daarom gaat een jonge vrouw het klooster in? ssin fïTP/hs ezende ugd Reuzenspin als huisdier -mmR is, sinds zuster Bertken zich in de vijf- Mj tiende eeuw 57 jaar liet opsluiten in een B'j cel in de Utrechtse Buurkerk om Jhesus te behagen, dat is al mijn begeert, alle dage daer om te sterven, dat is hi mi wel weert", veel veranderd in het beschutte leven van klooster nonnen. Levenslang^ opsluiting in een kloostercel is er niet meer bij. Veel zusters zijn in Nederland zelfs al van het zwarte habijt en de kap af; zij gaan moderner gekleed. Van de „eeuwige" geloften (maagdelijkheid, gehoorzaamheid en armoede) hebben vooral de laatste twee een andere dimensie gekregen. Toch zijn de slotkloosters blijven be staan. Er zijn ook in 1968 nog vrouwen die terug getrokken leven, om zo hun God te dienen door ge bed en meditatie. Daarmee willen zij de aandacht vestigen op de diepere achtergrond van Gods bezig zijn met de mensen. Over deze vrouwen en over de organisatie waarin zij leven, gaat dit artikel. Werkhoven, een buurtschap van de Utrechtse gemeente Bunnik, staat tussen de boomgaarden een eenvoudig, modern, druk bezocht klooster, de priorij „Gods Werkhof". Er wonen zeventien zusters, van wie de jongste 25 jaar is en de oud ste 78. Sinds 1960 zijn acht zusters ingetreden in deze orde van Moniale Augusti jn. Drie van deze laatsten hebben in die periode het klooster verlaten. Priorin is ter Gertrudis. pter Gertrudis is non geworden omdat „ik de oorlogsjaren1 heb ervaren hoe relatief dingen zijn. Ik heb een blijvend houvast onden, dat is het geloof in Gods trouw, deze éne Kaart heb ik alles gezet". De ieste van het klooster, zuster Theofoor onderhoudt te-vens de public-relations „Ik was free-lance publiciste en gra- h ontwerpster. Ik moest in 1952 een bro- ere samenstellen voor een klooster. Ja, en gebeurde het: ik kwam, ik zag en klooster overwon. Natuurlijk liep ik al ;jaren rond met plannen om naar het Kter te gaan. Het is te vergelijken met iwen: op een bepaald moment ontmoet je man of een vrouw met wie je verder het leven wil. Daar is geen verklaring Werkhoven is in 1960 bij de Monialen ptinessen de vernieuwing van hun kloos- even begonnen, mede door de bouw van nieuwe priorij. In die tijd bracht de toen- ige priorin, zuster Monica, het beraad op g tussen de oversten van 22 slotkloosters Sederland. Er werd samen gezocht naar We wegen voor het contemplatieve leven. waarvan wij in dit voorbijgaande leven ge bruik moeten maken, de liefde moge uit schitteren die niet voorbij gaat". De zusters in Werkhoven voorzien in hun eigen levensonderhoud. Zij kunnen dat door de verkoop van liturgisch vaatwerk, wand tapijten en keramiek, het inrichten van ker ken en kapellen, secretariswerkzaamheden, ontwerpen van folders en brochures en door het ontvangen van gasten. Het klooster aan de Hollandse Wagenweg is een open, gastvrij huis, met veel licht en zonder tralies. Er ko men talrijke vrouwengroepen op bezoek, ka tholiek en niet-katholiek, religieuzen, scholie ren, verpleegsters en oecumenische werk groepen. De dagorde van de nonnen, die is afgesteld op gebed, bezinning en werk, laat voldoen de ruimte om met elkaar te praten over wat er gaande is in de wereld en vanzelfsprekend binnen de kerk. Vietnam, Amerika, de moor den op King en Kennedy worden even serieus besproken als de noden van de katholieke kerk. De zusters mogen ook televisie kijken, waarbij geen enkele censuur geldt. liet ogenblik zijn alle 53 slotkloosters bij ieraad betrokken. in de afgelopen jaren bijzonder veel ?ang gebracht en gekomen bij de slot vers in ons land. Afzondering en isola- aals van nonnen vroeger in Zuid-Europa aan niet meer. Een vrouw wil in 1968 haar leven in dienst stellen van de me ns en van God, maar dan in een sfeer openheid tegenover de ander, vooral ook sover de andersdenkenden. ulvrij huis tasters van Gods Werkhof aan de Hol- öe Wagenweg leven, volgens de regel Augustinus in een zekere mate van af ding in studie, bezinning en culturele kndenarbeid. „Elkaar aanvullend en nd met die liefde, waarvan geschreven dat zij niet zoekt wat het hare is, en zo verstaan dient te worden dat zij de tonschappelijke boven de eigen be- i, en niet de eigen boven de gemeen telijke steltzodat in alle dingen, J Vorig jaar deden vier jonge vrouwen (tus sen 2535 jaar) haar intrede in het kkoos- ter; zij zijn nu novice. Over haar zei priorin Gertrudis: „Het is geen vlucht van hen, want dan zouden ze het hier op den duur niet uit houden. Het is ook geen behoefte aan gebor genheid. Wij zijn een groepering, die zich on der meer door gebed dienstbaar wil maken aan de maatschappij. En jonge mensen, die zich nu bij on-s willen aansluiten, dragen daadwerkelijk de onzekerheid van de crisis binnen de kerk en kkooster mee". Vier jonge vrouwen Wie zijn die vier novicen? En waarom trok ken zij het klooster in, terwijl zij als zij zich toch dienstbaar willen maken met haar opleiding veel beter werk zouden kun nen doen in de ontwikkelingslanden dan in een eenzaam klooster in Werkhoven? ZUSTER MIRJAM (27) was onderwijzeres aan een lagere school in Eindhoven: „Omdat ik het belangrijker vond me samen met an deren op het leven te bezinnen. En je bent hier toch ook dienstbaar. Ik volg een cursus theologie in Nijmegen en hoop me straks voor anderen te kunnen inzetten". jyjederland telt totaal 32.680 zusters, verdeeld over 89 orden en congre gaties. Zij leven in ruim 500 kloos ters. Er zijn tientallen soorten nonnen: zij die leven volgens de regels van Be- nedictus, Alfonsus, Augustinus of Fran- ciscus. Er zijn contemplatieve (be- s schouwendeen actieve zusters. De ac- f tieven leven en werken in de maat- schappij; haar werk is gericht op dienstverlening aan de mensen (onder wijs, ontwikkelingswerk, hulp in de ziekenhuizen, bejaardenzorgmaat schappelijk werk). De contemplatieven (sedert 1617 in Ne derland verdeeld in 23 orden en con gregaties) wonen in 53 slotkloosters. Haar leven hébben zij uitdrukkelijk in gesteld op gebed en bezinning. Zij heb ben allereerst gekozen voor de religieu ze waarden; zij willen deze doorgeven. Het gelovig staan in de wereld willen de contemplatieven bewust beleven. ZUSTER THEA (25) komt uit het Brabantse dorpje Reusel en was lerares aan een huis houdschool in Tilburg: „Eigenlijk omdat ik diepgang zocht. Ik dacht deze het best te kunnen bereiken in een gemeenschap van ge lijkgezinden". ZUSTER ELS (35) was docente aan een mid delbare school in Eindhoven: „Waarom ik in een klooster ben gegaan?, dat vraag ik me zelf ook af. Ik heb een duidelijke plaats wil len geven aan de religieuze waarden. Die on derken je niet in je werk op school, door alles wat erbij komt". ZUSTER EUGENIE (33) was missiezuster in Leiden: „Ik heb in Jordanië gezeten en je ziet daar alleen de materiële nood. Maar er is ook een grote geestelijke nood. Als ac tieve religieuse kun je zo druk zijn met je werk, dat er van bezinning weinig terecht komt. Voor mij heeft het kloosterleven gro te waarde. Maar u mag het best weten: ik heb echt zitten dubben vóór ik deze stap heb genomen. Reacties familie Hoe reageerde de familie van deze vier no vicen op hun intrede in het kloost&r Gods Werkhof? Zuster Eugenie: „M'n ouders dachten dat ik als missiezuster niet echt gelukkig was ge weest. Ze vonden het een waagstuk om de band te verbreken met een groep, waarin ik min of meer „geborgen" was. Maar m'n jongere broers vonden het geweldig dat ik me helemaal voor dit ideaal inzette". Zuster Mirjam: „Ik heb er nogal wat jaren over gedaan voor ik deze stap zette. Mijn fa milie stond er in het begin gereserveerd te genover. Later zijn zij het meer gaan be grijpen". Zuster Thea: „Ze hebben er thuis lange tijd niet aan kunnen wennen. En ze begrijpen het nog niet helemaal. Maar ze vertrouwden op me dat ik geen ondoordachte stappen zou doen". Zuster Els: „Mijn moeder begreep er totaal niets van. M'n vader vond het best, die is nogal laconiek van aard". En wat zijn de reacties van mensen op straat als zij nonnen zien? Zuster Mirjam: „Ik ervaar dikwijls, bijvoor beeld als ik in de trein zit, dat mensen je naar het hoe en waarom van je leven vra gen. Vooral jongeren benaderen je vaak van uit een positief gezichtspunt". Andere markante uitspraken van vier jonge zusters, die met haar leven iets anders doen dan de meeste vrouwen: „Alles mag hier in het klooster, niets moet". „Nu je hier zit, ken je het leven heel andere waarden toe". „Het criterium is dat je leeft op die plaats waar je zelf gelukkig bent en waar je op je plaats rieënzestig procent van de jeugd tussen 14 en 19 jaar leest minstens eenmaal per week, 8 pet. van deze groep leest hele- 1 niet, volgens cijfermateriaal dat „Elle" ftceerd over een enquête onder ruim dui- jongeren uit deze leeftijdsgroep. Naar- toen ouder wordt, lijkt de lust tot lezen ,e nemen: tegenover 47 trouwe lezertjes 4e jongeren staan slechts 23 volwas lezers, tegenover 18 niet-lezers bij de ;14 telt men meer dan 50 niet-lezers bij de •{re generatie. De jongeren blijken vaak Speciaal budget voor boeken of tijdschrif- te hebben. Bij de jeugd tussen negen en 'tien jaar doen de oude bekenden uit de literatuur het nog altijd: Alleen op de ^4, de avonturen van Jules Verne, Robin- [Crusoë. Twee van de drie kinderen lezen 'Stripverhalen per week. Naar men zegt Hedendaagse jeugd bijzonder gevoelig de stijl van wat zij leest: vandaar dat ^'ge uitgevers hun politie- en avonturen- fNen op een „bijna literair niveau" bren- Werken van George Sand, Rudyard Kip- Jack London, Mark Twain en André llJr°is worden in jeugdseries uitgegeven. bent". „Er komen hier in het kkooster nog al wat mensen met vooroordelen. We probe ren hen dan wat te laten begrijpen van ons leven hier". Ten slotte de priorin van de Monialen Augus- tinessen in Nederland, zuster Gertrudis, over drie „hete hangijzers" binnen de rooms-ka- tholieke kerk: celibaat, kleding en vernieu wing. Men hoort vrijwel dagelijks berichten over uittreden van priesters, waarbij dan het ver plichte celibaat een belangrijke rol speelt. Hoe ligt dat bij kloosterzusters? „Bij mijn weten wordt het uittreden van zus ters veel minder bepaald door het celibaat dat ze op zich hebben genomen. Het probleem ligt bij de zusters eerder in de te strakke ka ders van het traditionele kloosterleven. Dit hoeft niet in kleding zichtbaar te zijn, het kan ook door andere tekenen, insigne of ring. Er zullen ook situaties zijn, waarin men bij voorbaat geen toegang bij de mensen heeft, als men een kloosterkleed draagt: daar moet men in burger gaan. Of situaties waarin men niet kenbaar hoeft te zijn, b.v. vakantie. Men moet ook rekening hou den met de verwachtingen die bij de mensen leven. Als zusters die een school hebben, er over denken of ze in lekekleding moeten gaan, moeten ze m.i. aftasten of de ouders van de kinderen dat op prijs zouden stellen". Vernieuwing De vernieuwing binnen de rooms-katholieke kerk gaat velen te snel en te ingrijpend. Staat u positief tegenover de vernieuwing en wat moet er nog worden vernieuwd? Bij de foto's: Links boven: De vier novicen (van links naar rechts) Mirjam, Eugenie (uit Leiden afkom stigEls en Thea: vier jonge vrouwen, die het leven in een slotklooster heb ben gesteld boven het ontwikkelings werk. Rechts onder: De artieste en public-relations-vrouwe van de priorij „Gods Werkhof", zuster Theofoor, in haar ruim en licht atelier. Midden links-r De kloostergemeenschap van „Gods Werkhof" geschaard rond het altaar in de kapel, waar al enkele jaren geleden het ijzeren traliewerk is verdwenen. Rechts boven: De eetzaal of refter van het klooster van de monialen augustinessen in Werkhoven, aan de Hollende Wagen weg. De meubels zijn speciaal voor deze priorij ontworpen. Eeuwenlang heeft de vrouw bescherming no dig gehad. De kerkelijke wetgeving over het religieuze leven is zo'n beschermende maat regel. En in kerkelijke kringen wordt de emancipatie van de vrouw nog niet serieus genoeg genomen. Wanneer men geen kans ziet de te strakke kaders te doorbreken, kan men zich in geweten verplicht voelen uit het klooster te gaan. Kleden naar eigen wens Een groot aantal zusters is niet of nauwe lijks meer als zodanig te herkennen, omdat zij zich naar eigen wens mogen kleden. Vindt u het belangrijk dat religieuzen herkenbaar zijn, bijvoorbeeld door hun kleding? „Er is m.i. geen algemene regel te geven. Ik meen, dat men het van de situatie moet laten afhangen of men als religieuze kenbaar moet zijn of niet. Er zijn situaties waarin duidelijk moet zijn, dat men behoort bij een religieuze groepering, bijvoorbeeld in werk zaamheden die vanuit die groepering zijn on dernomen. Of situaties waarin duidelijk moet zijn, dat men „niet vrij" meer is; dat men zijn levenskeuze al heeft gemaakt. Hebt u ooit geweten dat de tarantula (de reuzen-spin die James Bond in één van zijn films belaagt) zo'n alleraardigst diertje kan zijn? Volgens McCall's kan men tarantula's (in de V.S. voor vijf dollar te koop) temmen en ze leren „speels over de arm van hun meester op en neer te rennen". Dit aanhan kelijke griezeltje vertegenwoordigt maar één van de vele soorten huisdieren die de Ameri kanen er op het ogenblik op na houden. On geveer vijftig miljoen Amerikanen houden honden, katten, tropische vissen, vogels, maar ook minder gangbare beestjes als gieren en reptielen. Niet alleen de fabrikanten van die- renvoer, ook allerlei andere bedrijven pikken vele graantjes mee van deze uitbarsting van een wel wat bizarre dierenliefde. „Er zijn twee groepen mensen: zij die vin den dat de vernieuwing niet snel genoeg gaat, en zij die vinden dat het allemaal veel te snel gaat. Hier schuilt dikwijls een groot menselijk probleem achter. Als ik van de be handeling hiervan afzie, en het probleem lou ter zakelijk bekijk, dan ben ik van mening dat er zeer veel vernieuwing in de kerk no dig is. Er verandert in onze cultuur zoveel in de opvatting over de mens en over de wereld, in het levensgevoel, in de mentaliteit dat de kerk genoodzaakt is mee te denken over de nieuwe vragen die daaruit voort vloeien. Zij moet vanuit haar geloof in Chris tus meezoeken naar de juiste houding. Daar- voor moet zij heel haar gedachtenwereld en alle uitdrukkingsvormen van haar geloof her zien en vernieuwen. Dat is een diep ingrij pend proces. Het menselijk probleem ligt daar, waar ver anderingen in de geloofsbeleving worden doorgevoerd, zonder dat er voldoende wordt toegelicht, vanuit welke achtergrond dat gebeurt. Er veranderen veel vormen, zonder dat de verandering in mentaliteit duidelijk wordt. Dat brengt de mensen in verwarring. De vernieuwing zou dus eigenlijk veel dieper moeten gaan: de mensen moeten begeleid worden in het zoeken naar een persoonlijk- doorleefde gelovige houding. Er zou meer be zinning op het geloven zelf moeten plaats hebben. Nu staan vorm en inhoud te vaak los van elkaar. Vormen van geloofsbeleving veranderen zonder dat allen de verandering van de geloofsbeleving zelf kunnen meema ken". Weekeindbijlage Leidsch Dagblad LDEXTRALDEXTRALDEXTRALDEXTRALD EXTRALDEXTRALDEXTRALDEXTRALDEX LDEXTRALDEXTRALDEXTRALDEXTRALD EXTR A T .URYTR A T .DFXTR A T .DRXTR. ALDEX LDEX PIf«D| I CRALD EXTR LI/ LA I riH LDEX LDEX'i KALUtAi Km.ur.Ai auula TRALD EXTRALDEXTRALDEXTRALDEXTRALDEX LDEXTRALDEXTRALDEXTRALDEXTRALD EXTRALDEXTRALDEXTRALDEXTRALD X LDEXTRALDEXTRALDEXTRALDEXTRALD Zaterdü.} 23 novcr.<Ler lïi8

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1968 | | pagina 7