KERSTBOMEN: Het groene wond van Zweden De kunst-kerstbomen van Florence ft [ERSTBIJLAGE 1968 VAN HET LEIDSCH DAGBLAD ioms voel ik amart als ik eraan denk it ik nooit een tropisch oerwoud of een iinese tempel zal zienmaar ik heb al- veel dichterbij: een Zweeds meer met ekvogels in het voorjaar; glinsterende merse inhammen tussen groene sche- n; winterse zon over de sneeuwblanke rgheide in Lapland; van dit allea en ig veel meer zal ik nooit genoeg kunnen in, er nooit dicht genoeg bijkomen, er Ij nooit genoeg in verdiepen :t ls de Zweedse schrijver Sten Selander weest die op deze wijze onder woorden acht welk een indruk de ongerepte Zweed- natuur op hem maakte. voor wie ooit een reis door Zweden eft gemaakt, trekkend door 225.000 vier- mte kilometer natuurschoon, met woest romende bergbeken, glooiende gletscher- illingen, eindeloze naaldwouden waarvan it frisse groen tot een grijze streep wordt n de horizon, en boven de boomgrens de imetelijke grote heidevlakte en mosvelden et rendierkudde heeft gezien, hij zal de hrijver gelijk geven. ïakespeare deed de middernachtzon eer in, maar moeilijk valt te beschrijven hoe «tisch men kan worden gestemd in de nu i dan beklemmende verlatenheid van de usachtige bossen, bij het imponerende houwspel van de nimmer ondergaande zon ssen de eindeloze bergtoppen. nier: een manier van werken die erom vraagt gefilmd te worden en die behendig heid en zwemkunst vereist. Kwekerijen Zou men menen, dat in een land zo vol met bossen het vinden van een kerstboom de al- ,3 Halsingland: akkers langs de rivier en beboste heuvels in de mHnni verte. lereenvoudigste zaak van de wereld is, dan heeft men het toch lichtelijk mis. Speciale kwekerijen in het midden en zuiden van het land zorgen voor de aanvoer voor huisge bruik en zij kunnen de behoefte van de grote steden Stockholm, Gothenburg en Malmö volledig dekken. De moderne techniek heeft in deze kwekerijen haar intrede gedaan. De jonge boompjes worden tegenwoordig met de machine geplant. Voor hun weten schappelijke kennis kunnen deze bedrijven terugvallen op de bosbouw-hogeschool van Stockholm die verschillende kerstbomenex perts herbergt. De resultaten daarvan zijn duidelijk; in enkele jaren is het Zweedse boompje voller en mooier geworden. Veel is bereikt in het versnellen van de groei. Had men vroeger in twee jaar een hoogte van 20 centimeter bereikt, nu produceert men in dezelfde tijd een- boom van ruim één meter. Daar kunnen, zo vinden de grote warenhui zen in Stockholm zelfs de fabrikanten van plastic kerstbomen niet tegenop en het is dan ook geen wonder dat dergelijke imita ties in Zweden nauwelijks te koop zijn. Echte kerstbomen komen in Zweden twee meter hoog op een bedrag tussen de tien en vijf tien gulden. Er worden er honderdduizenden van verkocht en de kwekerijen vaak in de bossen, en meestal uitgerust met reusachti ge plastic kassen voor het plantgoed wer ken in weerwil van hun hoge kosten met winst. En wie niet kopen wil, maar zagen? Dat kan natuurlijk, 's avonds laat of 's morgens vroeg. Maar verboden is het wel. De contro le van de zijde van de politie vindt regelma tig plaats, en kerstbomen op autodaken zijn in de weken voor Kerstmis dan ook veelvul- Boven de Indalsalven-rivier in een land- schap van onafzienbare naaldwouden. dig het onderwerp van de interesse der die naren van Hermandad. Kan men geen kwi tantie laten zien die bij aankoop normaler wijze wordt verstrekt, dan wacht er een rui me boete. Villa-eigenaren laten dikwijls de boom bui ten staan, op de plaats in de tuin waar hij groeit, en versieren hem daar. Compleet met lampjes en de kleine geel-blauwe Zweedse vlaggetjes die elk rechtgeaard Zweed in zijn kerstboom heeft. Het kerstfeest in Zweden vertoont grote overeenkomst met het Duitse Weihnachten en de Engelse Christmas, inclusief de kerst man. Tegen de overdadige kerstviering, zoals die overigens de laatste jaren gebruikelijk was in Zweden, met overvloedige maaltijden en superdure geschenken is men nu overigens in het geweer gekomen. Anti-kerst-acties hebben alle grotere Zweedse steden al ge schokt. Maar de kerstboom is in ere gehou den. Hoe zou het ook anders kunnen in een land waar de reusachtige naaldwouden meer dan 50 pet. van de oppervlakte in beslag nemen? TT* De hemel boven Toscane is nog blauw. Niet van het trillende blauw zoals de toeris ten het in de zomer kennen, maar stiller en met een vleugje weemoed. Diezelfde he mel koepelt zich boven Florence, knooppunt van de wegen naar Livorno, Bologna en Rome hoewel, hoewel: veel van het doorgaande verkeer neemt de grote bocht van de autostrada om de stad heen en mist zo de schatten van het verleden in dit centrum, zo goed als het beeld van de moderne bedrijvigheid. Maar voor de schatten van het verleden ben ik er nu niet en eigenlijk voor de moderne bedrijvigheid óók niet eigenlijk niet, maar feitelijk wèl, want ik ben naar Florence gekomen om er de kerst bomen te zien. Ieleven is feden is een land, rijk aan natuurschoon, et is een ongeëvenaarde belevenis om te innen reizen door zich honderden kilome- rs uitstrekkende naaldwouden, waar nog rgens mens of moderne techniek zijn iri- ede heeft gedaan. ïnuit deze wouden, die voornamelijk zijn vormd door dennen en sparren, worden arlijks duizenden bomen geëxporteerd lar landen en steden over de gehele wereld, irschillende Nederlandse steden die iendschapsbanden onderhouden met ge- een ten in Zweden, worden elk jaar weer 'deeld met een of meer exemplaren. Zo ijgt bijvoorbeeld Den Haag elk jaar een usachtige kerstboom van de gemeente Ockholm. et merendeel van de export-kerstbomen is fkomstig uit midden- en noord Zweden, een ibied dat met zijn ongerepte natuur onge- fijfeld zal worden tot een natuurreservaat het Europa van de toekomst. noord-Zweden kan men dagenlang door bossen dwalen zonder een menselijk wezen ontmoeten; in midden Zweden liggen her der in de wildernis en dan nog voorna- lelijk in de kuststreek houtverwerkende ibrleken verscholen. Sparren en dennen die- en niet alle ter opluistering van het kerst- ïest, maar uit de enorme houtvoorraad van et land wordt door jaarlijkse kap 2,5 mil- len kub. voet verwerkt en geëxporteerd, datgene wat iedereen dan ook vrijwel weet an Zweden hetgeen vergelijkbaar is met te Nederlandse klompen, molens en kaas 5 de rijkdom van de bossen en de grappige lanier waarop tot voor kort het hout werd etransporteerdhet houtvlotten, ond 30 pet. van alle stammentransport tadt heden ten dage nog plaats op deze ma- Ik zie ze, de sparren van Toscane, de spar ren van Florence, de echte de laatste mis schien? Ze staan in de tuin van de fabriek die ik moet bezoeken, wat kaaltjes en onre gelmatig na de zware zonnegloed van de Flo rentijnse zomer. De fabriek is beroemd om zijn sparren, maar ik word er bedremmeld van wanneer ik deze zo zie staan, armetierig en toch trots, en ik vraag ze bijna om ver geving wanneer ik naar de grote glazen deur ga. En ik verbeeld me dat ik niet alleen naar die deur ga, maar dat om mij heen met on hoorbaar geruis de dennenfeeën wieken, de schutsen van de jonge sparren die rond kerst in de huizen worden gehaald om symbolisch te zijn voor al wat weerstand biedt aan sneeuw en ijs. En dat zij onder elkaar fluis teren van de vrolijke lichtjes in de bomen, van de opsmuk aan de takken en de ge schenkjes erbij en van het grote vuur waarin alle bomen die waardig bevonden zijn het feest luister bij te zetten straks geza menlijk zullen opvlammen, de vertolking van het verlangen der mensen naar warmte en lente en nieuwe vreugde. heel nauwkeurig omwoeld met een bruine kunststof, net echte takken, zie je wel. En de kleur! De naalden zijn niet hardgroen, zoals bij de goedkope soorten, maar bespoten met een witte zilverige stof. Dat geeft een aardig winters effect, voel je wel? Nou ja, deze zijn dan Siberisch, maar hetzelfde doen we-met Scotchpine en Alpen-pijnbomen". Onbrandbaar Wond van bomen We gaan door de deur en staan in een grote lichte hal. En in een woud van bomen. Mijn feeën zijn er stil van geworden. Er zijn bo men van enkele decimeters, maar ook van meters. Ze staan met honderden en honder den dicht bij elkaar, roerloos en glanzend, perfect symmetrisch. En dit moet mijn feeën wel zeer schokken volstrekt geurloos. Grote mannen komen door een zijdeur en wat hun zware stemmen zeggen, moet in ie der geval een feeënwereld geheel ineen doen storten. „Dit hiér zijn onze mooiste. Het is een type dat we dit jaar voor het eerst op de markt brengen, we hebben er het Siberi sche model voor genomen, dat toont mooi vol. En kijk maar eens: de ijzerdraadjes zijn „Brandbaar, vraag je? Maar meneer, brand baar". Al onze bomen zijn gegarandeerd onbrandbaar en dus volkomen ongevaarlijk. We gebruiken er het beste polyvinylchloride voor. En kijk nu eens hier: een paar bomen van een grote Amerikaanse fabriek, mooi hoor, daar niet van, want ze weten in Ameri ka ook zo het een en ander van plastic. Maar nu moet je ze eens gaan opstellen en straks weer afbreken: ieder takje los in de stam, al lemaal uit de doos en in de doos en buigen doen ze niet, dat is toch niet echt, meneer". „Nee, onze takken zijn buigzaam, zó zie je wel? Geeft een fijne persoonlijke noot, dat geeft cachet, dat maakt zo'n boom, precies, meneer, u zegt het al dat maakt zo'n boom veel natuurlijker. En gemakkelijk, mak kelijk! Daar kan geen echte boom tegenop. Net als een paraplu, floep open en floep dicht. Die ziel uit ijzerdraad en iedere tak en twijg zijn terdege aan proeven onderwor pen, aan de zwaarste, meneer! Zo'n boom we hebben het proefondervindelijk bewezen vouw je 1500 keer dicht en open en er breekt niet één takje". De bomen in de hal luisteren roerloos toe. Zij bewegen niet in de wind er is geen wind om in hun twijgen te stoeien en de naalden aan het ritselen te brengen. Kunnen plastic naalden ritselen? Aardige vraag, voor een tv-quiz. Ik houd het erop van niet. Ze kunnen ook niet geuren, dus rit selen zal er ook wel niet bijzijn. En waarvoor zouden ze ook? Hun kunstrijp kunnen ze er toch niet mee afschudden stel je voor: dat zou de fabriek nooit goedvinden. Mensenleeftijd mee Er komen nieuwe mannen tezamen in dit kerstbos, onder de hoge glazen ramen. En de zware stem gaat verder. „Wij zijn hier, in Florence, wel niet de enige fabriek van plas tic kerstbomen in Europa, maar wel de groot ste. Van Europa, begrijpt u wel, niet van Ita lië alleen. Er gaan per jaar alleen al naar Frankrijk zo'n half miljoen bomen. En naar Duitsland bijna 300.000. Ja, ik weet het: je zou je afvragen of ze in Duitsland dan niet genoeg bomen hebben, echte, begrijpt u wel. Natuurlijk hebben ze die en ze mogen er nog gekapt worden ook, anders dan hier, waar het ministerie van Landbouw een al geheel kapverbod heeft uitgevaardigd. Maar toch kopen de Duitsers onze bomen. Ligt aan de prijs, want een spar uit de natuur is duurder en die gaat tenslotte maar één keer mee. Wij leveren voor vijfduizend lire (nog geen dertig gulden) een boom van drie meter en die kun je meer dan een mensenleven ge bruiken floep open, floep dicht". Mijn feeën moeten hoog en breed verdwe nen zijn, wanneer ik een trap op ga en in een mateloos grote en rrette kantoorruimte kom waarvan twee wanden geheel uit glas bestaan. Ik zie neer op een bedrijf waarin bomen worden geboren in uiteenlopende ma ten en waar guirlandes, ballen en sterren worden gefabriceerd. Ik verneem dat die he le bedrijvigheid niets meer te maken heeft met Kerstmis-1968, omdat de kerstcampagne voor het lopende jaar hier eindigt in septem ber en onmiddellijk daarna de produktie voor het volgende jaar wordt aangevat. Absolute stilte Ieder daar beneden en er zijn driehon derd man personeel, veel jonge vrouwen gaat stil en zwijgend zijn gang. Gesproken wordt er niet. Dat is overeenkomstig stren ge voorschriften uitdrukkelijk verboden. Zelfs in de eetzaal mogen gesprekken slechts fluisterend worden gevoerd. En zingen mag helemaal niet. Het is alsof ook de mens een kunstmatig wezen is Wanneer ik buiten kom, is de Toscaanse he mel nog onverstoorbaar blauw. In de tuin staan de sparren, de echte, de scharminke- lige, haveloos. Ik knik ze schichtig toe, mom pel een verontschuldiging. Ach, lieve, goeie mormels, aanfluiting van een koninklijke traditie uit majestueuze wouden. Dan ga ik door het hek, de straat op.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1968 | | pagina 21