Christelijke nederzetting in Israël Oplossing voor Biafra? De dank van de majoor Bouwplan voor NES AMMIM van Nederlands architect Dick Egberts Wonderpapje van religieuze BATERDAG M AUGUSTUS 1968 LD EXTRA 4 De Hilversumse architect Dick Egberts vliegt binnenkort naar Israël. Naar wat de kroon op zijn werk als kerkenbouwer moet worden, de christelijke nederzetting Nes Ammim, oftewel „Banier der Natiën" Egberts heeft al zo'n vijftien gereformeer de kerken in Nederland op zijn naam staan; drie zijn er nog in voorbereiding. In de met veel zorg bijgehouden zakagenda zitten kleurenfoto's van alle door hem ont worpen godshuizen. Getuigschriften van een staat van dienst, die er wezen* mag. Naast de foto's: maquette van Nes Ammim. Egberts, 65 jaar, maar nog niet van plan potlood en lineaal te begraven heeft een dorpsplan op papier gezet, dat door de internationale stichting, die Nes Ammim leidt, in* fasen zal worden uitgevoerd, naar gelang geld ervoor kan worden vrijgemaakt. Met de bouw van een dorpshuis met daarbij een dertig meter hoge toren waterreser voir en tevens markant herkenningspunt van de nederzetting wordt half september een begin gemaakt. Het progressieve bouwplan? omvat meer. Wo ningen, garages, werk- en opslagplaatsen voor de hoofdzakelijk uit Nederlanders be staande staf van vrijwilligers, die zich tij delijk in Nes Ammim vestigen, om er een positieve daad te stellen voor de Israëli's. Er is, in de hoop dat het een financieel haalbare kaart zal blijken*, gedacht aan hotelaccom modatie voor toeristen, die tijdens een Israël - toer neerstrijken in Nes Ammim en de ma quette laat ook nog een zwembad zien. Hoe lang de verwezenlijking van het hele project zal duren weet niemand. Zeker is dat door de actie „Kom over de brug" en door giften van de werelddiakonaten van de gere formeerde en de hervormde kerken, de bouw van het dorpshuis met toren en de aanleg van de lrrigatiewerk.n op korte termijn* een feit zal zijn. Alleen daarmee is al een bedrag ge moeid van een half miljoen gulden. Vanaf 1961 1964 als het parlement van Israël de plannen van de stichting goedkeurt en nogmaals 1964 als professor Stern op het Nes Ammim-ter- rein een rijke waterbron aanboort. De toekomst van de nederzetting wordt er veel zekerder door. Doel van Nes Ammim is niets meer en niets minder dan het leveren van een bijdrage aan de opbouw van de staat Israël om de relatie tussen Joden en Christe nen te verbeteren of opnieuw te laten begin nen. Een verhouding die door de eeuwen heen scheef is gegroeid, door kruistochten, inqui sitie, pogroms en wereldoorlog II. „Klokken van christelijke kerken beierden in Duitsland toen zo'n 6 miljoen Joden in de gaskamers gejaagd werden", klinkt het beschuldigend uit de mond van de algemeen gedelegeerde van Nes Ammim, de heer Jac. B. Looijen. „Zwarte bladzijden in de geschiedenis, die wij er graag uit willen scheuren, maar die bij de Joden blijven voortbestaan in grote letters geschreven", horen* we. Een soort morele verplichting om hulp te bie den, daarbij eikaars identiteit respecterend. Algemeen gedelegeerde Looijen: „Gelukkig zijn we van het idee af, dat de Joden door ons bekeerd moeten worden. Het klimaat is veranderd. Al valt niet meer goed te maken? wat in het verleden is voorgevallen, op zijn minst kan geprobeerd worden een nieuw be gin te maken". Rozen in kassen Nederlanders hebben op de vruchtbare grond van Nes Ammim een bloeiende rozencultuur op gang gebracht. De uit Nederland afkom stige kassen beslaan zo'n 2.000 vierkante me ter en worden nog aanzienlijk uitgebreid. Nes Ammim wordt een voorbeeldbedrijf. In middels schoten er op andere plaatsen ook al rozenkwekerijen uit de Israëlische grond, op Hollandse leest geschoeid. Hebben de Israëli's het kweken van rozen, het wordt al een be langrijk exportprodukt, volledig onder de knie. dan schakelt Nes Ammim ovqr op het kweken van speciale groenten en vruchten. De christelijke nederzetting Nes Ammim in het land van de Joden ligt op een heuvel even boven Haifa, niet ver van de Middel landse Zeekust. De geschiedenis van de ne derzetting is nog maar jong. Belangrijke jaartallen: 1961 als de stichting Nes Ammim wordt opgericht, 1962 als van Sjeik Abdopl- lah Cayr 110 hectaren land gekocht wordt. ri vers De stichting wordt door een Nederlands be stuur geleid, vrijwilligers, die in Nes Ammim werken of werkten komen uit Amerika, Zwit serland. maar vooral uit Nederland. Nu Nes Ammim in de vier jaar van het be staan zijn recht op verder leven bewezen Dick Egberts met zijn dochter, die binnen huis-ar chit ecte is bij de Nes Ammim-ma- quette. heeft, wordt er iets gedaan aan de huisves ting. De oude barakken en de bus vol kogel gaten maken plaats voor meer comfort bie dende woningen. De Nederlandse arts Johan Pilon, één van de Nes Ammim-pioniers, woont al in een door Dick Egberts ontworpen wo ning, die veel opzien baart bij de kibboets- niks uit de omgeving. En als het bouwplan gerealiseerd is, zal Nes Ammim zijn uitge groeid tot een klein dorp dat er zijn mag. Maar zover is het nog niet. Om de plannen- van Dick Egberts van de grond te krijgen, heeft Nes Ammim nog vrijwilligers nodig. Jongelui van tussen de 20 en 30 jaar, die een jaar of langer vrijwillig willen werken in de christelijke nederzetting, proefstation van een internationale samenleving, die zich ten dienste stelt van het land Israël. Timmerlieden, elektriciens, metselaars en stukadoors met name, maar ook administra- tieke krachten zijn hard nodig nu de bouw van het dorpje op gang komt. Jonge mensen, die als beloning voor een jaar werken in Is raël, in Nes Ammim, reis-, woon- en verblijf kosten vergoed krijgen, met een bescheiden zakcent toe. Architect Dick Egberts: ,,Is het niet machtig mooi om daarvoor te kunnen werken?" Twee eenheden mais, een eenheid aardnoot en een eenheid bonen is het recept voor een wonderhapje, dat misschien een einde kan maken aan de hoge kindersterfte in de Afrikaanse staat Malawi (vroeger Nyassaland). Uitvindster van dit recept is de 56-jarige mej. Truus Koop, of zuster Trinitas uit Hillegom van de Orde van de Witte Zusters van kardinaal Lavigieri. Zij is een van de velen, tot nu toe anoniem gebleven Albert Schweitsers. Het papje is het resultaat van 9Vi jaar zwoegen als vroedvrouw, narcotiseuse en verpleegster in een door haar zelf opgerichte kraamkliniek annex ziekenhuis in Likuni. „Ik nam daar altijd een soort statistiek op", vertelt zuster Trinitas, met verlof terug in Nederland. „Hieruit bleek dat ongeveer 60 procent van de kinderen onder het vijfde le vensjaar stierf, ondanks ons werk. Zolang de kinderen bij de moeder op de rug zitten en nog moedermelk krijgen, lopen zij geen gevaar. Maar dat duikt op als de kinderen het zelf moeten zoeken. Dan hebben zij geen voedsel genoeg. Dat was niet alleen op mijn post maar ook elders. Altijd kwam je die gro te kindersterfte tegen". het papje door een scheikundige onderzoeken. De volgende stap van de zuster was een schrijven naar de minister van Gezondheid Malaria Zuster Trinitas ls het voedsel gaan onder zoeken en moest concluderen dat de kinderen een tekort aan voedingsstoffen kregen. „Het is een vicieuze cirkel. De kinderen zijn zó verslapt dat ze geen weerstand hebben te gen malaria en andere ziekten. Malaria is daar de grootste vijand. Negentig procent heeft het. Ik heb zelf ook malaria. Als ik niet iedere dag mijn tabletten neem, ga ik eraan". „Die kinderen gaan er dus aan ten onder door een verzwakt lichaam. Dat wist ik. Op een keer dacht ik: ik ga het proberen met boontjes" Zuster Trinitas nam enigszins op de gok bo nen, mais en aardnoten en probeerde deze samenstelling fijn te koken. Dat nam teveel tijd in beslag. Toen ging zij naar de mais- machine en liet het nengsel fijn malen. Vervolgens kookte zij het en voegde er suiker aan toe. „Toen heb ik het geproefd en ik vond het lekker". De zuster nam bij iedereen proeven en met opvallende resultaten. „Een meisje van 2*/2 jaar woog maar zeven pond. Nadat dat meisje drie weken onze pap ge geten had, was het aanmerkelijk aangekomen en ook veel levendiger geworden. Het gehele onderzoek heeft wel negen maanden gekost". Enthousiast De dokter kan nu dikwijls als geneesmiddel de Phala Likuni voorschrijven. De zuster liet Zuster Trinitas (mej. Truus Koop uit Hil legom van Malawi. Zij schreef daarin de samenstel ling van het papje. Zij vergeleek deze met een op de markt gebracht produkt van baby- voedsel dat een vergelijkbare samenstelling had. De zuster besloot de brief met de vraag of de regering de Phala Likuni zou willen propageren voor mensen, die geen geld heb ben om het babyvoedsel te kopen maar bo nen, mais en aardnoten op hun land kunnen telen. De minister antwoordde dat hij de zaak zou laten onderzoeken door dr. Burgess van de World Help Organization. Diens conclusie was positief Ook prof. dr. H. A.\P. C. Oomen van het Koninklijk Instituut voor de Tropen van Amsterdam toonde zich over het recept zeer enthousiast. Hij liet het papje analy seren. De analyseresultaten waren de volgen de: 9.68 pet vocht, 11.24 pet vet, 20.72 pet ruw eiwit, 47.50 pet zetmeel en 10.48 pet totaal suiker. Volgens zuster Trinitas is het mogelijk dat het wonderpapje ook in Biafra resultaten heeft. „Ze hebben in Biafra wel mais, maar weinig. Als de mensen die daar mais kweken, voorlopig deze niet uitvoeren, dan zouden ze de mais kunnen gebruiken. Aardnoten en bonen zijn volop te krijgen. Ik denk dat het papje een soort oplossing zal brengen". Terug naar Afrika „Ik moet als zuster van alles op de hoogte Zijn. Ons werk is niet een jacht op zieltjes. Daar ben ik eigenlijk nooit aan toe geko men. Ik zou nooit iets gaan ondernemen zon der de minister van Gezondheid op de hoogte te brengen. Zolang we president Ngwazi dr Kamuzu Banda hebben zal het in Malawi wel rustig blijven. Hij is de dynamische leider. Hij heeft maar één doel: het land omhoog werken. Malawi is sinds 1964 onafhankelijk. In 1959 kregen we het nogal moeilijk. Alles wat wit was moest er uit. Toen zijn er wel slachtoffers gevallen". Zuster Trinitas gaat over enige tijd weer te rug naar Afrika om haar werk voort te zet ten: „Ze zeggen wel eens dat nonnetjes met zo'n wit uniform aan niet met beide benen op de wereld staan. Ik geloof dat ik dat wél gedaan heb". En de wonderpap? „Ik geloof dat ik hier mee mijn steentje heb bijgedragen. Alleen verwijt ik mezelf nog steeds dat ik er niet 25 jaar eerder opgekomen benl". /N 1915 was ,,'t 4e" op „oorlogssterkte" geconcentreerd (met 3 bedden op el kaar! in de Morschpoortkazerne in Leiden, waar dus ook alle infanterie- officieren elke morgen present waren om de „staf-orders" in ontvangst te nemen. Onder hen was ook een al 60-jarige kapitein, die herhaaldelijk gepasseerd was bij de bevordering. Maar eindelijk werd hij dan toch bevorderd tot majoornèt enige jaren vóór zijn pensionering. En eerst toen trouwde deze oude-vrijgezel met een 29-jarige levenslustige jon gedame, op welke „verovering" hij zó erg trots was, dat hij telkens bij zich aan huis „avondjes" organiseerde voor de jongere officieren, ook als hij onver wachts zelf niét aanwezig kon zijn. Er werd dan eerst danig gefuifd! Doordat hij thans als hoofdofficier recht had op een rijpaard (voor rijksreke ning!), waarop hij steeds mee voor aan de troep reed als deze uitrukte over de Haagweg naar de Maaldrift, kwam hij ook iedere morgen „in het zadel" naar de kazerne, waar de officieren reeds allen aanwezig waren op de binnenplaats, onder elkaar grapjes makend over „de ouwe bok en 't groene blaadje" Op zekere morgen kwam „de majoor" stralend het plein oprijden en verzocht de heren zich in carré op te stellen. Hij zei toen met een nogal luid krakende stem: „Mijne heren, ik wil U kennisgeven dat mijn vrouw hedennacht bevallen is van een welgeschapen zoon!" Er stram-saluerend aan toevoegend: „De heren worden bedankt!" Na welke altijd-gebruikelijke slotzin de jonge officieren nu toch wel met nau welijks ingehouden gegrinnik zich naar de officierskantine begaven DOLF SCHN. FOTO'S: Boven: De binnenplaats van de Morschpoortkazerne nü. DaaronderDe Haagweg in het begin van deze eeuw.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1968 | | pagina 10