D |Spaanse griep" eiste meer doden tan de eerste wereldoorlog I Twintig miljoen slachtoffers Vijftig jaar geleden: 55—; m 9 i Gl j 20- Irl» n E Spaanse griep van 1918" kende geen grenzen. Zij kwam als een dievegge in de nacht, verlamde het leven in steden en dorpen, landen en werelddelen, bos. Zij bracht verwarring, angst, ontreddering, des- lboll organiseerde de voedselvoorziening, legde de eco- Beii nom*e Er was kruid, noch onkruid, tegen deze ini i ziekte gewassen, geen dijk of wal tegen op te wer- pen- Zij verspreidde zich met ongekende snelheid en was in combinatie met o.a. longontsteking 7.6 dodelijk. 0 7.6 Artsen en specialisten stonden machteloos. „Het is treurig nu medicus te zijn", zeiden ze. Slechts op 5.50- twee plekjes van de gehele aardbol heerste de influ- »Ba enza want dat was het niet. )~b3 Op St. Helena (1863 kilometer van het vasteland 5. Van Afrika) en op Samoa (3562 kilometer van ei Zuid-Amerika verwijderd). Maar St. Helena werd eenmeer beroemd omdat Napoleon er vijf jaar als ge- 9 11 vangene zat, en Samoa was al eeuwen lang een paradijsje. Toch had de wereld van vijftig jaar geleden meer oog en oor voor de strijd in de loopgraven en de wapenstilstand in november 1918 dan voor de voortwoekerende oorlog tussen mens en virus. Op 11 november 1918 vierde de mensheid feest toen de Duitsers de wapenstilstand tekenden, onwetend van de meedogenloze slag die nog woedde. Cana dese soldaten stookten vreugdevuren aan de voet van Nelsons beeld op Trafalgar Square in Londen, in Rusland werd het communisme gevestigd. De Duitse keizer vluchtte naar ons land en bleef daar, ondanks de kreten van de premier van de zege vierende natie Engeland, die brulde: „Wilhelm de Tweede moet hangen"Lloyd George voelde zich de winnaar, zoals Clemenceau in Frankrijk, die de „vader van de overwinning" werd genoemd. Maar de griep bleek de grootste overwinnaar öp en ver buiten de slagvelden. Zij woedde in ieder land, zelfs in niemandsland. Toen de „Spaanse griepverdwenen was en de verwoesting die zij had aangericht, bekend werd, bleek dat de influenza in één jaar tijds meer slacht offers had gemaakt dan de alles-verwoestende vierjarige oorlog, waarin negen miljoen mensen werden gedood. Twintig miljoen(!) mensen had den in deze wereldepidemie hun leven gelaten. Eén procent van de gehele wereldbevolking was ten grave gedragen. Alleen al in een gezond land als Zwitserland stierven 21.000 mensen van de twee miljoen zieken; een aantal, groter dan de helft van de bevolking van het bergland. In Europa gingen 2.6 miljoen mensen ten onder. In Azië 10 tot 15 miljoen. In het gebied van de Ama zone werden hele gemeenschappen uitgeroeid. De influenza-pandemie (algemene volksziekte), die zich over hele continenten verbreidde, was de grootste aanval op het leven van de mens, groter dan welke pest-, pokken- of cholera-epidemie in het verleden, zo menen geschiedschrijvers. Met de „Spaanse verschrikking" voor ogen en re gelmatig geconfronteerd met het feit, dat zelfs milde influenza-epidemieën van matige omvang steeds weer duizenden slachtoffers maken, heeft de mensheid in de laatste veertig jaar front gemaakt tegen deze bedreiging. Geleerden, vele medewer kers in een netwerk van laboratoria van de Wereld Gezondheidsorganisatie, alsmede vaccine-fabrikan ten werken nauw samen in de strijd tegen de ver wekker van de influenza. Sinds de isolering door Shope in 1930 van het influenza-virus bij het var ken, zijn grote vorderingen gemaakt. Men be schikt nu over vaccins, die een zeer hoge bescher mingsgraad geven. Maar nog weten de geleerden niet, welke de verschrikkingen kunnen zijn van een nieuwe algemene volksziekte, veroorzaakt door een nieuwe virus-stam. Griep en influenza is niet hetzelfde. De influenza en haar complicaties waren de grote doders. Het verkoudheidsverschijnsel, dat nu wel „griep" wordt genoemd, was er een onschuldige plaaggeest bij. De „Spaanse griep" was noch typisch Spaans, noch griep. Maar er stierven in juli, augustus en septem ber 1918 in ons land reeds 3225 mensen aan deze ziekte, die in de laatste drie maanden van dat jaar nog meedogenlozer toesloeg. In oktober 1918 wer den 5506, in november 16.960 en in december van datzelfde rampjaar 5321 mensen (in totaal vier pro cent van de bevolking) ten grave gedragen. Door de ziekte, die de overlevenden van toen, nu nog met ontzag en angst: „de Spaanse griep van '18" noemen. W 5I Gegevens o.a. ontleend aan „De Spaanse griep" van '18 door A. C. de Gooyer. Een uit gave van Philips-Duphar Nederland, die bij de ontwikkeling van de vaccins tegen influen za een belangrijke rol heeft gespeeld. •mtB eerste bericht over de griep kwam uit Spanje. Het Engelse persbureau Reuter verspreidde het op 27 mei 1918. Het telegram luidde: .Madrid 28 mei: De koning, de minister-president en enkele ministers lijden aan een geheimzinnige ziekte, die zich verspreid heeft over heel Spanje, en ^«Tdoor dertig procent van de bevolking is aangetast. Men beschouwt de ziekte niet rfo/an ernstige aard". n(berichtje stond ook in de Nederlandse klslnten, ergens bij een bekendmaking van Duitse Oberkommando dat ten z.w. van ^-jeren bij een welgeslaagde onderneming tu$sen waren gevangen genomen. Bij het r bws dat een verdragend kanon, Krupp's ak:ke Bertha", Parijs had beschoten en Kaap Vincent de Britten een Duitse sooot hadden vernietigd. r°<ns land was op dat moment het nieuws «JJle distributie van aardappelen iets rui- 6—; was geworden, dat oud-minister Kool oereeventigste verjaardag vierde, dat Prins irik de Zwolse padvinders had bezocht at Ajax in de Watergraafsmeer met 4—3 \FC had gewonnen, waarbij de „good- voor de sensatie had gezorgd in de vijf minuten liefst drie doelpunten te in. De 27-ste mei 1918 was een gewone Is alle andere dagen in ons land. paar dagen later was er weer een ling van de vreemde ziekte in Spanje. :r berichtte nu: „Dat veel schouwbur- gesloten bleven en de tramdienst ge was door de vele zieken en dat de «heren hadden aangeraden voorzorgs- iregelen te nemen, daar in 1889 de pest lezelfde wijze was begonnen. Men beval (veel in de buitenlucht te vertoeven, alle rs te luchten en niet al te lang in stof- gebouwen te verblijven. De minister-pre- it, de ministers van Marine, Financiën, irwijs en hun ambtenaren zijn ziek. Men loedt dat de koning besmet is toen hij Pjdienst bijwoonde in zijn paleiskapel". waren de eerste berichten over de ge- kizinnige ziekte die de geschiedenis zou .an als de Spaanse griep zo door de be- nming genoemd, die geen onderscheid kte tussen griep en influenza. w wist toen nog niet dat de vreemde epi- ie die Spanje teisterde, reeds maanden ^oord-Afrika woedde, dat varkens in 1-Amerika het influenza-virus met zich •gen. Het begin lag in het buitenland in nje dus werd het „Spaanse griep". het duister geheimzinnige ziekte noemde men het. irom? In de voorgaande dertig jaar had wereld weinig of geen influenza gekend, de medici tastten dan ook in het begin het duister. De Hamburgse arts Julius va,helsohn verkondigde de mening „dat de ;te misschien longenpest was". paar dagen na het tweede telegram im Spanje ondanks het feit dat de log in zijn beslissende stadium was ge len steeds meer in het nieuws. t Madrid hield de ziekte 100.000 slachtoffers iijn greep en dit aantal nam nog dagelijks De ziekte had de provinciale hoofdste den bereikt en eveneens Marokko, waar zij de Spaanse garnizoenen had aangetast. Op 1 juni waren er 111 gevallen met dodelijke af loop, in de laatste tien dagen van mei bijna 700. Een paar dagen later kwamen er be richten in de wereldpers dat de ziekte in Spanje haar „goedaardige" karakter had verloren. In Barcelona waren 20 tot 30.000 mensen ziek. Uit Engeland kwam de tijding dat in Oost-Suffolk twee gevallen van longenpest met dodelijke afloop waren opge treden. Alle bewoners van dit platte landsdistrict werden geïsoleerd. Het Duitse persbureau Wollf meldde on der censuur „dat de geheimzinnige ziekte nu ook in Neurenberg was gesignaleerd. In Duitsland werd ze „Neue Krankheit" ge noemd. De Berlijnse internist Geheimrat Krauss verklaarde dat de epidemie goedaar dig was". Ook de Zwitserse pers meldde schoorvoe tend dat in Bern en Winterthur mensen aan de vreemde ziekte leden, maar reeds de vol gende dag kwam het bericht dat 50 procent van het Zwitserse leger door de epidemie was uitgeschakeld. In enkele publikaties was reeds het woord influenza genoemd, maar de volks mond bleef spreken van een geheimzinnige ziekte, terwijl sommige kranten het de „Spaanse ziekte" of „Spaanse griep" noemden. In Spanje zelf was het openbare leven vol komen in de war door de tienduizenden zie ken. De ziekte passeerde de grens, maar ging vreemd genoeg niet naar het aangren zende Frankrijk, maar naar Zweden. Daar na kwam Duitsland aan de beurt. In Groot- Berlijn werden 80.000 kinderen en 20.000 vol wassenen aangetast. Nederland was nog steeds gespaard geble ven voor de ziekte, die drie vormen kende: een catarrhale, een gastrische en een ner veuze, waarbij zich verschijnselen voordeden van verkoudheid, keelontsteking, bronchiale catarrhe, geen eetlust, hoofdpijn, dui zeligheid, oorsuizingen, slaperigheid. Meest al trad ook koorts op, die snel een hoge graad bereikte, in de regel vier dagen duur de en met spierkramp gepaard ging. In Nederland Op 10 juli 1918 kwam de „Spaanse griep" ook ons land binnen. Bij EIten en Emmerik. Ineens waren er overal zieken. In Dalen (Drenthe) drie gevallen, in Losser (Twente) achtendertig. De gehele maand juli stond in het teken van alarm. In Sluis waren twaalf militairen aangetast, zij kwamen uit het oos ten van ons land. Duidelijk werd dat waar veel mensen bij elkaar verbleven de ziekte het felst toesloeg. Nadat de autoriteiten eerst de verzekering hadden gegeven „dat de ziek te niet kwaadaardig is" en „van voorbij gaande aard is", zeiden zij later toen er ver schillende zieken overleden, dat „de Spaanse griep" ernstiger was dan verwacht". De Centrale Gezondheidsraad publiceer de zijn eerste communiqué, met wenken in het belang van de volksgezondheid: „Let op reinheid op lichaam, kleding en woning. Roep geneeskundige hulp in bij ziekte. Laat dag en nacht zoveel mogelijk frisse lucht in de woning toe" adviseerde het communiqué. „Zorg voor verse lucht in scholen, kantoren, werkplaatsen, winkels, boten en trams". Niet eenvoudig Open ramen dus. Eenvoudig maar niets was zó eenvoudig. Een Amsterdamse trampassa- giere die de conducteur verzocht de zijra men aan één kant te openen, kreeg als ant woord: „Het openen en sluiten van tramwa- genramen geschiedt alleen en uitsluitend op bevel van de tramdirectie". Er kwamen steeds meer en sneller achter een ziektemeldingen. In Assen lagen 296 mi litairen met griep in bed. De herhalingsoefe ningen van het eerste reserve-bataljon land weer werden uitgesteld. „Nog steeds is er geen reden voor bezorgdheid", lieten de autoriteiten weten. Zij leken gelijk te zullen krijgen, want in augustus nam de epidemie af. Om echter in oktober 1918 in volle hevig heid op te laaien. Kwakzalvers beleefden gouden tijden. Adver tenties waarin allerlei geneesmiddelen wer den aangeboden verschenen dagelijks in de dagbladen en werden grif verkocht ook. Ge neeskracht hadden deze „medicijnen" uiter aard niet, want de ziekte was niet te stop pen met anti-septisch tandwater, Obat Akar, of Abdijsiroop. De „Spaanse griep" sloeg nu overal tegelijk toe. In Noorwegen lagen honderdduizenden met griep, van wie er tweeduizend overle den. In Denemarken bezweken in de steden vijfduizend patiënten. Zeventig procent van de IJslandse bevolking werd getroffen: 600 mensen van de 8000 zielen tellende bevolking stierf. De vraag naar doodkisten was zo groot dat de timmerlieden in Reykjavik dag en nacht moesten werken om daaraan te kunnen voldoen. Ook soldaten r Foto boven: Speciale medische teams gingen de griep te lijf. Parijs had een dodencijfer van 46.1 per dui zend. Tussen 1 oktober 1918 en 20 februari 1919 overleden alleen al in de „Licht stad" 19.651 inwoners. 50.000 Amerikaanse en Engelse soldaten werden ziek; 3.000 stier ven. In Spanje waren in 1916 reeds 6.485 personen aan de „griep" gestorven, een jaar later gingen 5.568 Spanjaarden in de eer ste negen maanden te gronde. Het was nog niets bij wat zou volgen! Want in november 1918 bezweken 40.000 mensen en in de laat ste drie maanden van het jaar 1918 werden in totaal 127.819 slachtoffers ten grave ge dragen. Rome telde 200 doden per dag, 800.000 Ita lianen lagen werkloos in bed. Het dodental in Duitsland steeg in 1918 tot 400.000. In Praag bedroeg het dodencijfer 94.4 per dui zend. Het aantal sterfgevallen in Engeland werd op ruim 150.000 geschat. In Canada stierven in Ontario in vijf maanden, op een bevolking van twee miljoen, 9.000 mensen. In de Ver. Staten overleden in oktober 1918 400.000 Amerikanen, Baltimore had te weinig doodkisten. Iedereen droeg bacillen-maskers. Op Queens-kerkhof in New York lagen 2000 onbegraven doden. Hij die in New York op de straat spuwde, kreeg drie dollar boete. De bokswedstrijd tussen Dempsey en Levinsky werd afgelast. Ook de landen van Centraal-Amerlka werden zwaar getroffen. Een derde van de koffie- oogst ging verloren bij gebrek aan arbeids krachten. In Rio de Janeiro brak in oktober 1918 paniek uit. Er werd gehamsterd. De prijs van kinine was hoger dan die van goud. Van de 915.000 inwoners lagen er 700.000 ziek in bed. Het dodental werd op 15.000 geschat. Winkels waren gesloten, de telegraaf was verlamd, de voedselvoorzie ning stagneerde ernstig. De prijzen stegen tot in het absurde. In Zuid-Afrika bedroeg het aantal doden 139.471. On-officiële berichten zeiden dat in Java in 1918 één miljoen mensen aan de „Spaanse griep" stierven. In Brits- Indië overleden 5 miljoen van de 238 mil joen Indiërs. In Hongkong stierven per dag 2251, in Japan, in zeven maanden, 250.333 mensen. De slechte communicatiemiddelen waren er de oorzaak van dat er geen wereld- paniek uitbrak. In ons land lag de top van de „Spaanse griep" op 9 oktober in Losser, op 17 oktober in Den Ham, op 27 oktober in Zwolle en Uden, op 1 november in Amsterdam. Op 8 november in Maastricht en Oude Pekela. Geen enkele groep van onze samenleving werd gespaard. De leeftijdsverdeling van de overledenen was zeer ongewoon. In het bijzonder werd de leeftijdsklasse 05 jaar getroffen en de 25- tot 35-jarigen. Zij die tijdens de eerste golf ziek waren geweest, bleven meestal gevrij waard voor de tweede. Veel slachtoffers vielen er onder het ver plegend personeel. In het Onze Lieve Vrou we Gasthuis in Amsterdam kregen van de 145 verpleegsters er 112 griep; tien overle den. Veel sterfgevallen kwamen voor op plaatsen met ongunstige woongelegenheid. In Emmen, waar de sterfte ruim tien pro cent bedroeg, woonde in 1930 nog 28.26 pet. van de bevolking in één-kamerwoningen. „Een ziekte, die mensen vandaag gezond, morgen op het sterfbed deed bezwijken, zon der de onmiddellijke oorzaak daarvan te we- In Amsterdam was het aantal sterfgeval len zo groot, dat de begrafenisondernemin gen lijkkoetsen te kort kwamen. De slacht offers werden met geïmproviseerde voertui gen naar hun laatste rustplaats vervoerd. ten", schreef dr. P. Ritter jr. In „De don kere poort". De Spaanse griep verspreidde evenveel vrees als vroeger de pest of de pok ken. De doodsangst waarin men verkeerde voor de plotseling zich openbarende ziekte, die de patiënt in een krampachtige worste ling met de steeds overwinnende dood een bijna zeker einde deed tegemoet gaan, stem de tot een sombere neerslachtigheid en tot naargeestige stemming. „Het volk stond aan de rand van de afgrond, op de grens tusschen leven en dood, de bree- de marge waar dood noch leven meester is, doch slechts somberheid en waanzinnige angst", ging dr. Ritter verder. Aangrijpende tonelen had de nieuwe vijand op zijn gewe ten. Hoe ernstig en van grote betekenis was het woord door de garnizoenspredikant van Ede, dominee J. van Boven, gesproken bij de ge opende groeve van het eerste slachtoffer in Ede van de Spaansche griep tot de schare militairen, die zich op den doodenakker rond hun kameraad had opgesteld: „Mijn vrien den, dit is de eerste; wie uwer zal de tweede zijn Nu, vijftig jaar nadat de pandemie in ons land woedde, spreken ouderen nog vaak over de ziekte, die twintig miljoen mensen dood de, in de grootste aanval die er is geweest op het leven van de mensen, sinds dat le ven beschreven is. Weekeindbijlage Leidsch Dagblad LDEXTRALDEXTRALDEXTRALDEXTRALD EXTRALDEXTRALDEXTRALDEXTRALDEX LDEXTRALDEXTRALDEXTRALDEXTRALD EXTR A T .TO5XTR A T .TYF.XTR A T .DRXTR ALDEX LDEX PlfV 1% A TRALD EXTR 111 L V I II A VLD EX LDEX' ||l f 1 |f /I ?RALD EXTR LI/ LA I IYMVLDEX LDEXï'KALUtiA i nAL.UC.A l RALULA 1 RALD EXTRALDEXTRALDEXTRALDEXTRALDEX LDEXTRALDEXTRALDEXTRALDEXTRALD EXTRALDEXTRALDEXTRALDEXTRALDEX LDEXTRALDEXTRALDEXTRALDEXTRALD Zaterdag 2 november 1968

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1968 | | pagina 9