MAAR MAJESTEIT!" Onthullend portret van Willem III 99 GENADELOOS ZIEKTEBEELD „COMTESSE" VLIEGEND ONVERZETTELIJK HALFHARTIG IN ROUW loNDERDAG 31 OKTOBER 1968 LEIDSCH DAGBLAD PAGINA 17 DEN HAAG (GPD) Wie was koning Willem III, de vader van koningin Wilhelmina? Was hij de woeste, onberekenbare ..Koning Gorilla", zoals een schotsschrift uit zijn tijd het wilde? Of kon hij veeleer gelden als de tragische figuur, vermalen tussen zijn verplichtingen als staatshoofd en zijn menselijke aandriften? Over deze vorst, kleinzoon en achterkleinzoon van Russische tsaren, zijn vele verhalen en legenden in omloop. Intussen rustte in de veilige beslotenheid van het Algemeen Rijksarchief een bundel geschriften, die een nieuw en ontluiste rend licht op deze Oranjetelg zou kunnen werpen. Dat was het dagboek van A. W. Ph. Weitzel. gedurende twee perioden mi nister van Oorlog onder koning Willem III. Deze uitvoerige notities, bijeengebracht onder de misleidend- droge titel „Merkwaardigheden uit mijn leven", kwamen in 1918 in het bezit van het Rijksarchief. De familie Weitzel ver bond daaraan de voorwaarde, dat de stukken vijftig jaar (tot november 1968) geheim zouden zijn. Dezer dagen zijn ze aan het licht gekomen. KROONPRINS WILLEM Nu is het ogenblik aangebro- en, waarop de memoires van ïinister Weitzel in de open- aarheid komen. Dat is nog iin of meer aan het toeval te anken. De Amsterdamse jour- alist Paul van 't Veer, bezig iet een studie over de Atjeh- orlog, die in onze Nederland- e politiek een halve eeuw een randpunt is geweest, stuitte ij zijn speurtochten drie jaar eleden op de memoires van Keitzel. Een uitvoerig uittrek- ?1 van de „Merkwaardigheden it mijn leven" is thans, inge- ïid, sterk ingekort en bewerkt oor Van 't Veer, verschenen nder de titel ..Maar Maje- teit!" (Koning Willem III en ijn tijd). Temidden van de vele onder erpen van deze 220 pagina's tel- nde paperback tekenen zich rie hoofdmotieven af: De verbeten (en verloren) strijd van koning Willem III om na de dood van zijn eerste vrouw Sophie te trouwen met de Franse zangeres mademoi selle Ambre. De hardnekkige (en even eens vruchtelozepoging van 's Konings zoon. Kroonprins Willem om te trouwen met de Nederlandse jonkvrouwe An na Mathilde van Limburg Stirum. De opvoeding van de latere koningin Wilhelmina door de koningin-regentes Emma. De kijk van oud-minister generaal- lajoor A. W. P. Weitzel op koning fillem III was genadeloos. Uit de- 't dagboekaantekeningen treedt de orst herhaaldelijk naai- voren als een figuur met een „sentiment per- ionnel excessif," door Weitzel ver taald als hoogheids waanzin. Hij chetst de koning als een eigenzin- ug luimig, losbandig en onbereken baar man. niet overmatig intelligent. Welijk beducht voor aantasting fan zijn koninklijke voorrechten. Weitzel geeft een onthutsend beeld ban de vorst, die hu van 1873 tot 875 en van 1883 tot 1888 als minis ter van Oorlog heeft gediend. Hij aat „na vele aanrakingen en er- baringen met de Koning" ervan uit kt de vorst leed aan verwarring en ;brek aan evenwicht in zijn geest - ;ens. Een wonder was dat niet: hadden de beide voorouders tsaar Peter HI en Paul I niet het zaad der krankzinnigheid in het bloed der Oranjes gebracht? Volgens Weitzel verklaart dat veel van 's Konings onberekenbaar op treden. Hij wilde met alle geweld een ziektebeeld construeren, waar in feite slechts sprake was van psychische eigenaardigheden. die vele mensen bezitten, maar bij de Koning, in de uitzonderlijke positie, waarin hij was geplaatst verhevigd tot uiting kwamen. Dat de Koning bij het ouder wor den. steeds meer geestelijke inzin kingen vertoonde, moet stellig wor den toegeschreven aan de nierkwaal en de suikerziekte die hem kwelden en in 1890 de dood tot gevolg hebben gehad. Aan Weitzels pogingen tot psychologische ontleding moet men dan ook betrekkelijk weinig waarde hechten. Zoveel te meer aan de pijnlijk-nauwkeurige beschrijving van z;jn vele ontmoetingen met de vorst. Op 3 juni 1877 overleed Sophie (met wie koning Willem III vooral in de latere jaren een slecht huwe lijk had gehad). Nog geen vier weken later begaf de vorst zich 's buitenlands om. zoals Weitzel zegt. „zijn genoegen te gaan zoeken met mile Ambre nog kort geleden zangeres aan de opera te 's Gravenhage. ..Deze dame die moeite zou hebben het getal harer vroegere minnaars met juistheid op te geven wist zich zoodanig van het hart en van de zin nen des Konings meester te maken dat hij haar hoewel zonder mede werking van een Nederlandse minis ter een adelbrief gaf als comtesse d'Amboise en een morganatisch hu welijk met haar wilde sluiten". Zyn aanvankelijke huwelijksvoor nemen moest hij onder druk opge ven en zelfs zijn plan om het onge stoorde bijzijn" van de nieuwbak ken gravin in Parijs te genieten. Ge dwarsboomd werd hij ook in zijn plan de zangeres te installeren in en kele kamers die kort voordien nog aan de Koningin hadden toebehoord. De Koning werd door zijn minis ter van Buitenlandse Zaken Van der Does de Willebois onder druk gezet. Daar wil ik niets van horen" Had de Koning geroepen, toen Van der Does over de delicate zaak begon. De minister toonde een stapeltje beschei den. „Dan moet ik U.M. ten minste verzoeken kennis te willen nemen van de inhoud dezer papieren!" De koning: „Papieren? Wat voor papieren?" De minister: „O.a. Franse dagbla den". De koning: „Wat kunnen mü alle mogeluke Franse dagbladen sche len". De minister: ..Maar er zijn ook Nederlandse bij sire'". De koning: „Welke"? Toen de koning begon te aarzelen, vervolgde Van der Does: „Er zijn ook geschreven stukken bij. Sire'". En op een vragende blik: .O.a. een rapport van de prefect van politie in Pa rijs over het verleden der dame". Re sultaat: .'.Cette dame'" ging niet naar het Noordeinde. maar naar de weel derige villa Welgelegen in Rijswijk. Weitzel schrijft: „Toen konden de ingezetenen van 's-Gravenhage hun Koning dagelijks. in vliegende vaart, tusschen zijn 'paleis en Welgelegen zien heen en weer ijlen. Men ver baasde. zich over dergelijke ab normale verschijnselen bij een ruim 60-jarige grijsaard, maar gelukkig duurde de roes niet lang. Plotseling vernam men. dat de comtesse was verdwenen.Met al hare kostbaar heden. Het schoone Welgelegen schijnt haai', zelfs met dien minnaar. geene voldoend behagelijke existentie te hebben opgeleverd. Zij was naar Parijs teruggekeerd waar zij, dank zij des Konings reeds aan haar be toonde milddadigheid een onafhan kelijk en aangenaam leven kon lei den". (Zij reisde af met diamanten ter waarde van ongeveer een milj- joen gulden Zo tolerant als Willem III blijk baar was waar het zijn eigen rela ties betrof, zo onverzoenlijk was hij toen het ging om huwelijkskeuze van zijn zoon, Kroonprins Willem. Hij verzette zich tegen het verlagen van de zoon om niet met een Prinses van den bloede maar met een Nederland se van aanzienlijk lagere stand te trouwen. Ook de raad van ministers was niet geestdriftig over de keus van de Kroonprins. ..Door het sluiten van een huwelijk van den Prins van Oranje met een onderdane, konden niet worden bevorderd de altijd zeer ge- wenschte aangename en makkelij ke relatièn tusschen ons koninklijk huis en andere, al dan niet daarme de verwante, vorstengeslachten. Bo vendien dreigde het sluiten van hu welijken door Nederlandsche Prinsen en Prinsessen, met buitenlandsche. er in later tijd door te worden be moeilijkt". Deze en andere bezwaren legden het toch af tegen de overweging, dat zelfs zo'n morganatisch huwelijk verkieslijk was boven het uitsterven van het Oranjehuis en het risico, dat Duitse vorsten de Nederlandse troon zouden bestegen. Dat wil zeggen: bij de ministers woog deze overweging het zwaarst, bij de Koning niet. De ze heeft zich, zelfs tijdens zijn eigen stormachtige verhouding met de da me uit Parijs, vier jaar lang verzet tegen de onwrikbare eis van de Kroonprins naar eigen inzicht te mo gen trouwen. Die vier jaar verbleef de jonge Willem slechts gesteund door zijn jongere broer Alexander bijna on afgebroken in Parijs en weigerde te rug te keren. Weitzel. zelf geen minister meer, vemeldt de halfhartige brieven, die de raad van ministers onder leiding van Heenskerk naar Parijs stuurde om de Kroonprins tot terugkeer te bewegen, zonder overigens de moed te hebben te proberen de halsstarri ge Koning alsnog tot andere gedach ten te brengen. Ongetwijfeld toont de zoon hier een bewonderenswaardige houding, al verhult Weitzel niet, dat ook het leven van deze Willem geens zins ingetogen was geweest. Volgens Weitzel hebben een verkeerde opvoe ding en voortdurende tegenwerking daartoe geleid: Een man, die in den vollen, krachtigen bloei der jaren tot den ongehuwden staat was gedoemd, en die, met wrok en wre vel in het hart, aan verveling was prijs gegeven te midden van verlok kingen zoo als nergens elders wor den aangetroffen. Zó groot werd de verwijdering tus sen vader en zoon, dat deze laatste zijn paleis aan de Kneuterdijk als bij een sterfgeval liet sluiten op de dag de 7de januari 1879 waarop Willem ni in het huwelijk trad met Emma van Waldeck-Pyrmont. Hij beschouwde deze stap van zijn vader nl. als een infame poging alsnog te trachten de kwestie der erfopvolging zélf bevredigend te regelen Niet veel later, op 11 juni 1879 overleed de Kroonprins na een ziekte van enkele dagen aan longontsteking en niet aan de gevolgen van een duel. zoals de legende wil). Met de laatste brief van zijn „Mattie" van Limburg Stirum onder handbereik, zo vermeldt Weitzel, blies de oudste zoon van Willem III de adem uit. De eigenaardigheden van Wil lem III wilde Weitzel uit de karakters der beide tsaren Peter III en Paul I verklaren, al noemt hij de vorst niet met zoveel woorden; en hij heeft zich beijverd zijn zienswijze in druk ter kennis te brengen van ver schillende hofdignitarissen. Villa Welgelegen in Rijswijk. Korte tijd woonplaats van cette dame.,»," ■k Wyien luitenant-generaal A. W» Ph. Weitzel. tweemaal minister van Oorlog, die in 1918 zijn notities „Merkwaardigheden uit mijn leven" in het Rijksarchief deponeerde. Na vijftig jaar zijn zü onder de titel „Maar majesteit" i Willem III en zijn tijd) uitgegeven bü de Arbeiderspers in Amsterdam. Ingeleid en bewerkt door Paul van *t Veer. Prüs ƒ14,50. Van 't Veer vraagt zich af in hoe verre Weitzels waarschuwing doel getroffen heeft. Want „met de ze vraag begint de betekenis van Weitzels geschriften plotseling van het verleden naar de toekomst te wüzen". Uit brieven van figu ren aan het hof blijkt, dat Koningin Emma van Weitzels inzichten wel degelijk kennis heeft genomen. Hoe wel zijn visie bij de opvoeding van Wilhelmina waarschijnlijk niet door slaggevend is geweest, is het toch merkwaardig te zien aldus Van 't Veer dat Koningin Wilhelmina la ter in haar „Eenzaam maar niet alleen" eveneens daarover schrijft: „Antecedenten in de familie" er was wel eens te veel toegegeven aan de grillen en zwakheden van een kind. met als gevolg, dat het niet voldoende weerstandsvermogen kreeg tegen de verlokking van gemakzucht en egoïsme waarvan herhaling tot elke prijs vermeden moest worden, hebben hun invloed doen gelden op mijn vormmg. Dit heb ik steeds dui delijk beseft. Ieder slap toegeven van mij werd dadelijk streng aangepakt, soms zelfs met verwijzing naar het bedoelde antecedent". EJ.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1968 | | pagina 17