ïierstenen uit Australië
Kruiswoordraadsel
Kom er ACHT-er
Pim en Pom en de mui-zen-stad
p ontuurlijk
ven eindigde
\ooiiopig -
Giethoorn
mislukkingen
-Xjy
EX®tDAG 7 SEPTEMBER 1968
LD EXTRA I
kunstenaar slegert je, dat zich tussen de schilderachtige vaarten van Giethoorn een
tsje heeft gezocht, is enkele maanden geleden uitgebreid met een echtpaar, dat
bezig houdt met een wel erg bijzondere kant van het scheppend werk. Het pand
jenpad 18 alleen te bereiken via bochtige weggetjes en smalle bruggen is be
ken door de heer en mevrouw Boissevain, die in hun bagage een groot aantal onbe-
half edelstenen uit Australië meebrachten.
kenden wijs maakte, dat hij in Australië kro
kodillen ging vangen. Waar het dan ook nog
op uit liep, dank zij contacten met de Joego
slaaf op een tabaksplantage, waar hij na al
lerlei baantjes terecht was gekomen.
|ai van het fraaie, zonnige huis is nu in-
ht met de inmiddels gepolijste sieraden
laast het bezichtigen van deze expressie-
ukjes schoonheid, is het mogelijk om
•en zeer schappelijke prijs (vanaf f 4.50)
at van zoiets moois te worden,
rgrote huiskamer duikt René Boissevain
in de riante zitbank en vertelt van zijn
t Onderwijl helpt zijn blonde, charmante
j de bezoekers in de hal en vertelt hen
fcam en vindplaats van de fraaie stenen
■raden. „Half edelstenen bestaan eigen-
liet", zegt haar man, die weinig moeite
g zijn verhaal levendig en gemakkelijk
brede gebaren aan ons te doen. Hij
it de toehoorder mee naar het
4 Australië, waar hij de laatste tijd ook
ÉI okodillen heeft gejaagd. Hij schildert de
f| lijkheden die het doordringen in de ein-
5 e woestenij met zich meebrengt en komt
weer terug op het delven van de half
m tenen die hij liever sierstenen zou noe-
p|j Samen met een Joegoslaaf, zijn vrouw
vee kinderen nu anderhalf en vier
H hij daar naar agaten, die in vaktermen
tknollen heten, naar versteend hout en
yj lavagesteente.
i
sselvallig
René Boissevain zich in maart van dit
in Giethoorn vestigde en daar nu de in
•alië gevonden grondstoffen tot fraaie
ers, broches, ringen en andere siera-
verwerkt, heeft hij, de laatste jaren* met
^w, een leven geleid, dat de wisselvallig-
van het Hollandse weer gelijk is. Het is
"aEbnderlijk dat hij zo'n uitgebreide studie
in I; gemaakt van alles wat met sierstenen
ken heeft, de bewerking en verwerking
waar hij er tussen haakjes zorgvul-
'oor waakt dat de oervorm en het ka-
van de steen bewaard blijft.
■WSkleine jongen had René Boissevain na-
dpljk al grondig het land aan alles wat
f met studeren te maken had. Bovendien
ite hij, op een melkveebedrijf in Den
9 Ier opgegroeid, alles wat met de stad te
n Den had. In plaats van studeren, trok hij
)ze(j uit en struinde bossen af om insekten
inden en planten te bestuderen. Na vier
MULO vond hij het daarom mooi genoeg
leigerde examen te doen. „Mijn omgeving
.travel, dat het ook weinig nut had", lacht
[isstjnaar de plannen die ik had om in het
ikePdelingenlegioen te gaan, werden toch
enjwat argwanend bekeken. In plaats daar-
iclefwees men mij op de mogelijkheden bij
mando's of mariniers. Het werd de ma-
irtfrs, vervroegde dienst en een verblijf in
?sciw"Cruinea, waar ik meer op mijn omge-
i ui lette dan op de krijgshaftige verrichtin-
wiflie van me verwacht werden".
Ig in Nederland, begon hij aan een reeks
ernemingen, die stuk voor stuk min of
f op een mislukking uitdraaiden. Het be-
met een nertsfokkerij en eindigde via
'erpaspoortterrein en een bijna geslaag-
png om parelhoenders te fokken in
ilië.
1__glijke. haast nooit stilzittende René
kevain schiet nog in de lach wanneer hij
J herinnert dat hij toen vrienden en be-
Stenen zoeken
Dat contact liep uit op een compagnonschap.
De werkzaamheden van beide mannen be
stonden uit gaten delven, krokodillen schie
ten en werken op een tabaksplantage. Vrouw
en kinderen gingen mee wanneer er stenen
gezocht werden, maar bij de krokodillen-
vangst bleven ze thuis. Wat mevrouw Boisse
vain van dit avontuurlijke leven vindt? „Ik
ben er heel gelukkig mee hoor", zegt ze.
„Wanneer hij morgen zou zeggen, we ver
trekken naar Afrika, ga maar inpakken, is
mijn reactie: goed, als ik maar koffers en
dozen van je krijg".
Intussen heeft het echtpaar al weer heel wat
plannen voor de winter. Ze denken erover le
zingen te gaan houden en de documentaire
die ze in Australië gemaakt hebben te ver
tonen. Daarnaast wordt er natuurlijk alvast
hard gewerkt aan de voorraad voor volgend
jaar ,want het blijkt dat heel wat mensen,
naast het bezichtigen van deze stenen met
karakter, er ook graag een willen hebben. En
dat kan in Giethoorn. Voor een schappelijke,
voor Nederland erg lage prijs, kan men de
trotse eigenaar worden van een van de fraaie
sieraden gemaakt van het materiaal dat het
echtpaar Boissevain in Queensland bij de ze
ventiende breedtegraad heeft gedolven. Het
fijne is aan ook, dat of men nu een amethist
kristal roze kwarts, citrine carmolijn, jaspis
of hoe de bloemrijke namen ook zijn voor
deze vele sierstenen-, koopt, men nooit het ge
vaar loopt dezelfde te hebben als zijn of haar
buurman of buurvrouw.
Want er is geen een hetzelfde. Zelfs de plak
ken die René Boissevain zaagt van de grote
agaatknollen, hebben allemaal een andere te
kening en zijn daardoor stuk voor stuk exclu
sief.
Mevrouw Boissevain met een van de prachtige stenen
uit de verzameling meegebracht uit Australië.
Tot het uiterste geconcentreerd polijst Re
né Boissevain een agaat, welke straks weer
de boezem of de vinger van een vrouw zal
tooien.
Klik, klik, doet de sleu-tel in het slot van een op-e-ten?, vraagt Pim, die met hon-ge- We heb-ben ze! Nu kan de kat-ten-teni-
de bui-ten-deur. Pim en Pom hol-len naar ri-ge oog-jes naar de kaart-jes-muis kijkt, mer ze tem-men en kunst-jes la-ten doen!
de gang. Dag, vrouw, wat ben je lang weg- Ben je mal, zegt Pom, dan ko-men we nooit Nu heb-ben we een echt cir-cus-num-mer
ge-ble-ven, zegt Pom. Dag, vrouw, waar bin-nen. Ik wil ze al-le zes-hon-derd! in ons mui-zen-cir-cus! Pim drukt zich
ruik je naar?, zegt Pim, die aan haar Ze ko-pen een kaart-je bij de muis, die aan stijf te-gen Pom aan. Pom! Pom!, wat
schoen snuf-felt. Pom ruikt ook en al-le-bei zijn pet-je tikt. De-ze kant op, heren, zegt moe-ten we be-gin-nen? We ko-men hier
wor-den ze er ver-schrik-ke-lijk op-ge-won- hij. Pim kijkt naar Pom. Zou het wel goed nooit meer uit! E-ven stil nou, bromt Pom,
den van. O, o, o, zegt de vrouw, jul-lie rui- zijn?, vraagt hij zacht. Tuur-lijk. zegt Pom, e-ven stil! Stil?, roept Pim, we zit-ten op-
ken na-tuur-lijk waar ik ge-weest ben. Nou, daar zie ik de mui-zen-stad al! Een muis
raad eens? Pim en Pom kij-ken haar met in een po-li-tie-pak-je wijst ze de weg: de-
gro-te o-gen aan. In mui-zen-stad!, zegt ze, ze kant, he-ren. Twee klei-ne muis-jes met
met de kin-de-ren van* hier-naast wa-ren we een school-tas-je hup-pe-len voor ze uit: de-
op de ker-mis. En wat denk je? Daar was ze kant op, he-ren*!
een mui-zen-stad! Zes-hon-derd muis-jes in Zou het wel goed zijn?, wil Pim nog aan
een schat-tig mui-zen-stad-je met huis-jes Pom vra-gen, maar dan is het al te laat.
en mo-lens en to-rens en brug-ge-tjes. O, o. Een ster-ke muis in een gou-den pak-je en eens weet hij al-les weer. Hij geeft Pom
wat was dat leuk. En en en Pim stot- met een gou-den zweep gooit de deur van een por. Niks hoor, zegt hij, géén kaart-je!
tert er-vanen heb je niet een paar een gou-den kooi o-pen*. En voor Pim en La-ten we maar gauw ver-der sla-pen. Je
muis-jes voor ons mee ge-bracht, vrouw? Pom het we-ten valt de deur van de kooi weet nooit wat je ge-beurt als je
ach-ter ze dicht. Ze zijn al-leen met de gou
den zweep. Het he-le mui-zen-volk juicht.
ge-slo-ten in een kat-ten-kooi en jij zegt
Hij knip-pert met zijn o-gen en vlak naast
hem zit Pom en knip-pert ook. Stil nou
toch, bromt hij. ik be-denk heus nog wel
hoe we aan een kaart-je ko-men. Een
kaart-je? Pim knip-pert nog vlug-ger. Hij
ziet de mat, de gang, het huis en op-
Hij snuf-felt aan haar tas en haar zak-ken.
Jul-lie zou-den het ook prach-tig ge-von-den
heb-ben, gaat de vrouw ver-der, maar ja,
ik denk niet dat ze poe-zen een kaar-tje
zul-len ver-ko-pen. Neeze gaat naar
de keu-ken en zegt nog tel-kens o, o. o
Pim en Pom blij-ven ach-ter op de deur
mat. Pom hijgt er een beet-je van en Pim
is zo ze-nuw-ach-tig dat hij zijn staart niet
stil kan hou-den. Zes-hon-derd!, zegt hij,
dat is veel hè, Pom, dat is wel net zo veel
als wij met Mi-mi en Kar-does en Prop-je
en al-le an-de-re kat-ten van de straat bij
el-kaar.
Zes-hon-derd, zegt Pom ge-wich-tig. dat is
wel net zo veel als jij en al on-ze vrien-den
niet op al-le na-gels van on-ze poot-j es bij
el-kaar kun-nen tel-en. Het is wel zo-veel
als
Ja, ja, zegt Pim, hou maar op met je ge-
re-ken. Ik vind het veel be-lang-rij-ker om
te we-ten waar ik die mui-zen-stad kan vin
den. Een kaar-tje, zei ze, we moe-ten een
kaar-tje heb-ben! Hoe ko-men we aan een
kaart-je?
Daar zal ik eens e-ven o-ver den-ken. zegt
Pom. Hij gaat op de mat lig-gen den-ken
hoe je aan een kaart-je komt. Zijn kop
wordt er zwaar van en na twee mi-nu-ten
slaapt hij. Pom, Pom!, ga nou niet sla-pen,
roept Pim, we moe-ten naar mui-zen-stad!
E-ven* stil nou, bromt Pom, e-ven een dut
je, dan gaan we. Er zit niets anders op.
Pim moet wach-ten. Hij gaat heel stil
naast Pom zit-ten, maar in zijn kop draait
en piept het van mui-zen-stadmui
zen-stad mui-zen-stad. Op-eens geeft
Pom hem een por. Ik wéét het, zegt hij,
kom mee! Door een luik-je on-der de deur
mat. dat Pim nog nooit heeft ge-zien, ko
men ze in een don-ker gan-ge-tje.
Aan het ein-de brandt een licht-je. Is daar
de ker-mis?, vraagt Pim. Pom knikt. Maar
het kaart-je?, vraagt Pim, hoe ko-men we
aan het kaart-je? De vrouw zeiNiks
met de vrouw te ma-ken, zegt Pom, daar
bij die muis met dat pet-je op krij-ger» we
zo een kaart-je! Zul-len we hem niet met-
kaart-je in je poot hebt.
MIES BOUYHUYS
wüonzonlaal
pL insekteneter
Ti#- laag
oudtijds hoofdbestuurder der re-
oM publiek Venetië
rC|l. en dergelijke
Spaans rijpaard
symbool voor neon
j5- insluiting van een vesting
fe. jonge loot
is |9. holle ruimte
igPl- Edelgrootachtbaar
»2- Romanum Imperium
p fl
24. tegenwoordig
25. elektrisch geladen deeltje
26. territorium
32. waaronder
33. salva venia
35. hoog aanzien
37. gesloten
38. als daar zijn
39. smart
41. waterdamp
42. schande
43. baarsvis
44. zijrivier van de Wolga
45. afgemat
46. bedompt
47. muzieknoot
48. karaat
51. molen met draaiwerk aan de on
derkant
57. Bulgaarse munteenheid
59. kiem
60. symbool voor indium
61. lyrisch gedicht
63. onderdeel van een tokkelinstru-
ment
65. graafwerktuig
67. eetketel
69. symbool voor zilver
70. vleugel
71. Archi Episcopus
72. vlek
73. soort bier
74. aanspreektitel van vorst
vertraging
plaats in Gelderland
honingdrank
oprecht
zindelyk
oostnoordoost
rij soldaten
kelner
verlangen
eerstgenoemde
vaders of moeders moeder
ambtelijke doorzoeking van wo
ning
tegenover
voorzetsel
nota bene
Rijkswaterstaat
28. ondergeschikte
29. bolvormige kaas
30. ex voto
31. duurzame bouwstof
34. landroofdier
35. loofboom
36. paard
39. drenkplaats
40. huisgrond
47. symbool voor radon
49. voorzetsel
50. plaats in Gelderland
51. eivormig
52. elektrotechnisch ingenieur
53. kloosterkerk
54. bolgewas
55. wijnglas
56. drank
58. voegwoord
62 lidwoord
WAARHEDEN
OVER DE
VERKOUDHEID
Het is normaal.als
volwassenen 6 a5x
per jaar verkouden
■zijn en kinderen
5 tot IQx.
64. Turkse titel
65. groente
66. vlaktemaat
68. streling
Oplossingen onder het motto
„Kruiswoordraadsel" dienen voor
woensdag aa. te 9 uur vm. in het
bezit te zijn van de redactie, Witte
Singel 1 in Leiden. Onder de goe
de oplossingen stellen wij een eer
ste prijs van f 5,- en twee prijzen
van f 2.50 beschikbaar, waarnaar al
leen abonnees kunnen mededingen.
OPLOSSING VORIGE WEEK
Boven de 60 is men
minder gevoelig
voor verkoudheid dar
jongeren dat zijn.
Vermoeide
mensen hebben -
Wouwen zijn vaker] eerder kans op een
verkoudenjjanmj^
De eerste prijs van f 5,- werd toe
gekend aan mevr. A. Schippers-
Kleefstra, Duivenvoordestraat 28 in
Oegstgeest, de twee prijzen van
f2,50 aan de heer J. C. Mattaar,
Hoge Rijndijk 170 B in Leiden en
aan mevr. P. A. v. d. Steen, Fred.
Hendriklaan 70 in Leiderdorp.
De prijzen worden de winnaars
toegezonden.
Kunt u de acht afwijkingen in de beide bovenstaande tekeningen
vinden? De juiste oplossing vindt u elders in dit nummer.