olgende week debat inTweede Kamer kTVS ETEN un japport Ontwikkelingshulp nog steeds niet openbaar ndonesië wil vruchten handel zelf plukken PLASTIC ZAKJE 'N DURE ZAAK Electrisclie visserij in toekomst mogelijk belangen gaan voor de particuliere LEIDSCH DAGBLAD PAGINA 17 (Van onze parlementaire redacteur J. J. Vis) 9 N HAAG (GPD) Al weer vele ma anden geleden kreeg een wetenschappelijk team on- fcding van de Tilburgse hoogleraar Jansen van de regering de opdracht een beoordeling ^ken van de Nederlandse ontwikkelingshulp. (Omdat Nederland al heel wat jaren de landen helpt is het natuurlijk nuttig om eens na te gaan wat er van onze goede bedoelin- erecht komt. De discussie over de ontwikkelingshulp kan er alleen maar wel bij varen. paar weken geleden is het rap- in de deskundigen klaar geko- Volgens mensen die het weten n is het een omvangrijk werk- eworden. De omvang zou zo'n IN( nderd gestencilde vellen bedra- het geld dat met de onder- jen was gemoeid zou om en d« zeshonderdduizend gulden Er schijnen momenteel on- MINISTER UDINK niet overhaast geveer tweehonderd exemplaren ki omloop te zijnhonderd op het minis-1 terie van Buitenlandse Zaken waar- de ontwikkelingshulp onder hoort) en nog eens honderd op de verschillende wetenschappelijke instellingen die zich met het onderzoek hebben bezig gehouden. 200 EXEMPLAREN Volgende week behandelt de twee de Kamer de begroting van minister Udink 'Ontwikkelingshulp). Het lag voor de hand dat de socialist Ruy- gers onlangs vroeg het rapport zo tijdig te publiceren dat de Kamer het bij de begrotingsbehandeling zou kunnen betrekken. Reygers zei er bij dat er tweehonderd exem plaren in omloop waren en dat het rapport dus toch al niet meer als erg geheim stuk beschouwd kon wor den. Donderdag stuurde minister Udink een briefje aan de Kamer. Een naar briefje. Er stond in dat de minister het stuk nog niet wilde publiceren. Er moet eerst nog met andere minis ters over het stuk worden gepraat Zolang dat nog niet is gebeurd kan er niet tot openbaarmaking worden overgegaan. De minister verwijst in zijn brief naar de sinds vele jaren bestaande proceduren van consulta tie. Verder schrijft Udink dat iedereen tijd genoeg moet hebben om het rap port te lezen en dat er dan pas in het openbaar door de Ka mer over gepraat kan worden. Eigenlijk bedoelt de minister: als ik het rapport nu al publiceer heb ben jullie het volgende week toch niet goed gelzen zodat ik het beter nog even achter kan houden. Als een soort troostprijs zegt hij aan het eind van zijn brief dat hij wel een paar exemplaren van het rapport beschikbaar wil stellen ter vertrouwelijke kennisneming van de vaste commissie voor Ontwikkelings hulp van de Kamer. Vertrouwelijk wil zeggen:je mag het wel lezen maar je moet bij het begrotingsde bat net doen of je het niet gelezen hebt. De Kamer voelt zich genomen door dit briefje. De minister houdt gegevens achter die al enige tijd aan honderden mensen bekend zijn. Ge gevens die van belang zijn voor de beleidsbeoordeling. Omdat de Ka mer volgende week die gegevens niet kent of niet mag gebruiken wordt het begrotingsdebat voor de minister erg gemakkelijk. De minister is bovendien de Ka mer aan het betuttelen: jullie kun nen niet snel genoeg lezen en daar om wacht ik maar tot jullie wat meer tijd hebben. Het argument dat de minister eerst nog wat andere ministers moet consulteren be schouwt de Kamer als een flauwe smoes. Zo'n consultatie gaat gewoon tus sen neus en lippen door en kost nau welijks tijd. En zelfs als ministers, die veel belang hebben by het rap port het nog niet hebben kunnen le zen dan is dat helemaal niet erg. De Kamer debatteert met minister Udink, niet met andere ministers Wat nu rnet het rapport over de ontwikkelingshulp gebeurt is geen nieuw verschijnsel De regering krijgt honderden rapporten van des kundigen en heel vaak heeft de re gering de neiging die rapporten zo lang mogelijk onder zich te hou den. Door die geheimhouding wordt het parlement van tijd tot tijd ge vloerd. Het zijn de deskundigen die kun nen uitmaken of er van het beleid veel terecht komt. Het zijn ook de deskundigen die kunnen zeggen hoe het anders zou moeten. In het parle ment 150 mensen die over van al les moeten meepraten zitten niet veel echte specialisten. Wil het parlement zich een oordeel vormen dan kan het de rapporten niet missen. Maar door de bestaan de gang van zaken met die rappor ten kan de regering die oordeelsvor ming en dus eventuele kritiek op het beleid blokkeren. Zet de deskundigen ln commissies leg ze geheimhouding op, laat ze een rapport maken en hou dat rapport geheim. Het is natuurlijk een beetje overtrokken, maar op die manier zou de regering alle kennis kunnen monopoliseren en het parlement bui ten spel kunnen zetten. VERDEELDHEID Natuurlyk hoeft de volksvertegen woordiging zoiets niet te nemen. Het vervelende is echter dat zy het meestal wel neemt, omdat de poli tieke verdeeldheid in het parlement nog net iets groter is dan het ge meenschappelijke gevoel: „We zijn allemaal volksvertegenwoordigers en we moeten zorgen dat we aan onze trekken komen". De vuist die het parlement in dit soort zaken zou moeten maken is zelden meer dan een slap handje. Je kunt nauwelijks verwachten dat de regering wat toeschietelijker wordt als het parlement zelf niet van tijd tot tijd een grote mond opzet. Hoe er over dit probleem van de openheid gedacht wordt in de hoog ste ambtelijke regionen die van grote, zo niet beslissende invloed zijn op de regeringsopvatting inzake openheid blijkt uit de laatste af levering van het weekblad van de Vereniging van Nederlandse Ge- m«"»nten. Daarin bindt de secretaris-gene ra. _ui net ministerie van Volks huisvesting en Ruimtelijke Ordening, mr. G. van der Flier, de strijd aan tegen het streven naar openheid. Het doel van dat streven is in het kort: alle overheidsstukken zyn in beginsel openbaar, geheimhouding is uitzondering. De feitelijke situatie in Nederland is precies andersom: alles is in beginsel geheim, openbaarheid is uitzondering. Mr. Van der Flier verdedigt grosso mode het bestaande. Hij bekijkt het probleem vanuit het gezichtspunt van de overheid en het belang van de overheid: door openheid kunnen ministers politiek kwetsbaar worden, door openheid kunnen compromissen aangetast worden. Hy vindt dat voorstanders van openheid uit het oog verliezen dat ministers verantwoording schuldig zyn aan gekozen volksvertegenwoor digers. Maar dat is het 'em juist. Om minister verantwoordelijk te stellen heb je als volksvertegenwoordigers feiten en gegevens nodig. In de on gecompliceerde negentiende eeuwse samenleving kon de volksvertegen woordiging die wel op eigen kracht verzamelen Tegenwoordig is dat on mogelijk geworden. Het parlement kan zich alleen maar de nodige gegevens ver zamelen door hetzij zelf een soort schaduw apparaat op te bouwen maar dat wordt veel te duur of door de overheid te dwingen tot veel meer openheid. Laten we hopen dat het laatste gaat gebeuren. DEN HAAG <GPD) In 1963 at de Nederlander, van klein tot groot gemiddeld, 8,1 kilo kaas per jaar. In 1967 was dat nog slechts 7,7 kilo. Het verbruik daalde en BRIGHTON 'AP) De Ameri kaanse geleerde Frank E. Elliot, die verbonden is aan de General Electric Company in New York, meent, dat electrV.che zeevisserij de oplossing zou kunnen betekenen voor de voed- j seltekorten in de wereld. Hy zei tij- dens een bijeenkomst in Brighton (Engeland) voor een duizendtal af gevaardigden uit 14 landen, dat de i huidige vissery-methoden binnen en- i kele jaren verouderd kunnen zyn. j Proefnemingen met electriciteit zyn de laatste tijd bemoedigend geweest en alle« wat thans nodig is voor ruV- meir toepassing, is een meer techni sche benadering van de zaak. Aangezien de helft van de wereld bevolking ondervoed is en verwacht wordt dat de bevolkin g om streeks het jaar 2000 verdubbeld zal zijn, moeten de volken proberen in de zee een belangrijker bron van voedsel te vinden. Elliott stelt zich voor, dat de vis sersboot van de toekomst zonder net ten naar zee zal vertrekken, maar met electrische pulsatie-apparatuur, die de vis op zal zoeken en de ge wenste soorten en maten rechtstreeks naar het ruim van het schip zal lei den. waarin schoepen en pompen ze zullen binnenhalen, waardoor het sorteren met de hand overbodig zal worden. Er moet nog wetenschappelijk on derzoek worden verricht om vast te stellen, welkestroomsterkte voor elke soort vis nodig, is. maar in deze rich ting zyn reeds belangrijke vorderin gen gemaakt. Experimenten hebben aangetoond dat vissen op drie manieren op elec trische stroom reageren „Zwakke im pulsen veroorzaken angst, sterke hyp notiseren de vis en maken, dat ze naar de cathode zwemmen. De der de reactie, op hevige impulsen, is dood of verdoving. Alle drie zullen in de toekomst bij de visserij toepas sing kunnen vinden. De afschrikimpulsen kunnen roofvissen verjagen van goede vis gronden of jonge riviervis uit de buurt van hydro-electrische turbines houden. Hypnotyserende impulsen kunnen goede vengsten verzekeren en de zware impulsen kunnen 1 ncombi- natie met treilnetten de vis het ont snappen beletten. Elliott stelde tenslotte, dat elec- trisch gedode vis van betere kwaliteit is en langer bewaard kan worden dan vis, die is gevangen na een langduri ge strijd. De huidige stand van het electrisch vissen heeft bewezen, dat het mogelijk is. ofschoon het nog lang niet zyn defenitieve vorm heeft gekregen. daalde. De benarde zulvelpropa- ganda riep uit: „Neem een stukje kaas uit het vuistje!" Marktonderzoeken hebben uitge wezen dat de gewoonte van kaas eten „vergrijsde", dat wil zeggen dat gezinnen van huisvrouwen on der de vijfendertig jaar zeer slechte kaasklanten waren en dat een hoger verbruik alleen nog maar in de leef tijden boven de vijftig jaar lag Andere onderzoeken lieten het vol gende zien de zelfbedieningswinkels en super markten, die in 1965 nog slechts 25 procent van alle kaas in Nederland verkochten, verkochten in 1968 reeds 39 procent: het aandeel van de gewone le vensmiddelenwinkels zakte in die jaren van 25 procent naar 14 pro cent; de typische zuivelhandel zakte van 35 naar 28 procent. Een dalend kaasverbruik dus, maar daarvan werd een steeds groter ge deelte in zelfbediening en super markt verkocht. Zelfbediening bete kent voorverpakken. Dit werd daar om. volgens weer een ander onder zoek. de ontwikkeling: in 1965 koch ten 24 van elke honderd huishoudens alleen voorverpakte kaas, in 1967 waren dat er reeds 29. GEMAKZUCHT (Van onze reisredacteur Henk Kolb) HKARTA (GPD) Expedities van buitenlands bedrijfs- naar Indonesische jachtvelden mogen niet het kenmerk !n van een winstbejag, waarbij de belangen van Indonesië buiten beschouwing blijven. Integendeel: economische acties hebben pas dan werkelijk zin, wanneer zij een ef- ive bijdrage kunnen leveren tot het verlevendigen van lesische industrie, zelfs al zou dat betekenen dat ge- Iseerden uit den vreemde met een wat kleinere winst- 6 genoegen zouden moeten nemen. welzijnsniveau mag verwach- mdere woorden: de zeer grote die Indonesië met. zijn 120 i, men sen. te bieden heeft, zal 'n aantal produkten via pro- van gezamenlijk buitenlands- kch ondernemen een bin- dse bron moeten hebben, om- op die wijze een effectieve ke versteviging van de Indo le economie bereikbaiar is. handelsfilosofie van de nieu- fc, die meer en meer baan onder degenen die over het al et doorgaan van gezamenlijke d beslissen, moet in de plaats van de wijze waarop trans- •orheen veelal werden geslo- t kende voornamelijk twee he bbenden de producent en de fcche opdrachtgever, die in |e gevallen een commissie 1 minder dan vijftig procent I. oesie is een land. dat in be- aant rekkelijke economische Bpunten heeft: zyn natuur- ■kdommen (die overigens 4 nadere exploratie behoe- tjjn gunstige ligging en zijn de overvloedige arbeidskrach ten goed klimaat. Het vyfja- n is zeer terecht gebaseerd op ibreding van het produktie- omdat Indonesië als voor- Ik op de landbouw aangewe- 'üe geen verheffing tot een hoger ten. Een van de factoren, die in som mige opzichten zeer nadelig werkt op de economische ontwikkeling in bre dere zin is het feit dat zeventig tot tachtig procent van het Indonesische kapitaal in handen is van ongeveer 3.5 miljoen Chinese inwoners. En het is niet aan twijfel onderhevig dat juist onder deze 3.5 miljoen Chine zen veel rechtstreekse vertegenwoor digers schuilen van het land dat hier politiek het meest wordt gevreesd. Falen van de huidige plannen zou wederom de weg openen naar het enige politieke alternatief: commu nistische machtsoverneming naar Roodchinese trant. Bovendien, een groot deel van het Chinese kapitaal is improduktief, omdat de traditionele rol van de Chinezen, als opkopers van produk ten en als distributeurs, in de tijd van Soekamo gewelddadig en met name door het leger is verstoord. De Chinezen trokken dus met hun geld naar de grote steden, maar hun na tuurlijke weerzin tegen industriële be- dryvigheid en het zeer ongunstige klimaat voor andere economische activiteiten buiten de strikte over heidssector leidde tot geld-opslag. De huidige regering doet hardnek kige pogingen om dit kapitaal weer tot een actief bestanddeel van de Indonesische economie te maken. Zelfs al ls de inflatie sterk afge remd. toch zien vooralsnog de Chi nese bezitters meer zekerheid in het bezit van goud en onroerende goe deren. Het is dan ook niet voor niets dat men vele invloedrijke Indonesiërs kan horen pleiten voor het in het leven roepen van een soort sociaal- kapitalisme, vrij van vreemde smet ten. Opdat met Indonesisch kapitaal mede uit particuliere bronnen pro jecten kunnen worden opgezet, waar uit eerlang een reële verbetering van de levensomstandigheden der bevol king moet voortvloeien. Sterke anti-Chinese gevoelens zyn in het Indonesische wik nog steeds aanwezig. Zodoende zyn zelfs de Russen momenteel tevreden met het huidige regime. Voor hen moet de aanwezigheid van een verre van welvarende bevolking in een land waar men tot het uiterste zal gaan om de Mao-leer buiten de deur te houden, een dankbaar werkterrein vormen. Het ligt dan ook in de lijn der verwachtingen dat de Russen hun thans geheel stilliggende ontwikke lingsprojecten eerlang weer zullen opvatten teneinde de profijtelijke po litieke situatie uit te buiten. Want ook de Indonesische communisten zullen, wanneer de Chinese voor mannen geen uitzichten meer kun nen bieden, zonder enige twijfel nog liever Russische invloed hebben dan helemaal niets. En als zij de gele genheid krijgen zullen zy op hun beurt van de Russisch-Chinese riva liteit willen profiteren door met bei de partyen contacten te onderhouden. Intussen lijkt het vijfjarenplan, waarvan de uitvoering per 1 april moet beginnen, rijkelijk ambitieus. Niet zozeer in zijn doelstellingen. maar vooral omdat plannen op een termijn van vijf jaar in het raam van een economie-vol-onzekerheden het dikwyls moet stellen met veron derstellingen instede van feiten. Om er enkele te noemen, die met het staatsinkomen te maken hebben: niemand is bij machte een enigszins juiste schatting te maken van de be lastingopbrengsten. Geen mens is zeker van de opbrengst der ruwe grondstoffen die een belangrijk deel van de export uitmaken, noch van die der cultureie-produkten, aange zien de wereldmarktprijs fluctueert. En tenslotte staat de omvang van de buitenlandse hulp niet vast. Een economie vol onzekerheden eist voortdurende confrontatie van de doelstellingen met de actualiteit. En denken in termijnen van vijf Jaar neigt tezeer naar het maken van een optelsom vol onbekenden. Het vijfjarenplan houdt in zijn op zet rekening met het jaarlijks vast stellen van uitvoeringsfasen. Aange zien die moeten worden onderge bracht in de begrotingen van de di verse ministeries waarvoor het par lement goedkeuring behoort te verle nen, valt voor vertraging te vrezen. Want de beraadslagingen der Indo nesische parlementariërs worden in het algemeen niet gekenmerkt door kennis van zaken en het is meer dan waarschijnlijk dat de leden van de vertegenwoordigende lichamen hun onderlinge politieke geschillen ook op het platform van dit vijfja renplan willen uitvechten. En daarmee treedt overduidelijk het grote conflict aan de dag tus sen de Indonesische technocraten en j de politici. De technocraten wensen I economische stabiliteit voor zjj weer I volledig tot haar recht kan komen. j vormen voor het construeren van aan politieke ontwikkeling gaan den- In dit verschil van inzicht schuilt nieuwe en nutteloze slagzinnen, die ken; hun opponenten willen politie- I het gevaar dat het vijfjarenplan aan de werkelijkheid niets verande- ke zekerheden, alweer do economie beiderzijds een gerede aanleiding zal ren. Hier grepen kort geleden de fa- I brieken hun kans om tussen alle an- i dere supermarktartikelen ook luid ruchtig merken en speciale verpak kingen te presenteren. Zij zullen hebben geredeneerd dat, als 65- ja rigen, die vaak meer geld hebben, het niet aan de prijs ligt en dat men het dus op de presentatie en de ge makzucht van de consument moest 1 gooien. Het resultaat was het plastic zak je met aantrekkelijk gerangschikte plakjes kaas. Met in grote letters het fabrieksmerk er op. Het stads - publiek koopt opvallend gretig de nieuwigheid ..gesneden kaas". Expert ir. P. Tiersma. de rRkszui- velconsulent voor kaas: „Voorgesne den kaas moet. terwille van het snijden en de bewaring, speciaal worden gemaakt. Ze moet een beetje elastisch zijn en geen karetvorming hebben. Daardoor is ze een beetje smaaklozer en ook wat taaier dan andere kaas. Een nadeel is dat veel winkels ze teveel in het (kunst)licht leggen en dat het publiek de neiging heeft ze thuis ook nog langer te bewaren dan gewone kaas. Dan krijg Je de kans dat de inhoud naar de kunst stofverpakking gaat smaken". Een echte „lekkere" smaak kun Je tot dusver aan voorverpakte plakjes niet geven. Zelf zien wy voor de consument enkele opvallende bezwaren in de verschillende merken voorgesne den verpakte kaas. De huisvrouw pakt zo'n pakje op. knijpt er in en gooit het weer terug in de bak. Het resultaat is dat vooral van de oudere kaassoorten veel plakjes beschadigd of zelfs ge scheurd zyn. Dan de prijzen. Ingewijden we ten te vertellen dat de plastic zak jes om de gesneden kaas zeer duur zyn. De prijzen ervan variëren in de verwerking van 15 tot 20 cent, ondanks de grote hoeveelheden waarin de fabrieken ze van de han del in kunststof verpakking betrek ken. Die 15 tot 20 cent zit uiteraard tn de winkelprijs en het is maar een weet dat men een paar dubbeltjes betaalt voor een weggooizakje. De winkelprijzen van voorverpak te gesneden kaas zijn flink wat ho ger dan die van gesneden kaas uit de kaaswinkel. jonge kaas komt op 66 cent per ons voorverpakt, tegen 50 cent ge woon. MOHAMMED HATTA jong belegen kost tot 83 cent per ons voorverpakt, tegen 55 cent ge woon; belegen lag voorverpakt geprysd voor 70 cent per ons, tegen 56 tot 60 cent gewoon: extra belegen kostte voorverpakt per ons 75 cent tegen 62 tot 64 cent gewoon: smeltkaas (korstloos-fondu) kost in het pakje 83 cent per ons. een prijs die in verhouding met de an dere soorten zeer hoog is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1969 | | pagina 17