BART VAN
BEINUM
FILMEN IS EEN BOEIENDE HOBB^
De nieuwe dirigent
van het Gewestelijke Orkest
van Zuid-Holland:
Boogschutters in een invalidenwagen
EATERDAG 20 JULI 1968
LD EXn
jLS ik ooit word veroordeeld tot dwangarbeidweet ik het wel: een terras als
/i dit aanleggen. Het zand kwam onder het huis vandaan. Dan ga je aan de slag
9^*- met brokken tegels, zand en cement. En een paar flinke balken en een water
pas om te zorgen dat het iets helt, zodat het water kan weglopen".
„De verdubbeling van de blazers bij Brahms, een voorbeeld van een opvatting die wijd
is verbreid, maar onjuist is. Toegegeven, het strijkerskorps is uitgebreid, maar de klank
van de moderne blaasinstrumenten is zoveel krachtiger dan van die uit Brahms' tijd,
dat een enkelvoudige bezetting waarschijnlijk veel meer het door Brahms beoogde
klankresultaat benadert".
Twee flarden uit een gesprek. Twee uitlatingen
van Bart van Beinum <38 jaar): de dirigent,
die straks gaat werken met het nieuw geformeer
de Gewestelijke Orkest van Zuid-Holland en de
man die, als afmsseling van zijn muzikale activi
teiten, meewerkt aan het verbouwen en uitbreiden
van zijn huis in die bossen bij Garderen.
Huis in hel hos
Een huis, dat zijn vader. Eduard van Beinum.
vijfendertig jaar geleden liet bouwen. Aan de mu
ren hangt een Breitner, een Isaac Israels. De
tuin: 4 hectaren bosgrond met dennen, hei, ber
ken en jasmijn ook waar soms een hert .ze
zijn nu zo prachtig van kleur" even rondneust
en dan wegschiet, waar de jachthond Boris in
gracieuze sprongen over het lage hout scheert,
waar een straaljager de stilte eerder accentueert
dan verstoort.
Naar aanleiding van de vraag „Hoe is het begon
nen?": „Het allereerste was, dat ik als jochie van
vijf, wanneer ik alleen thuis was een plaat opzet
te. daarbij dirigeerde en ten slotte het toilet door
trok: dat was het applaus".
Het zou echter nog lang duren eer dat jongens
spel werkelijkheid werd. Hij kreeg al jong piano
lessen, maar begon pas toen hij zestien jaar was
aan de vioolstudie. „Dat is erg laat, het bleek ook
een handlicap. De meesten beginnen heel jong en
groeien om him instrument heen. Nee, zover heb
ik het nooit gebracht. Bovendien, toen ik latei-
ging proefspelen, bleek dat ze van iemand, die
Van Beinum heet, denken dat het een Jascha
Heifetzje is
Bart van Beinum liep het conservatorium in Den
Haag af en werkte in het Utreohts Symfonie Or
kest (dart. toen nog Utreohts Stedelijk Orkest heet
te) het Residentie-Orkest, het Nederlands Kamer
orkest. het Concertgebouworkest. „Van mensen
als Willem van Obterloo en Szymon Goldberg
heb ik heel veel geleerd".
Europa door
In 1961, twee jaar na het overlijden van zijn va
der, zegde hij het Concertgebouworkest vaarwel.
Met het advies van collega's „Blijf viool stude
ren, dan kun je altijd nog terug" en het vertrou
wen van alleen zijn vrouw, begint hij aan zijn
loopbaan als dirigent. Eerst een jaar studeren,
dictees maken, harmonieleer ophalen, analyse.
Dan met vrouw, auto en tent Europa door. Naar
Salzburg, Wenen, overal waar iets belangrijks aan
de hand is repetities volgen. In 1964 de dirigen
tencursus van de NRU en een jaar later het eer
ste concert: het Kunsbmaandorkest in de Bach-
zaal in Amsterdam met op het programma onder
meer Brahms', Haydnvariaties en de zes epi
grammen van Willem Pijper.
Daarop volgden gastdireoties bij het orkest van
Utrecht, Haarlem, Arnhem, Radiowerk varië
rend van het Omroeporkest tot het orkest van
Jos Cleber .Dat was een heel nieuwe ervaring
voor me. Als een zangeresje te veel heeft gerookt
en een noot niet haalt, speelt het hele orkest di
rect een terts lager. Formidabel". Dan het Toon
kunstkoor in Zutphen, waarmee hij onlangs Brit-
bens Springsymphony, die in twintig jaar niet op
een Nederlands programma heeft gestaan, uit
voerde.
„Vooral van het werken met het koor heb ik veel
geleerd. Ademhalen bijvoorbeeld, dat bij blazers
een even grote rol speelt als bij zangers en het
fraseren van de strijkers is toch ook een paral
lel met dat ademhalen".
Later, in het bos. met zijn vrouw, Garence van
vier en Eduard van ruim een jaar, waar het wit
te poedeltje Pavlova gillend haar misnoegen
kenbaar maakt als Boris wat al te fors met haar
stoeit, is er weer de man die geniet van het bui
tenleven: „We stoken de open haard van het hout
dat we hier kappen". En met een mengeling van
FILMEN is een boeiende hobby. Het is
heel anders dan bijv. fotograferen,
al heeft het er wel iets mee te ma
ken. Er gelden andere regels. Er zijn an
dere methoden. Ook al is men van huisuit
niet technisch, het geeft niets. Alfred
Hitchcock kan geen lens van een sluiter
onderscheiden, maar hij heeft al menige
spannende film gemaakt. De camera is nu
eenmaal een hulpmiddel, meer niet.
In een vijftal artikelen gaan we u op de
goede weg helpen, zonder overbodige
rim-ram, zonder technische termen.
De camera is een simpel apparaat. Vooraan zit
een lens. Opzij een soort deurtje. Als we dat deur
tje openen is er een ruimte. Daarin gaat uw film
cassette. Tegenwoordig gaat het heel simpel, dat
inzetten van de film. Geen gemier met losse ein
den film, die u in een spoeltje moet duwen, geen
gehannes met losschietende film. Bijna altijd is
uw camera volautomatisch. Er zit een soort elek
trisch katteoog in, dat wijdopen gaat als er wei
nig licht is en weer kleiner wordt als de zon ho
ger komt. Is uw camera niet automatisch? Dan
willen wij wedden dat er een soort tabel aanzit.
Met symbolen voor „zon, wolken" enz. U stelt de
camera in, op de heersende weersomstandighe
den en u bent verzekerd van een goede belich
ting. Zuiver technisch bezien, geeft de filmcame
ra nauwelijks problemen. Waarom dan toch wat
aanwijzingen? Wel, ook de meest perfecte auto
matiek vraagt enige zorg. Zorg die maakt dat u
meer plezier van het apparaat hebt. Ook een mo
derne wasautomaat dient goed te worden behan
deld. Dan pas levert het apparaat ons de witte
was die we willen hebben.
De lensopening
Dat katteoog, waarover we al spraken, is een
duur ding. Het is ook kwetsbaar. Leg uw camera
nooit op het randje van een tafel. Bij een val kan
juist die automatiek kapot gaan, schade! Leg de
camera ook nooit in het dashboardkastje van uw
auto. Het is daar vaak onderhevig aan het span
ningsveld van de bobine. Ook dit kan de automa
tiek schaden. Die automatiek is belangrijk, ze be
paalt, we zeiden het al, de juiste stand van uw
diafragma of lensopening.
Hierop geven we u even een kleine toelichting.
De film wordt „belicht" net als bij een fotorolle
tje. Komt er teveel licht op de film, dan kan die
overbelicht raken. De projectietoeelden zullen
akelig licht worden en de kleuren flets, als u
tenminste met kleurenfilm werkt. Maar als het
eens erg donker is, bijv. vlak tegen de avond of
bij slecht weer, kan uw film te weinig licht ont
vangen. De filmscènes worden nu somber, de
kleuren dof. De film is onderbelicht. Om u daar
bij te helpen, heeft de fabrikant van uw toestel
een soort verkeerslicht ingebouwd. Dat is soms
een rood merkje dat in de zoeker oplicht" als
het aanwezige licht te kort schiet. Soms is het
een wijzertje dat naar een rode zone toeschuift.
In dat geval geeft het wijzertje aan „Niet fil
men" het licht deugt niet. Elke camera doet dit
op zijn manier, maar in ruwe trekken komt het
er wel op neer. De les? Lees uw gebruiksaanwij
zing nog eens rustig door! Het gaat om kostbare
en vaak onvervangbare filmbeelden, denkt
maar aan de vakantie. Teruggaan naar Italië is
niet altijd mogelijk en zeker niet direct.. Als u nu
eens geen automaart, hebt? Lees ook dan de ge
bruiksaanwijzing goed door. Kijk terdege naar
het licht en regel uw lensopening overeenkom
stig de gesohatte hoeveelheid licht. Om hele
maal zeker te zijn, zou men een belichtingsme-
ter moeten gebruiken.
Hiervoor deze tip: Belicht steeds op het helderste
deel van het onderwerp. Staart, uw dochtertje in
een lichte jurk voor donkere struiken? Ga dan,
met uw meter in de hand even naar dat kind toe.
Houdt de meter op ca. 15 cm van het lichte jurk
je en meet dan het licht. De uitslag, die u op de
ze wijze verkrijgt, houdt u aan. De menselijke
huid is een ideaal gemiddelde voor een juiste be
lichting. De hand, pas op met de schaduw, me
ten op ca. 15 cm geeft vrijwel steeds een be
trouwbare uitslag voor de filmer.
Bijzondere kenmerken
Sommige wat duurdere filmcamera's hebben
meer mogelijkheden. Dat houdt in, dat de came
ra ook meer snelheden heeft. U ziet een knopje
met bijv. deze getallen 18-24-32. Normaal draait
uw camera 18 beeldjes per seconde. Per seconde
worden er dus 18 miniatuurfoto's gemaakt. Het
kan soms beter zijn om wat meer beeldjes op te
nemen. De beweging, op het doek vertraagt dan
iets, maar de beelden worden scherper. Rekent
u zelf even na? De projector draait 18 beeldjes
per seconde erdoor. U hebt er echter 24 of 32
per seconde gefilmd. De beweging „duurt" dus
langer, omdat de constant draaiende projector
ook langer bezig is om die beeldjes erdoor te
krijgen.
Belichtingstijd
In uw filmcamera zit ook een sluiter. Een klepje
dat de lichttoevoer regelt, precies als bij uw fo
totoestel. Hier „draait" die sluiter, we noemen
haar met een vakterm: vlinder. Bij een opname
snelheid van bijv. 32 beeldjes, wordt die belich
tingstijd korter. De beeldjes zullen dan automa
tisch scherper worden. Bij snelle objecten ne
mend of filmend bijv. vanuit een auto is het dus
wel beter om met die snelheid te filmen, mits uw
camera die mogelijkheid bezit.
Nog een knopje
Aan veel filmcamera's zit een zgn. enkelbeeld-
knopje. Dit is de toverstaf van de filmcamera.
Men kan er dode dingen mee tot leven brengen.
Het geheim schuilt ook nu in de traagheid van
onze oogzenuw. Wij houden elk beeldje eventjes
vast op ons netvlies. Komt er vlak daarop weer
een beeldje, dan krijgen wij een indruk van be
weging. Nemen we een gewone asbak en plaat
sen we die op tafel, dan staart: het ding stil. We
plaatsen onze camera op een statief en filmen
telkens een of twee beeldjes. Na elke opname
versohuiven wij de asbak iets. Bij projectie zal
de asbak, schijnbaar, vanzelf over de tafel
schuiven. Dit is het principe van de teken- en
poppenfilm en ook de Flintstonesf ilmpj es warden
volgens dit principe gemaakt.
UK uw filmcassette kunt een stukje film zien.
Ga nooit nooit aan die filmstrook zitten
duwen of schuiven. Uw cassette kan onbruik
baar wórden, zonde van uw geld.
Controleer altijd even of
Uw automatiek werkt. Beweegt het pijltje?
Licht het rode lampje op, als u op een donkere
hoek richt? Werkt het niet, dan kan de minia-
tuurbatterij uitgeput zijn.
Hoe staat het met de sterkte van uw batte
rijen? Wijst de volmeter voldoende spivs
aan? Haal de batterijen steeds uit de
als u die lange tijd niet gebruikt.
Is de lensdop van uw lens? Zonde van
als de film onbelicht blijft!
Draai met uw camera even, een stuk jet o
Open het deurtje van de camera en kijkt „I
film goed doorloopt. De letters unexposes aa;
ten weg zijn, L-
Bart van Beinum met vrouw, donhta
rence en zoon Eduard in het bos bij hT[t
luwse Garderen, dat zij hun tuin kunnelft
men.
ernst en spot: ,Het is gevaarlijk om hier
Je krijgt licht'de indruk dat je niemand
le wereld nodig hebt".
Werksfeer
Toch is Bart van Beinum in gedachten
met het orkest dat hij straks vorm moet
„Bij gastdirecties peil je onmiddellijk hoe
sen moet aanpakken, maar na het concert
je en je laat het orkest weer over aan
dirigent. Met dit nieuwe orkest ben je
verantwoordelijk voor de werksfeer. Je m
voor zorgen dat de mensen met plezier sp<
opgewekt naar huis gaan. Geen noot te vei nc
spelen tijdens de reptities, zodat ze het a
ren als er eens een keer extia lang gewerk -ai
worden. Wanneer ik in Delft ga beginnei
ik nog niet, maar als het aan mij had geei
was ik al bezig geweest." 5
ttr
Schouwtoneel van het dit jaar gehouden derde
Nationale Sportfeest voor lichamelijk gehandicap
ten was het terrein van het „Berufsgenossen-
schaftlich Unfallkrankenhaus" van de industrie
stad Duisburg. Uit alle delen van de Duitse Bonds
republiek, o.a. uit de zeven bijzondere klinieken
en enige speciale afdelingen van andere zieken
huizen, hadden hef schroef vliegtuigen 138 actieve
sportmensen overgevlogen, die drie dagen lang in
het kogelstoten, basketbal, zwemmen, speerwerpen,
tafeltennis en boogschieten om de eerste plaatsen
streden. En toch: „Winnen is bij ons niet de
hoofdzaak, veel belangrijker is het, erbij geweest
te zijn! Want de sport is een van de weinige we
gen, om degenen wier onderlichaam verlamd is
en die verder organisch en geestelijk kerngezond
zijn, het gevoel van buitengesloten te zijn, te la
ten overwinnen.
„Bovendien", aldus vertelde de ohef-arts dr. W.
Jantke ons, „heeft deze sportieve bezigheid van
deze verlamden, ook gezien van uit het medische
standpunt, grote betekenis. Door een
van het onderste deel van hun lichaam
zij alles met hun handen doen. Alleen
die zij moeten opbrengen om op
nen lopen of zich in de gebruikelijke
gen voort te bewegen, is enorm. Alleen
goed getraind bovenlichaam kan deze
op den duur volbrengen".
Dat zij bovendien plezier aan de
en zelf het kleinste succes voor hen even
tekent als een Olympische medaille jr'
met in de laatste plaats het
maakt dat de geregelde
sportfeesten los van de lichamelijke
betering zeer belangrijk zijn en
ten worden. De in Duisburg getoonde
van deze gedeeltelijk verlamden waren
goed. Er klonk veel applaus, er werden
konden uitgereikt en voor iedere
er een kleine mijnwerkerslamp.