Van Nes en Suselbeek gaan
zonder zorgen naar Mexico
BLIJVEN GELOVEW
IN DE SPELEN
Geurts peddelt elk
jaar 6000 km
ZATERDAG 21 SEPTEMBER 1968
LD EXTRA l
DELFT (GPD) De Delftse roeiers Van Nes
en Suselbeek van Laga zijn twee van de wei
nige deelnemers aan de Olympische Spelen,
die zonder veel zorgen de verre reis naar
Mexico ondernemen. De geduchte twee
met stuurman Rijnders hebben, zolang zij
nu met elkaar in het schip zitten nog nooit
verloren.
„Ik beschouw Mexico dan ook als elke an
dere internationale wedstrijd", vertelt Ha-
driaan van Nes getrouwd met de oud-
skifkampioene Meike de Vlas in zijn wo
ning te Delft, waar bijna niets erop wijst,
dat hij een van de sterkste roeiers ter wereld
is. Alleen hangt er een foto van een vier aan
de muur. „Dat is de ploeg waarmee we vorig
jaar tijdens de Europese titelstrijd in Vichy
net buiten de prijzen vielen", verduidelijkt
Van Nes. „Met zo'n stukje (hij wijst tussen
duim. en wijsvinger nog^geen vijf centimeter
aan) misten we het brons en dit was het
verschil (hij meet nog geen 30 centimeter)
met het goud".
„Suus en ik hadden eigenlijk al besloten de
finitief met het roeien te stoppen. We heb
ben het te druk met de studie en we vinden
het zo langzamerhand ook welletjes. Maar
we vonden het wel leuk mee te doen. Ik wil
het gewoon wel eens meemaken. Een Olym
pische medaille is natuurlijk mooi, maar qua
wedstrijd kan ik me er niet zo druk over ma
ken. Misschien komt dat nog wel".
Van Nes (26) studeert voor civiel ingenieur,
Suselbeek (24) is student in de elektrotech
niek en Rijnders in de scheikunde.
„We hebben ook geen tijd om ons op Mexi-
co-hoogte voor te bereiden, want we zitten op
het ogenblik met examens. Maar we zullen
wel zien", zegt Van Nes niet zonder onver
schilligheid. „Als er niets bijzonders gebeurt
moeten we een goede kans hebben. De Oost
duitsers en Russen moeten we een beetje in
de gaten houden. Tijdens de Bosbaanregatta
hebben we twee Oostduitse ploegen tegen
over ons gehad en ongeveer met twee leng
tes verslagen. En dan zijn er nog de Ameri
kanen Hough en Johnson, de Europese kam
pioenen in de twee zonder. Zij zouden in
Mexico wel eens gestuurd kunnen gaan va
ren. Dan zullen wij ze in de gaten moeten
houden, hoewel ik wel geloof, dat we ze kun
nen hebben".
Van Nes en Suselbeek hebben dit seizoen
minder hard getraind dan andere jaren.
„Voor de Varsity heb ik me wel druk ge
maakt, maar daarna ben ik uit training ge
gaan, ook al in verband met m'n schorsing.
Half juni zijn we pas weer begonnen. Tech
nisch hebben we niet veel meer te leren.
Twee jaar geleden ben ik met Van der
Graaff wereldkampioen geworden in Bied.
Vorig jaar heeft hij niet meer gevaren. Ik
had een uitnodiging voor de Noord-
amerikaanse kampioenschappen in Canada
en toen heb ik Suselbeek gevraagd, met wie
ik in een plezier-acht had gevaren. Het pak
te met hem gelijk. In één keer ging het ont
zettend hard, nog harder dan met Van der
Graaff. We hebben vorig seizoen alles versla
gen en zijn toen tijdelijk overgestapt op de
vier omdat de lol met die twee er eigenlijk
zo'n beetje af was. Het is nu in hoofdzaak
nog een kwestie van de conditie op peil hou
den. Elke dag varen we hier op de Vliet bij
Delft tussen de Koepoortbrug en de tram-
brug. We hebben er wel last van ple
zierboot j es, maar het neemt te veel tijd om
steeds naar de Bosbaan te gaan".
Over de te volgen tactiek in Mexico zegt
Van Nes weinig opwindends. „Och, ik ga al-
tijd maar zo hard mogelijk weg. Ik probeer
zo gauw mogelijk twee of drie lengtes voor
sprong te nemen en dan maar kijken wat er
van komt. De meeste tegenstanders blijken
dan al kapot te zijn. De volle 2000 meter
moet je tegenwoordig als een sprint kunnen
varen. Daar is vooral conditie voor nodig".
En tot slot: „Maar na Mexico stop ik er defi
nitief mee. Roeien is natuurlijk wel aardig,
maar het moet tenslotte een gijntje blijven".
DEN HAAG (GPD) Als iemand een bad
neemt om schoon te worden, maar hij ziet
dat de badkuip gevuld is met vies water, dan
neemt hij geen bad. Als het doel van de
Olympische beweging is sport van politiek te
scheiden, maar de politiek gaat die Olympi
sche beweging overheersen dan is er maar
één oplossing: die Olympische beweging op
heffen. De onvermijdelijke kwesties van haat
en verdeeldheid die deze wereld plagen zijn
zo groot in aantal, dat alles vermeden moet
worden om een nieuwe kwestie aan dit ge
heel toe te voegen. Het is nu te laat om de
Olympische Spelen van Mexico af te gelas
ten, maar alle landen van de wereld moeten
nu zo langzamerhand wel beslissen dat deze
spelen de laatste zijn", schreef onlangs de
hoofdredacteur van de „Washington Post".
„Als u in de geschiedenis zou duiken van de
Olympische spelen en de Olympische bewe
ging dan leest u dergelijke uitspraken in alle
Olympische jaren vanaf 1896 en de Spe
len zijn er nog steeds", antwoordt de direc
teur van de Nederlandse Sport Federatie, dr.
W. van Zijll, die de door hem geadviseerde
duik in 1956 nam, getuige het proefschrift
„De Olympische beweging en haar beteke
nis voor de sportbeoefenaar", waarop hij in
1956 aan de Universiteit van Leiden promo
veerde tot doctor in de lichamelijke opleiding.
De stellingen, die hij in die toen kersverse
dissertatie poneerde, werden tegen hem ge
hanteerd op een persconferentie in Melbour
ne enkele dagen nadat het daar al aanwezige
deel van de Nederlandse Olympische ploeg
het bevel kreeg naar het vaderland terug te
keren. „Zodra de radio ons verhaalde van
wat over Boedapest als overrompelende ramp
werd gebracht door een cynische verkrach
ting van alles wat de mens heilig is en de
Russische tanks hun moordend werk begon
nen, heb ik mij afgevraagd of een gaan
naar Melbourne zin zou kunnen hebben. Im
mers wij zijn wel sportief, maar niet half
zacht
Dit zijn enkele zinnen uit de markante re
de die dr. J. Linthorst Homan, toentertijd
voorzitter van het NOC, uitsprak op 6 no
vember 1956, een speech waarmee hij het be
stuursbesluit motiveerde om niet aan de Spe
len in Melbourne deel te nemen.
Met grote eensgezindheid werd dat besluit
toen genomen en werd aan dr. Van Zijll,
die als chef-de-mission al met enkele atle
ten, onder wie de tienkamper Eef Kamerbeek,
in Melbourne was, getelegrafeerd om zo
spoedig mogelijk huiswaarts te keren.
„Het kostte me toen moeite onze atleten het
Paul Hoekstra
ENSCHEDE (GPD) Voor Anton Geurts be
tekent Mexico City een definitief, voor Paul
Hoekstra een voorlopig einde van wedstrijd
sport op topniveau. De onafscheidelijke K 2-
combinatie, vier jaar geleden in Tokio goed
voor zilver op de 100 meter, zal na Mexico
uit elkaar gaan. Anton Geurts stopt hele
maal, met als hoofdmotief te drukke werk
zaamheden, terwijl Paul Hoekstra besloten
heeft de studie te laten prevaleren.
Verwacht Anton Geurts ook in Mexico een
medaille te kunnen veroveren? „Ach, daar
kan je eigenlijk niks van zeggen", constateert
hij. „Er kan immers van alles gebeuren: je
kan net zo goed eerste worden als laatste.
Werkelijk, ik durf er geen gooi naar te doen".
Voor Anton Geurts is 't dit jaar beslist de
laatste maal. Dus geen München 1972: „Nee,
ik stop er nou mee, definitief, 't Is echt wel
letjes geweest. Ten eerste heb ik het erg druk
als controleur bij de machinefabriek van
Philips en ten tweede wil ik ook wel eens ge
zellig thuis zijn. Dat was ik bijna nooit, alles
bleef liggen enje wilt wel eens wat an
ders."
Dat „anders" bestaat voor de 36-jarige in
Oerle vlak bij Eindhoven woonachtige
Geurts dan uit toeren en wildwatervaren en
dat alles „louter voor m'n plezier". Hij heeft
zijn top dan eigenlijk al met vier jaar ver
lengd, want „voor een kanovaarder liggen de
beste perioden tussen zijn 28ste en 32ste jaar.
Hij heeft dan de meeste lichamelijke kracht
en ervaring en beschikt bovendien nog over
een behoorlijke souplesse". Maar wat hemzelf
betreft: „Ik geloof wel. dat ik, als ik nor
maal in training zou blijven, gewoon door
zou gaan, dat ik dan wel tot m'n veertigste
zou kunnen blijven meedraaien. Hoewel, 't
wordt voor mij elk voorjaar moeilijker, wat
stugger, om in vorm te komen. Maar als ik
eenmaal op gang kom, dan gaat het weer
goed".
En omdat niveau goed te halen legt Geurts,
sinds 1954 actief in de wedstrijdsport en hou
der van zo'n vijftig nationale titels, elk
jaar zo'n 6.000 kilometer trainend en wed-
strijdvarend af. Volgens eigen schatting
heeft hij zich tot nu toe een kleine 70.000
kilometer ai peddelend voortbewogen.
Behalve kanovaren met als beste interna
tionale prestaties een zilveren plak in Tokio,
een derde plaats bij de wereldkampioen
schappen op de tien kilometer en tweede
plaatsen op de estafette en op de K 2 500
meter, eveneens bij wereldkampioenschappen
heeft Geurts ook veel tijd besteed aan
schaatsen en rugby (hij is onder andere me
de-oprichter van de sinds twaalf jaar be
staande Eindhovense rugby-vereniging).
Over de plaats van de nationale kano-top
op de wereldranglijst heeft Geurts de volgen
de mening: „Het is vaak voorgekomen, dat
wij met Europese en wereldkampioenschap
pen net één klein stukske te kort kwamen
omdat wij bijvoorbeeld maar een week in een
trainingskamp hadden gezeten en de ande
ren hoofdzakelijk Oosteuropeanen een
maand of drie. En alleen als je evenveel
traint, heb je gelijke kansenHet niveau
verschil is volgens mij de laatste jaren steeds
evenredig gebleven, maar ik geloof dat de
Oosteuropese landen dit jaar een fout ge
maakt hebben door te lang door te gaan met
de training. Bij ons was dat alles beter ge
pland, een langere rustperiode tussen de se
lecties en de Olympische Spelen. Trouwens,
wij hebben nog nooit zo'n goede voorberei
ding gehad als dit jaar
De medaille-prognose van Paul Hoekstra
zijn eensluidend als die van zijn bootgenoot:
„Wat moet je ervan zeggen? Als ik aan een
dergelijk toernooi meedoe, verwacht iedereen
dat ik in de finale kom. En in die finale is
iedereen een even grote kanshebber. Het is
gewoonweg een verrassing wie als eerste over
de streep gaat. Je kunt er geen voorspelling
aan wagen. Het winnen is een kwestie van:
wie vaart er die dag het best".
Minder intensief
Na Mexico ongeacht de prestaties daar
zal Hoekstra veel minder intensief gaan va
ren. „Vooral het laatste jaar heb ik gemerkt,
dat de studie erg lijdt onder het beoefenen
van topsport. En daarom voor het komende
jaar: in de eerste plaats studeren, hier in
Gent aan de academie voor lichamelijke op
voeding. Waarom in Gent? Wel, m'n verloof
de woont hier en ik ga hier deze winter trou
wen. Nadelen, wat bijvoorbeeld het trainen
betreft, zijn er voor mij niet. Ik heb de trai
ningsgelegenheid vlak bij de deur, nog geen
vijf minuten lopen. Het is de watersportbaan
die in open verbinding met het riviertje de
Leie staat en dat is de equivalent van de
Bosbaan in Amsterdam. Ik kan er net zo
vaak terecht als ik wil, ook de centrale trai
ningen zullen geen moeilijkheden opleveren.
Het is van Gent maar vijftig kilometer méér
naar Amsterdam dan vanuit Hengelo, waar
■I
Anton Geurts
ik woonachtig was. Maar wat er ook gebeurt,
ik ben zeer zeker niet van plan om voortaan
voor België uit te komen".
Paul Hoekstra, 23 jaar, vergaarde zo'n stuk
of twaalf („het juiste aantal kan ik me niet
herinneren") nationale titels in de K 1 en de
K 2 klasse, maar een kampioenschap zegt
hem weinig. Want: „Dit jaar bijvoorbeeld
werd ik vierde op de 1000 meter K 1, bijna
zelfs vijfde. Ik was toen bijna nog gepasseerd
door een knaap, waar ik nog nooit van ge
hoord had. Wel werd ik kampioen op de K 1
(500 meter), maar dat kwam omdat Jan
Wittenberg door een blessure verhinderd
was. Ach, en die nationale titelstrijden waren
bovendien vlak na de Olympische selectie
wedstrijden en daarom hechtte ik er in feite
weinig waarde aan. Daar komt ook nog bij,
dat ik vlak daarvoor in Polen, tijdens m'n
vakantie, mijn pas verloren had, waardoor ik
daar een halve week vastgezet werd.
Terug in Nederland had ik alles met elkaar
zo'n veertien dagen niet in een boot gezeten
en derhalve besloot ik om alleen maar fat
soenlij kheidshalve aan de nationale kam
pioenschappen deel te nemen.Wat Paul
Hoekstra verder aangaat: Wat hem betreft
zal hij er in 1972 in München wel bij zijn.
„Maar ja, je moet concurreren met mensen,
die steeds meer vrije tijd krijgen".
Dr. Wim van Zijll
NOC-standpunt te doen begrijpen", vert<
NSF-directeur dr. W. van Zijll nu. Heel mot
lijk was het ook om dit te verdedigen op ei
persconferentie, vooral toen men mij m
mijn eigen stellingen over de Olympische b
weging om de oren sloeg. Een van die stellii
gen was: „Sport kan juist ondanks politie!
verwikkelingen de onderlinge verstandhoi
ding tussen jonge mensen in verschillen
landen bevorderen. Alleen al het streven nai
die betere verstandhouding is waard om bevo
derd te worden". Die woorden gebruikte mi
nu om het Nederlandse standpunt aan te va
len. De Olympische Spelen zijn een mondia
ontmoeting, zo zei men, waar de hele w
reld bij betrokken is, dus ook het Oostblo
Als er nu iets gebeurt in dat Oostblok
je loopt dan hard weg, dan ben je onbi
lijk ten opzichte van de andere delen va
de wereld, want die doen ook mee. Door
terug te trekken verloochen je dus het moi
diale karakter van de Olympische Spelen".
„Waar ik me nog moeilijker tegen kan ve
weren was het gezegde: juist als het moeilj
is, moet je met elkaar proberen om vani
Olympische gedachte nog wat te redden. 1
het allemaal pais en vree is in de wereld
het makkelijk om over die gedachte te spi
ken, over een ontmoeting van jeugd ong
acht ras, politiek of godsdienst, zoals 1
standpunt van de Olympische wereld luidt,
had eigenlijk maar één punt ter verdedigt
nl. dat, volgens de Nederlandse sportleid'
de aanwezigheid van de Russen in Melboun
een belediging zou zijn voor de Olympisch
gedachte. Een punt dat moeilijk te handhaï
was toen bleek dat niet alleen de Russéi
maar ook de Hongaren naar Melbourne kwi
men".
„Nu staan we vlak voor de Spelen van Mei
co tegenover een Russische daad van agre
sie", vertelt de heer Van Zijll. „Ik kan I
voorstellen dat de Nederlandse sportleidi
die voor een groot deel ook in '56 aan 1
roer zaten, nu minder impulsief waren I
zich afvroegen hoe het in 1956 eigenlijk j
gaan was. Wat heeft het toen voor zin
had? U weet dat toen alleen Spanje
Zwitserland ons voorbeeld volgden om s-
Spelen te boycotten, waarvan Zwitserla
later nog op dit besluit terugkwam. Ik 1
me voorstellen dat de Nederlandse sportli
ders nu zeiden: een dergelijk besluit nera
we alleen als we de zekerheid hebben
we deze keer niet in ons hemd gezet word
maar een groot aantal landen meedoet. D
een gezamenlijk optreden heeft men de dei
neming van Zuid-Afrika aan de Spelen kit
nen verhinderen. Zo was het ook moj 5
lijk geweest om een massale politieke di
op het IOC uit te oefenen om Rusland
boycotten. Maar niemand heeft iets over d!
zaak bij het IOC aanhangig gemaakt. Het jij"
dus logisch dat dat IOC geen stappen he(
ondernomen".
Grandioos
Persoonlijk blijf ik geloven in de positie
werking van grote internationale sportmai
festaties en zeker ook van de Olympir
Spelen. Ook wanneer er agressie wordt
pleegd van de ene staat tegenover de ai
dere, waar ook ter wereld. Ik geef toe dat
dan het risico in zit dat er tijdens de S|L
len onsmakelijke en onsportieve tonelen kul 29
nen plaatsvinden, maar niemand weet
zeker.
Mag je zo'n enorm feest als de Olympiscl
Spelen, waar niet alleen Mexico, maar
alle deelnemende landen enorme somffl'
geld en enorme persoonlijke energie in hel
ben geïnvesteerd, zo maar los laten omdat'
in de wereld agressie bestaat? Mag men'
Olympische gedachte, die ik nog altijd
grandioze gedachte blijf vinden zo maar vt'
geten? Welke waarde hebben andere ideê
gedachten dan nog? Het is niet te ontken*
dat men welke atleten je ook spreekt, uit
ke landen ze ook komen, het deelnemen bi
de Olympische Spelen voor die jonge men#
een hoogtepunt in hun carrière, zelfs in M
leven is
-'2