rRANSSYLVAN IE lalve eeuw Roemeens sin FvTpAgss Verschillende culturen in ongemeen boeiend land 1 december werd in Roemenië met bijzondere plechtig- den herdacht en gevierd, dat Transsylvanië op 1 december Ï8 officieel (en nu definitief, neemt men aan) bij Roemenië gekomen. Aan de andere zijde van de Roemeens-Hon- jirse grens heeft men deze feestelijkheden met zacht ge- |d zéér gemengde gevoelens beschouwd, want volgens jngaarse opvattingen behoort Transsylvanië Hongaars te is voor een Westeuropeaan altijd moei- m in dergelijk geladen kwesties een te bepalen. Wie de zaken geheel probeert te zien, komt tot de slot- iat beide partijen meestal wel enig van spreken hebben. En streken, die eeuwen een lappendeken van volke en volkjes vormen zeker als dit volk zijn licht ontvlambair temperament altijd weer een smeulende lont bij een Macedonië is daarvan al vele een voorbeeld en ook de moeilijkhe- tussen Israël en ae Arabische landen voor een belangrijk deel hiertoe worden. van Transsylvanië is bijzon- >ntki leid.1*567"5 der roerig. Vanouds was dit het land der Da- ciërs, een oervolk, dat behoorde tot een vol- kerenfamilie die eens de gehele Balkan be woonde en van wie nu de Albanezen de meest regelrechte afstammelingen zijn. Om streeks het jaar 100 werd dit land veroverd door keizer Trajanus en zijn Romeinse le gioenen, die deze gebieden zo grondig roma niseerden, dat het Roemeens behoort tot de Latijnse taalfamilie en zelfs nog typisch zui ver Latijnse uitdrukkingen en namen kent. De horden van de volksverhuizingen trok ken er doorheen, Mongoolse ruitervolkeren uit de Aziatische steppen. In de elfde eeuw begonnen de Hongaren het land min of meer systematisch te koloniseren en in de twaalf de eeuw vestigden zich hier grote groepen Duitsers, de z.g. „Saksers" van de „trek naar het oosten". Tartaren en Turken trokken erdoor en in de 17de eeuw begonnen de Habsburgers in We nen zich voor dit land „achter de wouden" te interesseren, wat uitliep op volledige inlij ving. Zo kwam Transsylvanië officieel bij het „Hongaarse koninkrijk", dat niets anders was dan een onderdeel van de Oostenrijks- Hongaarse dubbelmonarchie. Dit alles ging zeker niet zonder slag of stoot. In de Middeleeuwen vochten hier Hongaarse graven en Roemeense voivoden tegen elkaar, gezamenlijk vocht men tegen Turken en Tar taren. De Roemenen kwamen herhaaldelijk in opstand tegen de Habsburgse gelijkscha- kelingswals. Want in de Habsburgse tijd wa ren de Roemenen de knechten (nog erger zelfs, slaven) en de Hongaren de heren en het lot van de arme Roemeense boeren en mijnwerkers was zó bitter, dat zelfs een Hon gaar, de grote dichter Petofi, er verontwaar digd over schreef. zijn. Dit land van heuvels en bergen (dat vroeger meestal Zevenburgen werd genoemd) wordt in het oosten begrensd door de Roemeense Karpaten en in het westen door de Hon gaarse poeszta en het is al eeuwen één van de meest bitter omstreden twistappels in het in dit opzicht zo rijke Midden- en Oost-Europa. en profiteerden als lachende derde op schaamteloze wijze van de gistende volkeren gemeenschap. Maar de Habsburgse kruik, die zo lang te water was gegaan, barstte toch ook eens en dat was in 1918. De dubbel monarchie viel uiteen en vele lang onder drukte minderheden, zoals Tsjechen, Kroaten, kregen een eigen staat. Transsylvanië kwam bij Roemenië, dat dR gebied aan zijn boezem drukte als een lang verloren kind dat eindelijk weer thuis kwam na vele ontberingen. Dat was op 18 novem ber 1918, volgens de orthodoxe kalender, die toen nog in Roemenië in gebruik was, maar volgens onze en de nu tel Roemenië gangba re kalender 1 december. Ontwaken op weg naar de Lutherse kerk. De negentiende eeuw was de eeuw van het ontwaken van nationaal bewustzijn en van nationale sentimenten. Ook in Transsylvanië. Roemenen en Hongaren stonden tegenover elkaar in hevige verbittering, waarbij de Roemenen weliswaar in de meerderheid wa ren (in 1850 bestond de bevolking van Trans sylvanië voor 60 uit Roemenen, voor 26 uit Hongaren, 10 Saksers en 4 Zigeu ners en dit is nog steeds ongeveer de ver houding), maar de Hongaren de macht ach ter zich hadden. Roemeense opstanden wer den neergeslagen. De Habsburgers, die in al de landen onder hun heerschappij het principe „verdeel en heers" toepasten, probeerden de haatgevoe lens aan weerszijden in evenwicht te houden f *<t «gpr t Hongaars autonoom gebied van Transsylvanië Eigen tradities trouw Transsylvanië is, door deze bewogen his torie en door dit naast elkaar leven van ver schillende culturen, een ongemeen boeiend land. Immers, elke groep is eigen tradities en cultuur trouw gebleven en van vermen ging is nauwelijks sprake. Men hoort overal de drie talen naast elkaar, men pikt op straat in de steden Cluj en Sl- biu de verschillende volkstypen er zo uit. De Roemeense dorpen liggen over het algemeen vrij afgelegen in de heuvels en bergen (een bewijs dat de Roemenen eeuwenlang wegge drukt zijn geweest of zichzelf hebben terug getrokken) en ze zijn heel typisch Roemeens: huizen met voorgalerijen, versierd met ele gant houtsnijwerk en gedekt met houten dak pannen. Heel algemeen wordt nog klederdracht ge dragen, vooral in de herdersdorpen: de man nen in witte broek en hesje, precies zoals ze al afgebeeld staan op de Trajanuszuil uit de 2de eeuw na Christus in Rome. De vrouwen in het stemmige zwart, geborduurd met prachtige geometrische patronen. De eigen volksmuziek, de dansen, alles is Roemeens, tot zelfs het aardewerk, dat ook al weer typisch Roemeens is versierd met geome trische motieven. Ook het volkstype is duide lijk herkenbaar: donker van huid, slank ge bouwd, met het voor Roemenen zo kenmer kende ironische spotlachje in de ogen en om de mond. De Hongaarse dorpen daarentegen zijn Hon gaars gebouwd: langgerekte witte huizen. De vrouwen dragen lange, wijde bloemetjesrok ken, zij hebben brede, energieke gezichten en aan de muur hangen bordjes met bonte bloemen beschilderd. Dan zijn er nog de Sak sische dorpen, grote, gesloten huizen, grote, blonde en blauwogige mensen, die met el kaar spreken in een vreemd archaisch Duits en die zondags ter kerke gaan in de wijde vilten mantels, de vrouwen met lange vlecht en middeleeuws aandoende zwart fluwelen hoofdbedekking, waarna uit de kleine kerkjes het Lutherlied gedragen opklinkt. Plagerijen reemarkt in de Apucen-bergen, Als moeilijk over het hoofd te zien bewijs van de oude strijd ziet men in vele stadjes van Transsylvanië twee kerken tegenover el kaar staan: een enorme r.-k. kerk, in de Middeleeuwen of in de Habsburgse tijd door de Hongaren gebouwd om de Roemenen te plagen. Maar daar tegenover een nog grotere or thodoxe kerk, door de Roemenen gebouwd onmiddellijk na 1918, om de Hongaren dwars te zitten. Want ook de Roemenen hebben hun trots. Roemenen van nu spreken niet graag over de oude tegenstellingen met Hon garije. Transsylvanië is Roemeens, men is te vreden en men heeft zelfs, om de allerergste kantjes wat glad te slijpen, een bepaald ge bied in Transsylvanië tot autonoom Hon gaars gebied verklaard. Maar Roemenen kunnen het toch niet laten om, als ze de kans krijgen, min of meer boosaardige grapjes over Hongaren te maken, (zo noemt men in Transsylvaiiië het Hongaars een „lo- komotief", door het vreemde ritme van die taal). Veel anekdotes doen de ronde, waaruit het Hongaarse gebrek aan gevoel voor hu mor moet blijken (inderdaad is humor niet het sterkste Hongaarse punt, maar wel een van de meest typische kenmerken van de De elegante zwart-wit-klederdracht van Roemeenee meisjes in Transsylvanië* Roemenen). Maar zodra men uit Roemenië komend, de Hongaarse grens gepasseerd is, komt het oude Hongaarse zeer boven en zo dra het woord Roemenië valt in een gesprek met Hongaren hoort men: zij hebben Zeven burgen van ons af genomen De enigen die zich weinig van dit alles aan trekken zijn de kinderen. In Transsylvanië zijn vele kinderen, althans in de steden, waar de drie volksgroepen naast elkaar leven, bij na drietalig. Roemeentjes, Hongaartjes en Saksertjes spelen met elkaar in de creches en kinderspeelplaatsen en leren al spelend eikaars taal, zich niet bewust van volksver huizingen en „trek naar het oosten", noch van invasies en onderdrukking, of van de bit tere strijd die hier ondergronds of boven gronds meer dan duizend jaar gevoerd is. Reizend door Transsylvanië bespeurt men weinig van een smeulende lont en de stand van zaken zoals die op het ogenblik is, ziet er rustig en bevredigend uit. Maar overal waar oude sentimenten en spijtgevoelens in het geding zijn is men nooit hel«ma*l zeker. Weekeindbijlage Leidsch Dagblod LDEXTRALDEXTRALDEXTRALDEXTRALD EXTRALDEXTRALDEXTRALDEXTRALDEX LDEXTRALDEXTRALDEXTRALDEXTRALD EXTR A T .nPYTRAT .DFXTR A T .DEXTR ALDEX LDEX A rRALD EXTR LI/ LA I IV M VLD EX LDEXi'KALU£.AiKAijur,A i nt\L,LJCjA. rRALD EXTRALDEXTRALDEXTRALDEXTRALDEX LDEXTRALDEXTRALDEXTRALDEXTRALD EXTRALDEXTRALDEXTRALDEXTRALDEX LDEXTRALDEXTRALDEXTRALDEXTRALD Zaterdag 7 december 1968 Typisch Roemeens driedelig kruis in Transsylvaans dorp. Roemeense houthakkers in de oerwouden van Transsylvanië.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1968 | | pagina 9