Vederlandse scheepsbouw liet vele kansen verloren gaan D silD EXTRAS r Mimmmmamm Nederland op de 12 de plaats Te weinig begrip bij de regering rf* '*TTj V - V-f£$& V., "'!>>- 'i~ ^^m^Wrc- f - ,^,Z- -"zs&kr $§.*£pr e uitbreiding van de Rijn-Schelde-groep met het zeebeenvan Wilton-Fijen- oord-Bronswerk is van geen enkele invloed op de positie van de Nederlandse scheepsbouw, althans niet op dit ogenblik en onder de huidige omstand- digheden! kaarten zijn geschud, de taken (min of er) verdeeld en niemand hoeft te verwach- dat daarin op korte termijn verandering int. Scheepsbouwer Cornelis Verolme (68) jffc de „keizer van de stapelloop", de nieu- combinatie Rotterdamsche Droog- i Maatschappij-Koninklijke werf „De telde" te Vlissingen-Wilton/Fijenoord zal de reparatiesector zonder twijfel een ster- re plaats gaan innemen en de middelgro- en kleine werven in het Nieuwe Waterweg led zullen zich gehandicapt door onvol- nde ruimte voor uitbreidingen en/of door tekort aan financieringsmiddelen voor bwe investeringen zich krampachtig houden aan het werkterrein, waarop ze al sinds hun oprichting bewegen. Keringen als zouden Rijn-Schelde en Wil- een bedreiging vormen voor de kleinere seepsbouw- en scheepsreparatiebedrijven .1 1 juli stond Nederland volgens op- jaue van Lloyd's register of shipping op le wereldranglijst van scheepsbouwna- ties op de twaalfde plaats met 1.125.002 W, waarvan toen in aanbouw 489.341 brt m in portefeuille 635.661 brt. Rusland, Oost-Duitsland. Bulgarije en Roemenië niet meegerekend, omvatte de tereldorderportefeuille op dezelfde da im 40.827.756 brt. Miet in totaal 16.980.269 brt stond Japan onbedreigd op de eerste plaats, gevolgd door West-Duitsland, Zweden. Engeland 'en Nóord-IerlandFrankrijk. Italië, knemarken, Spanje. Noorwegen, de Ver. Staten van Amerika, Polen en Neder - zijn uit de lucht gegrepen. In elk gaval zijn ze niet op reële feiten gebaseerd. Ook op het gebied van de scheepsreparatie is in de loop der jaren een zekere specialisatie ontstaan, die hoofdzakelijk wordt afgerfieten naar de grootte van de schepen. De uitrusting van werven als de RDM, de Schelde en Wilton- Fijenoord is berekend op de reparatie van grote schepen; kleinere zeeschepen, (kust vaarders en vissersboten zoeken het hoger op de rivier: ze repareren bij werven langs de Nieuwe Maas, de Noord en de Meryvede. Zo is het altijd geweest en zo zal het ver moedelijk ook wel blijven! Reparatie - concurrent Anders komt de situatie te liggen, als Rijn- Schelde zijn plan doorzet en op de Maasvlak te een mammoetdok voor de reparatie van schepen tot driehonderdduizend ton gaat bouwen. In de reparatiesector krijgt Verol me er dan een niet te onderschatten con current bij. Op zijn Rozenburgse werf is het werk Voor zijn gecombineerde nieuwbouw- en repara tiedok voor schepen tot één miljoen ton in volle gang en de inhoud van zijn orderporte feuille is er garant voor, dat het dok de ko mende jaren voortdurend bezet zal zijn met nieuwbou wpro j ecten. Maar hoe liggen zijn kansen, als het gaat om de reparatie van mammoetschepen? Mag men veronderstellen, dat de autoriteiten keer op keer erin toestemmen, dat het scheep vaartverkeer op de Nieuwe Waterweg wordt stilgelegd, als een tanker van meer dan tweehonderdduizend ton naar of van de Ver- olme-werf in de Botlek moet? Verolme be weert, dat de rijkshavendienst daar geen be zwaar tegen heeft, maar hij vergeet erbij te zetten, dat de nogal vage goedkeuring be trekking heeft op nieuwe mammoetschepen, die voor hun eerste reis naar zee gaan en hooguit nog één keer terugkomen voor een garantiebeurt. Alle factoren op een rijtje gezet en opge teld ligt de conclusie voor de hand, dat het dokproject op de Maasvlakte (waaraan vol gens deskundigen „voorlopig" nog geen be hoefte bestaat) op een betere plaats komt te liggen dan het Verolme-dok. Gesitueerd in de buurt van de olielosplaatsen in Europoort en vlakbij de zee zal een reparatie in het Rijn- Schelde dok in elk geval al minder tijd kos ten dan op de Verolme-werf te Rozenburg. Daarbij komt, dat het scheepvaartverkeer geen hinder zal ondervinden van op de Wa terweg varende mammoettankers, hetgeen tevens in het belang van de veiligheid is. Geen prestigestrijd Rijn-Schelde zegt. dat.aijn dok niet de inzet van een prestigestrijd wordt met Verolme. Aan de bouw zullen uitsluitend economische overwegingen ten grondslag liggen. Dat neemt allemaal echter niet weg, dat bij een matig aanbod van werk (zeker nog in de ko mende jaren twee dokprojecten in een zo'n klein gebied als dat rond de Nieuwe Water weg voor alleen de reparatie van sche pen nauwelijks rendabel zullen blijken. Als beide concerns elkaar op het laatste moment toch nog niet vinden in een zekere vorm van gezamenlijk gebruik van het Verolme-dok (dat is overigens waarschijnlijk), zal de Rot terdamse haven het toneel worden van een ongekend hevige concurrentiestrijd, waarbij de werkgelegenheid ernstig gevaar kan lopen. Scherpe concurrentie dus op het gebied van de scheepsreparatie. Dat is het enige, mo gelijk negatieve gevolg van de vorming van een tweede mammoet-concern 14.000 werknemers) naast dat van Verolme (9000 werknemers). In de sector van de nieuw bouw is en blijft Verolme nummer één en tellen Rijn-Schelde, Wilton-Feijenoord, de In dustriële handelscombinatie (IHC) Holland en de kleinere werven nauwelijks mee. Dat Nederland als scheepsbouwnatie weer zij het fluisterend van zich doet spre ken, is uitsluitend te danken aan Verolme, die in de tijd van nog geen kwart eeuw een bedrijf van wereldformaat op poten zette en wiens naam in de wereld van de internatio nale scheepsbouw (dus ook die van Japan) met bewondering wordt genoemd. Nauwe lijks een jaar geleden kondigde hij op de hem bekende wijze de bouw van een helling voor schepen tot vierhonderdduizend ton en van een dok van één miljoen ton d.w. aan: op het ogenblik bevat zijn orderportefeuille al opdrachten voor tien mammoettankers en de kans is groot, dat er binnen afzienbare tijd nóg meer bijkomen. Inclusief de orders voor kleinere schepen vertegenwoordigen alle op drachten een waarde van niet minder dan één miljard gulden! De verdere nieuwbouw op de vaderlandse werven (en we spreken .dan over die in het westen van het land) staat er slecht voor. Met zestien bouwplaatsen heeft de uitge breide Rijn-Schelde groep opdracht voor de bouw van in totaal twee chemicaliëntankers, twee onderzeeboten voor de Koninklijke Ma rine. een drijvende olie-opslagplaats voor Mobil Oil en vier visfabriekschepen. Als te voren geen nieuwe orders worden verworven, is de portefeuille volgend jaar of hooguit in 1970 uitgeputHetzelfde geldt voor de middelgrote en kleine werven langs Nieuwe Maas en Noord, die het alleen van de scheepsreparatie zullen moeten hebben, als er binnenkort geen nieuwbouworders binnen komen. Zelfs de orderpositie van de Solide IHC Holland, waarin vier werven sinds 1965 zijn gefusioneerd, is bedenkelijk, althans veel minder sterk dan een paar jaar geleden. Bijna alle Nederlandse scheepsbouwers, tra ditioneel ingesteld en slechts aarzelend be sluitend tot vernieuwingen, hebben gun stige kansen voorbij laten gaan. Neder land, dat in de rij van scheepsbouwnaties al tijd een vooraanstaande plaats heeft ingeno men, is snel naar de onderkant van de we reldranglijst gezakt door gebrek aan onder nemingsgeest en (aanvankelijk) een tekort aan begrip bij de regering voor deze eens belangrijkste tak van industrie. Alleen de „nieuwkomer" Cornelis Verolme, de boerenzoon van Flakkee, begreep wat er moest gebeuren. In een luttel aantal jaren presteerde hij wat eerder in Japan was ge daan: hij bouwde op Rozenburg een van de modernste werven ter wereld, hij demon streerde, dat in ons land nog steeds goede schepen kunnen worden gebouwd en hij liet zijn collega-scheepsbouwers zien wat zij in hun zelfvoldaanheid hadden verzuimd te doen! Voorsprong MAASVt AKTE Kaart van het ge bied van de Nieuwe Waterweg en de Maasvlakte. In de cirkel, waar de pijl naar toe wijst, ligt het project voor het tweede mammoet- dok, waar echter volgens deskundigen nog geen behoefte aan is. Toen was het eigenlijk al te laat. Japan had een grote voorsprong, evenals Zweden, West-Duitsland en Engeland, die hun wer ven bovendien tal van financiële faciliteiten verstrekten om in de internationale wed loop bij te blijven. Vooral Japan werd het lichtende .voorbeeld met zijn hypermoderne werven, die in vele gevallen werden gecom bineerd met een staal- en een machinefa briek. Aan de vijftiende of nog lagere plaats van de ranglijst bungelend, moest ons land met lede ogen toezien, dat buitenlandse scheepswerven hun sterke positie consoli deerden en dat de mogelijkheid om nog een woordje mee te spreken vrijwel nihil was ge worden. In de afgelopen anderhalf jaar zijn de kan sen (gelukkig) enigszins ten goede gekeerd. Lage prijzen en korte levertijden waren lan ge tijd de grootste troeven van de Japanse scheepsbouwindustrie geweest en dat is nu veranderd. Door de stijging van de welvaart in Japan is ook daar arbeid duur geworden. Daarbij komt, dat de modernisering van Euro pese werven aantrekkelijke levertijden moge lijk maakt. Japan staat weliswaar nog steeds op de eerste plaats, maar die is geen on aantastbare monopoliepositie meer. Specialiseerde Japan zich dadelijk na de e rste Suez-crisis in de bouw van tankers van 150.000 ton (toer de grootste schepen ter wereld!), na de tweede crisis in het Midden- Oosten had. de Westeuropese scheepsbouwin dustrie haar les geleerd. Werven, die hun uitrusting geschikt hadden gemaakt voor de bouw van mammoetschepen, gingen mee doen aan de strijd om de orders en met zo veel succes, dat een aanzienlijk aantal van de opdrachten in West-Europa bleef! Het Verolme-concern was het enige Neder landse bedrijf, dat een deel van de „.order- Het nieuwe mammoetdok van Verolme in het Botlekgebied. Op de voorgrond de nieu- ive helling, waarop (gelijk met de bouw er van) de eerste 225.000 tons Esso-tanker in aanbouw is. Het nieuwe mammoetdok komt daarachterin het nu nog braakliggende ter rein. waar draglines aan het werk zijn Rechts ligt de Waterweglinks heeft men de steigers van Verolme's Tankcleaning. buit" in de wacht sleepte, omdat Verolme de enige Nederlandse scheepsbouwer was, die razendsnel plannen liet maken om zijn werf uit te breiden en aan te passen. Bedrijven als de RDM, Wilton-Feijenoord en de Schel de werden in feite pas actief, nadat Verolme naar de minister was gestapt met zijn ver zoek om kredietgarantie voor zijn mammoet dok. Nederland is inmiddels opgeklommen tot de twaalfde plaats op de wereldranglijst. Dat is zonder twijfel het aandeel van Verolme, die na de koop van de NDSM te Amsterdam, het nieuwbouw-bolwerk van ons land is gewor den. Daarom is die twaalfde plaats geflat teerd, want de nieuwbouw-bijdragen van an dere werven zijn eigenlijk te verwaarlozen» En dat ondanks het beleid van de regering, die (veel te laat overigens) financiële steun in het uitzicht heeft gesteld voor die wer ven, die op enigerlei vorm gaan samenwer ken. Waar met name Zweden en de Duitse Bonds republiek hun werven financieel tege moet' zijn gekomen in het besef daarmee het landsbelang te dienen, heeft „Den Haag" te lang geaarzeld de scheepsbouwbedrijven de helpende hand toe te steken. De „traditione le" werven zijn daardoor nooit in de gelegen# heid gesteld te moderniseren en uit te brei# den. Deze factor in combinatie met gebreB aan „durf" is fnuikend geweest voor verdere ontplooiing van de Nederlandse scheepsbouw* industrie. De rekening wordt nu gepresenteerd. Verol me, die met zijn pionierswerk vaak meer te genwerking dan hulp heeft gekregen, heeft desondaks een wereldconcern opgebouwd. De conservatieve scheepsbouwmeesters hebben letterlijk de boot gemist, deels door eigen nalatigheid, deels door onvoldoende of zelfs helemaal geen steun in de rug van de over heid. Deze ontwikkeling is te meer ernstig» daar een brok economische activiteit voor ons land verloren is gegaan, onherroepelijk waarschijnlijk. De talrijke fusies in de afgelopen paar Jaar zijn evenzovele stuiptrekkingen van scheeps bouw en -reparatiebedrijven, die het alleen niet meer kunnen en daarom (logisch trouwens) samenwerking met andere werven zoeken. Fusies worden nooit aangegaan uit weelde, maar om er samen beter van te worden. De samensmelting van werf Gusto in Schie dam, werf De Klop in Sliedrecht, werf Verschure in Amsterdam en de werven van L. Smit en Zn. en J. en K. S,mit (thans Smit-Kinderdijk) in de IHC Holland in 1965 kan model hebben gestaan voor de conclu sie van het rapport-Keyzer, dat nauwe sa menwerking aanbeveelt. Een jaar later volg de de fusie tussen werf De Schelde en de RDM (Rijn-Schelde) en dit jaar kwamen nogal tumultueus de koop van de NDSM door Verolme en de opsplitsing van Wilton in een „zeebeen" en een „landsbeen" door resp. Rijn-Schelde en de Verenigde Ma chine fabrieken Stork-Werkspoor) tot stand, Is hiermee een einde gekomen aan de fusie- lawine? Het is moeilijk een opsomming te ge ven van werven, die elkaar mogelijk nog in een fusie vinden, want het daarvoor in aan merking komende aantal is niet zo groot meer. Er circuleren geruchten, dat Verolme zijn positie in Amsterdam nog meer wil ver sterken door óók de Amsterdamse Droogdok Maatschappij (ADM) te kopen. Maar daar mee zal het voorlopig wel zijn afgelopen. De nog zelfstandige middelgrote en kleine scheepswerven rondom het Waterweggebied kampen weliswaar met een tekort aan nieuw bouworders, maar aan de andere kanten zorgt de reparatiesector voor toch nog be vredigende financiële uitkomsten. Voor deze bedrijven bestaat nog geen „fusiedwang". Weekeindbijlage Leidsch Dagblad LDEXTRALDEXTRALDEXTRALDEXTRALD EXTRALDEXTRALDEXTRALDEXTRALDEX LDEXTRALDEXTRALDEXTRALDEXTRALD EXTR A T .HF. YTR AT .DFXTR A T J1FXTR. ALDEX EXTR LI/ LA I IV14 VLD EX LDEX I'KAIjUHIA'J. KALIL>JI;A.X'JCVAJJ1-U!<A. J?RALD EXTRALDEXTRALDEXTRALDEXTRALDEX LDEXTRALDEXTRALDEXTRALDEXTRALD EXTRALDEXTRALDEXTRALDEXTRALDEX LDEXTRALDEXTRALDEXTRALDEXTRALD Zaterdag 19 oktober 1968

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1968 | | pagina 17