,Hoop en humor
hielden ons
overeind'
Zijn we nu helemaal gek?
Schrijfster Jo
Manders
Briesje' werd orkaan'
Gedenkboek over Nederlandse
vrouwen in Jappenkampen
MOEDERLIJKE
OVERPEINZING
KOM ER ACHT-ER
1
Voorhistorie van een reünie
ÏX lATEFDAO 8 MAART ÏM»
I
LD EXTRA t
DAMESMODE
i» exclusie! jonge stijl..
BREESTRAAT I08a-I12 LEIDEN
uw hand en vingen erom
Vignet van de Stichting Nederlandse slachtoffert
Japanse vrouwenkampen. Symbool van ongebroken
moed: niets ivas onmogelijk.
Jjongensprak de vader plechtig. ..Je
wnf nu oud genoeg om te mogen weten
tear het leven om gaat. Als jij iets voor de
mensheid wilt betekeiien en je bijdrage wilt
leveren aan onze vrijheid, ons geluk en onze
meivaart dan moet je om te beginnen op-
li1 houden met de waarheid te spreken. Verder
tul je je moeten trainen in de gemeenste
luchttechnieken die er bestaan: karate.
M sluipmoord, buiktrappen. Je moet je altijd
it1 uitgeven voor degene die je niet bent: je zult
iedereen met een oceaan van wantrouwen
ta moeten ben ad oen en vooral niet aarzelen
i» om elke man of vrouw die kennelijk voor
de ten andere partij werkt dan jij, overhoop
k schieten, murw te slaan of dood te steken.
?n Slechts wanneer je je op dat alles toelegt zul
c* je een man worden, die respect afdwingt,
er Je zult een held en geacht medeburger war-
tï den, kortom: op die wijze kun je die mens-
heid van dienst zijn".
Vgriezelt'*
„i Kook.
r, Want zulke dingen zeggen wij beslist niét te-
0 8en ons kroost. Wij hebben nog altijd de over
Edging dat het onze plicht is, kinderen op
a te voeden tot eerlijke, betrouwbare mensen,
r, yy haten bedrog, geweld, valse schijn.
b Maar
Zef uw kijkkastje aan, loop een boekwinkel
binnen, lees de filmaankondigingen en wat
Het u?
Spionnen! Spionnen zijn bijzonder in trek
■ii moderne helden. Vroeger waren het woud
lopers, cowboys, zeehelden of uitvinders (tie
we onze kindertjes voorzetten als grote voor
beelden," als vrijheidsstrijders en pioniers:
tegemvocrrdig zijn of waren het Dubbelspion.
James Bond, OSS 117, en hoe ze nog meer
mogen heten. Daarbij suggeren we de jeugd
dat het een deugd is om te liegen, een andere
identiteit aan te nemen, meisjes te verlei
den ten einde de kans te krijgen een blik in
hun handtasje of latafeitje te roerpen.
Kijk kindertjes: dat is pas leven!
Hou je vast, knaap, dit is avontuur!
Van dichtbij bekeken zijn de helden tctt de
spionage-kitsch gewone ellendelingen. Hun
bestaan is gebaseerd op bedrog en wantrou
wen. Ze dragen valse namen, vervalsen hun
beroepbij de uitoefening van hun functie
staan ze twee dozijn uren in het etmaal te
liegen. Ze lopen gewapend rond met het vas
te voornemen die wapens zonder scrupules
te gebruiken tegen een medemens. Naar de
door geheime agenten gepleegde moorden
stelt ds plaatselijke politie in de boeken en
films nauwelijks een onderzoek In een
spion schijnt alles te mogen.
In die wereld van bedrog en geweld vinden
we twee kampen: goede en slechte mensen.
De goede mensen, de echte helden, zijn auto
matisch de spionnen van onze krant. De re
gelrechte schurken, gluipers en folteraars
zijn even automatisch de spionnen van de te
genpartij. Aan beide zijden vallen de doden
als kachelhoutjes. De doden aan „onze kant"
zijn gesneuvelde helden die hun leven ga
ven voor de goede zaak. De slachtoffers van
de „andere kant" zijn vuilakken die niet be
ter verdienen. Enfin ik zou zo nog 'n poos
je kunnen doorgaan, maar Ik doe het niet;
u weet wat ik bedoel.
Ik bedoel: terwijl wij moeizaam trachten de
aan ons toevertrouwde kindertjes het ver
schil tussen goed en kwaad te leren, terwijl
wij ons dag in, nacht uit, inspannen om hen
het jokken vechten en elke zweem van
huichelarij en bedrog af te leren belonen
we hen in hun vrije tijd met amusement waar
in de leugen een heldenattribuut is gewor
den, waarin doodslag een gesanctioneerde be
zigheid is en waarin bedrog een goed betaald
beroep blijkt om er status, carrière en aan
zien mee te verwerven.
En wij maar opvoeden, en braaf het goede
voorbeeld geven, en over verantwoordelijk
heid praten.
Ja. ja
THE A BECKMAN
houvast de hoop en het geluid van de eigen stem.
Steeds weer rijst de vraag hoe het komt dat pas
nu na meer dan twintig jaar, zo'n massale uit
barsting van reacties komt. „Het zat zo diep.
Vrouwen konden ei* met hun eigen kinderen niet
over praten," zegt Jo Manders. „Je wilde de el
lende achter je laten, dat was ook een heel be
langrijke factor. Je denkt dat je t kwijt ber.^
maar dat ls niet zo. 't Moet eruit, vroeg of laat.
Dat gebeurt nu, na twintig jaar. Het is ook op
merkelijk dat vrouwen die nu in de veertig zijn,
opeens rug- en oogklachten krijgen. Als meisje
hebben ze in het kamp veel te zwaar moeten
sjouwen."
Glashelder
Herinneringen aan de kamptijd van vijfentwin
tig jaar geleden: worden ze niet wazig en onwe
zenlijk? Jo Manders protesteert heftig: „Nee, oh
nee! Het is allemaal nog glashelder. Alsof we het
gisteren hebben meegemaakt." Voor zich uib
starend zegt ze: ,X>e sterfte van de kinderen in
de kampen, dat is het allerergste geweest. Kinde
ren die niet begrepen waarom er geen eten mee*
was: het verscheurde je hart. Als je ziet hoe de
Jeugd het nu heeft en dat die kinderen dit niet
mogen beleven. Dat kan ik het moeilijkste van
alles verwerken. Ik geloof dat dat me deetyda
dat ingezonden stuk heeft doen schrijven
ADVERTENTIE,
1. Blad minder rechte op bureau
2. Lamp
3. Etiket op fleeje
4. 6tempelkussen
5. Mond van man linka
6. Koord aan telefoon
T. Boek op de grond
8. Stempeltje rechts
Net als mammie! Zo zien deze twee jongedames er uit. Wat voor moeder
geldt, geldt ook voor de nieuwe kindermode. gepresenteerd door de Parijse cou
turier Daniël Hechter. Ze voelen zich heerlijk thuis in het charmante broekpak,
waarbij baretten worden gedragen in een felle, frisse kleur.
De schrijfster Jo Manders
„De Japanners wilden de kinderen als beesten laten opgroeien. Alleen voer, geen on
derwijs. Gelukkig was er nog altijd zand waarin je met stokjes kon schrijven".
Jo Manders, schrijfster van vele romans, meisjes- en kinderboeken, praat over de ach
tergronden van het gigantische werkstuk waarmee zij op het ogenblik bezig 1st het
samenstellen van een gedenkboek over „de moed en het uithoudingsvermogen, de
zelfopofferingen en het onderling hulpbetoon" van de Nederlandse vrouwen die tijdens
de tweede wereldoorlog in Japanse kampen zaten.
In haar woning in Rijsbergen stapelen de dagboeken en andere bijdragen zich op. Ber
gen herinneringen aan de jaren tussen 1942 en 1945 toen tienduizenden Nederlandse
vrouwen met hun kinderen in de Japanse kampen in het voormalige Nederlands-
Indië gevangen zaten.
Op 12 april aanstaande wordt in het
Haagse Congrescentrum de reünie
gehouden van de Stichting Neder
landse slachtoffers Japanse vrouwen
kampen (Bond ex-gevangenen van
overzee). Dit is, in het kort, de voor-
historie:
In mei 1967 vestigt de schrijfster Jo
Manders via een ingezonden stuk in een
Nederlands dagblad de aandacht op het
feit, dat bij de jaarlijkse dodenherden
kingen in Nederland de Nederlandse
vrouwen en kinderen uit de Japanse
vrouwenkampen altijd worden vergeten.
Als zij tientallen reacties binnenkrijgt,
zoekt Jo Manders contact met andere
lotgenoten uit de tweede wereldoorlog.
Met als eerste resultaat de vorming van
een comité waarin zitting hebben Jo
Manders. Suzanne Gideonse en Han
Helfferich. Zij vormen ook het bestuur
van de in september 1968 opgerichte
Stichting Nederlandse slachtoffers Ja
panse vrouwenkampen. Doel: de doden
te herdenken en de overlevenden uit de
Japanse kamptijd te steunen, met ei
kaar in contact brengen en hun belan
gen te behartigen.
Ook mannelijke lotgenoten zijn wel
kom in de Bond ex-gevangenen van
overzee, die inmiddels al ruim tweedui
zend leden (mannen en vrouwen) telt.
Concrete plannen van de bond: aller
eerste de grote reünie op 12 april aan
staande, voorts de uitgave van een door
Jo Manders te schrijven gedenkboek
over de Nederlandse vrouwen in de Ja
panse kampen en de oprichting van een
s%)ber monument voor de slachtoffers
van de oorlog met Japan. Dit monument
zou in augustus 1970, vijfentwintig jaar
tia de Japanse capitulatie, moeten wor
den onthuld.
Op het secretariaat van het bestuur (de
woonboot „Mon plaisir" aan de Conrad-
kade in Den Haag) staat de telefoon niet
stil en blijven de brieven binnenstromen.
Jo Manders karakteriseert de ontwikke
lingen in de afgelopen maanden als
volgt: „Ik heb alleen maar voor een
briesje gezorgd, mevrouw Gideonse heeft
het tot een orkaan aangeblazen".
ADVERTENTIE
„Het meeste dateert uit 1944 en 1945. Dat waren
de zwaarste jaren," vertelt Jo Manders, zelf ex-
inwoonster" van drie Japanse kampen op Java:
Tjimahi-kamp, kamp Bandoeng. Semarang-
kamp. „Juist in die tijd zijn in de kampen veel
herinneringen opgeschreven. De paperassen zijn
over het algemeen goed bewaard gebleven. Het
is bijna onbegrijpelijk dat men kans heeft gezien
om deze dingen door de kamptijd heen te krijgen.
We mochten volstrekt niets intellectueels doen.
De Jap was bijzonder fel op elk stukje papier,
elk potloodje."
Wonder
Dat mensen kans hebben gezien om hun dagboe
ken en andere papieren door de strenge contro
les te smokkelen noemt Jo Manders „een won
der op zichzelf." Ik had een manuscript over vijf
entwintig jaar Indië. Driehonderd bladzijden, al
les met de hand geschreven. Toen we naar kamp
Semarang moesten verhuizen, zei iedereen: Dat
neem je toch zeker mee. Ik durfde niet, maar
mijn „kampdochter" smokkelde het in haar rug
zak mee. Bij een controle schopte ze de hele boel
koelbloedig in een greppel. Zo is het toch gered."
Het is een van de vele staaltjes van koelbloedig
heid die Nederlandse vrouwen een kwarteeuw ge
leden ln de Japanse kampen te zien gaven. De
schrijfster gelooft niet dat ze ooit aan een buiten
staander duidelijk zal kunnen maken hoe die
vrouwen zich op zo'n moment voelden. „Hoe je
hart klopt. Je handen klam worden, de zweet
druppels in je nek komen, terwijl je daar met
neergeslagen ogen voor de Jap staat. Dat kun je
alleen begrijpen als je het meegemaakt hebt."
Humor
Haar gedenkboek wordt beslist geen klachten-
boek. Dat blijkt al uit de ondertitel: „Met een
lach door tranen heen." Jo Manders (levendig
blauwe ogen onder het blonde haar, vaak snel
nadenkend voordat se in diiidelijk-gearticuleerde
sinnen antwoord geeft) zegt dat de humor een
heel belangrijk element ln haar gedenkboek
wordt .Dat klinkt voor outsiders misschien won
derlijk, voor insiders niet.
Zelf vindt de schrijfster het alleen maar logisch.
„Gevoel voor humor was. met de noodt aflatende
hoop. het enige dat ons overeind hield. Het gekke
is dat wij de Jap nooit echt hebben gehaat. Die
felle haat van Nederlanders tegenover Duitsers
kenden wij niet. We vonden de Japanners alleen
maar intens belachelijk en verachtelijk, konden
hen met de beste wil van de wereld niet als
medemens zien. Het voornaamste gevoel was
verwondering dat zo'n wezen ons dit alles kon
aandoen. Daarom komt die humor steeds weer
bovendrijven. Wie om het gebral van de Jap niet
kon lachen, was verloren."
Haar streefdatum voor het voltooien van het ge
denkboek is najaar 1969. De bijdragen blijven
binnenstromen, het nieuws over de komende
reünie heeft weer een heleboel nieuwe bronnen
aangeboord. Jo Manders accepteert alles, wil
niets weigeren: in elke nieuwe bijdrage kan iets
essentieels voor haar boek zitten. Valt de con
frontatie met de stroom herinneringen in haar
zwaar? Ze denkt even na, zegt dan: ..Blijkbaar
wel. Ik heb namelijk nooit eerder van de kamp
tijd gedroomd. De laatste tijd doe lk dat wel en
het zyn niet de prettigste dingen waarover ik
droom. Maar het werk is ook enorm boeiend. De
energie en het doorzettingsvermogen van the
vrouwen frapperen steeds wee*."
Overleefd
Praten met Jo Manders. meer dan drie uur lang,
over een brokje leven dat al een kwarteeuw ach
ter ons ligt. Voorbeelden van doorzettingsvermo
gen. zoals het verhaal over de vrouw die zeven
weken eenzame opsluiting ln het donker wist te
overleven, door zichzelf voortdurend: hardop ver
halen te vertellen en zich zoveel mogelijk aan
een vaste dagindeling te houden. Met, als emg