Erotische kunst in Lund Amerikanen exposeren in Amsterdam In Avignon wordt de kunst „gederangeerd" Verzameling uit alle delen van de wereld Sterk orgelspel van Nico van den Hooven EEN WERELDSENSATIE" In Katwijkse Triumfatorkerk ERANKRIJKS CULTURELE ZOMERSEIZOEN (2) VRIJDAG 26 JULI 1968 LEIDSCH DAGBLAD PAGINA 1 LUND (GPD) Datgene wat het eerste opvalt bij het be treden van de kunsthallen in het zuid-Zweedse universiteits stadje Lund, waar thans de „eerste internationale tentoonstel ling van erotische kunst" wordt gehouden, is het verlegen ge- gniffel der buitenlandse toeristen. Het meest luidruchtig zijn de Duitsers die a raison van 3 kronen (f 2,10) hun behoefte aan ,,Entartete Kunst" kunnen bevredigen. Dat is namelijk de uitdrukking die men in diverse dialecten van Hamburger „Platt" tot smeuïg Beiers het meest wordt gebruikt. Denen vallen meer op door de luid ruchtige oubolligheid waarmee alle kunstwerken worden beoordeeld. On vergetelijk was het gezicht van een dame die neerzonk in een fauteuil waarbij bleek dat het een tentoon- stellingsvoorwerp was met een in de zitting verborgen fallisch symbool. Uit het „Commentarenboek" voor bezoekers blijkt dat ook Nederlan ders geen verstek laten gaan, (de Ne derlandse T.V. is er ook al geweest), en het aantal schuttingwoorden dat in de commentaren wordt gebruikt roept twijfel op aan het feestelijke niveau van enkele scribenten. Tot 31 juli Waarvoor bezoeken thans rond 2.500 mensen per dag de Lundse kunsthallen? Voor de eerste ten toonstelling van erotische kunst, ge organiseerd door directeur Folke Edwards en het Amerikaans psycho logen-echtpaar Phyllis en Eberhard Kronhausen. De expositie die tot 31 juli as. zal duren, bestaat uit erotisch getinte kunstwerken uit alle delen van de wereld. De basis van de tentoonge stelde collectie vormt de verzameling van het echtpaar Kronhausen, waar van een serie erotische kunstwerken In schrift en beeld van India tot Ja pan de Ifem vormt. De Japanse col lectie wordt volgens kunstcritici be schouwd als een werkelijke wereld sensatie, die mensen van deze tijd in staat stelt de gehele erotische evolu tie in de Japanse civilisatie te vol gen, hoe deze verliep vanaf 1600. Men ontkomt niet aan de indruk dat het hiergaat om werkelijk „le vende" kunst. Grotesk en toch vol finesses geeft het een oplossing voor het probleem om de erotiek op kunst zinnige wijze te vertolken. Soms met een onverbloemde grof heid. stotend in het décoratief poë tische dat alle andere richtingen in de erotische kunstgeschiedenis over treft. Directeur Folke Edwards heeft werkelijk zijn best gedaan het ge heel een serieuze en kultuurhistoni sche gebeurtenis te laten worden. Zijn poging wordt door velen in Zweden als uitermate geslaagd be schouwd. Protesten zijn natuurlijk niet uitge bleven, maar benevens een aanklacht van leden van een purit/ienen - vereni - gng in Stockholm die terzijde werd gelegd door de officier van justitie, is er niiets gebeurd. De reactie is zelfs zo positief, bevestigde het echt paar Kronhausen, dat men erover nadenkt een permanent museum voor erotische kunst in Zweden of Denemarken te vestigen. Het zijn be roemde en bekende kunstenaars, die hun werken nu ineens tentoongesteld zien. Chagall, Cali, Dubuffet, Picasso, Karei Appel, Matisse, en natuurlijk Rembrandt en een andere nu actuele Nederlander: Melle. De verzamelde kunstwerken in Lund bestrijken de hele schaal van kunstvoorwerpen: van erotische popkunst tot Picasso's lijnenspel en Matisses decorativisme. Het bestrijkt liefdesscènes uit Japan, Japanse bruidsboeken en vruchtbaarheids- beelden uit Afrika en Oceanië. Op vallend is hierbij dat naarmate de erotische kunst meer contemporair wordt deze verfijning gaat af nemen. Het echtpaar Kronliausen gaf ook toé tijdens een vraaggesprek dat het moeilijk is om van heden daagse kunstenaars interessante en verantwoorde „erotica" te krijgen. De hedendaagse erotische kunst lijkt twee wegen te volgen: enerzijds een meer grove, agressieve rich ting, b.v. Hilligersberg en Rahmberg, dankbaar onderwerp voor kritiek uit een brede laag der bevolking. Voorts de meer lyrisch-erotische richting, subtieler en meer verfijnd zoals b.v. werken van de Israëliër Neiman en ook Tilo Keil. De tentoonstelling stemt ongetwijfeld tot nadenken: ero tische kunst heeft altijd bestaan, en werd door alle kunstenaars gescha pen. Bekend is deze kunstvorm min der, ondanks het feit dat zelfs we reldberoemde kunstenaars pogingen hebben gedaan hun visies te vertol ken. „Hoe groot is niet de huichelarij in de wereld, waar de kus van het scherm wordt gebannen en moord en doodslag wèl wordt toegestaan?" was't commentaar van een kunstcri ticus, die hiermede zijn verwondering uitsprak over het feit dat Lunds ten toonstelling langzaam uitgroeide tot een wereldsensatie. Folke Edwards, pragmatisch directeur als hij is heeft de toegangsprijs maar verhoogd van 1 kronen tot 3 kronen (a 69 cent). „Komen doet men toch wel", was zijn droge commentaar. Bij nieuwe Komedie i Vragen over de bermbeveiliging Griek studeert „De Ruiters" in DEN HAAG (GPD> De Griekse regisseur Minas Christidis zal binnen kort als gast bij het Haagse toneelge zelschap de Nieuwe Komedie van Arisfchphames „De Ruiters" regisse ren. De première van dit bijna 24 eeu wen oude blijspel gaat medio sep tember in het Kurhaus-paviljoen, waar de Nieuwe Komedie in het ko mende seizoen zestig speelbeurten zal verzorgen. De decors voor deze voorstelling onder Griekse regie worden gemaakt door Frank Raven. Tennis De Nederlandse kam pioen Tom Okker zal van 513 augustus deelnemen aan de interna tionale kampioenschappen van Duitsland in Hamburg. Behalve Ok ker zal ook Marijke Bakker de Ne derlandse kleuren verdedigen. DEN HAAG (GPD) Kan de mi nister meedelen of de middenberm- beveiliging op Rijksweg 12 tussen Bunnik en Driebergen aan de nieu we richtlijnen was getoest? Dit vraagt het lid var. de Tweede Ka mer, drs. E. van Thijn (P.v.d.A.) aan minister Bakker van Verkeer en Waterstaat naar aanleiding van het ernstige verkeersongeluk van maan dag 22 juli op dit weggedeelte toen een vrachtauto door en over de mid- Zeilen De Duitser Uwe Woi- te, Europees kampioen in 1966, heeft donderdag op de Beierse Ammersee de vierde race gewonnen voor het Europees kampioenschap Olympia- jollen. Woite ging als eerste over de finishlijn met een voorsprong van ruim 500 meter en leidt in het alge meen klassement met de ideale waardering van 0 punten. De Nederlander Wiebe Beekhof eindigde uit een' veld van 38 boten als zesde en staat tiende in de alge mene rangschikking. denberm is gereden en op de ander» weghelft is geraakt met als gevolg; dat vijf mensen om het leven kwa men en drie mensen werden gewond. De heer Van Thijn wil weten of reeds een inzicht is verkregen in de vraag in hoeverre de berm beveili gingsconstructies langs de Neder landse autowegen voldoen aan de nieuwe richtlijnen, die door Rijkswa terstaat naai aanleiding van een onderzoek van de Stiohting Weten schappelijk Onderzoek Verkeersvei ligheid zijn uitgevaardigd. Zolang niet vaststaat, dat zwar» en middelzware vrachtauto's oneven redig vaak bij ongevallen zijn be trokken tijdens spitsuren en topda gen in het weekend-vakantieverkeer van personenauto'sis minister Bak ker van Verkeer en Waterstaat niet van plan orn wegen onder het be heer van hot Rijk, waaronder dus ook E-wegen, in bepaalde perioden gesloten te verklaren voor voertui gen, die een bepaald totaal gewicht te boven gaan. Dit zegt de bewinds man in zijn antwoord op schrifte lijke vragen van het lid van da Tweede Kamer, dr. ir. A. P. Oei# (P.v.d.A.). Op 28 juli 1750 overleed Bach. Organisten, die omstreeks 28 juli concerteren, brengen dan vaak een exclusief Bach-programma. Zo ook Nico van der Hooven in de Katwijkse Triumfatorkerk. Bij hem was dat te meer vanzelfspre kend, daar hij het in de afgelopen maanden in Wassenaar onder nam om niet minder dan zes Bach-avonden te verzorgen. V. d. Hooven, hoofdleraar aan het Utrechts conservatorium en voor ganger van Jan Welmers als Ne derlands kandidaat in de interna tionale Haarlemse orgélweék. was tot voor kort organist van de Haagse Goede Vrijdag-kerk. maar hij heeft het orgel daar nu ver wisseld voor één in Mijnsheeren- land. De Passacaglia m C was al vol doende om zeker te maken, dat hier een organist doende was, in wiens handen het magistrale veilig ligt. Niet alleen is hier sprake van heel sterk orgelspel, waarbij zich niets plaatst tussen componist en luiste- raar, maar deze concertgever blijkt ook dê problematiek van de barok- en speciaal Bach-uitvoeringspraktijk te kennen en te beheersen. Breed werd het thema (pedaalso lo) ingezet als fundament voor een markante duidelijkheid en voor mo numentaliteit Een enkele maal laat 1 Bach dat ostinate therna van bas naar sopraan- of altligging versprin gen. waardoor een nieuw licht ge- worpen wordt over het twintigtal va riaties, die nog met een dubbelfuga worden bekroond. Door een niet fa lende elasticiteit van de vingerdruk en een feilloos voetenspel heeft deze geniale Passacaglia niet te zwaar in de ruimte gehahgen. De driedelige Fantasie in G boeit vooral door de charme van de hoek- delen, die speelse registers toelaten. De zes Trio-sonates, van welke de eerste in Es werd vertolkt, bevatten louter voorbeelden van speelsheid in de toonkunst, die tot het alleredelste zijn te rekenen. Zfeer gelukig is V. d. Hooven geweest in het uitkiezen van de twee manuaalstemmen. die de j tweespraak hebben te voeren op de basis van de door Bach zo belangrijk j geachte en dus duidelijk naar voren j tredende basso continuo. Hij heeft het vermeden te veel leiding te ge- I ven aan de bovenliggende stem, een j nogal voorkomende fout. Het Praeludium met Fuga in tE, waarmee het concert werd afgeslo ten, behoort tot de grootste stukken in dit genre en nog eens werd de aanzienlijke techniek en de totale be- j drijfszekerheid in V. d. Hoovens spel bevestigd. Met al diens visies op Bach kon men het stellig doorlo pend hartelijk eens zijn. Tussen de genoemde vier grote werken in heb ben, deze om en om verbindend, drie tot de mooiste behorende koraalvoor spelen gestaan. V. AMSTERDAM (ANP) Wil- m. liam R. Tyler, ambassadeur van de Verenigde Staten van Noord- Amerika in Nederland, heeft gis termiddag in de Rijksacademie van Beeldende Kunsten in Am sterdam een tentoonstelling van werk van drie Amerikaanse beeldhouwers en vijf Amerikaan se schilders ingeluid en geopend. De Amerikaanse ambassadeur deed dit in voortreffelijk Neder lands. De expositie zal tot eind septem ber in Amsterdam blijven en daarna In enkele andere Nederlandse steden te zien zijn. Prof. dr. N. R. A. Vroom, hoogleraar-directeur van de Rijks academie had er eerder op geatten deerd dat het tentoonstellingsbeleid van de academie er vooral op gericht is de jonge mensen die deze instel ling bezoeken te laten zien wat er in de wereld gebeurt, waarbij het ac cent ligt op datgene dat buiten het kader van het gangbare ligt. De op vallende liberaliteit van het Ameri kaanse publiek voor alle vormen van creativiteit en de veelzijdigheid van de uitingen in Amerika heeft de Aca demie doen besluiten ondanks het feit dat in het voorjaar een tentoonstel ling van Amerikaanse grafiek is ge houden ook voor deze zomertentoon- stelling Amerikaanse kunstenaars te kiezen. Geëxposeerd wordt werk van Jane Fre.tioher, Paul Georges, Fairfield, Porter, Robert White, Paul Resika, Elbert Weinberg, Jack Zajac en Al bert York. Van Georges en White worden tevens een aantal tekeningen geëxposeerd. Op de foto een bronzen beeldje, voorstellend zittende Eva, van de beeldhouwer Elbert Weinberg. Aix - en - Provence Avignon (GPD) Op een afstand van nauwelijks tachtig kilometers ligt Avignon van Aix-en-Proven- ce verwijderd, en de verleiding is dus wel groot die beide inter nationale festivalsteden met el kander te vergelijken. Maar vanuit welke windhoek je ze ook benadert, op die geografische verwantschap na, is het heel moeilijk veel trekken van over eenkomst te ontdekken. Noch m de aanblik van de stad: volks, lekker-slordig, rumoerig, spon taan In Avignon netjes aan kant en onderhouden, traditio neel, patricisch-deftig in Aix, noch in de ambities, progres sief en hyper-democratisch met een speciale voorkeur voor de internationale jeugd in Avignon aristocratisch en met als festivalpubliek de wat rijpere en rijkere gene raties in Aix. Trouwens wat de programma's betreft, Aix heeft nu uit de herhaling of de repri se een soort eigen festival-filo sofie gebrouwen, terwijl in Avig non op alle gebieden van de kunst: toneel, film, ballet, mu ziek, alles van harte welkom lijkt, dat maar nieuw en jong is, en in de richting gaat van het „geestelijke avontuur". Avignon, dat als festivalstad met zijn een-en-twintig jaren net even oud - of beter jong - is als Aix, huldigt nog altijd de gezonde opvatting dat een in ternat. kuntsfeest, waarvoor men de mensen dus to ver over de eigen landsgrenzen lokken en ree ruteren wil, zijn bestaans recht toch (ook) motiveren moet, door minstens een redelijk aantal premières en noviteiten op de programma's te plaatsen. Ook die opvatting kan natuurlijk gemakkelijk tot niet ongevaar lijke excessen leiden, zodra een festival-leiding niet meer op haar taaie berekend is en we hebben 't zien gebeuren, maar zullen toch geen namen noemen blindelings stukken of parti turen programmeert op de enige voorwaarde, dat de inkt van het manuscript bij aankomst of in zending nog maar niet is opge droogd. In Avignon is dat gevaar ech ter niet zo heel aanzienlijk, om dat directeur Jean Vilar er nu eenmaal de man niet naar is, zich knollen voor citroenen of katten in de zak te laten verko pen. En bovendien heeft hij dan nog zijn vuurvaste garanties achter de hand in de personen van zijn opvolger bij het natio nale theater in Parijs, Georges Wilson, en van Maurice Bejart, die nu al jaren gewend zijn de komende vernieuwingen van hun repertoire eerst in Avignon te lanceren, zodat Vilars publiek op het stuk van de artistieke ac tualiteiten, altijd van een voor sprong van enkele maanden op de „habitués" (en kunstluizen) van Parijs en Brussel verzekerd zijn en blijven. Die noviteiten bestonden dit jaar in Avignon uit vijftig films, die uit zeventien verschillende landen afkomstig waren, alsme de uit tientallen composities van Xenaikis, Varese, Barraqué, Eloy. Amy en andere leden van de Boulez-school, voorts uit jazz improvisaties van de betere kamer-ensembi ee als het Hu- mair-Ponty-kwartet en het Mar tial Solal-trio, uit de jongste Bé- jart-produktie drie balletten on der de titel 'a la recherche de op Indiase thema's, op muziek van Von Webem en op gedichten van Jean de la Crois) plus ten slotte „Paradis Now", een crea tie van .het Living-theatre. Zowel het Living-theatre als de Béjart-balletten waren, tij dens ons verblijf in Avignon, nog in volle activiteit van voorberei ding, zodat we alleen hun repe tities bij hebben kunnen wonen. Maar in hun beide gevallen, lijkt het geen vorm van majesteits schennis indrukken van repeti ties in plaats van voldragen voorstellingen weer te geven, omdat, zowel voor Béjart. als voor het echtpaar Julian Beck- Judith Malina, dat het „Living- theatre „draagt", het improvi serende element minstens even belangrijk is en blijft als de uit eindelijke „vormgeving" (die bo vendien in voortdurende staat van wording moet b 1 ij v e n verkeren) Dat die conceptie van het kunstwerk dat zijn „eindsta dium" nimmer bereikt omdat het, net als een levend wezen, aan 'n ononderbroken metamor fose onderhevig is, daarom nog niet ten koste hoeft te gaan van de technische volmaaktheid en de esthetische schoonheid, heeft Béjart vooral wel bewezen met zijn ballet „Ni fleurs, ni oouron- nes", waarvan hij de première vorige winter al In Grenoble ter gelegenheid van de Olympische Spelen, had gegeven. Men heeft Béjart wel verweten dat hij als choreograaf zijn dan sers verplichtte de geheiligde tradities van de klassieke vorm schema's, passen en gebaren met alle voeten en zelfs han den en lichamen te doen tre den, en op dat misplaatste verwijt vormt dit ballet dat - veelzeggend - aan Marius Pe- tipa werd opgedragen, dan het eclatante antwoord. Hij had vier thema's gelicht uit Tsjai- kowski's ballet „La belle au bois dormant", die muzikaal echter voortdurend, abrupt, worden af gebroken door solistische inter venties van een slagwerkbatterij, wanneer de Russische meester zich, voor het „moderne levens gevoel", wat al te onvervaard door zijn romantische élan op sleeptouw dreigt te laten ne men. Langs die weg ontdoet Béjart de romantiek van haar overdaad aan „Sehnsucht", dweperij en tierlatijnen ofwel haar bloe men en kronen om zo de kern van de waarheid van de klassie ke danskunst bloot te leggen. Een operatie die de school vossen dan best vivisectie mo gen nomen die Béjart hier voltrekt met behulp van een gezonde dosis humor, die hem dan tevens belet in het slop van het neo-oiassicisme te belan den. Verkrachting in de kunst is geen zonde, heeft Strawinski die op dat punt enig recht van spreken heeft, eens gezegd, op voorwaarde dan ook een kind te verwekken. Dat kind dat Bé jart van „La belle au bois dor mant" kreeg, mag, in zijn kern gezonde staat en schoonheid worden gezien, en het toont dan bovendien nog aan, dat de be grippen „revolutie" en „tradi tie" lang niet altijd tegenstrijdig hoeven te zijn, maar elkander in tegendeel zelfs kunnen stimule ren, inspireren, vitaliseren. Maar het Amerikaanse Living- theatre biedt een misschien nog wel overtuigender illustratie van de hele opzet van het festival van Avignon, dat de „kunst" uit zijn „culturele isolement" van enkel consumptie-artikel wil verlossen, om, langs de weg van de disoussie en de dialoog de sociale en andere condities van de mens in hun diepere waar heid aan de orde te kunnen stel- len. Tijdens een korte onderbreking van de repetities, vertelt Julian Beck, hoe zijn troep door schul den en politieke tegenwerking uit New York werd verdreven, om, sedert 1964, zijn voornaam ste arbeidsveld in Europa te kunnen vinden. Zijn eerste vijf stukken met „The connection" van Gelber, „The brig" van Brown, met Brecht en Artaud, hadden vooral de „verschrikkin gen van onze samenleving" tot onderwerp, en in „Paradise Now" wenste hij het publiek nu een nieuwe sprank hoop voor de toe komst te kunnen bieden. Hij ge looft dat de maatschappij nooit veranderen en verbeteren zal, zolang de ouutuiur niet eerst ra dicaal van vorm en doelstelling is gewijzigd, en daarom zoekt Julian Beck, samen met zijn troep, nu naar nieuwe wegen voor het theater. Het thema van het menselijke geluk, de levensvreugde, de hoop ligt dus ten grondslag aan „Pa radise Now", en gedurende vele weken werd door alle leden van het Living-theatre eerst over die begrippen en waarden uitvoerig gepraat. Ook de dramatische as pecten uiteraard en vooral die zich geleidelijk aan uit die ge- dachtenwisselingen losmaakten. Er ontstonden zo korte dialogen en scènes over de haat en de liefde, de afgunst en de solidari teit, die elkaar opvolgen of in elkander grijpen, en waaruit zo kaleidoscopisch het „kunstwerk" moest groeien Een „kunstwerk" dat geen .thing of beauty' meer wil wezen, maar de vrucht van een intense, gemeenschappelijke belevenis, yiaarin iedere tijdge noot zühczelf moet kunnen her kennen. De kunst moet „deran geren" heeft Jean Cocteau ge zegd. En in „derangement" ligt dan tevens weer het contactpunt met de meibeweging van de studen ten in Parijs, waarmee het festi val van Avignon zich publieke lijk zo niet demonstratief, soli dair had willen verklaren. (Op de foto Julian Beck en Judith Malina van het Ameri kaanse Living-theatre)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1968 | | pagina 7