let publiek reageert niet altijd Twee sterke jonge keepers „Bij Lugdunum zal ik het wel volhouden" 'Relaas van een i lastige I speler Hf Eü' HANS VAN DER STARP, "DSCH DAGBLAD SPORT LEIDSCH DAGBLAD - SPORT LEIDSCH DAGBLAD - SPORT LEIDSCH DAGBLAD SPORT LEIDSCH DAGBLAD - SPORT - LEIDSCH DAGBLAD 41 Links Anton Marijt, rechts Gerard Duyndam. (Foto's LD/Holvast) <rek met twee steunpilaren van het eerste elftal van iijk, Gerard Duyndam en Anton Marijt. Duyndam, 22 <eelt in het roodwitte team op het middenveld. Hij is inisch knappe voetballer, die hard werken niet schuwt\ •nstelling tot Gerard zou de 20-jarige Anton Marijt ar een andere vereniging (betaald wel te verstaan) Hij heeft in onderhandeling gestaan met RCH, maar het laatste moment van een contract af. Hij vervult bij vijk een belangrijke taak als laatste man in de centrale ■■jging. Heeft de neiging met de bal aan de voet naar }e trekken, hetgeen hem door oefenmeester Van Duijl "j:kelijk is verboden. Hier volgt het gesprek: taan jullie tegenover trai- Duyl?" ty is hier nu 13 jaar. Hij goed, maar op de training je het toch zelf doen. Bo- n wen je aan zo'n man en rord je gemakkelijker. Je 'oor je zelf al zeggen, dat jen dat laat ik. Dat gebeurt j>y ons. Jan v. d. Lippe is I leler". ilk zou best wel eens onder «3jder willen trainen". 'ie Weijers? _Jj heeft één wedstrijd mee- ü^n de landscompetitie en is under meer naar SJC over- i. Hij had nog alle tijd om lil doen. Ik begreep het niet. 'linden goed met elkaar op- m. Onder elkaar vormen I leuk ploegje. Maar ja. de zich wat meer in dan de IjDat moet gewoon in je ziit- andere clubs knokken ze meer voor. Ik heb altijd het die jongens er de hele toe leven. geloof niet. dat het ver in Arie onze prestaties heeft Jed. Het is niet zo onver- gekomen, want mijn broer •v. wist er al een tijdje van P- Anton: „Het is nu wat veranderd. De elftalcommissie bestaat nu uit twee man en de trainer kan nu ook zijn zegje doen. Ik vind. dat ze de elftalcommissie dit jaar verwaarloosd hebben. Op de kam pioensreceptie werd zij helemaal niet genoemd. Het schijnt tussen bestuur en elftalcommissie niet zo best te boteren, maar daar hoef je op een receptie toch niets van te laiten blijken". Ger: „Er wordt bij ons ook te veel de indruk gelegd op het eerste elftal. De andere teams tellen ge woon niet mee. Toen ik nog in het tweede voetbalde, kenden ze me niet. Nu speel je in het eerste en is het Gerard voor en Gerard na. Kijk maar naar Antons broer Kees. Hij heeft tien jaar in het eerste gespeeld. Nu gaat hij wat afzakken, speelt in het tweede. Ze vergeten hem". Anton: „Ze kijken bij ons alleen maar naar de slechte dingen. In de rust zeggen ze altijd, het gaat niet best, of waardeloos, of jullie moeten er meer aan doen. Er zijn in een wedstrijd toch ook mooie dingen". Ger: „Het publiek bij ons reageert niet ailtijd prettig. Tegen IJssel- meervogels b.v. staan er 500 Spa kenburgers en 3000 Noordwij kers langs de lijn. Maar je hoort allleen de Spakenburgers. In de uitwed strijd tegen Arnemuiden stonden we na 20 minuten met 20 voor. We overspeelden ze gewoon. Maar na de hervatting ging dat Ame- muidense publiek joelen. Die jon gens werden toen naar de over winning toe geschreeuwd. Het re sultaat was, dat we nog net gelijk konden spelen: 22. Kijk, dat mis je nu hier". Waarom zit er van de kam- pioensploeg Noordwijk niemand bij de zaterdagselectie? Ger: „Het is onbegrijpelijk. Anton b.v. hebben ze nog nooit een kans gegeven. Vooral deze winter draai de hij zeer goed1. Misschien komt dat door zijn broers, die bij de heren niet zo best dbaan aange schreven". Anton: „Daar heb ik toch niets mee te maken". Ger: „De kunst is om er één keer bij te komen. Dan zit je goed, tot dat je met voetballen stopt. Neem nu Bab Kralt, die dit seizoen ruim twee maanden niet had ge voetbald. Hij werd toch opgesteld. Wat mij betreft, ik loop voor het nationale team op een wat onge lukkige plaats. Kiel en Laks, die op het middenveld spelen, zijn zeer goede voetballers. Maar dat ze Anton nog nooit hebben gese lecteerd Wat verwachten jullie van het komende seizoen? Ger: „Ik geloof, dat de competitie iets lichter is. De wedstrijden te gen Quick Boys zijn erg leuk". Anton: „We winnen van Quick Boys. We zijn op dit moment ster ker". Ontzien jullie je voor de voet ballerij? Anton: Ik rook en ik drink niet. Ik leef vrij serieus. Ger: Ik vond voetbal een aardige vrije tijdsbesteding. Ik kan me er ook wel helemaal voor inzetten, maar ik laat er niet alles voor staan. Ik heb bovendien erg zwaar werk, waar veel toekomst in zit. Roken en drinken doe ik matig. Ik heb beslist wel wat voor mijn sport over, maar om radicaal te zeggen, ik gooi mijn sigaretten in zee of ik bemoei me niet met de s, nee, dat toch niet M. Kantebeen tlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillllil lit llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii^ jullie van de lands- verwacht? ■e dachten, dat we wel wat poor de dag zouden komen, (ftal is wel wat minder dan of vier geleden. Toen we vooral een betere aan- o^jwaar ik geloof, dat de ach- *cle nu sterker is. Wel heeft érder V. d. Meulen zyn bes- fnW gehad. Hij had dit jaar teun aan Anton. Hij1 heeft ^If'oeite met het positiespel, flien hebben we tegen een ploegen gespeeld, die di- de voorhoede een ïtje hebben staan. Een Spelmaker en zo'n speler is jk te dekken. Verder heb- e Jaap van Kesteren in de sede lopen, een moeilijk ge- kunt wel zeggen: een goe- étballer moet overal kun- Dpen, maar dan stond hij back, dan linksback, dan ai ten. Die jongen weet op jatst zijn plaats niet meer. heeft hij veel mee: zijn kan goed schieten. Asl hij jdje in'de voorhoede loopt, bij meer doelpunten ma- We hebben ook met een jeugdspelers moeten aan- r\s: Hazenoot en Albert iderman. Ze zijn nog een mmï licht, maar je moet er al- 1 inkomen. Spaanderman left het. We hebben nog wel spelers, die op de nomina- ^kan voor het eerste elftal: ^^rink en Barnhoorn. Daar i elftalcommissie nu al reke- mee moeten houden, want aanderman gaat halverwe- seizoen emigreren". is het contact tussen spe- Q commissies? I: „We bemoeien ons er niet ie". |,Je vangt wel eens wat op, irlyk. Vorig jaar heeft het gespannen De elftalcommis- lijf man) zou bedanken. De Ar had niets te vertellen. De pommissie stelde 'n elftal sa- ïn dat ging voetballen. ADVERTENTIE „De mensen denken, dat ik altijd nog op stap ga. Maar dat is he lemaal niet meer het geval. Door niyn werk is voetballen een bijzaak geworden, hoewel ik het nög graag doe. Ik zal er ook alles voor over hebben om Lug dunum hogerop te brengen." De 24-jarige Hans v. d. Starp (te gelzetter van beroep), één van de meest talentvolle en tegelijk omstreden voetballers van Lei den. is weer in het nieuws geko men door zijn overschrijving van LFC naar derdeklasser Lug dunum. Hij vertoeft op het mo ment, dat we een gesprek met hem hebben nog in zijn ouderlij ke woning aan de Hogewoerd, in hetzelfde huis waar eens de ver maarde Piet Paaltjes Haver- Schmidt) zijn verhalen schreef. Inmiddels is Hans getrouwd en heeft zich in Leiden-zuidwest ge vestigd. Het lijkt, dat de grilüge voetballer van weleer zich in gunstige zin heeft ontwikkeld, hoewel het nog steeds frajppant is zoals in het gesprek meer malen naar voren komt hoe gemakkelijk hij in conflicten verzeild raakt. „Als het goed gaat, heb dk er alles voor over, maar wanneer er narigheid toomt, interesseert het me niet meer en schei ik er mee uit. Wordlt er dan achteraf gepraat, nou dat weet ik wel, dan ben ik eigenwijs. Zo ben ik nu eenmaal. Op het ogenblik is het misschien wat minder. Ik verwacht het in ieder geval bij Lugdunum vol te kunnen houden." ,3ij UVS heb ik mijn mooiste voetbaltijd gehad. Een kam pioenschap meegemaakt, dat was nog in de periode van Her- bert Zuma. „Maar ja," gaat hy verder, „er kwamen wat strub belingen en ik ben naar LFC ge gaan. Daar heb ik het ook best naar mijn zin gehad. Ik heb trou- wens voordat ik naar LFC ging nog een paar oef en wedstrijdjes voor Haarlem gespeeld. Smit bood me een contract aan. Het leverde me gemiddeld 100 gulden per week op. Verloren we een wedstrijd, dan kregen we geen cent. En wanneer ik een paar maal per week naar Haar lem moest reizen om te trainen, kwam ik 's avonds pas om twaalf uur thuis. Dat was dan voor f 15 per avond. Ik heb toen gezegd, mijne heren, daar ga ik niet voor voetballen. LEIDEN tLEMiUKKSTRAAT 115-117 In die tijd ging ik na de wedstrij den van UVS naar de Grot (daar heb ik ook mijn vrouw leren ken nen). Daar kwamen ook de jon gens van LFC. Er groeide een steeds nauwere band en op een dag ben ik met een paar LFC- ers naar secretaris Miss aar ge- Er is een hardnekkig gerucht geweest, dat je vlak voor een wedstrijd nogal wat sterke drank gebruikte. „Ach, de mensen kletsen maar raak. Dat was na de wedstrijd tegen De Mussohen, geloof ik. Zaterdagavond was ik met een paar vrienden op stap geweest. Maar toch lag ik precies om 11 uur in bed. De volgende morgen zijn we een kop koffie gaan drin ken in een café. We zijn daar blijven zitten tot een uur of één. De spelersbus was al weg. want we moesten om 2 uur in Rotter dam spelen. We (Reinier de Wit en ik) kwamen met een perso nenauto om vyf over half twee aan bij De Musschen. De jon gens waren al omgekleed. Ze gingen natuurlijk tegen ons te keer, maar we hebben nog wel gespeeld." Waarom ben je vorig seizoen bij LFC niet meer „Omdat ik niet meer trainde. Het was door mijn werk eenvoudig onmogelijk. LFC heeft me nog voorgesteld alleen zaterdags te trainen. Van der Moer zou dan komen, want zeiden ze, jij hoeft niet zó te trainen, je kan heus VOOR UW GEHELE VOETBALUITRUSTING Lange Mare 104 - Tel. 23827 Leiden Recht t.o. bushalte N.Z.H. en Maarse en Kroon SASSENHE1M/KATWIJK Twee jeugdige doelverde- digers uit het zaterdagvoet bal hebben in de afgelopen competitie sterk de aandacht op zich gevestigd: Gerrit Vooys (Quick Boys) en Henk Schellingerhout (Ter Leede). Zij beiden hebben een aantal zaken gemeen: beiden verte genwoordigen een vereniging uit de hoogste klasse van het zaterdagvoetbal, beiden zijn jong en ambitieus, terwijl ze eveneens overeenkomst ver tonen in de neiging hun hei ligdom wat nonchalant te verdedigen. Wat echter he melsbreed met elkaar ver schilt is de manier, waarop zij tot dezelfde hoogte zijn geklommen. wel meedraaien. Ik heb tegen Holswilder gezegd, wanneer de tijd verandert in verband met mijn werk, dan kom ik u dat wel zeggen. Maar zover is het niet gekomen. Ik kreeg ruzie met Leo de Jong en ik nam me voor niet meer met hem te voetbal len. Het bestuur is toen bij me geweest en ook coach Beunen. Leo de Jong belde op, dat hij ook kwam. We hebben op een zaterdagochtend bij mij thuis zit ten praten en we zijn later op de dag nog ergens een biertje gaan drinken. Toen het avond was. waren we nog even ver. Ik ben er toen radicaal mee gestopt. Piet de Jong, mijn grootste vriend bij LFC, heeft alles geprobeerd om mij in het elftal te houden. Maar ik heb nee gezegd. Ik heb trouwens geen enkele aspiratie meer om hogerop te gaan voet ballen. Ik kan veel meer berei ken met. mijn werk. Dat wil niet zeggen, dat ik er niets meer aan zal doen. Ik wilde aanvankelijk op zaterdagmiddag gaan voet ballen, maar via Gijs Collé ben ik met Lugdunum in contact ge komen. Gijs heeft voor mij'geïn formeerd, hoe men bij Lugdu num over mijn eventuele komst dacht. Ik hoorde later, dat ze het wel leuk .vonden. Na de vriendschappelijke wedstrijd Lugdunum—Roodenburg. waar naar ik was gaan kijken, heb ik een uurtje in de bestuurskamer zitten praten over allerlei dingen en toen heb ik het overschrij vingsformulier getekend. Lugdu num heeft een jong elftal. Ik ge loof of ik ben er eigenlijk van overtuigd, dat we dit jaar kam pioen worden!" M. Kantebeen ADVERTENTIE GERRIT VOOYS Gerrit Vooys, 20 jaar, gehuwd, is stuurman op de kleine vaart en woonachtig in Noordwijk. De Kat- wijker, 1.&7 m lang, laat fysiek een zeer krachtige indruk achter. „Ik ben al van mijn achtste jaar lid van Quick Boys. Ik begon bij de pupillen als rechtsback, maar ik maakte in een wedstrijd drie maal hands, wat ons evenzovele strafschoppen kostte. Ze hebben toen tegen me gezegd: ga jij maar keepen. Ik ben ook voortijdig, op mijn zeventiende jaar, naar de se nioren overgegaan. Dat kwam niet direct door mijn prestaties, maar dooa- mijn lengte. Tijdiens een ju niorenwedstrijd kwam er een veel kleinere tegenstander op me af. Hij schrok zo van me, dat hij te rugging. Ik kwam eerst in het vierde,toen het derde, het tweede en in januari 1966 speelde ik in het eerste." Henk Schellingerhout, 21 jaar, elektro-monteur in Leiden, woont bij zijn ouders in Kudelstaart (vlakbij Aalsmeer). De Sassen- heimse doelman heeft een veel minder imposante lichaamsbouw dan zijn Katwijkse collega. Hij be schikt over een flitsend reactiever mogen. Voornamelijk door zijn nog wat onervaren optreden wordt hij wel eens betiteld met fijndoel man." „Ik ben toevallig twee jaar geleden bij Ter Leede terecht ge komen. Voordien deed ik aan korf bal en volleybal. Een kennis, een Ter Leede-supporter, zei tegen me, dat ze in Sassenheim met een keepersprobleem tobden. Ik ben toen lid geworden van Ter Leede. Gevoetbald had ik nog nooit. Ik kwam tegelijk met Van Leeuwen, die tot halverwege het vorige sei zoen in het eerste onder de lat heeft gestaan. Ik ben In het twee de begonnen en speelde na ander half jaar in het eersite. Trainer Tonnie Kantebeen heeft me flink onder handen genomen. Alleen in de eerste wedstrijden heb ik wat last van zenuwen gehad, maar vergeet niet, dat ik onder een ze kere druk speelde. Ter Leede had achter elkaar met grote cijfers verloren. Toen kwam ik erin. We wonnen de eerste twee wedstrijden met 10. Dat gaf direct vertrou wen. Verder is het nogal wissel vallig gegaan. Het ls maar goed, dat ze in Aalsmeer niet weten, dat ik voetbal. Ze zouden dan allang bij me aan de deur zijn gekomen. Ik wil daar niet naar toe. De on derlinge verhoudingen zijn er niet zo best." Zowel Gerrit Vooys els Henk Schellingerhout koestert voor het komende seizoen wel enige ver wachtingen. Vooys: ,Ik heb aspiraties om ho ger (lees: betaald) te gaan spelen. Als ik de kans krijg, zal ik het ze ker doen. Ik ga dan een baantje op de wal erbij zoeken. In septem ber krijg ik namelijk een vaste baan als stuurman. Dan vaar ik 's maandags uit en kom zaterdags terug. Ik kan dus helemaal niet meer trainen. Ik weet niet of ik me dan nog kan handhaven. Toch hoop ik dit jaar in het Nederlands zaterdagteam te komen. Ik heb nu tweemaal reserve gestaan. Ik ver wacht het ook wel een beetje, hoe wel Wim van Vlaanderen erg goed is. Ik zou trouwens veel beter kun nen, wanneer ik een paar maal in de week stevig onder handen zou warden genomen. Dat vind ik het nadeel van trainer Westhoven, je la-ij gt geen keepenstraining. Ook bij Wallaart kreeg ik dat niet. Bij het Nederlands elftal was dat wat anders. Evert Sterk gaf mij een aparte training. Ik kon het soma niet eens volhouden." SchellingerhoutIk wil er dit sei zoen wat harder tegenaan gaan. Eens kijken of ik niet in een ver tegenwoordigend elftal kan ko men. Vorig seizoen heb ik het met de training wat laten zitten, ge middeld één maal per week. Ik moet er vooral op letten, dat ik in het doel niet te laconiek word. Ik kom natuurlijk nog veel routine te kort, de feeling voor het uitlopen en ook het dirigeren van de verde diging. Ik weet, dat ik beter kan, omdat ik me vorig seizoen niet voor de volle 100 heb gegeven. Het zou voor mij goed zijn, wan neer ik wat steviger werd aange pakt. Voor het betaalde voetbal ben ik op het moment nog niet rijp. Ik voel er ook nog weinig voor. Misschien, als alles goed gaat, over een jaar of twee. Ik sport graag. Ik basketbal nu ook HENK SCHELLINGERHOUT nog, maar voetbal bevalt me tot nu toe het beste. Ik besef, dat je met voetbal zekere risico's loopt. Zo heb ik tegen GSV een trap te gen mijn neus gekregen. Ik ben er niet mee bij een dokter geweest en hij is helemaal scheef gegroeid. Zo word je wat voorzichtiger. Ik trap nu liever de bal weg, dan dat ik mijn hoofd ervoor gooi M. KANTEBEEN.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1968 | | pagina 27