]en heftig één-mansgevecht L n de schaduw an „Teixeira WERELDOMROEP TRAINT RADIO- EN TV-MENSEN ...alias TEIXEIRA ■T7 Hulp in optima forma Cursisten uit ontwikkelingslanden V. F.VAN DER GOUW:EN ïlTTEN WERKTEN SAMEN JN HET ENGLANDSPIEL" 55 WAAROM TWIJFEL REACTIES ENGLANDSPIEL of een dag Niet technisch IERDAG 13 MAART 1969 iderdag LE1DSCB DAGBLAD (door Ruud Paauw) DEN Een kleine drie jaar geleden schudde Nederland op al zijn propere zuilen door nancieel schandaal, waarvan de echo nu nog hoorbaar is: de affaire-Teixeira de Mattos. Iriekende walmen stegen er uit dit zaakje op toen een handvol gegevens over het doen en van de beherend vennoot, drs. F., aan het daglicht werd prijsgegeven. •proces over de daden van Teixeira had, volgens ingewijden, een teleurstellend ijsberg- Dat wil zeggen: eentiende kwam boven water en negentiende bleef eronder. Als ho- ing voor schimmige manipulaties verdween drs. F. 2]/2 jaar uit de circulatie, maar het ge- 'van de gedupeerden) en de verbijstering (van degenen die een bankiershuis per defi es een kraakheldere instelling beschouwen) bleven nog geruime tijd hoor- en zichtbaar. zou de affaire-Teixeira lang- an de vergetelheid zijn bin- eden als niet begin vorig jaar ekje alias Teixeira) rschenen. waarin nog eens een gave zwendelpraktijken werd teld. Het werkje het eerste trilogie belicht trouwens leen Teixeira's kronkelwegen, gt ook in het algemeen aan te at er van de ene louche trans- nen lopen naar de andere en r niet zelden dezelfde perso- ^^jinstellingen bij betrokken zijn. ^Bden van al dat gekuip nog ^^rolgens dit boekje dan zou- ver voor de oorlog zijn gespon- zelfs dwars door een beruchte teit als het Englandspiel lopen. rste deel van alias Tei- laat zich lezen als een bitter esboek-voor-grote-mensen, het het midden tussen een adem- »nde thriller en een stuk inge- ,1e science fiction. 22 J' iteur ervan is de heer A. V. F. duw (43). En hier komen al di- woeligheden aan de opper- f Want van der Gouw is, zo zegt iel de allerlaatste die afkeu- ardige praktyken van anderen Ier moet zetten zyn eigen n is namelijk allesbehalve le- k. Hij was fout in de oorlog, der Gouw heeft dat zelf ook te an: beseft. Indachtig de stelling dat men eerst de handen dient te reinigen al vorens op iemand anders smetten te werpen, rekent hij daarom in het Voorwoord met zichzelf af: „Ik ben een landverrader, een oorlogsmisda diger, een politiek delinkwent Ik heb geen excuus voor mijn oor logsverleden. Ik had voor de Bijzon dere Rechtbank geen verdediging en ik heb ook nu nog geen verklaring. Ook mijn leeftijd ik was op het eind van de oorlog 19 jaar heb ik nooit als excuus aangevoerd". Hy is. volgens eigen zeggen, ook geheim agent en BVD-informant geweest, wat ook al weer niet vertrouwenwek kend klinkt. In alias Tei xeira" strooit Van der Gouw, man en paard noemend, kwistig met beschul digingen. In hoeverre zy juist zyn, valt voor een niet-ingewyde vaak niet na te gaan. Een aantal proces sen wegens smaad en laster op essen tiële punten had Van der Gouw kun nen ontmaskeren als een fantast, maar dat is niet gebeurd. Toch wel grappig in een land waarin men al gauw gekwetst is of de eigen naam bezoedeld acht. Onlangs is deel Ila van alias Teixeira" verschenen. Het is een soort internationale voorloper van het Englandspiel, dat in lib aan de orde komt. I band hielden. Bang, dat ben je al- j leen als je iets te verliezen hebt. Op het moment dat ik aan het boek be- i gon. had ik dat niet. Jarenlang was ik informant geweest voor de BVD. Daar ben ik in 1965 mee gekapt. Dat wilde ik niet meer. Ze hebben toen gedreigd me financieel en sociaal stuk te maken. Dat is gelukt. Ik ging sol liciteren naar functies die op myn niveau lagen. Ik werd overal afge wezen. Tenslotte heb ik geprobeerd dokwerker by de NDSM te worden; ook dat ging niet door. Op die manier hebben ze me kapot gemaakt. Ik was op een bepaald ogenblik zo ver ge zakt, dat het eenvoudig niet erger kon. Als je op zo'n punt bent aange komen dan schrijf je zo'n boek zon der angst. Nu dan de beweegredenen. Waarom moet het in de openbaarheid komen? Ik ben de onoirbare manipulaties van sommige grote concerns in de oor logsjaren aan de weet gekomen. Ik heb tot myn verbazing gemerkt dat het vandaag de dag weer zo is. Op het gebied van defensie-transacties bestaat er b.v. nog en weer een enor me zwendel. Het spelletje wordt weer net zo gespeeld als vroeger, maar voor me zelf heb ik besloten: dit keer speel ik niet meer mee. Daarom vind ik het ook noodzakelijk de kennis die ik van bepaalde feiten heb openbaar te ma ken. Teixeira is alleen een aangrij pingspunt. het is namelijk veel meer, het is een mentaliteit, die bepaald niet alleen tot Teixeira beperkt bleef." Waarom is Van der Gouw, met zyn achtergrond, nu zo hevig in die Tei- xeira-zaak gedoken? Van der Gouw (een rustig pratende man, die de zaken helder uiteenzet; hij wilde bij dit interview liever geen foto opgenomen zien om herkenning te vermijden. „Ik heb mijn rust hard nodig voor het schrijven van deel lib van „alias Teixeira")„Eerst moet ik even de aanloop uit de doeken doen. Die affaire met Teixeira heb ik van nabij meegemaakt. Ik had er ook materiaal over verzameld. Daar mee heb ik lopen leuren. Ik heb het politie en justitie aangeboden, maar die voelden er niets voor. Daarna heb ik een aantal personen gevraagd het te publiceren. Ze wilden er hun vin gers niet aan branden of ze zeiden: er gebeurt toch niets. Toen heb ik besloten het zelf te doen, hoewel dat absoluut niet in myn bedoeling lag. Ik wist dat ik daarvoor de goede fi guur niet was. Iedereen zou beter zijn geweest dan ik, met mijn verle den. Het lag voor de hand dat men mij myn foute houding in de oorlog zou voorhouden. Daarom heb ik die meteen zelf ter sprake gebracht. In tegenstelling tot anderen was ik niet bang om over Teixeira te schrij ven en over zaken die daarmee ver- In het eerste deel van Teixeira zijn, ook voor een leek, wel enkele onef- fenheidjes aan te wijzen. Daardoor gaat men twijfelen of de rest wel juist is. Van der Gouw: „Het is best moge lijk dat er bij het eerste deel een paar dingetjes zijn doorgeslipt. De uitgever en ik hebben het destijds niet ge durfd het manuscript uit handen te geven voor controle door anderen, zo als wel met deel IIA is gebeurd. Er waren namelijk tekenen die er op we zen dat men de uitgave van het boek onmogelijk wilde maken. We konden toen niets meer riskeren. Het was zelfs noodzakelijk voor de veiligheid tussentijds van drukker te veranderen. Er is geprobeerd het manuscript op I te kopen. Ik heb een bedrag aange boden gekregen van 50.000 gulden en later nog eens een cheque van 100.000 gulden. Ik heb geweigerd, maar ik begreep toen wel hoe gebrand bepaal de personen waren het manuscript te laten verdwijnen. Vandaar het ont- j breken van een extra controle op j sommige ondergeschikte feiten Maar de hoofdlijn is absoluut juist", j Toch gebeurde er vrijwel niets na de verschijning van deel I. Men is er I wat schichtig langs gelopen. Van der Gouw lacht voorzichtig: „Ja. maar dat zegt me juist heel veel. Als ik onwaarheid zou hebben ge schreven, nou, dan dacht ik toch wel dat er voldoende aanknopingspunten waren voor een stuk of twintig aan klachten. Die zyn er niet gekomen. Twee processen zijn er geweest (De Roy van Zuidewijn en Zwolsman), maar die hadden betrekking op bij zaken. Zelfs de uitgever is niet eens aangeklaagd. Ik heb altijd gezegd: mij mogen ze aan stukken scheuren als de feiten dan maar openbaar wor den gemaakt. Maar ze kijken wel uit. En dan moet ik er nog bijzeggen dat ik de sterkste dingen over Teixeira heb weggelaten, omdat het verhaal dan helemaal niet meer te geloven zou zijn. Heus, over drs. F. zou ik zo nóg een boek kunnen schrijven". Uit welke bronnen heeft v. d. Gouw nu eigenlijk geput0 „Ik hoef bij ministers, staatssecre tarissen en grote directeuren niet aan te kloppen, dat spreekt vanzelf. Maar er zyn anderen, vaak doodgewone mensen, die heel wat weten omdat ze er jarenlang getuige van zijn ge weest hoe iets in zijn werk ging, men sen die zelf niets te verbergen heb ben en er daarom best over willen vertellen. Er leven ook nog heel wat echtgenotes of secretarissen van be kende figuren die al lang dood zyn. Zy zijn vaak bereid het een en ander te vertellen of aan materiaal af te staan. Verder zyn er de registers van de Kamers van Koophandel, daar zijn juweeltjes aan informaties uit te ha len. Niemand komt kennelijk op het idee daar ook eens te gaan kijken. Veel materiaal heb ik gekregen uit het buitenland, van het Institute of Jewish Affairs in Londen, uit Frank rijk, uit Oost-Berlijn, Moskou. Nadat deel I was uitgekomen, werd het mak kelijker voor me. Ik kreeg toen veel aangeboden, maar steeds onder de voorwaarde dat ik de naam van de gever niet zou noemen. Nee, ik ga niet over één nacht ijs. Als ik tien centimeter over iemand schryf, kan ik voor een meter verantwoorden". Wat zijn nu de reacties geweest op deel I en Ila? Van der Gouw: „Na het eerste deel kreeg ik een paar honderd brieven, daar waren er veel bij van academici, en ook ettelijke telefoontjes. Daarvan was er niet één negatief. De uitgever, Van Amelrooy, kreeg er ook een flink aantal, daar waren wel wat negatieve geluiden bij. Het vreemde is dat bij die negatieve reacties veel briefschrij vers zaten, die zelf in de oorlogsjaren een allesbehalve fraaie rol hebben gespeeld. Dat is iets wat ik niet kan hebben. Als een gewezen illegaal me uitmaakt voor schoft dan vind ik dat niet prettig, maar ik accepteer het. Maar juist van deze kant heb ik geen enkele afwyzende reactie gehad, in tegendeel. men heeft my juist ge steund. De reacties op deel Ila waren min der in aantal, ze kwamen voorna melijk van zakenmensen en studen ten. Dat het aantal minder was, is niet zo vreemd, omdat het hier over veel oudere, historische kwesties in het buitenland gaat. Die moest ik wel be- schryven om straks het Englandspiel op de juiste wyze te kunnen belich ten". De zo langzamerhand aanvaarde le zing van het Englandspiel (namelijk dat gedropte Nederlandse agenten louter en alleen door voortwoekeren de slordigheden vanuit Londen in de handen van Duitsers bleven vallen) wordt door Van der Gouw bestreden. Maar wat is er dan volgens hem wel gebeurd? Van der Gouw: „Ik zal het kort schetsen. Kort na de eerste wereld oorlog is er een bepaalde samenwer king ontstaan tussen de' grote indus trieën in Engeland. Duitsland. Neder land en nog enkele landen. Het doel daarvan was om in die zo revolutio naire tijd de dreigende greep van linkse krachten tegen te gaan. Met geld en andere middelen probeerde men rechtse figuren, organisaties en partijen in het zadel te helpen en te houden. Van de industrieën liepen er lijnen naar de geheime diensten van de verschillende landen en ook daar bij ontstond een zekere mate van sa menwerking. Aan het hoofd van de Duitse contra-spionage stond b.v. ad miraal Canaris, de meest vooruitge schoven post van de Duitse groot-in dustrie. een figuur die ook door de Britse industriële kopstukken ten vol le werd vertrouwd. Canaris voor naamste bezigheid was de opsporing en uitschakeling van linkse organisa ties. Aan de andere kant had de Brit se industrie een stevige greep op de Engelse inlichtingendienst iSISi die op haar beurt weer nauw samen werkte met de Nederlandse geheime dienst. Die contacten zyn in de oor logsjaren blijven doorlopen. Zowel de Duitse, de Engelse als de Nederlandse industriële leiders bleven de linkse krachten, of dat nu socialisten of communisten waren, als het grootste gevaar voor hun machtsposities be schouwen. Waar dat toe leidde, kun je zien in het verhaal over de Rote Kapelle, een Russische spionage- groep. Die organisatie, die in België en Berlyn opereerde, was aanvanke lijk alleen bedoeld voor industriële informaties, maar ging na 1941, toen de oorlog tussen Duitsland en Rus land uitbrak, zich bezighouden met militaire geheimen. De SIS infiltreer de in de groep twee agenten, die op het meest geschikte moment verraad pleegden. De Gestapo knapte het vuile werk op en maakte korte met ten met de communistische agenten, maar SIS en Abwehr bleven radio en organisatie van de Rote Kapelle „be spelen" ten behoeve van de industrië le belangen, zodat de Russen nog lang misleid konden worden. Datzelf de patroon vindt men terug in het Englandspiel. Toen de Nederlandse agenten boven ons land werden ge dropt, waren de Duitsers gewaar schuwd vanuit Engeland. Zij vingen de agenten op, hielden het radio contact met Londen gaande en kre gen via de steeds maar weer naar Ne derland gezonden agenten de gege vens in handen om het linkse verzet te elimineren. Het is een ingewikkeld en ongelooflijk verhaal, ik weet het, maar zo is het gebeurd. In het vol gende boek zal ik aangeven hoe het is gegaan en wie er een rol in hebben gespeeld. Dat boekje wordt dynamiet, daarvan ben ik overtuigd. Het zyn merkwaardige boeken d»« onder de titel „alias-Teixeira" zijn geschreven. Merkwaardig genoeg om er niet met gesloten ogen aan voorbij te gaan. (ADVERTENTIE) HILVERSUM (GPD) De Wereldomroep heeft een trai ningscentrum opgezet voor radio- en tv-mensen uit de ontwik kelingslanden. Dat „training centre" is een laag modern ge bouw, verscholen achter het kolossale hoofdgebouw van Radio Nederland in Hilversum. Zestien cursisten zijn ingeschreven, vijftien man van de staf van Radio Nederland, met aan het hoofd cursusleider J. A. van der Steen zullen hen in vier korte maanden inwijden in de ge heimen van het vak. De Wereldomroep heeft haar spe cialisten ter beschikking gesteld. Vijftien mensen zijn het. die hun er varing en kennis moeten doorgeven aan zestien cursisten uit zes ontwik kelingslanden Indonesië. Maleisië, Thailand, Nigerië, Ghana en Surina me. Met een flair van de geboren im provisator speelt Van der Steen het klaar om zichzelf te laten interviewen en daar tussendoor zijn efrgen korte vraaggesprekjes met de cursisten te hebben. Hij vertelt hoe de idee voor dit op- leidingscentrum in 1965 werd geop- j perd door ir. Frits Philips, die toen al voorzag, dat de hulp aan de jonge staten op den duur niet voldoende zou zyn om de vorderingen van de tech niek in de hoger ontwikkelde landen over te dragen op de pas onafhanke lijk geworden staten. In 1967 werd na veel voorbereidend werk het kontrakt getekend tussen de Nederlandse regering (het technisch hulpprogramma), Philips, en de We reldomroep. De kosten van het pro ject worden door de eerste twee ge deeld. Mr. Williams uit Ghana komt bin nen. De geïnterviewde (Van der Steen) wordt interviewer. De eerste kandidaat zit op de tv-cursus. Hy wil industriële reportages of onder werpen aanpakken. Mr. Williams toont zich verheugd als hy hoort dat een excursie is „gepland" naar Phi lips, en naar het „Evoluon", een per manente tentoonstelling met allerlei snufjes op elektronisch gebied. Hij is ook de eerste, die belangstel ling toont voor textiel. „African Prints" noemt hy het. In Nederland gemaakte, bedrukte stof, die vooral in West-Afrika door patroon en kleur aftrek vindt. „Vlisco", belooft directeur Van dei- Steen hem, „kunnen we op een dag doen. Philips en Vlisco. De laatste firma is een Helmondse textielindus trie die stoffen exporteert naar Afri kaanse landen. ,3ovendien", zegt hy, „hebben wij al excursies op het programma staan naar Aalsmeer, het bloemcentrum en naar de Hoogovens." Williams uit Ghana wil een programma maken onder de titel ..impressions of Hol land", (indrukken van Holland); het wordt genoteerd. Van der Steen vertelt in de tyd voordat de volgende kandidaat bin nenkomt. dat zjjn leerlingen geen „groentjes" meer zyn in het vak. Ze mogen niet ouder zyn dan 35 jaar en moeten ten minste twee jaar als vast staflid verbonden zijn geweest aan radio of televisie in hun land. Bovendien moeten ze de Engelse taal goed beheersen. Voor deze eer ste groep zyn daarom alleen men sen gekozen uit Engelssprekende landen. Ze hebben zich verplicht om terug te gaan naar hun oude werk gever. Vervolgens dient mr. Adeg Buyi uit Nigerië zich aan. Hy zegt sport als een van de on derwerpen voor zijn reportages te willen kiezen. De Nigeriaan heeft echter nog meer in het achterhoofd. Hij wil een ..bird's eye view" van Holland maken. Holland-in-vogel- vlucht, zogezegd. Bovendien blijkt zyn belangstelling uit te gaan naar architectuur, de moderne dan. waarmee hy is geconfronteerd in het hoofdgebouw van de wereldom roep. Verder wil hy musea zien, de oude meesters (in het Rijksmuseum) en moderne, vooral de laatste interes seren hem. Van Vermeer heeft hy nooit gehoord, maar de andere gro te Nederlanders kent hy by naam. Met nadruk zegt de heer Van der Steen dan, dat het geen technische cursus is die de mensen uit de ont wikkelingslanden krygen. Ze leren geen tv-camera uit elkaar halen en weer in elkaar zetten. In de eerste plaats leren ze een programma ma ken en onderwerpen kiezen. Nieuws, commentaar daarop, in- 1 terviews, forums leiden, documen- i taire programma's maken, of: ac tualiteiten opnemen, doorspekt met gemakkelyk verteerbare onderwer pen zoals: sport, kinderfilms, car toons en dergelyke. Wat de cursisten wel wordt ge leerd is: zelf het draaiboek samen stellen. Dit wordt dan in de klas be sproken en bekritiseerd. Mr. Thay uit Ghana is de volgen de. Hij blykt grote belangstelling te hebben voor landbouw, ruilverkave ling en al wat daarmee samenhangt. Hij wil de nieuwe polders zien. De Delta-werken staan al op het pro gramma, zodat hy daar zeker een reportage in woord (radio) of beeld (televisie) van zal kunnen maken. zyn er nog klachten? Hoe gaat het 's avonds? Hebben jullie kaar ten genoeg? De gasten zyn eensge zind in hun kritiek: ze vinden het vooral 's morgens verschrikkelijk koud en 's avonds drukt de een zaamheid. Inmiddels zyn er extra kachels voor hen aangeschaft. De cursisten zyn ondergebracht in een Hilversumse villa, waar een echt paar, dat vroeger in Nederlans-Indië heeft gewoond, voor hen gekookt, ryst met pindasaus en vlees, een univer seel voedsel, dat ook de mensen uit Afrika lekker vinden, om nog maar te zwygen van de man uit Thailand of de Surinamer In het begin weegt de eenzaamheid extra zwaar. Ik vind het daarom niet verwon- derlyk, dat mr. Awuku uit Ghana als idee voor zyn televisiereportage aan draagt: .de stad in". Hy meent daarvoor een week nodig te hebben. i Van der Steen remt hem wat af en houdt hem voor dat op een cursus die ma^r vier maanden duurt niet zoveel tyd voor één onderwerp kan worden uitgetrokken. De idee wordt gehonoreerd met met een dag. Het plan om een kin derprogramma te maken onder de titel ..kindercarrousel" vindt even eens een willig oor by de directeur van het centrum. „Als de film in Afrika moet worden uitgezonden moeten we natuurlyk wel Engels sprekende kinderen hebben", zegt hy tegen Awuku. Daar heeft de cursist niet aan ge dacht. Van dei* Steen maakt een notitie om tegen de tyd dat het pro gramma moet worden gemaakt, de Internationale school in Den Haag te benaderen. Hy legt vervolgens uit, dat wan neer een onderwerp voor een pro gramma de toets der gezamenlijke kritiek eenmaal heeft doorstaan de taakverdeling volgt. De cursisten moeten alles zelf doen: produktie, montage, samenstelling, regie enz. Het eindresultaat wordt opnieuw ge- zamelyk beoordeeld. Is het goed. dan kan de transcriptiedienst van de wereldomroep ervoor zorgen dat de film in landen waar de cursisten van daan komen wordt uitgezonden. Zo komen ze allemaal aan bod. Klachten? Nou nee. alleen: de avon den zyn zo lang. Maar dat wordt wel beter als na de formele opening de zaak draait. Anneke Hartog.pro- duktie-assistente van leraar Gys Stappershoef, zegt: Wy Nederlan ders willen toch altyd wat terug zien van ons geld? Nou. kan hier Dit is ontwikkelingshulp in optima forma". En ze gaat bij een paar cursisten zitten die proberen de da gen van de week van een Neder lands kalendertje af te lezen. Dat i lukt dan wel, na een keer of wat.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1969 | | pagina 9