3
Mentaliteit is niet veranderd
Jn ons jubileumjaar
moet het gebeuren
SPORTFOTO'S
L
COVS-voorzitter Van der Klugt:
Vroeger lag het allemaal andiers.
De afstand tussen scheidsrechter
en voetballer was groter. Dat is er
nu niet meer bij, maar
J Kopstukken
M. de VRIES
Jan Breedeveld (Lngdnnwn) i
LEIDSCH DAGBLAD SPORT LEIDSCH DAGBLAD SPORT LEIDSCH DAGBLAD SPORT LEIDSCH DAGBLAD SPORT - LEIDSCH DAGBLAD SPORT - LEIDSCH DAGBLAD
EID
115.
Dat is eerlijk waar. Behalve onze
wekelijkse bijeenkomsten op
maandagavond doen we er verder
niets aan. Zegt die jongen: dat
vind ik maar een verdraaid klein
beetje, want zo raak ik nog tussen
de wal en het schip. Ik zou zo
graag willen dat ze me lieten op
draven nadat ik vijf, zes wedstrij
den heb gefloten, om me op mijn
eventuele fouten te wijzen. Daar
leer ik iets van
LEIDEN „Vergeleken bij vroeger is de mentaliteit van de
Voetballers niet veranderd. Alleen vind ik de instelling van de
ugd directer. Zij is meer bij de zaak betrokken, praat er ook
ljfcmakkelijker over. Dat deed ze vroeger niet, had ze meer
istand
5eJiDe heer Th. W. van der Klugt (58) voor zijn vele vrienden
denoom Dirk" weet waarover hij praat. In 1954 sloot hij een
"enstelijke) carrière als scheidsrechter af, 33 jaar heeft
zitting in het bestuur van de COVS, Afdeling Leiden
lang al voorzitter? Ben ik vergeten, schrijf maar geruime
en als cursusleider was hij de leverancier van vele
uwe fluitisten.
ai
tonua, vroeger. Toen lag het alle-
sflpBkal anders. Een Van Moorsel en
grote kopstukken hadden
overwicht. Dat bracht hun
en positie mee, niet omdat
t grotere scheidsrechters waren,
werd anders bekeken, de af-
nd tussen de scheidsrechter en
spelers was groter. Dat is nu
et meer het geval. Je bent arbi-
r, je hoort erbij en zo word je
)k direct aanvaard. Men staat
ik sneller met zijn kritiek klaar,
s er nu iets op een veld gebeurt
deelt men en handelt men
dikwijls onmiddellijk. Maar
je nou vraagt: zijn de mensen
ihter geworden, dan zeg ik:
(e, daar geloof ik niets van. Vroe
s' gebeurden er op de voetbalvel-
ook ongerechtigde zaken. Al-
niet in die matePein-
kijkt de heer Van der Klugt
zijn tv-toestel. „Ja, wat wil
Als er een wedstrijd op de tv
punt waarin gemeen wordt ge
ld, kan je het de zondag daar-
direct terugvinden, hier in de
[deling, overal. Zie je veel meer
:essen. Maar je ziet ook de fijne
;en ervan. Men probeert beter
te spelen en dus snijdt het
aan twee kanten. Ik vind het
•1 van vandaag-de-dag dan ook
il beter dan het ooit geweest is.
leenhet scheidsrechteren is
ker geworden
irestegeu
Maar ook bij de arbiters is het.
il sterk gestegen. .Logisch, er
«rdt ook veel meer aan hun op-
ding gedaan," vertelt de heer
.n der Klugt. „Weet u hoe ik
leidsrechter ben geworden? Ik
cht een spelregelboekje, las dat
iemaal door en moest toen exa-
pen doen. De commissie, drie
sterk, stelde drie vragen en
was ik geslaagd. De verdere
pleiding werd beleefd aan de man
overgelaten. De COVS (Cen-
ile organisatie voetbal scheids-
hters) heette toen nog NBVS.
ik daar voor het eerst op een
dering kwam hoorde ik de
r_en arbiters denken: daar heb
|e weer zo'n broekje, die zullen we
ranavond eens te pakken nemen.
Ee stelden me een vraag over de
Ipelregels en nadat ik die beant
woord had, vroeg ik of ik er ook
Ben mocht stellen. Het mocht, ook
»1 vonden ze me knap brutaal. Ik
rraag: kent u een geval waarbij
Ben speler een doelpunt kan ma
ken zonder in het speelveld te zyn
keweest?" Nóg kan de heer Van
der Klugt smakelijk om de beteu
terde gezichten lachen. „Niemand
het. Anderhalf uur hebben ze
een kat om de hete pap heen
draaien. Toen moest ik met
antwoord op de proppen ko
lk zeg: een speler valt uit tij-
een wedstrijd. De reserve
de arbiter toestemming om
het veld te komen. Mag. Maar
moet meteen een hoekschop ne-
loopt van het reservebankje
naar de hoekvlag en scoort met
een inswinger. Is die man in het
Veld geweest, ja of neeVer
ontwaardigde gezichten: ja, als je
het zo bedoeltVragen kreeg
ik niet meer, wel drie maanden la
ter een uitnodiging om zitting te
nemen in het bestuur
Ik heb me er altijd geweldig aan
geërgerd maar je stond toen
machteloos dat er in die tijd zo
Geinig aan de verdieping van de
spelregelkennis en opleiding van
scheidsrechters werd gedaan.
Daarin is nu gelukkig heel wat ver
beterd, maar tevreden ben ik nog
lang niet. Vooral de begeleiding
gvan de jonge scheidsrechters is
^nog ©en heet hangijzer. Een voor
beeld: we zitten op de slotavond
van de jongste cursus nog wat na
[ite praten en daar vraagt me een
van die kersverse arbiters: me
neer Van der Klugt., wat doet u nu
verder aan ons? Ik zeg: niks....
werk wordt met onmiddellijke in
gang overgenomen door de tweede
voorzitter."
Stokpaardje
Na dit intermezzo keert de heer
Van der Klugt ijlings terug naar
zijn stokpaardje: de opleiding van
de scheidsrechters. „Het komt nu
nog voor, dat een scheidsrechter
in twee jaar geen rapport heeft ge
had. Als zo'n r.:-n me dat komt
vertellen het zijn uitzonderin
gen, maar ze zijn er dan zeg ik:
man, ergens deug je niet. Je had
al lang by me moeten komen. Je
had bij de scheidsrechterscommis-
sie met je vuist op tafel moeten
slaan en zeggen: hé. hebben jullie
me niet gezien, ik ben de beste die
er isJe moet er natuurlijk
ook zelf wat aan doen. Training,
spelregelkennis, je moet er lief
hebberij in hebben. Mankeert het
daaraan, schei er dan alsjeblieft
Die jongen had het natuurlijk bij
het rechte eind, maar niet de
COVS, die slechts een dienende
taak heeft, maar de voetbalbond
lees de scheidsrechterscommis
sie moet de gelegenheid openen
dat dit werk, de begeleiding, kan
gaan gebeuren. Afdelingsvoorzit
ter Han de Jongh is er in ieder ge
val voor," verklapt de heer Van
der Klugt.
Er is overigens een kans, dat de
heer Van der Klugt binnen afzien
bare tijd zelf de leiding van de
scheidsrechterscommissie in han
den zal krijgen. Hij zal namelijk
kandidaat worden gesteld voor de
„stoel" in het afdelingsbestuur van
de aftredende lieer J. v. d. Berg.
waaraan automatisch het voorzit
terschap van de scheidsrechters
commissie is verbonden. Als de
bondsvergadering vakman Van
der Klugt wil hebben, treedt hy af
als voorzitter van de COVS. Die
functie kan nooit samengaan met
het voorzitterschap van de scheids
rechterscommissie, omdat ze nooit
ineen, maar in de meeste geval
len tegen elkaar in lopen. „Ik zou
dan tegen mezelf moeten gaan
vechten en dat kan natuurlyk niet.
Als COVS-voorzitter blyf ik dan in
naam aan tot de jubileumvergade
ring op 27april 1969, maar het
ADVERTENTIE
KOSTUUMS
Haarlemmerstr. 149
t.o. Janvossensteeg
DIRK VAN DER KLUGT
tenslotte had ik een bedrijf
(Foto LD/Holvast)
mee uit, verkoop dan Je spullen
maar
Eén onderdeel van het scheids-
rechtersvak het allerbelangrijk
ste kunnen wij de arbiter niet
leren: persoonlijkheid. Als hij die
niet bezit, komt hy er nooit
Als we over de persoonlijkheid van
Leo Horn beginnen, wordt de heer
Van der Klugt zonder meer en
thousiast. „Die man is voor de
scheidsrechters een geweldige am
bassadeur geweest. Goed, hij had
zijn tekortkomingen, dat weten we
allemaal. Zijn hart lag op zijn tong
en die was wel eens te scherp. Als
scheidsrechter was het een buiten
gewoon fijne vent en als collega
onbetaalbaar. Een voorbeeld: bij
een kleine club komt hij een cau
serie houden. In de pauze is er een
verloting. Komen ze Horn vragen
of hy ook een lot wil kopen. Horn
informeert naar de hoofdprijs. Dat
was een wollen deken en de pen
ningmeestervan die club dacht, dat
hij met dat ding naar de hemel kon
fietsen. Horn lacht, doet zijn gou
den horloge af had hij gekregen
van Real Madrid en zegt: ver
koop dat maar. Het bracht 1500
gulden opZo was Horn. Impul
sief. We hebben hem een keer of
vier op onze a/vonden als spreker
gehad. Vooraf zei hy altijd: v. d.
Klugt. als er vanavond vragen
over de spelregels worden gesteld
doe jij die dan maar af, want daar
verdiep ik me niet in. Hy kende
de spelregels, natuurlyk, maar hy
ging voor tachtig procent uit van
de .geest van het spel en niet vol
gens de letter. Hij was de man
van wie gezegd werdhij maakt
de spelregels zelf
Op de kampioensreceptie van
Door LD
sportredacteur
René Vos
UVS heeft Neptunus-voorzitter Van
Heusden gezegd, dat hij tijdens een
wedstrijd zijn spelers niet in de
hand heeft en hij dus machteloos
staat als zij uit de band springen,
zoals in het jongste treffen tussen
de Leidse en Rotterdamse club is
gebeurd. De heer Van der Klugt
heeft tegen die uitspraak dezelfde
avond nog fel stelling genomen.
„Ja, meneer Van Heusden maakte
er zich met een Jantje van Leiden
af, alsof er helemaal niets was ge
beurd. Maar de feiten waren ern
stig genoeg. De scheidsrechter
heeft klappen gekregen en zoiets
kan voorkomen worden. Als de
spelers weten dat het hen hun
plaats kost in het elftal als zij bui
ten hun boekje gaan, doen ze zo
iets niet zo gemakkelijk. Die uit
wassen doen zich dan ook vrywel
altijd voor bij clubs, waarvan het
bestuur niet krachtig genoeg is.
Natuurlyk, je kan de spelers ryp
maken om voor hun club een
uiterste krachtsinspanning te leve
ren, maar dit ..oppeppen" mag
nimmer uitmonden in onbehoorly-
ke daden op het speelveld. Ook de
oefenmeesters zijn in deze belang
rijke mensen. Ik heb een geval
meegemaakt bij Volendam, dat
vergeet ik mijn leven niet meer.
Het was de belangrijke wedstrijd
Volendam—ZPC, een derby, beide
clubs stonden aan de kop van de
ranglijst. Die wedstrijd moest ik
fluiten. Voor de aanvang komt de
geestelijke adviseur van Volendam
de kleedkamer binnen. Een jaar of
33 schatte ik hem, een „broekie"
dus nog. Hij spuwt in zijn handen
en zegt: wie heeft er lef? Hy steekt
een vuist uit en pets, pets, elf van
die grote vissersklauwen er boven
op. Als laatste sloeg de trainer
zijn hand op die imposante toren
en zei: jongens, een man een man,
een woord een woord, we knokken
er vanmiddag voor, maar denk er
aan: sportief
Ik heb bij Volendam misschien
wel vier, vijf grote competitiewed-
stryden gefloten. Ik ben er altijd
met het grootste plezier naar toe
gegaan. Nog een voorbeeld van
clubdiscipline: twee jaar geleden
waren die Volendammers in Lei
den, by de prijsuitreiking van de
Zilveren Molen van LFC. Het was
een groot feest en ik vroeg aan hun
voorzitter: hoe krijg je straks dde
knapen in de bus? Hij lachte, stond
om vijf voor half twee op, klapte
drie keer in zyn handen en zei:
jongelui, het is tyd. Tien minuten
later zat het hele gezelschap, zon
der mopperen, in de bus. Ik wil
maar zeggen: als bestuurder moet
je overwicht hebben op de spe
lers
Oppeppen
ook nooit meer gevoetbald. Dat
was geval nummer één. In de
twaalfde minuut van de tweede
helft vangt Wim Zwart, prima
voetballer, heeft later nog in Hol
land Sport gespeeld, de bal op zyn
borst op, wil ermee naar het Was
senaar-doel rushen, ziet een back
over het hoofd en valt over de man
en slaat met zyn hoofd tegen de
grond: hersenschuddingHet
tweede ongeval, waarby van kwa
de opzet geen sprake was, maar
er rent een man het veld op en
zegt tegen me: „als je de weds tr yd
niet staakt steek ik je dood." Ik
antwoord: ja, dat zal wel. Er komt
een tweede supporter schreeuwend
op me afstuiven: „als je niet stopt
sla ik je je hersens in." Op het
zelfde moment kryg ik, op myn
hoofd, een klap. Dat konden die
twee broers van de .gesneuvel
de" Zwarten nooit gedaan heb
ben, want beiden had ik goed vast.
Er kwam toen zo'n man of vijf-,
zeshonderd op me afstuiven. Ik
smeet die jongens van Zwart erin,
kreeg wat ruimte en daarna moet
ik de 100 meter naar het clubhuis
in wereldrecordtijd hebben afge
legd. Ik sprong over een hek, zó
hoog. dat ik me later heb afge
vraagd: hoe is het mogelyk dat ik
niet hardstikke dood ben gevallen,
spoot de clubtent in en het Is me
daar een vechtpartij geworden,
meer dan verschrikkelijk. Ik ben
onder zwaar poli tie-escorte ik
leek prins Bernhard wel naar
huis gereden, 's Avonds, ik heb
juist een borreltje ingeschonken,
wordt er gebeld: een rechercheur.
Met zijn gezioht in een droevige
plooi getrokken zegt die man te
gen myn vrouw: ik heb een slech
te boodschap voor u. Wij hebben
zojuist uit Wassenaar bericht ont
vangen, dat uw man is overle
den Doek
WassenaarPostduiven eindigde
tenslotte in een rechtzaak. Zes
man verklaarden onder ede, dat
een van de in het veld gekomen
gebroeders Zwart mij had gesla
gen. Dat kon natuurlijk nooit. Een
van die jongens werd tot drie
maanden veroordeeld, maar in ho
ger beroep werd dat, op mijn ge
tuigenis, ongedaan gemaakt. Het
waren geen lieverdjes op het voet
balveld. de „Zwarten," maar toch
wel heel fyne kerels. Na die wed
strijd heb ik besloten ik had
tenslotte een bedryf te stoppen
met do actieve fluiterij. Toen ik
met die boodschap by Karei van
der Meer kwam, zei hy: „maar
Dirk, je staat voor de poort van
de eerste klasse." Nou ja, dat had
ik in myn carrière al driemaal ge
staan Bovendien was ik drie
maanden van myn „rode pas
poort" (het bereiken van de 45-ja-
rige leeftijd) af. Ik heb me dan
ook niet meer laten bepraten
ADVERTENTIE
LEIDEN
HAARLEMMERSTRAAT 115 - 117
Hoe voorzichtig bestuursleden en
trainers hun woorden moeten kie
zen bij het „oppeppen," wie kan
daar beter over meepraten dan de
heer Van der Klugt zelf? Een uit
zo'n „donderspeeoh" voortvloeiend
incident heeft hem zelfs doen be
sluiten sneller een punt te zetten
achter zyn carrière dan hij eigen
lijk van plan was geweest. „Het
gebeurde in een doodgewone com
petitiewedstrijd tussen Wassenaar
en Postduiven. De trainer van de
Kerkehoutbewoners, die het jaar
ervoor Postduiven onder zijn hoe
de had gehad en de tegenstander
dus heel goed kende, had op de
trainingsavond, voorafgaande aan
de wedstrijd, tegen zijn spelers ge
zegd: „jongens, die gebroeders
Zwart van Postduiven schoppen we
eruit." Hy bedoelde dat niet let
terlek, drukte zich alleen wat on
gelukkig uit. Het lekte natuurlijk
uit en die zondag stonden er in
Wassenaar pak weg 1500 JLoosdui-
ners langs de lyn. Daar kom je
dan, argeloos, als scheidsrechter
het veld in. Twintig minuten ben
ik bezig en er gebeurt een zeld
zaam ongeval. In een poging om de
bal in het doel te tikken, valt een
van die jongens Zwart met zyn
knieschijf op het puntje van de el
leboog van de doelman. Wij horen
een gil en Zwart blyft liggen. Er
komt een dokter by en die zegt:
„inpakken en meenemen." Het
bleek dat, Zwarts kniebanden wa
ren gescheurd. Hy heeft daarna
„We hebben twee seizoenen de
boot gemist en we hopen nu echt
in ons jubileumjaar het kampi
oenschap te behalen". Aan het
woord is Lugdunum-voorzitter
Jan Breedeveld, gezeten op een
stoel in de niet zo royale be
stuurskamer aan de Haarlem
mertrekvaart met zijn rug naar
de raamkant, waar twee kogel
gaatjes herinneren aan de min
der prettige relaties, die de
groenwitten onderhouden met
hun naaste buren en waar aan
de tegenovergestelde wand een
schilderij van het oeroude Lug-
dunum Batavorum de afkomst
van de kikkers verraadt.
In één adem met zijn verwach
tingen voor het komende seizoen
laat de groenwitte voorman de
naam van Hans v. d. Starp val
len. „Velen hebben my ontraden
hem als lid aan te nemen, UVS-
ers en LFC-ers. Ik heb tegen deze
mensen gezegd, jullie hebben het
met hem geprobeerd, laten
wy het nu ook eens een keer doen.
Ih Lugdunum speelt een aantal
jongens, waar hy goed mee om
gaat. Dan kunnen die Vrienden
hem misschien wèl. leiden. Lukt
het niet, dan is het voor ons ook
eenvoudig om te zeggen, we stop
pen ermee. Maar Hans kennende,
dacht ik, dat hij het by ons wel
doet. Het is afwachten. Een voet
baller is het, dat weten we alle
maal. Als hy een jaar wil, kan hy
het een heel eind voor je brengen."
Het is onafwendbaar. De heer
Breedeveld, die al enige maanden
met een complex, een veldencom-
plex wel te verstaan, rondloopt,
kan niet nalaten zyn nood nog
maals te klagen. „Wy hebben geen
terreinennoodmaar een morele
nood- Niemand begrypt dat, wan
neer we zondags in ons eigen
„huis" zyn, we in feite niets te
vertellen hebben. Lugdunum zal
dan ook biyven hameren op de vel
den aan de Voorschoterweg. Er
had nog nooit een andere vereni
ging naar gesolliciteerd. LFC is er
op het laatste moment pas by ge
komen. En dan. LFC wil zyn ac
commodatie opknappen, hetgeen
van officiële zyde nog nooit is af
gewezen. Ja, LFC krijgt niet zyn
zin om een grote tribune neer te
zetten aan de straatkant, waar een
school staat. Maar dat had LFC
zelf ook kunnen begrijpen. Natuur
lyk kan er op 4 meter afstand van
een school met glas aan de voor
kant geen tribune worden ge
bouwd. LFC zou er byvoorbeeld
wel een veld by kunnen krijgen.
Dan kan de tribune aan de andere
kant van het veld opgebouwd wor
den. Men zoekt gewoon de kortste
weg. Ik geloof, dat in deze belang -
ryke aangelegenheid de eerlykste
weg is, dat het gemeentebestuur
zelf een beslissing neemt."
Door deze velden-perikelen is
een andere belangrijke gebeurte
nis, die ook volgend jaar zal
plaatsgrypen, wat naar de achter
grond verschoven. Luttele weken
na de viering van het 50-jarig be
staan namelijk legt de heer Breede
veld de voorzittershamer neer. „Ik
ben dain 33 jaar bestuurslid ge
weest, waarvan 25 jaar als voorzit
ter. Ik schei er dan echt mee uit.
Sport is iets voor jonge mensen,
en moet ook door jonge mensen ge
leid worden. Op een gegeven mo
ment moet je zelf weggaan. Ik heb
het altyd met veel plezier gedaan.
In een club komen nu eenmaal ups
en downs voor, maar die heb ik al
tyd, ook wanneer het heel erg
moeilyk ging, kunnen overwinnen.
In Lugdunum zit qua clubleven
een enorm goede geest. Het is al
tyd echt gezellig by ons en daar
naast doen we ons best om zo
hoog mogelyke ogen te gooien. Wy
hebben altyd de overwinning ge
zocht langs de weg van het voet
bal." Mattie Kantebeen
ADVERTENTIE
ALLE SPORTFOTO'S DOOR ONS GE
MAAKT ZIJN IN ONZE ZAAK NA TE
BESTELLEN
APOTHEKERSDIJK 27
LEIDEN
TELEFOON 20308