TV-sterren kiezen hun favorieten Voetbalnotities aan de tap Applaus voor Laseroms WIE WORDT ER KAMPIOEN? M. de VRIES I Ferdinandusse DSCH DAGBLAD SPORT LEIDSCH DAGBLAD - SPORT LEIDSCH DAGBLAD SPORT LEIDSCH DAGBLAD - SPORT LEIDSCH DAGBLAD - SPORT - LEIDSCH DAGBLAD TERDAM Willem s één van die mensen, 5k radio en tv een goede U le in uw huiskamer is ien. Wij vroegen hem, e andere van die tv- iendenr „wie wordt fie wordt volgend sei- sampioen van Neder- R- Willem Duvs J bterdammer Willem Duys dde, evenals de andere ar- voor de vuist ^eg. Hij zei: >4 kampioen wordt? De bin- I Kieboom natuurlijk. Ja, het wel, Kieboom is geen jr van Feyenoord meer. Dor mij wil Feijenoord nog eggen: de binken van Kie- trouwens, ae moeten wél Ite eindigen. Het zou toch zijn, als Japie, ik bedoel ap ^Ord." Pieter Lutz Trea Dobbs „Eén ding weet ik zeker," zegt Rotterdammer Pieter Lutz, „Xer- xes/DHC wordt in geen geval kampioen van Nederland." Om daarna met een enigszins grimmi ge trek om zijn mond te vervol gen: „Feijenoord wordt het weer. Elk jaar vraagt ei* wel iemand aan me: „Wie wordt het?" Al is het elke keer feest bij Ajax, ik biijf zeggen: „Feijenoord wordt het." Dat is toch logisch. Ik ben nu eenmaal een Feijenoord-bink." Pieter Lutz blijkt een chauvinis tische Rotterdammer te zijn. Want als we naar de tweede plaats vra gen antwoordt hij: „Die is voor Sparta. Dan zijn we door de Rot terdamse olubs in de eredivisie heen. dus derde eindigt ADO." En om zijn Rotterdamse chauvinisme tot een hoogtepunt te voeren be sluit hij een tikje sarcastisch: „En de vierde plaats gun ik Ajax." k V. 1 Trea Dobbs, ex-tienerzangeres, thans „vedette" in de Sleeswyk-re- vue, is niet zo enthousiast over voetbal. De inwoonster van het pittoreske Meerkerk zegt: „Ik móet er op de televisie wel eens naar kijken, omdat mijn man het aanzet." Toch wil zij wel zeggen, wie er kampioen van Nederland wordt. „Volgens mij PSV. Waarom? Om dat ik een geboren Eindhovense ben. Mijn hart zit nog steeds een beetje bij Philips. Wie er op de tweede plaats eindigt? Dat za;l Ajax wel zijn. Die is nogal goed, heb ik gehoord. Oh ja. en laat ik dan Feijenoord niet vergeten. Vooruit dan maar, een derde plaats voor Feijenoord. Zyn ze in Rotterdam ook gelukkig." Als we haar vertellen, dat Feijen oord met een derde plaats be slist niet gelukkig zal zyn, ant woordt ze verbaasd: en waarom dan niet? Het is toch reuze hoog?" Tom Man (Iers Honderden kinderen hebben zo juist uit volle borst „Hand in hand kameraden" gezongen. Het doek valt. Het kindermatinee zit erop. In zijn kleedkamer zegt een ver moeide Tom Manders („Die kinde ren slopen je") mat een ernstig ge zicht: „Sparta wordit kampioen. Waarom? Omdat Sparta aan de beurt is." Na even aarzelen, ver volgt hij: „Tweede eindigt ADO. Kijk, ik heb een zwak voor ADO. Ik zag mijn laatste voetbalwed strijd toen ik veertien jaar was. ADO tegen weetikveel. Daarna heb ik geen tijd meer gekregen om naar het voetballen te gaan. „Tja, en wie zou er derde worden? Even nadenken." En dan grinni kend: „Oh ja, je hebt Feijenoord en Ajax óók nog. Nu, die eindigen samen op de derde plaats." En tenslotte verontschuldigend„Van voetballen heb iik echt geen bal verstand van Praag, het voor el- eeg om het vier keer ach- te worden. Zoiets mag Biet. X}. ^is móet lk wel zeggen dat 1 het wordt. Want ik heb het idee. dat het mijn )$- 4"as, dat het het vorig sei- lukte. Dat komt zo, ik I Kindvall in „Voor de vuist |ie maakte toen bij Feyen- (als aan de lopende band. doet voor de televisie knappe dingen met een weg, en maakt de vol- _Jie maanden geen doelpun- *r. Dat kostte my een fles gne. want ik had gewed, 3^- lenoord kampioen zou wor- lar Kindvall komt nu niet II „de vuist," dus blijft hij aken, dus wordit Feijenoord •fr if ir ir it ft AAAAAAA AAAAA AAAAAAAAAAAAAA ft ft ft ft ft Willy Albert! Albert!de Amsterdamse van het Napolitaanse lied jrwonderd: „Wie er kam- Tordt? Dat is toch al een lakte zaak? Ajax natuur- ■an twijfel mogelijk. En dat echt niet, omdat ik een (istische Amsterdammer i ook niet omdat ik me al fcintig Jaar donateur van |ag noemen, maar heel een- omdat Ajax de beste ploeg Technisch en tactisch is eel sterker dan Feijenoox-d. Ijk ik zeg dit als voetbal- Ajax wordt het weer." Willy Alberti nog even heeft dat Johan Oruyff zijn lie- is, geeft hij T>rd komend seizoen weer plaats: „De gewone zaken: na Ajax komt Over de derde plaats "^hij even. „Vraag je het me I dan zeg ik ADO. Denk ik Ji bij na, dan antwoord ik: #aien welPSV. In Eindho- f Jbben ze lekker gekocht. Er ^el eens een goede ploeg te- kijn komen. Ja, laat ik het wat de derde plaats betreft, houden. Maar Ajax wordt >en." jtfernian Wigbold m Wigbold van „Achter het nef" leeft wat voetbal betreft jui(het voetbal nog zó. Vóór de ger wedstrijd kalken de spelers de lij- nog in de oude draai doos. „Kijk, nen en verwijderen overblijfselen van koeien. En na afloop wassen by de pomp. Dat is ideaal. Toen het betaalde voetbal kwam, ver dween dan ook onmiddellijk mijn belangstelling voor de sport. En dat, terwijl ik toch vroeger zelf ge voetbald heb. In het Schiedamse Excelsior '20 mi in een klein Vlaar- dings clubje, waar ik de naam niet meer van weet," zegt hij. Als we toch aandringen, om de kampioen van volgend seizoen te noemen, antwoordt, hij: „Voor mij Is HFC uit Haarlem de kampioen. De Koninklijke dus. Een club van de oude stempel. Een sjieke ver eniging ook." En met bewondering in zijn stem vervolgt hy: „Een club, waar de voetballers blazers dragen." Als we hem vertellen, dat de spelers bij Ajax ook blazers hebben, zegt hij verbaasd: „Wer kelijk? En ik maar altijd denken dat het een volksclub is!" trouw. Trouwens, ik moet wel. Ik krijg in de rust altijd thee in de bestuurskamer." Beginnen we over de landskam pioen in 1969, dan zegt ze: ,J)at wordt Feyenoord. Mijn hart gaat echt een beetje naar Feijenoord uit. Ik ben toen met de boot mee- geweest met Feyenoord naar Ben- fioa. Dat. was geweldig. Leuke mensen die supporters van Feyen oord. En de spelers lyken me ook aardiger dan die van Ajax. Ik vind ze bij Ajax een beetje over het paard getild. Misschien is het wel dom, dat ilk dit zeg, want ik ti-eed binnenkort in Amsterdam op. Maar voor mij wordt Feijen oord dus nummer één en Ajax twee." Johnny Hoes Johnny Hoes, koning van de smart lap, inwoner van Weert en oud- Tonny Hmirdeman Tonny Huurdeman, om wie mil joenen op de televisie kunnen lachen, kan wel huilen, als we met haar over voetbal beginnen. De reden? Haar bloedeigen club, haar Hilversum is terug naar de amateurs. Tonny Huurdeman: „Al ben ik vorig seizoen by Hilversum zo nu en dan uit pure ellende weg gelopen, toch blijf ik myn club l> ADVERTENTIE 3ANV0SSENSTEE6 7W7 .Til; >6901 - tglPflf ROTTERDAM (GPD) Het gebeurde zaterdagavond 15 ju ni. Theo Laseroms, die als Spartaan slechts fluitconcerten in het Rotterdamse stadion ge hoord had. Na amper tien mi nuten voetbal tegen Standard Luik draaide Lqseroms handig om een Belg heen en schoof de bal voor de voeten van een ploeggenoot. Het gevolg: ap plaus. Laseroms kon zijn oren niet geloven. Applaus. Voor hem? In het stadion? Aarze lend vroeg hij aan Rinus Is raël: „Was dat applaus werke lijk voor mij?" Juist op het moment dat hij dit vroeg, haal de de back van Standard Luik, Onclin. op niet al te nette wij ze Coen Moulijn onderuit. Vie zerikviezerik," brulde het Rotterdamse legioen naar Onc lin. En toen antwoordde Rinus Israël grinnikend: „Ik geloof dat dit laatste voor jou bedoeld is." Theo kon het grapje appre ciëren Na de wedstrijd zei Laseroms een tikje ti'ots: „Ik heb geen enkele overtreding tegen ge kregen. Werkelijk, als het niet hoeft, speel ik niet hard." Theo Laseroms' komst bij Feijenoord kreqp veel tam tarn van tevoren. Supporters van Feijenoord schreven kwade brieven naar Guus Brox in de ADVERTENTIE TERLENKA REGENJASSEN Haarlemmerstr. 149 t.o. Janvossensteeg trant van: Hoe kunnen jullie nu zo'n harde speler nemen?" Na de eerste oefenwedstrijden van Laseroms in het roodwit geblokte shirt praten de meeste mensen al anders. „Het valt mee," zeggen ze nu, „Theo is niet zo hard meer." En wat zegt Laseroms er zelf van? „Het is in het huidige voetbal zo, dat je hard moet kunnen spelen, wanneer dit no dig is. Gaat de tegenpartij er hard tegenaan, dan moet je wel wat terugdoen. Logisch. Anders word je onder de voet gelopen. Anders ga je het schip in." De 28-jarige speler, die op zijn zestiende in het eerste elftal van het Roosendaalse RBC de buteerde en die via NAC, Spar ta en de Pittsburg Phantoms bij Feijenoord terechtkwam, vervolgt: „Bij Sparta was mij meestal een harde taak toebc- diend. Moest er een speler van de tegenpartij uitgeschakeld worden dan hoorde ik: „Theo, die pak jij maar. En zorg dat hij niet aan de bal komt." Van uit Spartaanse ogen gezien, was dit vrij begrijpelijk. Ik kan nu eenmaal heel aardig een man uitschakelen. Maar het ge volg was. dat ik vaak op de harde toer moest. „Dat was noodzakelijk, wilde ik mijn taak goed uitoefenen. Bij Feijenoord krijg ik zo'n op dracht meestal niet. En dus hoef ik dan niet zo hard te spe len. Overigens maakt het feit dat Israël naast me staat, ook heel veel uit. Rinus is een toffe jongen. Hij is bereid om, wat wij noemen, ook het vuile werk op te knappen. Werkelijk, zo makkelijk als naast Israël heb ik nog nooit gespeeld." De supporters van Feijenoord hebben het in de eerste oefen- ivedstrijden kunnen zien. Voor Feijenoord is het te hopen, dat de tandem Israël-Laseroms op precies dezelfde wijze voort zal gaan. ADVERTENTIE LEIDEN HAARLEMMERSTRAAT 115 - 117 Ut j 1 I xj- 1 Rotterdammer, is een voetbalken ner. Hy vertelt: „Tot myn 23ste heb ik in Rotterdam gewoond. Ik zat toen altijd by Feijenoord aan de Kromme Zandweg. Ik heb er keien als Pyl, Van Heel, Van Dyke zien spelen. Kyk, en als het huidi ge Feyenoord nu de inzet van die knapen van toen op kan brengen, worden ze sowieso kampioen. By Feyenoord zit genoeg kwaliteit. Dat wel. Maar het ontbreekt er dacht ik wel eens aan zelfver trouwen. De jongens zyn mentaal niet. hard genoeg. De inzet is niet altyd zoals by het Duitse voet bal honderd procent. Maar met die nieuwe jongens erby zal het wel lukken. Werkelyk, ik geloof weer in Feyenoord. Vorig seizoen zag ik Ajax-Feijenoord en toen was Ajax echt de betere ploeg. Maar nu wordt het anders. En als Feijenoord kampioen wordt, ein digt Ajax natuurlijk op de tweede plaats. Dat is logisch." 1111111111 Het. was op een maandagmid dag, iets na vyven, dat ik weer eens in het café in de Paatjessteeg kwam. Vroeger, toen ik nog in die buurt- woon de, liep ik er vaak naar bin nen, maar dat is nu alweer zes jaar geleden. Het was an ders geworden: het rook er nu vaag naar middageten, en dan nog van mensen die gek op rooie kool zyn. Het was er veel drukker, er stonden nu mensen op plekken waar vroeger niks was. En boven dien waren de mensen die er waren ouder dan de mensen, die er toen zaten. Tenzij het huis voor bejaarden om de hoek een vrye middag had. Achteraan, aan het laatste ta feltje was een ruime vrije plaats, omdat er maar één man zat, een vrij zware man, met een groot on tevens kwaad gezicht. Hy had een volle, artistieke snor daar door leek zyn bolle gezicht op dat van een Hongaar die zyn viool in de tram had laten lig gen. Mag ik hier even zitten? vroeg ik. Ga je gang, zei hy stug, als Je maar niet over voetbal be gint. Waarom mag ik niet over voetbalzei ik, terwyl ik ging zitten, maar hij begon meteen te protesteren: „Zie je wel, wéér zo'n vent. Hy zit nog niet of het woord voetbal komt uit zyn bek." Sorry, zei ik, ik weet van vdie sport niks, ik praat er nooit over. Hy knikte. „Oi„" zei hij, „maar vooral op maandag is het erg. Dat gedram over voetbal. Begryp me goed, ik juich het toe als mensen over voetbal piraten. Daar ben ik heel iuim in. Als ik maar niet hoef te luisteren. En dat komt, omdat ik niet van voetbal hou, dat komt juist, omdait ik zeer van voetbal hou. Ik hou zo veel van voetbal dat ik altyd over voetbal praat. Als iemand zegt dait-ie van voet bal houdt, dan moet je eraan twyfelen. Als iemand zegt: ik hou van voetbal, dan ben je op de goede weg, dan weet-ie er wat van. En daar ziit hem juist de kneep ik hou zoveel van voetbal, dat ik niet naar al dat gedram van totale onbevoeg den kan luisteren". Ik zit hier In myn eigen stamcafé, ik zit rustig, ik pest niemand, ik stink niet wat wil je meer? Ik wil zelfs naar iemand luis teren die over voetbal praat, maar hy moet er verstand van hebben. Ik moet er iets van kunnen opsteken. Ik moet ryker huiswaarts keren. Be gryp je? Ik zei dat ik liet begreep. Hy haalde zyn neus met vyf korte rukken op. en ging ver der: „Soms spreek je mensen hier in dit café, en die begin nen dan over voetbal. En eer lijk, het is dan ineens of je met debielen praat. Dan rolt er ineens een hoop onzin over de tafel! Wat zeggen ze dan ineens over de wedstryd van gisteren? „Goed was-ie giste ren, hè? Hardstikke goed!" Nou, als dè.t over een wed stryd praten is doe mijn lol dan maar in de theemuts. En waar ik ook zo de ziekte aan heb, dat is dat kleineren de van mensen die over voet bal praten. Dat leer je op sohool al: een goaltje maken. Nou, als kind kan je dat zeg gen, dat mag. Maar als vol wassen mens betaal je 's zon dags toch niet een paai- gul den om een goaltje te zien maken. Je betaalt voor een goal. In myn nabyheid mag iemand zeggen: een juweel van een goal. Of een piejeme- nona van een goal. Kan me niet schelen, maar niet goal tje. „Wat vooi- goal mag iemand tegen u zeggen?" „Hoe bedoel je." Hy dacht even terug. „O! Piejemenona goal, dat is een uitdrukking by ons thuis. Myn vader was tegen het zeggen van vieze woorden, dus hy kortte ze af. Pies je me nou nat, begryp je." Hy knipte met de vingers en bestelde nog een jonge. „Spelertje," zei hy ineens fel, „dat woord daar hou ik ook niet van. Zo'n jongen doet zyn best, maar dat verwacht ik ook. Hy woi'dt ervoor betaald. Hy heeft er recht op dat ik zeg: speler. Als by jou thuis je warm water geiser 's een keer goed gefit wordt, zeg jy dan soms dat je gisteren zo'n „lekker loodgietertje" bij je thuis had, „of als je dochter in de recordtijd van zeven minu ten voor haar leven lang aan een zak van een jongen ver bonden wordt, praat jy dan soms over een „lekker ambte naartje"? Hè?" „Nee meneer, lk kyk langer rond op deze bolle aarde dan u denkt. Ik heb in myn leven 58 hemden versleten, waarvan 23 in de nachtdienst. En daar om kan ik u in gemoede zeg gen: het enige verkleinwoord je waar je als man goed mee rond komt is „meisje." Als mannen praten over een leuk meisje, dan willen ze ermee trouwen. Dat zit snor. Als ze beginnen over meid, of lekke re meld, dan wordt 't buiten spel. Of free kick. En als 't lukt passen ze de voordeelre- gel toe. Nee jongen, wie met my over voetbal wil praten die moet 't kunnen." Want zeg nou eerlyk: hoe kan ik my een beeld van een wed stryd vormen, als het enigste dat ik hoor 1st „Lekker spe lertje" of „waaaaardeloze back" of „die jongen schiet niet, die maakt puddingvor men." Aan zulke dingen hèb ik toch niks!" Hy dronk nu geagiteerd van syn glaasje en stak zijn wys- vinger dreigend naar me om hoog. „We zijn het ei'over eens dat de laatste perfecte voetbalwedstrijd de afscheids- wedstryd van Stanley Mat thews is geweest. Daarna heeft er altijd wel iets niet ge deugd, tenminste, voor zover ik dat hoor. En wat my zo benauwd maakt is dat ik geen goed overzicht meer heb van wat er op de voetbalterreinen gepresteerd wordt, omdat de mensen steeds slechter over voetbal praten. Ze zeggen maar wat. Een goeie indruk van een wedstryd krijg je nooit. Vorige week zat hier in dit café een vent en die praat te over een wedstrijd, die hy had gezien tussen ACH en Ra pid Workum '67. En als je daarnaar luisterde dan leek het wel Real Madrid tegen Manchester. Op die manier raakt toch het hele praten over voetbal in het slop. Wat heb ik er dan nog aan?" „Maar u hoeft toch niet over voetbal te praten," zei ik zwakjes. „Wat nou? Waarom zou ik niet over voetbal praten. Hoe kom ik er dan achter wat op de velden plaatsgrijpt?" „Nou u kunt toch gewoon gaan kyken," zei ik, maar wel onzeker want ik begon hem vreemd te vinden. „Pfff," zei hy schamper. „Gaan kyken! Piejemenona! En dan voor een paar gulden precies hetzelfde zien als iedereen. Ik bedank Je feeste- lyk. Doe het maar in me spy- kerbroek, dan laat lk het wel roesten. Gaan kyken, kom nou!" „Wat heeft 't dan voor zin om over voetbail te praten," zei lk. Hy boog naar me toe over de tafel, en tikte op myn arm. „Meneertje," zei hy, „zondag avond, maandag eix dinsdag zit ik hier in myn café. En als lk de goeie vertellers tref, maak ik hier zeker drie of vier perfecte wedstryden mee. Ik krijg een schat van infor matie over spelers, veld, be zoekersaantallen, gedrag van de scheidsrechter en weet ik wat niet meer. Ik weet méér van voetbal dan iedereen hier in de buurt. Dat ga ik toch niet verpesten door te gaan kyken of die verhalen wel kloppen. Ik kyk wel uit. Maar daarom mag ik toch 's een keer in de put zitten, om dat ik denk dat het hele Ne derlandse voetbal naar de mieter gaat? Want de manier waarop ze er de laatste maan den over pratenWeet Je dat ik vorige week hier heb zitten luisteren naar een vent, die over paarderennen vertel de!" Ullllllllllil IIIIIIIIII|IIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIUIIIIII1I11I1I1I1UPII|JIIIIUIIIUIIIIIIIIIUJIIIII

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1968 | | pagina 23