HERMAN NAN A EEN
Grootste theater-talent
van Nederlandzei Toon
Mounties wagen de gok
met een revue
Belgische film-
tv-shows voor
Hoofdrol in
de VARA
Postbode en hond
ZATERDAG 31 AUGUSTUS 1968
E- LD EXTRA J
Door knus van een cabaret-chantant te blijven sprekendoet men niet alleen de
artistieke ambities, maar ook de zakelijke aanpak tekort van de produktie-groep
Harlekijn-Holland (als zodanig ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, negen
mensen in vaste dienst), die sinds ruim een maand of drie een eigen kantoor heeft aan
de Ambachtstraat in Utrecht. De behuizing lijkt nu nog aan de ruime kant twee
vertrekken zijn schaars gemeubileerd, de rest staat leeg maar Harlekijn gokt op
een rooskleurige toekomst. Met reden. Men heeft het afgelopen seizoen heel goed ge
draaid en het komende seizoen is al vrijwel volgeboekt.
..Met de planning zijn we jaren vooruit", ver
telt Harlekijn-troef Herman van Veen (23).
die we zijn gaan opzoeken om wat meer te
horen over zijn plannen op korte termijn:
een hoofdrol in een Belgische speelfilm en
een serie televisie-shows voor de VARA.
Film
De film: ..Geen low budget film of zo, het
wordt echt wel internationaal opgezet Het
wordt een film met een licht satirisch karak
ter, gewoon fijn entertainment, weetjewei.
Niet zo'n problematische toestand, niet van
dat kunst maken, nee, het sluit wel helemaal
aan op mijn ideeën".
bracht; deze shows worden apart voor de te
levisie gemaakt, weetjewel". Hij probeert wat
karakteristieken te geven: „Gefilmd theater.
Een parodistisch geheel. Een beetje musi-
cal-achtig. Met hele korte dingetjes die over
dadig zijn aangekleed en langere verhaaltjes,
van een minuut of acht. die veel soberder
zijn. maar waarin de nadruk op de presen
tatie valt". Zegt dat hij denkt aan de shows
van Danny Kaye. „die stapt ook geregeld in
een stukje operette", en van Marcel Amont.
„We zoeken niet naar iets nieuws of zo, hoor,
in die tv-shows willen we gewoon fijn enter
tainment brengen, zonder afbreuk te doen
aan het theater, dat blijft voor mij nummer
één. Ach, televisie is gewoon een tak van het
theater".
Show
Een nieuwe theatershow? „Nee. Waarom?
Mijn show verandert voortdurend- Je komt
's met een nieuw liedje, Je probeert 's andere
ideeën uit. Meegroeien met de actualiteit,
weetjewei. Als de mensen in februari terugko
men, zullen ze misschien vier, vijf dingen
zien die ze al kennen, maar toch weer zó an
ders worden gepresenteerd Vind het een
typisch Nederlandse eigenaardigheid om elk
jaar of om de twee jaar met een nieuw pro
gramma te komen. „Hier werkt men aan
een nieuwe show en vergeet men de vorige.
In Amerika en Frankrijk zit iemand die een
show heeft er voortdurend in te veranderen,
maar hij piekert er niet over om liedjes die
nog succes hebben eruit te gooien. De men
sen willen ze immers horen. Voor mij is dat
dé manier van werken
Hij hoopt over vijf, zes jaar een show in het
Engels te brengen. De taal lijkt hem nauwe
lijks een bezwaar. „Ik weet toch wat ik zing,
ik weet wat ik denk. ik weet wat ik voel op
de plaats waar ik het moet voelen. Boven
dien is de tekst niet meer belangrijk in ons
programma. Het gaat vooral om de opbouw,
de beweging, het muzikale, het mimische. Het
is schizofrene gein".
Lof
Zijn succes: „In december begon de opgang,
met name in de stadsschouwburg van Haar
lem- Daar heeft Wim Kan ons dus gezien,
die daarna allemaal van die mooie dingen
heeft gezegd en dank zij zijn steun heeft het
een enorme opdonder gehad". Hij vertelt wat
Toon Hermans onlangs in Scheveningen
heeft gezegd, namelijk dat Herman van Veen
het grootste theater-talent is dat hij ooit in
Nederland heeft gezien. Dat hij „roodgloeien
de kaken" kreeg toen hij Toons uitspraak
hoorde. „Zoiets helpt enorm. Ik kan het wel
van de daken brullen, weetjewel".
Wim zegt zijn talent overigens geen verdien
ste te vinden. „Je hebt iets meer gekregen dan
Jan. maar die is bijvoorbeeld weer een ge
weldige banketbakker of kan goed fietsen.
Mijn enige pretentie is: de mensen een ple
zierige avond geven. De rottigheid valt elki
avond bij ze in de bus".
Plannen? Volop, ook vage. Met name om ii
de theatershows af en toe een stunt uit t<
halen. „Bijvoorbeeld: ik heb wat gedaan, g;
het toneel af en boem!, acht mooie meidei
komen hip het toneel op dansen. De mensei
weten niet wat ze zien. Of in de orkestbal
blijken ineens zestig musici te zitten". Dun
grappen? „We willen toch wat we verdienen
meteen investeren. Dat vind ik gewoon jofel
weetjewel. Waarom op bankrekeningen ei
spaarbankboekjes zetten? Een doodshem
heeft geen zakken".
Regisseur is de Vlaming Herman Wuyts. Hoe
hebben hij en Herman van Veen elkaar ge
vonden? „We werken veel in België. In Brus
sel zijn ze een paar keer komen kijken en
toen zeiden ze: die jongen is het voor die
rol. Ik heb het verhaal gelezen en toen heb
ben ze het herschreven in overleg met mij".
Het verhaal
Het verhaal: „Het gaat over een jonge foto
graaf, die een reportage moet maken van
het filmfestival in Venetië en daar een mooi
meisje ontmoet op wie hij helemaal verkik
kerd wordt, vooral vanwege haar fotogenieke
kwaliteiten. Hij gaat dan met haar als model
een fotostripverhaal maken, waarmee hij een
heleboel geld verdient. Die jongen laat zich
meeslepen en dan gaat het helemaal mis. die
jongen raakt zichzelf kwijt, weetjewel. Maar
dan gebeurt er het een en ander, het meisje
gaat weg geloof ik, en aan het eind vindt-ie
zichzelf weer terug. Gewoon a-b-a dus. Maar
het verhaaltje is niet het belangrijkst, dat
zijn de situaties".
Het meisje
Het meisje in de film wordt gespeeld door het
Engelse fotomodel Virginia Mailer. „Ik heb
haar ontmoet en ze is héél mooi". Herman
van Veen is er als „fotograaf" drie maanden
zoet mee: het staartje van augustus plus
september en oktober voor de opnamen (in
Venetië, Londen en vooral België, „in die
tijd maak ik toch nog twintig programma's
in Nederland") en in december twee weken
voor de nasynchronisatie. Hij verwacht dat de
film midden of eind volgend jaar zal wor
den uitgebracht. In een flop gelooft hij niet.
„Daar zijn de mensen gewoon te deskundig
voor"-
Herman van Veen ziet deze filmrol trouwens
als „een prachtige studiemogelijkheid". Hij
licht toe: „Over twee jaar gaan we in sa
menwerking met de VARA-tv zelf een kleu
renfilm maken, een soort crazy show. Zoiets
als half a six-pence, maar dan schizofre-
ner, contrastrijker, weetjewel. Ongeveer wat
we nu doen op het toneel, maar dan in de
vorm van een verhaaltje".
Voor de tv
De contacten die Harlekijn via Nico Knapper
met de VARA onderhoudt, zijn trouwens toch
wel vruchtbaar. De komende winter worden
daaruit vier televisieshows van veertig minu
ten geboren, die voor Herman van Veen bo
vendien een kansje inhouden internationaal
naam te maken. Een filmpje van de hoogte
punten uit de shows gaat namelijk naar een
groot aantal buitenlandse tv-stations.
De televisie-show. „Vier compleet verschillen
de programma's met toch een rode draad er
in". „Heel wat anders dan het programma dat
de VARA vorig seizoen van ons heeft ge
l r
Amerikaanse honden hebben in 1966 J
hun tanden gezet in de benen van
meer dan negenduizend postbestellers
i in de V.S., weet „Ladies' Home Jour
nal" te melden. Het is nog niet bekend
hoeveel bestellers in 1967 slachtoffer i
van deze bijterij zijn geworden, maar
volgens een zegsman van de Ameri
kaanse posterijen groeit het probleem
nog steeds. De Amerikaanse honden- i
bezitters zijn trouwens gewaar-
schuwd. Wie zijn bijterig huisdier niet
binnenhoudt, wanneer de postbode in j
zijn wijk verschijnt, kan zonder vorm
van proces door de postbesteldienst 1
worden overgeslagen. Deskundigen op
het gebied van de „hondse" opvoeding i
suggereren dat men postbode en 1
waakhond met elkaar in kennis moet j
brengen; als de postman de hond met i
naam en toenaam aanspreekt, zal het 1
beest zijn vijandige manieren afleg
gen. Het is nog de vraag of de post
bestellers iets voelen voor dit experi
ment
voor 's avonds witte. Prima! De pillenki
miek!" Piet: „Voor de vrouwen was het oo
zeer moeilijk. Ze moesten moeder en vadf
tegelijk zijn voor de kinderen". „Maar ja, wi
wil je', mompelt René. „Als je een groot hu
hebt en een auto voor de deur, dan moet
wat binnenkomen".
Het icerd te gek
Maar in het afgelopen seizoen werd het toe
te gek, vinden beiden. Behalve 's avonds ha<
den ze ook overdag nog volop werk. Ondi 1
meer bij de AVRO-televisie, waarvoor ze
serie „De man zonder hoofd" maakten, ee
gefilmd stripverhaal. René: „Wat ging in di
filmen een tijd zitten! Zeeën! Veertien dage
per maand zeker". Piet: „En dat is nog nii
veel, als je weet dat ze in Amerika over
scènetje rustig drie weken doen. Kun je hii
niet aan beginnen natuurlijk. Wat wij g(
daan hebben, is proberen zoveel mogelijk k<
misch materiaal te vergaren en dat zo goe
mogelijk op te gooien. Insiders waren dan oc
erg tevreden.
René: „Het publiek ook. We hebben hof
waarderingscijfers gekregen- De AVRO hee
ons niet voor niks weer gevraagd, dat zijn o( f
zakenmensen. Maar we gaan het nu ande:
doen. Geen filmerij meer, maar een maandfj
lijkse studio-show met publiek in de zaal".
De gulle lach
Wat de revue betreft, zegt René; „Ik heb ze
de teksten geschreven. Wat basis-ideeën gi
pikt uit het buitenland en die geschikt g< d
maakt voor 't Nederlandse publiek. Want di d
is de ramp in Nederland, je hebt geen teksl
schrijvers voor ons genre. Ja, wel auteurs va
de glimlach, maar niet van de gulle lac
waarvan wij het moeten hebben".
Piet: „Vroeger waren we aan één type g(
bonden. In de revue kom ik de ene keer a
provo op, een andere maal zelfs in smokin
wat de mensen nog nooit van me gezien hel
ben".
René: „Er is in dit genre amusement he
weinig in Nederland. Alleen Snip en Sns
nog. Als we succes hebben, gaan we natuu
lijk uitbreiden. Het is leuker met een orkest
van zes, acht man te werken dan met e<
trio".
Over Snip en Snap zeggen ze: „Legendariscl
figuren in Nederland, waar ik veel bewoi
dering voor heb. Het enige duo dat het hec
gepresteerd om meer dan dertig jaar aan
top te blijven en een enorm publiek te trel
ken. Ze zien er voor hun leeftijd geweldig
en weten nog een zaal aan het lachen te mi
ken".
DE Mounties hebben hun veelgevraagde en duur betaalde loodgieters-akt geruild
voor een nog onzeker bestaan als revue-komieken. In Scheveningen ging hun
„intieme revue" „Everybody Happy" in première. Het komende seizoen zal
deze met o.a. vader en dochter Alberti en Frans Vrolijk door het land reizen.
„Het is een gok", geven de Mounties toe. „We wisten wat we hadden: een sterk va
riété-nummer, dat goed werd gekocht, dertig tot veertig voorstellingen per maand. En
wat die revue gaat doen, moeten we nog maar afwachten".
Alles op één avond
„Voor ons veel bevredigender", vindt Piet
Bambergen. „Als we vroeger een optreden
hadden in Valkenburg of Groningen, zat je
zes uur in de auto en stond je 25 minuten
op het toneel. En vaak genoeg hadden we
twee voorstellingen achter elkaar. Zo hebben
we een keer gepresteerd om op één avond zo
wel Maastricht als Scheveningen te doen. Om
negen uur gingen we uit Maastricht weg en
kwamen om half twaalf in het Kurhaus op
als uitsmijter. Ach, eigenlijk is dat geen doen.
Vooral 's winters niet als het mist. Dan zit
je maar achter het stuur te turen, te dub
ben „halen we het wel" en kom je eindêlijk
aan, dan hup! het toneel op en proberen je
zelf toch maar weer op te peppen. Bang! De
klap komt wel als we in de auto naar huis zit
ten. Met één oog dicht soms. Nou, we hebben
wat afgereden". René: „Het afgelopen jaar
hebben we 120.000 km naast elkaar in de auto
gezeten".
Pillen
De Mounties werden overstelpt met aanbie
dingen. Ook uit het buitenland, onder meer
van de Duitse televisie. Dat werd goochelen
met de tijd, herinnert Piet zich. „Ik stapte
om half negen in het vliegtuig, was om tien
over negen in Bremen en stond om half tien
in de studio- Dan om half vier weer in het
vliegtuig, om vijf uur bij René in de auto en
's avonds om tien uur optreden in Almelo.
Dat was eigenlijk geen doen. Ja, we vielen
wel af in die tijd".
René: „Ik had voor overdag groene pillen en
De Mounties: René van Vooren (ware naam
René Sleeswijk, zoon van „de Slees") en Piet
Bambergen, allebei 37 jaar („Dat is jong,
hoor, als je het internationaal bekijkt"). Jong
genoeg in elk geval voor een experiment. „En
dat is de revue voor ons in dubbel opzicht",
aldus René. „Financieel moet je het zien te
redden, maar ook artistiek moet het nog luk
ken. De vraag is of de sketches die we nu
spelen, net zo goed overkomen als de grappen
die we vroeger verkochten. Wat dat betreft
hadden we het toen wel makkelijker. Optre
den op feestavonden, hè. De mensen zijn dan
al bij voorbaat in de goeie stemming het
is immers hun feest. Maar met die vrije voor
stellingen krijg je publiek dat er speciaal voor
gaat zitten, zo op de manier van: laat maar
eens zien wat je kan".
„Toch moet het voor de mensen veel leuker
zijn. Vroeger renden we na een half uur weg
en dan was men wel eens teleurgesteld- Nu
krijgen ze een hele Moutnies-avond, van acht
tot half twaalf, wel een unicum, hoor, dat
een variété-nummer overschakelt op een vol
ledige theatershow".