ie verre reizen
loetkan
\ieel verhalen
T wintig
jaar
zwerven
door de
conti
nenten
WOLFSBURG:
Modelstad
op aspergevelden
Sfcfts n-
I1-'»*. J* "*Hii
Ue Tadema"s
uit Heemstede
Industriële
vormgeving
e heer Tadema: Jk heb het nooit
f so bar op school gevonden. Ik ben
op dertien lagere scholen geweest
door het hele land en op vijf middel
bare scholen. Het was in een tijd dat er
nog te weinig leerlingen waren. Ging het
dus niet goed, dan bracht mijn vader
me op de fiets naar een andere school
en dan ging ik over. Toen ben ik op het
Rijksinstituut voor tekenleraren geko
men. Dat ivas ook niet zo'n succes, be
halve dat ik daar mijn vrouw leerde
kennen. Ik. zat naast haar en schreef
alles van haar over. Op een keer ben ik
midden in de les van een pedagogie
leraar de klas uitgelopen regelrecht naar
Roland Holst van de Rijksacademie voor
beeldende kunsten, die mijn daad zó
grappig vond dat ik als leerling werd
aangenomen. Mijn vrouw heeft haar ak
te lerares wèl gehaald. Hoe lang we ge
trouwd zijn? Dit jaar dertig jaar.
Het leven? Vind ik fijn. Behalve jong
zijn. dat vond ik niet zo leuk f* Ik wilde
altijd erg graag volwassen zijn. Het
kunstschilderen vind ik eigenlijk het
belangrijkste. Ik voel me ook in de
eerste plaats kunstenaar".
Mevrouw Tadema-Sporryveel tuin
der mededeelzaam over zichzelf:
„Toen ik van de HBS kwam, ivist
ik niet of ik Nederlands zou gaan stu
deren of schilderen. Na de tijd op het
Rijksinstituut ben ik drie jaar lerares
geweest op een huishoudschool. Dat
vond ik een doffe ellende, iets vreselijks.
Ik weet nog dat ik heel lang uitgelegd
had wat een driehoek was. Toen moes
ten ze tekenen of zo iets. Toen vroeg zo'n
kind: „Juf, hoe zit het dan met een
tweehoek?" Nou, toen ben ik eruit ge
gaan".
l grootste rassendiscriminatie bestaat in China. Negers en andere rassen zijn er
fs. De Chinezen brengen het communisme: zij zullen de wereld redden. In Rood-
ina draagt iedereen een geweer, de mannen en de vrouwen. Wij hebben een
mw gezien die haar baby voedde met het geweer tusen de knieën. Immers, iedere
Igende vijf minuten kunnen de Amerikanen komen! Toen wij uit China weggingen,
l 3egen ze of we toch vooral onze kinderen wilden sturen, dan waren die tenminste
|<K".
a het woord zijn om beurten Auke Tadema
;rla fn zijn vrouw Bob het artikelen schim-
'•un ide echtpaar, de hoorspelen voor de jeugd,
halen in maandbladen en geïllustreerde
ken er landen waar de slordige twaalf
joen andere Nederlanders nooit geweest
left Twintig jaar wereldreizen hebben ze
ter de rug; een veertigtal reizen met
als rustpunt hun „thuishaven" aan de
andtlaan in Heemstede, waar de ln-
itlng te mooi en te luxueus is om te gelo-
dat de bewoners ooit ontbering hebben
pden.
een paradijselijk vertrek met Moorse,
r barokke en oosterse elementen in ro
gouden tinten met bloemen en veel
fels, dat het tijdschrift „Elegance" als
nolvoorbeeld van een mooi interieur liet
«raferen, zitten belden weggedoken in
zeer comfortabele bank. En zij vertel-
'a 9od - China
k* „De reis naar Rood-China was de
Rijkste, maar ook de meest fantastische.
Chinezen zijn roerend lief soms. Ook die
s t 'led voor de ouderdom". Bob valt in: „Wij
J ka ons nog nooit zo veilig gevoeld als
ondanks de betonnen muur om je heen
wetenschap dat je aan alle kanten be-
eerd werd. Het was heel raar. We ont-
ttten daar allerlei mensen, maar wij kre-
nooit journalisten te spreken: „Zij had-
het te druk". Zeker met het verwerken
de gegevens die zij toch van de regering
')n. Maar goed, je kreeg ze nooit te zien.
itellectuelen ook niet". Haar man: „We
er vlak vóór de culturele revolutie. De
lectuelen hebben daar geen wezenlijke
it. De revolutie was ook een soort zui
veringsactie, die min of meer kunstmatig
werd opgevoerd. Die acties worden min of
meer gepland".
De schrijfster vertelt over de Chinese vrouw:
„De vrouw is er werkelijk volkomen gelijk aan
de man. Ze doen daar precies al het werk dat
de man doet. Als je dat ziet en vergelijkt
met Nederland: stewardessen die kisten sjou
wen en piloten die komen aanrijden op kleine
roestige fietsjes. Allemaal dezelfde maat uni
form aan en dezelfde pet op. Het systeem?
Haar man antwoord: „Een griezelig systeem.
We zijn er echt van geschrokken. Ik denkt
overigens niet, dat de democratie er veel kans
gehad zou hebben". Kijken in de verte en
lachend: „Het grote museum eindigt er gek
genoeg met een Nederlands uniform. Van
een zekere officier Sneevliet uit 1830. Daar
komen iedere zondag zo'n twintigduizend
Chinezen naar kijken".
Thuisfront
Eén reis van de vele. „Ja, twintig jaar gele
den kregen we het ineens in ons hoofd. We
woonden toen in Tuinwijk en we verkochten
alles, behalve wat we echt niet konden mis
sen. en vertrokken naar Brazilië met onze
kinderen: een dochter van zes toen, een zoon
van vier en een dochter van twee. We bleven
daar een jaar. Het was voor de kinderen toch
eigenlijk wel te zwaar. De volgende reis, dat
was naar Noord-Afrika, lieten we ze thuis bij
opa. Dat thuisfront was eigenlijk het moei
lijkst en het duurst. Opa was een geweldig
soort opa, van wie de kinderen veel meer
mochten dan van ons. Verder was er een
huishoudster en dat is een duur soort men
sen".
Na de bewoonde wereld van Noord-Afrika
werd de Sahara bezocht. Dat bezoek werd
overigens wel twaalf maal herhaald „want d«
woestijn blijft ja boeien". Daarna ging de rei*
naar de westkust van Midden-Afrika.
„De taal was daar nooit een grote moeilijk
heid, Frans of Engels. Er waren altijd wel
negers, die nog Frans spraken omdat ze
vroeger soldaat waren geweest. Die mensen
waren ontzettend blij dat wij kwamen, want
wij konden bijvoorbeeld hun ontzagwekken
de verhalen over de Rijn bevestigen, die ja
renlang nooit iemand had geloofd".
lbo's en Hausa's
Als het echtpaar op reis gaat heeft het wei
nig bagage, met de gedachte: „als we het ver
liezen is niet erg". De camera van Auke ligt
in een stalen doos, die de functie heeft van
een soort bunker. „Als je in het water valt,
is er nog niets aan de hand. Vaak kantelen
auto's, waarbij je dan bedolven wordt onder
katoenladingen.
Ze zijn erg op eikaar ingespeeld. En dat moet
ook wel, vinden ze, want er zijn moeilijke en
gevaarlijke situaties op reis. Een voorbeeld
waren de stammenoorlogen in Nigerië zo'n
zes jaar geleden.
„Je had toen de oorlogen tussen de lbo's en
de Hausa's. Wat er nu aan de hand is, is in
principe een stammenoorlog natuurlijk", ver
telt Bob Tadema-Sporry.
„Het is historisch. Deze bloedtoestanden zijn
er altijd al geweest. Totdat Engeland kwam
en eenvoudigweg iedereen ophing die daar
aan meewerkte. In de loop der jaren", geeft
zij verder haar visie, „dijden de lbo's steeds
meer uit. Hun ontwikkeling werd ook steeds
groter, want ze wisten op een knappe manier
gebruik te maken van wat de zending ze te
bieden had". Ze pauzeert. „Die vechtpartijen,
daar hebben we middenin gezeten".
„De lbo's rijn zeer intelligent. Maar we
mochten vooral de Hausa's erg graag. Zij
hadden stijl en waren rustig. De lbo's zijn
slimmer: zij hebben jaren geleden een Ame
rikaans reclamebureau in de arm genomen
om over hun volk te publiceren. En daaruit
is de publieke opinie voortgekomen, dat de
lbo's bijvoorbeeld een christelijk volk zijn,
terwijl maar vijftien percent christen is".
Als de twee wereldreizigers gevraagd wordt
eikaars aard te beschrijven, zegt de vrouw:
„In zekere zin word je aan elkaar gelijk,
omdat je eigenschappen gaat ontwikkelen,
die je nodig hebt op reis". Tegen haar man:
„Jij kunt de mensen goed aanvoelen".
Man: „Zij praat met staatsmensen. Zij
spreekt de talen veel beter. Ik luister. En als
lk dan voel dat het geen waarheid is wat
haar wordt verteld, wat bij staatsmensen
vrijwel altijd het geval is. dan geef ik haar
een teken en vraagt zij hel nog eens. Zo ont
wikkel je een eindeloos geduld. Ik zit. soms
acht uur lang met gekruiste benen te zitten
en te hopen dat het de moeite waard is.
Verder lijdt jij (knikje naar vrouw» aan iets
dat lijkt op claustrofobie (vrees om in een
opgesloten ruimte te vertoeven» en ik aan
hoogtevrees".
Hij vervolgt even later: „Je moet bij reizen
de filosofie krijgen, dat het je niets kan sche
len waar je terecht komt. Dan gaat alles
eigenlijk. Verder hebben we het principe dat
we niet gaan zoeken naar kopij. Als je gaat
zitten, en meestal doe ik dat daadwerkelijk
om te tekenen, dan komen ze vanzelf wel. Als
echtpaar kom je trouwens veel verder, omdat
je dan vertrouwder bent".
Harems
En dat brengt Auke Tadema op het bezoek
aan de minister van Landbouw in Saoedi-
Arabië: „Ik zat vooraan en mijn vrouw ach
teraan, zoals het hoort ln die landen, met
neergeslagen ogen. Ik wilde iets vertellen en
omdat ik de taal niet zo beheerste, maakte
ik een fout. Mijn vrouw verbeterde mij en
toen vroeg de minister zeer verbaasd: „Is
dat bij u altijd zo?" Toen moest ik antwoor
den: „Helaas wel".
Mijn vrouw komt natuurlijk ln harems eer
der binnen dan ik. Hoewel ik er ook wel eens
ben geweest, omdat ik er zo onschuldig uit
zie". Met een lach: „zo'n witte oude man
denken ze".
Als je daar binnenkomt? „Een beetje gênant.
Ze giechelen allemaal. Je kunt moeilijk he-
roisch zijn met al die vrouwen om je heen.
dus je staat daar tegen de muur met je han
den in je zakken. „Wat moet je verder?" Zijn
vrouw: „En mij stellen ze allemaal imperti
nente vragen. Waarom ik hem toch genomen
heb. Of hij rijk is of omdat hij veel mannen
heeft gedood. En als ik dan nee zeg. blijven
ze aanhouden, want er moet iets zijn dat
aantrekkelijk is in hem. Meestal bevredigt, het
antwoord dat hij mij een zoon geschonken
heeft, hen tenslotte wel".
Het echtpaar is reeds weer op reis gegaan
naar het Nabije Oosten. Niet ln de laatste
plaats staat Egypte op het programma, waar
Bob stof en haar man beelden zal verzamelen
voor een derde boek over Egypte: De pirami
den. „In Egypte hebben we een vriend die
sjeik Is. Hij is een echte schurk. Hij heeft zeer
veel vrouwen. Dat is niet zielig, want die jon-
Ruim éénendertig jaar geleden ontstond het
plan. de Duitsers door de door Ferdinand
Porsche geconstrueerde „Volkswagen" geluk
kiger te maken. De passende plaats voor de
geplande fabriek vond men in de huidige
deelstaat Neder-Saksen aan het de Elbe en de
Rijn verbindende Mittellandkanaal. Een zan
derige vlakte, waar hoofdzakelijk asperges
groeiden en te midden daarvan het stille
dorp Wolfsburg met 857 groentetelers en bos-
arbeiders.
Er moesten vóór de eerste steenlegging in
1938 wel eerste miljoenen muggen worden
uitgerookt. Drie jaar later kwam de fabriek
in bedrijf, produceerde echter in plaats van
de beloofde vierpersoon-s auto voor honderd
duizenden spaarders, amfibie- en tankwa
gens voor het leger. Eind 1942 werd met de
bouw van de geprojecteerde „modelstad" ge
stopt en ook de fabriek bleef een torso. Bij
het einde van de oorlog woonden hier voor
een deel in barakken 17.000 mensen, die eén
ongewisse toekomst tegemoet gingen.
Onder Brits protectoraat gold de VW-fa-
briek tot 1947 als geallieerd demontagegoed.
Achthonderd auto's werden voorlopig maan
delijks afgeleverd, die voor het grootste ge
deelte voor het bezettingsleger bestemd wa
ren. Maar de Britse experts oordeelden: „Een
onooglijk voertuig zonder enige kans!" De
toenmalige Franse minister van Arbeid
Croizat, die zijn landslieden een goedkoop
klein autootje wilde verschaffen, kon niet op
tegen de weerstand van de industrie van zijn
land. En toen tenslotte Henry Ford II belang
stelling toonde voor de nog niet bepaald com
fortabele kever, meende zijn adviseur Ernest
Breech laconiek: „Rotzooi".
Modern stadscentrum
Na het ontstaan van de Westduitse Bonds
republiek Wolfsburg telde intussen 25.000
inwoners ontstonden er woonwijken, die
tot de fabriek behoorden. In 1950 liepen er
reeds 90.000 wagens van de band. Men begon
met de bouw van scholen, er volgden kerken,
waaronder de St.-Raphaël van de beroemde
Finse architect Alvar Aalto. Met financiële
hulp van buiten ontstond rond de fraai aan
gelegde Porschestrasse, een modern stadscen
trum. En toen in 1955 de miljoenste VW de
fabriek verliet, werd bij Hannover eer? twee
de fabriek gebouwd, waarna nog andere, ook
andere fabrieken) aangegroeide VW-perso-
neel.
Het dertigjarig bestaan van Wolfsburg werd
zonder veel ophef gevierd, daar professor dr.
Heinrich Nordhoff, die er sedert 1948 voor
Cultuurcentrum in Wolfsburg.
zorgde, dat 14 miljoen Volkswagens over de
hele wereld reden, kort vóór het feest kwam
te overlijden. De jaren van conjunctuurte
ruggang bespeurde men ook in Wolfsburg: tij
delijk moesten verkorte arbeidstijden worden
ingevoerd. Maar nu verlaat weer iedere 8.5
seconden een uit 5.219 afzonderlijke delen
samengebouwde „kever" de hallen.
Er ontbreekt iets
Toch schijnt er in Wolfsburg iets te ontbre
ken. In de brede, ook 's nachts verlichte stra
ten, wil zich, ondanks prachtige parken,
echte grootsteedse winkels, culturele instel
lingen, alsmede speeltuinen en sportvelden
V"' V*"» r0 .1 1 M
De Porschestrasse, middelpunt van de Wolf bur gse city.
In verre landen volgden. In 1961 kon einde
lijk de omstreden eigendomskwestie geregeld
worden: 20 procent kreeg de Bond. 20 pro
cent de deelstaat Neder-Saksen, 60 procent
kregen de kleine aandeelhouders, waaronder
vele Wolfsburgers.
M.000
De stad uit de reageerbuis telt thans 86.000,
voor het grootste gedeelte gemotoriseerde in
woners, voor wie sedert 1948 rond 23.000 wo
ningen gebouwd werden. Twee van de drie
Wolfsburgse werknemers zijn in de grootste
automobielfabriek van Europa werkzaam, de
rest werkt praktisch voor de verzorging van
het van 8.000 (1948) op 90.000 (inclusief de
het leven niet zo echt ontplooien. Op een
vraag van een socioloog meende een inwo
ner: „Er ontbreekt dat beetje vuil, waarnaar
iedereen verlangt". Ook het werken in ploe
gen stoort het ritme van deze „stad in het
groen", en de bevolking uit alle delen van
Duitsland en vele vreemde landen heeft het
moeilijk, het echte contact met elkaar te vin
den.
Per slot treft men overal, of dat nu in de
bioscoop, het ziekenhuis, het restaurant of
het zwembad is, collega's of chefs. Altijd
praat men over de fabriek, welke vooral in
teressant is voor de talrijke bezoekers. En zo
blijft Wolfsburg dan ook na dertig jaar in
menig opzicht een „stad zonder voorbeeld",
die met de fabriek, waaraan zij haar be
staan dankt, onverbrekelijk verbonden ls.
ge meisjes zijn vaak doodgelukkig met een
oudere man. Ze moeten een bepaalde hang
naar luiheid en luxe hebben".
Of er Europese meisjes in harems zitten?
Auke: „Jazeker. Vooral uit Engeland. Arabie
ren gaan vaak kijken op schoonheids-
wedstrijdjes waar mooie meisjes zitten die
dom zijn. Die krijgen in die harems een mooi
en gemakkelijk leven. Ze komen met de een
of andere smoes in Beiroet, waar ze zonder
dat ze dat merken al worden verdeeld. De
meisjes worden dan door zeer charmante
mannen, die ze meenemen gefêteerd. (Tegen
die mannen kan ik niet op, maar het is hun
vak ook. Het is vaak een zacht soort kid
napping. En dit gebeurt dagelijks. Vandaag
Morgen. De voorraad komt voornamelijk uit.
Engeland. De meisjes worden wel getest of
ze vrolijk zijn. Als vreemdeling zul je
nooit achter komen of ze er zitten, maar om
dat wij in die streken al zo lang komen, heb
ben wij het gezien. Ik had het net over Bei
roet. Nou. daar gebeurt ook van alles:
meisjeshandel, wapenhandel en hasjischhan-
del, alles. Het is overigens een prachtige
stad, een soort Parijs. Maar alles is er te.
Er rijden roze en gouden auto's.
Politiek heeft het echtpaar een bepaalde
taktiek. „Ik verspeel liever duizend gulden
en behoud de vriendschap van een land, dan
dat ik die om een nieuwtje verlies. Dat weet
men nu. Een leuk voorbeeld daarvan is dat
ik toevallig ln de Sahara zag. dat ze olie
gingen boren. Dat mocht ik niet publiceren,
dus we hielden onze mond. Toen we latei-
verder wilden reizen, konden we dat meteen
gratis doen. Wat hadden we dan aan dat ar
tikel over die olie gehad?
In West-Duitsland weet de consument nog
weinig over Industriële vormgeving. Volgen*
I V.-nieuws. het maandblad van Raad, Insti
tuut en centrum voor industriële vorm
geving. heeft een onderzoek van een West-
duits instituut uitgewezen dat 74 pet. van de
Westduitsers nog nooit van industriële vorm
geving heeft gehoord. Van de groep die er wel
iets van weet. blijkt slechts veertig procent
duidelijke voorstellingen te hebben over wat
'naar hun mening) „goede vormgeving" in
houdt. Vooral vormgeving in het openbare
leven wordt in West-Duitsland argwanend
bekeken: meer dan 70 pet. van de onder
vraagden vindt het niet nodig dat „straat-
meubilair" (openbare klokken, lantaarnpalen,
brievenbussen) er mooi uitziet. Over tele
foontoestellen denkt men echter heel anders.
Bijna 75 pet. van de ondervraagden wil een
telefoontoestel dat qua vormgeving zo
veel mogelijk „van deze tijd" is. en het me
rendeel van deze groep wil zelfs flink beta
len voor een mooiere telefoon.