Lilly Yokoi:
„Ballerina op de
gouden fiets"
HANS HABE
Zweeds-Japans artiestenpaar trok zich terug uit de showbusiness
auteur van wereld-bestsellers
BEWOGEN
LEVEN
Door de schrijver
Willem Enzinck
ZATERDAG 19 OKTOBER 1968
LD EXTRA 4
„NIET DE ARTIESTENmaar de managers maken geld. Neem bijvoorbeeld de boks-
sport. Wie strijkt de meeste centen op? Niet de bokskampioen, maar zijn manager
Dit is de mening van ex-stunt en show-man Roland Johansson, die daarom indertijd
het persoonlijke managerschap van zijn vrouw, de Japanse fietsballerina Lilly Yokoi
op zich heeft genomen en tenslotte in het pure zakenleven is gestapt. Na jarenlange
tournees langs 's werelds mondainste uitgaanssteden als Las Vegas, Tokio, Beiroet, Pa
rijs en Rio te hebben gemaakt, heeft het artiestenechtpaar zich uiteindèlijk een vast
home in Zweden gekozen.
een paar wonen in Tokio. Ik zelf ben in New
York geboren. Een echt thuis heb ik nooit
gehad, want ik werd altijd overal mee naar
toegesleept".
Als klein meiske cirkelde zij al acrobatische
rondjes op een éénwielertje. Later groeide zij
meer en meer uit tot een showster van allure,
die vaak als middelpunt van vele floorshows
in de exclusiefste nachtclubs en in de groot
ste theaters flonkerde. Haar fietsact werd
technisch en stilistisch steeds volmaakter en
toen zij haar eerste show verreed op een
laatste voorstelling heb ik in het Olym-
piatheater in Parijs gegeven. Ik stond samen
met Mireille Mathieu in één programma".
In een van de kamers van huize Johanssen
prijkt een grote foto, waarop Lilly staat
omarmd door Elvis Presley. Hij is een heel
lieve vriend van mij. Toen ik in de „Hallo
American"-show in hotel „Desert Inn" in
Las Vegas werkte, kwam hij heel vaak spe
ciaal voor mij naar de show kijken".
Nu Lilly en Roland deze laatste zeker
Verder zal ik alle contractaanbiedingen af
slaan. Ik heb dit leven geaccepteerd en ik
heb nog steeds geen behoefte ervan af te
wijken. Ik ben een gelukkige vrouw, want
Roland is een fijne echtgenoot. Als ik werke
lijk graag terug wil in het showleven, dan
weet ik dat Roland me niet zal tegenhouden.
Maar ook besef ik, dat hij het liever niet
meer heeft. Weet je, wat ik nog wel doe:
mensen trainen, die fietsacrobatiek graag als
hobby willen beoefenen".
„Ik ben blij dat mijn vrouw het niet meer
In een villawijk ver buiten het stadscen
trum van Malmö, staat op de hoek van
'n „gatan" 'n moderne bungalow. Uiter
lijk zonder bijzonderheden. Ondergronds be
vinden zich evenwel vertrekken met massa
geapparaten, sauna's en het glazuurkleurige
zwembad van de „Rolando sporting club".
Roland Johansson, Zweed van origine met de
1 Amerikaanse nationaliteit, is directeur van
deze zeer exclusief ingerichte club, waar uit
sluitend de chique van Malmö en omstreken
verpozing en ontspanning zoekt.
Dit totaal andere bestaan voor Lilly en Ro
land is nog maar sinds kort, want vóór die
tijd leden zij samen een jachtig artiestenle
ven met van dag op dag andere mensen en
andere omgevingen. Nog daarvan, toen zij van
eikaars bestaan nog niets afwisten, liet hun
leven nog minder tijd over aan privé-aange
legenheden.
Ontmoeting
Op zekere dag kwam een eind aan het solo
leven van showster Lilly Yokoi en showman
Roland Johansson. Tijdens een grote revue,
die enkele weken zou draaien, in de Ameri
kaanse stad Memphis in Tennessee, ontmoet
ten de tengere Japanse en de kleine Zweed
elkaar voor het eerst. Roland raakte onmid
dellijk in de liefdesban bij het zien van het
wervelend figuurtje van Lilly tijdens haar
act. In die tijd kregen zij de kans elkaar beter
te leren kennen, want beiden hadden vlak
achter elkaar een optreden in het program
ma.
Na deze revue reisden Lilly en Roland toch
nog enkele maanden alleen kriskras door de
wereld, totdat Roland besloot voortaan de
zaken van Lilly als manager te behartigen.
In het begin deed hij dat nog in combinatie
met zijn eigen optreden, maar al gauw verg
den de vele contactbesprekingen te veel tijd
en daarom gaf Roland de brui aan zijn eigen
showact. Voortaan zou hij zich volko
men voor zijn Lilly inzetten, want de kleine
Japanse was toen en is ook nu nóg een veel
gevraagde artieste voor show en televisie.
Lilly Yokoi kent het harde artiestenleven van
kindsbeen af, want zij is de jongste telg uit
een eens wereldvermaarde Japanse circus
familie. „Het is lang geleden, dat ik met
mijn familie in het licht van de schijnwer
pers stond. Al mijn broertjes en zusjes zijn
nu getrouwd. Uit elkaar getrouwd kan je toel
zeggen, want een paar wonen in Amerika en
Lilly Yokoi en Roland
Johansson met hun doch
tertje Monica, gezeten op
de sofa in hun luxueuze
salon van hun bungalow
in Malmö.
met bladgoud belegd fietsje, speciaal gecon
strueerd door een Zwitserse ingenieur, kreeg
Lilly Yokoi al spoedig de bijnaam „ballerina
on the golden bicycle" „ballerina op de
gouden fiets".
zich volledig uit de showbusiness hebben te
ruggetrokken en een normaal gezinsle
ven met hun dochtertje Monica hebben-, welt
toch de vraag op, of Lilly geen heimwee
heeft naar het artiestenbestaan.
„Vandaag ontving ik toevallig een brief met
het verzoek een nieuw contract voor een re
vue in Las Vegas te willen tekenen. Soms
doe ik mijn act nog wel eens, maar dan uit
sluitend voor de televisie of in Las Vegas.
hoeft te doen. want naarmate een artieste
meer naar de top stijgt, des te gecompliceer
der worden dan de contracten. Je hebt dan
zonder meer een advocaat nodig om alle be
palingen met haakjes en oogjes tussen de re
gels door te kunnen ontdekken. En echt, dkt
vind ik niet meer nodig, want dat kost me
veel te veel werk, verplichtingen en onnodi
ge kosten". Roland Johansson heeft voor Lil
ly en zichzelf een niet uit te wissen streep
onder hun artiestenleven gezet.
Toereii en stunts
Ook Roland Johansson was een- bekende ver
schijning in menige show. Hij behoorde des
tijds tot de acrobaten met een spectaculaire
act, die waarschijnlijk zelden of nooit geëve
naard is. Op één of twee vingers maakte hij
de bizarste toeren en- stunts, over trappen,
stoelen en tafels. Ga nimmer een wedden
schap met Roland in een openbare gelegen
heid aan door te zeggen: „Hier durf je geen
vingerstand te maken". Want hij doet het ge
garandeerd! Je bent een showman of je bent
het niet", zegt hij dan.
Zelfs achter het „ijzeren gordijn" heeft Ro
land zijn staaltjes van acrobatische kunst
vertoond voor een- uitgelezen gezel
schap. „Het laatste applaus, dat nog in mijn
•oren klinkt, is van het Russische publiek,
onder wie Chroestsjow".
De herinneringen aan voorstellingen van Lil
ly zijn meer dan die van Roland. „Mijn
jjans Habe is de auteur van wereld-
Jrj bestsellers, die ook in Nederland
grote oplagen bereikt hebben. Ro
mans als „Ilona", „In geheime missie",
maar ook „De dood in Texas", Habes
magistrale reportage van een reis door
Amerika ten tijde van de moord op pre
sident Kennedy. Het grote succes van
Habes boeken ligt ongetwijfeld in de
wijze waarop hij zich een echte verteller
toont, die menselijke lotgevallen in nau
we verstrengeling met deze tijd en zijn
problematiek weet uit te beelden.
Inzake het menselijk lotgeval en de
tijd voor, tijdens en na de wereldoor
logen heeft deze thans 57-jarige auteur
de nodige ervaring, die het ook wettigde
dat hij al veertien jaar geleden een lij
vige autobiografie (Nederlandse titel:
„Ik neem de handschoen op") publiceer
de. Deze bevat het levensverhaal van Ja
nos (Hans) Bekessy, in Boedapest gebo
ren als zoon van Hongaars-Joodse ou
ders. Zijn vader was een bekend kran
tenmagnaat, eerst in Hongarije, daarna
in Wenen, die zijn grote dagen tijdens
de inflatieperiode beleefde en na afloop
daarvan het middelpunt werd van een
schandaal waardoor de naam Bekessy
voor altijd bevlekt was. Vooral in de
oven van zijn zoon, die hem altijd kri
tiekloos aanvaard en bewonderd had.
Om die reden neemt de latere journa
list en auteur dan ook de naam Habe,
samengesteld uit de beginletters van zijn
werkelijke naam en voornaam, aan.
Toen het krantenkoninkrijk Bekessy in
eenstortte, in 1926, ivas Hans Habe een
jongen van vijftien jaar. Hij gaat later
(toch) in de journalistiek en heeft on
middellijk succes met belangrijke po
litieke interviews, als Geneefs correspon
dent van de Volkenbond en verslaggever
tn de Italiaans-Abessijnse oorlog. In
1939 wordt hij vrijwilliger in het Franse
leger, wijkt na de débacle uit naar Ame
rika om in 1945 als Amerikaans staats
burger naar Duitsland terug te keren,
waar hij wordt belast met de reorganisa
tie van hei Duitse perswezen. Op en
door dit uiterlijk bewogen levensstramien
lopen de draden van Habes innerlijke
avonturen: de verhouding tot zijn
ouders, tot de vier vrouwen van wie hij
zich liet scheiden en tot talloze andere
mensen waaronder bekende persoonlijk
heden.
Hans Habe woont al enige jaren in
Ascona in het Zwitserse kanton
Tessin. In een langgerekte bun
galow, die reeds van buitenaf
zichtbaar uit twee door een lange corridor
gescheiden delen bestaat: een woon- en
een werkgedeelte. Hier een hoogoplopend
lessenaardak van bruin hout, grote ven
sters, waaronder Habe zijn twee schrijf
tafels in de vorm van een winkelhaak
heeft opgesteld. Aan de ene schrijft hij
met minuscule letters al zijn geschriften
eerst met de hand, aan de andere pleegt
hij ze per I.B.M. over te typen. „Ja", zegt
Habe, „we zijn erg gelukkig met dit huis
en ik vooral ook met deze werkkamer. De
vroegere bewoners (met een handgebaar
naar de grote vensters) waren schilders
en hadden hier hun atelier".
Aan drie wanden hoge boekenrekken, tussen
de boeken kleine snuisterijen, kinderspeel
goedjes of stukjes keramiek. Het geheel doet
een- beetje jongensachtig Amerikaans aan
Zoals dat bij zijn image past, is Habe in hou
ding en gedrag een man van de wereld,
maar zijn donkere ogen zenden een vriende
lijke blik uit. Ik vraag hem naar nieuwe pu
blicaties:
„Dat is in de eerste plaats een vertaling in
het Nederlands van mijn roman Chris-
toph und sein Vater, met de titel: Erfenis
zonder glorie, verschenen in de Cultuurserie
Het is het verhaal van- ee<n even voor de oor
log geboren Duitse jongen, zoon van een zeer
succesvol film- en toneelschrijver, die in de
oorlog honderd procent nazi wordt en na
1945 tracht met behulp van zijn vooroorlogse
reputatie, die stellig niet anti-Joods was.
een nieuw bestaan op te bouwen, waarbij hij
bijzonder fortuinlijk is. Door zijn tweeslach
tig karakter en farizeeërdom roept hij ech
ter de haat op van zijn vrouw, een toneel
speelster, die zich van hem laat scheiden en
de minachtinjg van zijn zoon, die naar Israël
vertrekt en daar in een kibboets gaat wer
ken om aldus de schande van zijn vader
enigszins uit te wissen. Intussen vermeit de
vader zich in naoorlogse weelde en laat maar
heel zacht zijn- geweten spreken tegenover
zijn zoon, wiens minachting hij onverdiend
vindt. Tenslotte ervaart de zoon tot zijn ver
driet dat het bloed zich nooit laat verlooche
nen en dat hij, ondanks alle pogingen daar
toe en zelfs zijn naamsverandering, toch tot
de slotsom moet komen dat hij de zoon is
vanzijn vader.
„Een variatie dus op het vader-zoon
probleem dat u zelf hebt gekend, zoals uit uw
autobiografie blijkt".
„Ja zeker, je ontkomt als schrijver ook al
objectiveer je nog zo, nooit aan jezelf en je
eigen problematiek. Die heb je trouwens het
diepst doorleefd en daarom kun je er ook
het waarachtigst over schrijven, dunkt me.
En dan komt er eind van dit jaar een nieuw
boek uit in Amerika. Het gaat over Duits
land, over de psychologie van de Duitser zo
als die door de eeuwen heen historisch be
paald werd, een dikke kluif van wel zeshon
derd bladzijden. Ik ben er nu al drie jaar
mee bezig, heb er ontzettend veel literatuur
voor moeten raadplegen, ik zal blij zijn als
het af is".
Vermoedelijk een niet zeer optimistisch
boek?"
„Nee, beslist niet. maar het is ook weer niet
hopeloos. Het geeft een psychologisch por
tret van de Duitsers om zo de mogelijkheid
aan te tonen hoe men met hen moet en kan
samenleven. Dat kan alleen als men- hen his
torisch en psychologisch begrijpt. Om een
voorbeeld te noemen: In de meidagen van
1940 schond Duitsland de neutraliteit en de
grenzen- van Nederland en België. Daarmee
houdt de kennis op en men is er terecht ver
ontwaardigd over. Maar Duitsland heeft al
tijd, de hele historie door, de neutraliteit en
de grenzen van naburige volkeren geschon
den. Altijd al, van- de tijd der Alemannen
af".
Hoe zou dit werk als genre te karakterise
ren zijn?"
„Het is geen roman en geen essay en ook
geen reportage, maar al die elementen zit
ten er wel in. Maar nu heb ik zin een zuiver
verhalend boek te schrijven, een roman".
..Met dat genre hebt u geen moeilijkheden,
dat wil zeggen u twijfelt er niet aan, zoals
zovele auteurs vandaag de dag?"
„Aan de roman als blijvend literair expres
siemiddel niet, al geloof ik wel, dat hij ver
anderingen ondergaat en ondergaan zal en
dat er andere technieken zullen worden toe
gepast".
U woont nu in Ascona. maar zoudt u als man
die Amerikaans staatsburger geworden is,
niet liever in Amerika wonen?"
„Eigenlijk ja. Alleen moet ik zeggen dat ik
teveel gebonden ben- aan mijn omgeving,
d.w.z. mijn Duitse taalomgeving. Ik voel me
in een Engels sprekende wereld niet voldoen
de thuis, ik voel me geïsoleerd door de taal.
Daar ben ik nu eenmaal sterk aan gebon
den. Ik heb er bijvoorbeeld ook nooit over
gedacht zelfs om in het Engels te gaan
schrijven, zoals andere auteurs wel gedaan
hebben. Ik zou het eenvoudig niet kunnen.
Maar wél kan ik zeggen: naar de mentali
teit daar zou ik liever in Amerika wonen en
ik ga er ook dikwijls naar toe. Ik kom er
altijd enorm enthousiast en geïnspireerd van
terug. Vooral vanwege de jeugd. De Ameri
kaanse jeugd fascineert me, omdat ze heel
anders is dan de Europese. Onze Europese
jeugd schijnt als enige drang in het leven
te kennen: zijn vader dood te slaan, en dat is
geen goed begin. Natuurlijk zijn er ook bij
de Amerikaanse jeugd generatieconflicten,
maar men bouwt in gedachten veel meer aan
de toekomst en gunt ook de vaders hun exis
tentie.
Van de Europese jeugd gaat niet veel uit, ze
is te 'negatief naar mijn oordeel. (Naden
kend) Ja, wat mentaliteit betreft zou ik lie
ver in Amerika willen wonen, maar dat ik
het niet doe en niet kan, ligt niet aan de
Amerikanen, maar aan mij".
Habe laat mij nog even zijn huis zien, de
woon- en ontvangkamer en een gezellig bar-
vertrek dat helemaal in Oostenrijkse stijl is
gehouden. Hij wijst glimlachend op de be
schilderde kasten en stoelen en zegt: „Je
blijft toch altijd met je jeugd verbonden".
Dan neem ik afscheid.
„Ik ga vanavond vroeg naar bed", zegt Hans
Habe, „Morgen op reis, de auto staat al ge
pakt. Ik moet naar Boedapest, een lezing
houden". Er»- achter mij draait hij de voor
deur secuur op het nachtslot
nnü
lis ii
boog
Mer
i'fch
^emc
'WlJZl
Sinkl
1
toeij
b;