deze structuur is de individuele vrijheid •der universitair persoon om te doen en te wat hij wil, maximaal." ..en nu in 1969, de vertegenwoordiger van pkai eids Studenten Corps (de oude spelling is loos verdwenen) bij uitstek, de Praeses De Waard. taat het nu met het Corps? Welke kant wil ie gezelligheidsvereniging van de studenten gei (jk op? Blijft het verwijt van Taboe nog Ie? Is De Waard een eenzaam roeper in de jn. bedreigd door de orkaan van het atu- >test enerzijds en door de luchtspiege- in het „Corps van vroeger" aan de andere edenken tegt De Waards collega F. H. Fockema ie (33 en theologisch student in Leiden) lorps gaat meedenken over de toekomst van dent. Het heeft voor het eerst geen alles- «reende bezwaren meer tegen progressie- ten zoals die nu door de leiding van het ontwikkeld worden, maar de leden willen eepraten." dan volgens hem een van de winstpunten t nabije verleden. Men wijst niet meer bot- if en anderzijds keuren de corpsleden ook r meer stomweg goed. Vergaderingen, et corps belegt over essentiële vraagstuk- torden tegen de verwachting lm goed be en uit de zaal komen constructieve voor- behoudende elementen in het corps, die tra- niet zijn weg te denken? Volgens Focke- Indreae zijn de behoudende corpsleden op ogenblik minder als groep te kwalificeren, btzaam formulerend voegt hy eraan toe: ariyk, er zijn bepaalde facetten van vroe- nog bestaan. De zogenaamde studenten grap wordt nog wel gemaakt, is soms zelfs be paald geestig. Maar daarnaast wijzigt de sfeer in da Universiteit van nu ook het studentencorps." Als voorbeelden noemt hij het rapport Posthu mus over een nieuwe structuur van het hoger on derwijs, ma-ar ook de niet altijd van grimmigheid ontblote acties van de Studenten Vakbeweging. Oók het Leids Studenten Corps telt opmerkelijk meer SVB-stemmen dan by vorige verkiezingen. Oók in het Corps begint men zich bezig te houden met Marc use, Marx en andere filosofen, die de universitaire jeugd van nu inspireren. De toekomst van het corps? Fockema Andreae heeft geen pasklaar antwoord, evenmin als de po litici dat hebben over de toekomst van de poli tiek. Maar hy wil wèl aanduiden, dat het corps als groep studenten belangrijk kan zijn, mits het luistert, naar wat er buiten het enge Leidse we Fockema Andreae: .Bepaalde vooroordelen ten opzichte van die anderen, vooroordelen die twee jaar geleden nog duidelijk werden vertolkt, hoor ik nu minder. Men let minder op elkaar, begint elkaar te waarderen en te verdragen buiten het vroeger normale gedragspatroon van het corps lid." Het corps kan een toekomst hebben als het een inbreng heeft in een groter geheel, meent Focke ma Andreae. ,Jk zelf vind, dat alle verenigingen In de studentenwereld moeten zoeken naar een gemeenschappeiyke basis- Dat hoeft natuurlijk niet te betekenen, dat iedereen op iedereen lijkt, maar het gaat om één mentaliteit, om een open staan voor elkaar om een dialoog op gang te brengen, die vandaag nog kennelyk verschrikke lijk moeityk is." Kortom, na de inspraak ook de openheid. Het zyn nog maar aarzelende aanzetten, maar het is een begin. Ter illustratie mag gelden het komen de Lentefestival waarin de sociëteit aan de Br ee straat open zal staan voor alle studenten, die er in willen. Fockema Andreae gelooft, dat in de toekomst de bewustwording van de plaats van de student in de universiteit steeds belangryker gaat worden. „Het gaat om je eigen belangenbehartiging. Dus moet je wel meepraten. Ook verenigingen kun nen gedwongen worden tot standpunten en een politiek." Voortbordurend op de eerder gestelde vraag naar de toekomst van het studentencorps, die van oudsher befaamde gezelligheidsvereni ging. zegt hy De Waards woorden parafraserend en aanvullend: „Er moet een veel grotere moge lijkheid komen om een open discussie te houden over de toekomst van het studentenleven. Over een open Leidse studentengemeenschap en hoe die er zou moeten uitzien en welke facetten het verenigingsleven allemaal zou moeten hebben." Mammoet Een open vereniging dus. een soort mammoet, waar voor een ieder iets te vinden moet zyn. Dat heeft wellicht ook schaduwkanten. Toekomstig theoloog Fockema Andreae: „Ik heb één grote angst: Dat grote geheel geeft alle leden een enor me vryheid. Je hoeft je buurman niet meer te kennen. Dat kan winst zyn. maar het kan ook be tekenen. dat er voor sommigen in het geheel geen verbondenheid zal bestaan. En dat heeft weer tot gevolg, dat niet-specifiek gebonden mensen Corpslid Fockema Andreae. onder zouden kunnen gaan in dit mammoetach tige geheel, dat de „gezelligheid" van de student bestrijkt. Dè,t is de zorg van F. H. Fockema Andreae. die toetsend en tastend op weg is naar het formule ren van een nieuwe norm voor het verenigings leven van de studenten. Wat vindt hy zelf van zyn activiteiten? „Van huis uit ben ik geen revolutionair, ik ben het ook nü nog niet. Maar als je gedwongen bent om je met dit soort zaken bezig te houden, word je anders. Of je nu voor je eigen gevoel progres sief bent of conservatief, als je met de proble men wordt geconfronteerd, moet je wel nieuwe oplossingen vinden." De Spanjaard, weet wel iets van jeestvieren, maar de Fallas-week in Valencia slaat alle records. Zo'n honderd jaar geleden stelde één van de Vroede Vaderen zijn stad genoten het volgende voor: „Valencianen, laten wij van de Fallas een zó groot en kost baar feest maken, dat zij die het bijwonen, ons voor stapelgek zullen verklaren!" Dit voorstel werd aangenomen en tot op de dag van heden is iedereen die gedurende de dagen rond 19 maart in Valencia verblijft, van mening dat hij al die tijd in een vrolijk gekkenhuis verkeert. Ie praalwagens, beladen met de mooiste vrou wen en meisjes van Valencia, verlenen aan deze „cabalgata" speciale gratie. Het uitgebreide programma van de Fallasfees ten bestaat uit processies, openluchtbals, optoch ten, stierengevechten, folkloristische dansfees ten, sportdemonstraties en niet te vergeten de dagelykse knal- en vuurwerken. Het is een stryd tussen de beste vuurwerkmakers van Spanje wie de toeschouwers de meeste „olé's" kan ontlok ken mat in de lucht gebouwde vuurkastelen. het balkon verschynt om het in de nacht gebouw de kunstgewrocht te bewonderen. rou wen processie Een helse vuurgloed, zichtbaar tot kilometers In de omtrek; een knetterend vuurwerk; ooi-verdo vend muziekgeschetter één miljoen stapel gekke Spanjaarden en buitenlanders die ieder begrip van tyd schynen te hebben verloren: hon derden monumentale kunstwerken, fortuinen waard, die alle tegelyk in vlammen opgaan; dit is de eind-indruk die de Fallas van Valencia ach ter laat op de verbysterde toeschouwer. Als al les afgelopen is, vraagt men zich duizelig van de hoofdpijn af: „Ben ik nou gek of zyn zy het?" Natuuriyk zyn het de Valencianen, maar die we ten uit traditie dan ook precies hoe men op waardige wijze gedurende een volle week volko men gek kan zyn. mermanswerkplaatsen waarvan er van oudsher veel in de Levantstreek zijn. In herfst en winter, van San Miquel (29 sept.) tot San José (19 maart), moesten de nyvere ambachtslieden in hun kleine werkplaatsjes de arbeid by kaars licht verrichten. Op de naamdag van hun gilde- patroon begon het nieuwe seizoen en al het hout afval werd op die dag verbrand. De meer artis tiek aangelegde timmerlieden bekroonden de stapel hout met een pop, die al gauw werd geïdentificeerd met impopulaire figuren, zoals een vrek of een onbuigzaam stadsbestuurder. Kostbaar De met de ninots opgebouwde Fallas zyn beel dengroepen die vaak tot 25 meter hoog zijn en een oppervlakte beslaan van enkele honderden .Ninots" Oorsprong De Fallas is een onvertaalbaar woord. Alleen de Valencianen weten eigenlyk precies wat ermee wordt bedoeld. Een soort vagevuur, dat is nog de beste aanduiding. Over de oorsprong van de Va- lenciaanse Fallas zyn de geschiedschrijvers het niet eens en zy zullen dat ook wel nooit worden. In literaire werken uit de 15de eeuw leest men herhaaldelyk het woord „Falla." Karei V werd In 1522 met grote vreugdevuren door de Valen cianen ontvangen. Ook dat waren Fallas. Vol gens andere geschiedschryvers gaat de oor sprong van de Fallas terug tot de tyd van de Borghia's. een oud adellyk geslacht van Spaanse oorsprong waarvan vele leden zich in Italië ves tigden. Ook nu nog zyn er in Valencia verscheidene fa milies die de naam Borghia dragen. Paus Alexander VI, Rodrigo Borghia, was afkomstig uit Valencia. In die tyd was het pausdom geen beletsel om verscheidene kinderen te hebben en vooral zyn dochter Lucrezia had een aardje naar haar vader. In 1501 dwong de Paus de her tog van Ferrera. Alfonso de Este, om met haar te brouwen. De hertog deed hetna lang aar zelen. Lucrezia's twee vroegere echtgenoten wa ren een gewelddadige dood gestorven en ook haar nieuwe man verhuisde spoedig naar het hiernamaals. Bruiloft Het symbolisch verbranden van onsympathieke stad- en landgenoten werd al spoedig een tradi tie in geheel Valencia. Het volk greep deze nieu we traditie aan om in het openbaar personen en toestanden te bekritiseren. Iedere Falla stelt door middel van „Ninots" (poppen) die men tot artistieke voorstellingen groepeert, op satyrische wyze een wens, een verlangen of een protest voor. Men steekt de draak met plaatselijke auto riteiten, hekelt sociale wantoestanden en maakt zelfingenomen personen en quasi-belangryke ge beurtenissen belachelijk. De Spaanse humor kan heel scherp zyn en onderwerpen zyn er genoeg. Valencia is de Spaanse stad waar het meeste plezier gemaakt wordt. In tegenstelling tot het ascetische, ernstige Castilië en het zakeiyke Ca- talonië is Valencia behaag- en genotzuchtig. De streektaal leent zich uitstekend voor het vertel len van moppen en grappen. De feesten beginnen ieder jaar reeds op 12 maart; dan komen de Fallas in het openbaar. De voorbereidende arbeid van de diverse buurtcom- missies die een heel jaar werken aan de plannen en die iedere week by de buurtbewoners de vast gestelde bydrage ophalen, is dan teneinde. Van af het stadhuisbalkon wordt de „pregon" (de in leiding), een manifest van vroiykheid, voorgele zen. Hierin worden de burgers uitgenodigd om mee te doen aan de plezierigste dagen van het jaar. Het feest valt altyd tydens de vasten, maar dat stoort geen mens. De heilige Jozef zal in de hemel by zyn pleegzoon wel voor dispensatie of vergiffenis zorgen. Het huweiyksfeest werd in Rome met veel luis ter gevierd en is volgens sommigen de indirecte aanleiding geweest tot het ontstaan van de Fal las. In het Italiaanse legerkorps onder leiding van de zoon van de Paus. Cesar Borghia. bevon den zich veel Valencianen. Zyn persooniyke Ujf- wacht bestond uit vroegere landgenoten. Die troepen vierden het bruiloftsfeest op hun manier: Zij bouwden op het St. Pietersplein van Rome een groot houten kasteel en staken dit op de hu- welyksavond in brand. De herinnering aan dit grote vreugdevuur bleef de Valencianen steeds bij. Eenmaal weer thuis, vertelden zy van hun avonturen en gaven hoog op van de prachtige bruiloft in Rome. Een feest is in Spanje steeds verbonden met de één of andere heilige, want dat is het beste excuus om de bloemetjes buiten te zetten. De teruggekeerde soldaten kozen nu sa men met de Valenciaanse timmerlieden de hei lige Jozef, die ook timmerman was, als be schermheilige voor hun vuurfeest. Ieder jaar op de 19de maart verbrandden zy ter ere van St. Jozef het houtafval van het gehele jaar. Weer een andere verklaring komt uit de tim- Falla, die de vrouwelijke ijdelheid en praal zucht op de korrel neemt. Kwinkslagen Tienduizenden verdringen zich op het ruime raadhuisplein om kennis te nemen van de pro clamatie die doorspekt is met kwinkslagen. De eerste voetzoekers ontploffen en tientallen vuur- pylen gaan de lucht in. Overal klinkt muziek. Een tweehonderd muziekkorpsen afkomstig uit alle dorpen van de provincie komen ieder jaar naar de stad ter gelegenheid van de Fallas. Elke buurt krijgt een eigen muziekgezelschap toege wezen, dat wordt begeleid door het halve dorp. Vanaf zeven uur 's morgens marcheren die har monieën door de straten van de stad. Op geïm proviseerde podia, midden op straat, spelen or kesten hun dansmuziek, 's Middags trekken de ..cabalgatas" (optochten) onder luide toejuiohln- gen door de straten. De mooiste is de „cabalgata del ninot." De ninots worden gemaakt van oud papier, dat met water en lym tot een kneedbare massa wordt verwerkt en waaruit komische kop pen worden gevormd. Ze vertonen vaak verras send fyne trekken van overeenkomst met de be spotte persoon in kwestie. Er zyn zo'n driedui zend poppen en slechts één biyft de vuurdood be spaard. Het volk kiest deze zelf uit en deze pop gaat naar het speciale museum ..ter leringhe en- de vermaak" van toekomstige ninot-bouwers. Ve in de middag van de 18de maart valt er even stilte over de stad. Dit is de dag van Nueetra Senore de los desampar&dos (O. L. Vrouwe der veriatenen). Een processie van meer dan 6000 vrouwen en meisjes in de traditionele kleder dracht met een fonkelende kam ln het hoog op gestoken haar. dat bedekt wordt met de oer- Spaanse mantilla, trekt naar de kerk. Daar ls te gen de facade een stellage gebouwd waarboven het beeld van Nueetra Senora de los desampara dos troont. Iedere vrouw legt bloemen neer op de stellage. Na afloop van de processie vormt een meer dan 10 meter hoge, Indrukwekkende bloe- menruiker aan de voeten van O. L. Vrouwe een ontroerend bewijs van de liefde en trouw die de Valencianen koesteren voor hum helpster ln de nood. Het is een aangrijpende stoet die een wel dadige rust vormt temidden van het helse la waai. Hoogtepunt „De nachtioaker" een „ninot", die de sympathie van het volk kreeg en gespaard bleef voor de „vuurdood". vierkante meters. Er zjjn er die meer dan 50.000 gulden kosten en waaraan een heel jaar is ge werkt. Dit jaar zullen er op de pleinen en kruis punten van de straten een kleine tweehonderd Fallas verrijzen met een totale waarde van twee miljoen gulden. Vele oud-Valencianen die elders in Spanje of in het buitenland wonen, zenden gif ten om deze hoge koeten te bestryden. Op 16 maart, wanneer de zon ondergaat over de uitgestrekte sinaasappeltuinen, begint de op bouw van de Fallas. Een ingewikkelde verzame ling van stukken platform, staven, balken, stof fen en ninots worden uit alle hoeken en gaten van de wijk byeengebracht, en onder leiding van de ontwerpers begint men met de opbouw. Vele buurtbewoners helpen mee en de hele nacht wordt er doorgewerkt. By het ochtendgloren stelt de feestcommissie zich aan het hoofd van de muziek op en een vroiyke „pasodoble" zorgt er voor dat iedereen haastig uit het bed komt en op Op St. Jozefs naamdag, om twaalf uur 's nachts, is het hoogtepunt bereikt: het begin van het ein de, „Ia nit del foc" (de nacht van het vuur). Het schouwspel van acht dagen krygt een wonderlij ke epiloog door het tegeiykertUd in brand steken van al die kostbare en met zoveel smaak opge bouwde Fallas. Alleen de hoofd-Falla op het stadhuisplein bewaart men tot één uur als voor naamste attractie en sluitstuk. Een geweldig vuurwerk wordt boven de stad ont stoken. Heel Valencia schroeit, knettert, brandt en rookt. Als huiveringwekkende spookgestalten smelten en verschrompelen de ninots in de vuri ge omarming van de Fallas die langzaam ver teerd worden. Alle muziekkorpsen spelen tege lijk en iedere toeschouwer zingt of schreeuwt op zijn manier. Het ïykt wel of de hele stad her schapen is in een gekkenhuis. Zo moet Rome er hebben uitgezien tydens de historische brand ten tyde van keizer Nero. Het is prachtig en angst wekkend tegelyk. wy noorderlingen kunnen dit alles niet geheel bevatten. Wat een verkwisting! Voor miljoenen aan goederen en arbeid gaan er in enkele ogenblikken in vlammen op! Wy begrypen het karakter van de Valenciaan moeiiyk: scheppen om te vernietigen, opbouwen om te verbranden, ontwerpen, schilderen en beeldhouwen om, nauwelijks nadat de kunst van het werk is geproefd, dit in brand te steken. Iedere Valenciaan zal u echter uitleggen dat het vernietigen van zyn creatie te vergeiyken is met het leven zelf. Ook by de mens ls het einde on- verbrekeiyk verbonden aan zyn schepping en zijn bestaan. Zoals het leven van de mens feite lijk niet voltooid is totdat de dood zich over hem ontfermt, zo heeft hert wonderschone bestaan van de Fallas geen zin als ze niet zouden worden verbrand. De Valenciaan ziet het allemaal nogal laconiek. Hy zegt: „Het volgend jaar zal ik een nieuwe Falla bouwen, en waarom zal ik deze be waren als Ik de volgende keer iets mooiers kan maken." Weekeind bijlage Leidsch Dagblad LDEXTRALDEXTRALDEXTRALDEXTRALD EXTRALDEXTRALDEXTRALDEXTRALDEX LDEXTRALDEXTRALDEXTRALDEXTRALD EXTR A T TW.XTR AT.DEXTRAr .DF.XTR ALDEX LDEX I KALULAi KAUJIAUVAMJU, TRALD EXTRALDEXTRALDEXTRALDEXTRALDEX LDEXTRALDEXTRALDEXTRALDEXTRALD EXTRALDEXTRALDEXTRALDEXTRALDEX LDEXTRALDEXTRALDEXTRALDEXTRALD Zaterdag 15 maart 1969

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1969 | | pagina 17