tot pierement
In Harderwijk staat werelds
grootste Dolfinarium
Utrechts Museum
Zoudt U graag 100
willen worden
Morgenstond heejl
goud in de mond
Opa's jukebox in
feATERDAG 11 MET 1968
Foto links boven: Jules Jongenelen in zijfl
rol van buikorgelman. De enige niet-echU
elementen zijn baard snor en aapje. #1
ha1
Foto rechts boven: De man die alles vai
pierementen en alles wat daarmee verbaiu
houdt afweet, Jules Jongenelen in het mid
den afgebeeld, heeft heel graag een publit
van kinderen. Hoewel hij al enige tientallei 'e'
jaren uit Roosendaal weg is, heeft hij niet
verloren van zijn Brabantse hartelijkheid.
bi
stemmen en dat zijn muziek uit een boel11,
leest in plaats van gekieteld te worden doo di
kleine pinnetjes op een koperen rol. Het wekjfü
ook sterk de indruk een zelfstandig leven
leiden en de man aan de slinger amper t/~
dulden. 'me'
Concerten
„Hier geven we donderdagavonds concerten
mee", zegt de heer Jongenelen, „en je staa„£
er versteld van hoe gek sommige mensa
it
art
ii
zijn op draaiorgelmuziek. Er zijn er die iede
week terugkomen en doodstil blijven stai
luisteren. Ze horen elke verkeerde piep. Ni
dat kan ik van mezelf niet zeggen". 1
Het museum heeft meer grote orgels, Ned(Éf:
landse en Belgische. Ze staan wat op elka
gedrongen, want de ruimte in het CatherijK
convent is niet te groot.
„Daar hebben we ook wel eens last mee a
er wat veel bezoek is", vertelt de heer Jong 111
nelen „Een groep van een man of dertig
nog wel aardig, maar we hebben hier midd
gen dat we zo'n 250 man in drie rondleiding!
moeten verwerken".
De belangstelling komt uit alle hoeken it
de aardbodem en hoewel het museum ma i a
vier uur per week open is, trekt het rui
10.000 bezoekers per jaar. Het is enthousii
publiek, dat na veel rondneuzen, het voonir
men maakt nog eens terug te komen.
De vergrijzing van de maatschappij in de u
ontwikkelde landen vormt een probleem dat
langer hoe meer de aandacht vraagt. Hoe ma
men de ouden van dagen of bejaarden ti
met zekere deernis geladen aanduidingen voor
dere mensen de levensavond aangenaam of
thans draaglijk? Voor sommige oudere menset
dit geen probleem, omdat ze tot op hoge leefl
aotief blijven. Voor het levensminimum zorgt
staat en het probleem ligt dus ook goeddeels
in de economische sfeer, maar in die van de
soonlijke instelling. Hoe dit zij, bij de di
over de bejaardenzorg komt niet steeds de vi
voldoende tot haar recht: wat denken de oudi.
er eigenlijk zelf van? Een tweetal enquêtes in
Westduitse Bondsrepubliek geeft daaromtrent?
heldering. Tien jaar geleden vond rond een dei
deel van het aantal ondervraagden dat ze 1*
ouder mochten worden dan de gemiddelde leeft?
Een recente ondervraging van een groot aan:
ouderen toonde aan, da/t thans ongeveer de hjl
graag boven de honderd zou worden! LevensÉ
zijn deze oudjes dus bepaald niet! I
0
Dat de „Morgenstond goud in de mond h«
zegt al een Nederlands spreekwoord dat niet
daag of gisteren in de wereld is gekomen,
vroeg opstaan schijnt, als men recente sta
ken mag geloven, ook medisch gezien van
belang te zijn.
Een Britse medicus, prof. Lancester, heeft
met dit probleem in het bijzonder beziggehoi*
en verdedigt nu de stelling, dat wie vroeg opst
een betere kans heeft op een stabiele gezondt
dan degene, die zich liever nog eens omdraait*
de haan begint te kraaien.
Een Belgische medicus, dr. Bruns in Antwerps
bevestigt deze ervaringen aan de hand van sta:
tieken betreffende zijn patiënten. Ook hij stelt 1 «1
wie niet later dan zes uur opstaat, minder kat fcjr
heeft op allerlei kwalen dan degenen, die later
bed komen. O.a. zou gebleken zijn dat van del
tiënten met een hartinfarot maar drie procent|ho
vonden wordt onder degenen, die vóór of om
uur opstaan.
id
niet n
en. «5
stattifl
an
eeft I |l
foonplaat zijn- onstuitbare opmars begon
naar de salons van onze voorouders.
„Daarom is het een uniek stuk gebleven",
zegt de heer Jongenelen en hij kruipt achter
de hoge kast weg, draait aan een slinger en
veroorzaakt een orkaan van muziek
Er staan een paar Belgische orchestrions, die
eruit zien als biechtstoelen-met-spiegeltjes en
waaraan de Nederlander met zijn fijn gevoel
voor wat-niet-mag de naam tingeltangel ver
leende.
II ereld apart
Dat is een wereld apart. Je ziet een Tou
louse Lautrec en de affiches van de Moulin
Rouge, maar ook Bruegheliaanse boeren, die
zonder hun petten af te zetten blozende plat-
telandsvrouwen in de houdgreep over de zan
derige vloer van een dorpscafé voeren, en
mannen en meiden, die meer spectaculair
dan gepassioneerd dansen onder de rode
lampjes van een rosse kroeg
En wat zou u denken van de pianola, dat
brok twintiger-jarenromantiek waaraan
grootvader in zijn jonge tijd met de hoed
achter op het hoofd en de sigaret smeulend
onder de tranende ogen Bonnie-en-Clyde-
achtig zat te doen.
En wie ooit de film „De roverssymfonie" heeft
gezien, zal nog met weemoed denken aan dat
Italiaanse piano-orgeltje, dat hortend de
smartlap „Patria" voortbracht. U vindt het
terug bij Jules Jongenelen.
Evenals het buikorgeltje, waarvan wij
ons herinneren dat Laberientje ermee langs
de deuren kwam, met in zijn ogen dezelfde
trage melancholie als hij uit zijn instrument
draaide.
De Gavioli
Maar dat alles mag ingenieus zijn en hip
avant la lettre, het is klein werk vergeleken
bij de enorme verschijning van de Gavioli.
Zijn imposante kermisfront met de verstarde
krullen en de welgeschapen matrones, die
voor onze grootouders het summum van
wulpsheid vertegenwoordigden, beslaat een-
niet geringe wand van het museum.
Wij hebben zelf een boek met de Radetzky-
mars door het gevaarte gedraaid en het
reageerde met adembenemende precisie en
oorverdovend op ieder liedje dat boven de
blaasbalg kwam
De heer Gavioli keek ernstig toe vanuit de
lijst waarin zijn portret is gevangen. De Ga
violi, dat is de straat en de kermis en de grote
danszaal. Een orgel dat je niet kunt over-
Van het nieuwe bassin loopt een 30 meter
lang kanaal naar het oude Dolfinarium. Dit
zal in de toekomst gebruikt worden- voor trai
ning en dergelijke en er zal in de toekomst
een permanente walvistentoonstelling komen.
Nieuwe aanwinst in het Dolfinarium is ook
een- goed uitgerust laboratorium.
Shows begonnen
Intussen zijn de shows alweer begonnen. Tot
eind mei nog in het oude gebouw: daarna
zullen de dolfijnen en zeeleeuwen moeten
acclimatiseren in de nieuwe bassins.
De show is vergeleken bij vorig jaar in tijd
verdubbeld ze duurt nu veertig minuten
en in die tijd kan men (we hebben er ons
dezer dagen nog even van overtuigd) doorlo
pend genieten van de sierlijkheid van deze
bovenwaterspringers en van de „schrander
heid" waarmee ze, zelfs geblinddoekt, door
middel van hun „sonar" feilloos voorwerpen
uit het water zoeken.
Het Harderwijkse Dolfinarium heeft interna
tionale faam gekregen. Ten dele is dat onge
twijfeld te danken aan de gelukkige samen
werking tussen een commercieel gericht be
drijf en de zuiver wetenschappelijke arbeid
van dr. Dudok van Heel.
Wikiwiki en Mama, Moby Dick, Peppy en
Lucia gedijen gelukkig uitstekend. De opge
wektheid waarmee ze eerste klas makreel bij
emmers tegelijk dagelijks opeten (ze lusten
alleen de prima soorten) en de tierigheid
waarmee ze door het kunstmatig zout ge
maakte, op 20 graden Celsius gehouden wa
ter rondzwemmen, garanderen een feestelijke
ingebruikneming van 's werelds grootste
overdekte Dolfinarium.
Een kleine vijftig jaar geleden stond
in de Roosendaalse Raadhuisstraat
Juultje Jongenelen ademloos voor
de etalage van „De Gunst", een
kleine knusse winkel, waar ze ook speel
goed verkochten. Zijn concentratie ging
helemaal uit naar een mini-huisje, waar
voor een mini-jongetje stond, dat aan een
mini-belletje trok, waarop de bovenste
helft van het deurtje openging en een
mini-vrouwtje verscheen, dat nee schud
de en het deurtje weer sloot. Waarop het
jongetje opnieuw belde en het hele proces
van voren af aan begon.
„Bovenaan het huisje stond Pietje Puk. Ik
herinner me dat nog heel goed", zegt de nu
65-jarige Jules Jongenelen. „En ik vermoed
dat ik daar die liefde heb opgelopen voor be
wegende dingen waar geluid uitkwam".
Dit jaar is Jules Jongenelen tien jaar onbe
zoldigd directeur van dat heerlijke museum
„Van speeldoos tot pierement", dat met ruim
tegebrek kampend is opgeslagen onder de ge
welven van het Utrechtse Catherijneconvent
aan de Lange Nieuwstraat.
Inderdaad een heerlijk museum, een verza-
Jongenelen. „Met de subsidie die we krij
gen, kunnen we lang niet alles aanschaffen
want we zouden willen. En toch hebben we
wonderlijk genoeg een collectie bij elkaar ge
kregen die internationaal vermaard is".
De heer Jongenelen, gepensioneerd leraar te
kenen en docent kunsthistorie, laat zich door
geldzorgen niet in de hoek drukken en is be
reid daar persoonlijk iets voor te doen. Als u
bijvoorbeeld bij een of andere officiële gele
genheid een grijze man met een buikorgel
tje aantreft die levensechte smartlappen
zingt van om en nabij een eeuw oud, kunt
u er uw laatste dubbeltje onder verwedden,
dat dit Jules Jongenelen is. De baten van zo'n
optreden gaan in de kas van het museum.
Romantiek bij de vleet
Een heerlijk museum. Je vindt er Zwitserse
speeldozen met ragfijne geluidjes, zó weg
gehaald uit een Biedemeier salon. En vlak
daarnaast een mini-boom met vogeltjes en
plantjes en een watervalletje onder de stolp.
Kitsch? Misschien, maar dan zeer verfijnde.
Vioolspelende apen, die houterig bewegen op
„Mein lieber Augustin", een vreselijk primi
tieve voorloper van de televisie.
Er; dan de juke-box van Opa, dat machtige
meubelstuk dat in oude café's even trillerig
de opmars uit Aida oplepelde als een boeren-
mazurka Het is een apparaat waarin een
metalen schijf van ongeveer een halve me
ter doorsnee en even vol gaatjes als 'n Edam
mer kaas, ronddraait over een veld van mu
zikale stalen tongetjes.
Een van de pronkstukken is een Duits orches
trion met een lichtelijk tragische achter
grond. De bouwers hadden namelijk net het
eerste exemplaar gereed toen de grammo-
meling pop-art waar tieners helemaal kapot
van zijn, jonge kinderen niet vandaan te
slaan en waar ouderen vol vertedering een
pelgrimage maken naar de tijd dat pittoreske
mannetjes met een buikorgel tegen de navel
vijf moorden voor een dubbeltje bezongen en
verkochten.
Een museum ook waar alles nog werkt van
het kinderspeeldoosje uit achttien-zoveel tot
de lange Gavioli, die een eind in de twintigste
eeuw nog dienst deed
Tien jaar geleden begon de geschiedenis
van het museum met een eenvoudige ten
toonstelling van speeldozen en draaiorgels.
Het was een initiatief van de heer Jongene
len en Nederlands best onderlegde orgel
draaier Romke de Waard. De toeloop was zó
enorm, dat de Stichting Stadsontspanning
er misschien géén brood maar wél spelen in
zag.
Erkende instelling
„Nu zijn we een erkende instelling. Van lie
verlee hebben we ruimte gekregen in het Sint
Catherijneconvent, maar daar moeten we
weer uit. Ik heb wel een gebouw op het oog,
maar daar hebben we 80.000 gulden voor no
dig en we bezitten geen cent", zegt de heer
Van verre ziet
men reeds de koepel
van het nieuwe
Dolfinarium in
Harderwijk oprijzen.
Yanaf de tweede helft van deze
maand (de juiste datum is nog
niet bekend) zullen Neerlands
intelligentste dieren Wikiwiki,
Mama, Mooy Dick en Peppy uit de wate
ren in de buurt van Florida en de nieuw
ste aanwinst Lucia, die gevangen werd in
de Adriatische Zee, hun show geven in
's werelds grootste overdekte Dolfina
rium.
Want dat wordt het thans in aanbouw zijn
de koepelvormige onderkomen aan de rand
van het Veluwemeer. Laat men het woord
„overdekt" weg, dan behoort het Harder
wijkse Dolfinarium met dat in Californië tot
de grootste twee op aarde.
Dezer dagen zijn de laatste van de zesen
dertig houten spanten aangebracht (alweer:
de grootste, van Europa namelijk) en straks
zullen de honderdduizenden bezoekers, die er
per jaar geteld werden, niet meer behoeven
te staan, doch kunnen ze plaats nemen op
een van de 2500 stoelen, welke onder de hon
derd lichtkoepels worden gemonteerd.
Het wordt een grote dag niet alleen voor de
pientere dolfijnen en de handenklappende
zeeleeuwen, niet alleen ook voor de NV Ver
enigde toeristenbedrijven, maar vooral ook
voor de staf van de bioloog dr. W. H. Dudok
van Heel, die nu, mede dank zij een zo juist
toegekende subsidie van de overheid, zijn we
tenschappelijk werk in de juiste omgeving
kan verrichten.
800.000 bezoekers
De laatste jaren telde het Harderwijkse Dol
finarium zo'n 800.000 bezoekers per jaar
aantallen waarvan men in de begir periode
enkele jaren geleden nooit had durven dro
men. Toen vreesden velen dat de opzet veel
te groot was. Al vlug echter bleek dat men
verkeerd had gezien. In de zomermaanden
genieten telkens weer tienduizenden kinderen
en volwassenen van de opmerkelijke show die
de Flippers van Harderwijk ten beste geven.
Dat daaraan een intensieve training vooraf
is gegaan èn het nodige speurwerk behoeft
nauwelijks betoog. Want al zijn er in de Ver.
Staten een stuk of vijftien dolfinaria, men
zal daar om begrijpelijke redenen niet uit de
doeken doen wat hun trainingsmethoden zijn.
Daardoor is een getrainde dolfijn dan ook
een fortuin waard: een half miljoen dollar
zeggen sommigen; anderen houden het op
„wat een gek ervoor geeft".
Aula
Het nieuwe Dolfinarium in Harderwijk is een
rond overkoepeld gebouw met in het
midden het grote demonstratiebassin waarin
anderhalf miljoen liter water gaat (vier me
ter diep, dertig lang, vijftien breed) en ter
zijde daarvan twee kleinere bassins, zodat
men de dieren ook kan zien als ze niet aan
hun „stunts" bezig zijn.
Het gebouw zelf heeft 57 meter middellijn
bij een hoogte aan de top van zeventien me
ter. Een deel daarvan wordt in beslag geno
men door o.m. een laag gelegen aula, waar
door men via ruiten onder de waterspiegel van
het bassin kan kijken. Deze aula zal gebruikt
worden voor voordrachten voor scholieren
en andere groepen, vooral daarmee is dr. Du
dok van Heel erg ingenomen. Op deze manier
kan de opvoedkundige kant van zijn werk
veel beter tot uitdrukking komen. Nog steeds
immers staat men, zowel in Amerika als hier,
voor raadsels waar het vele gedragingen van
de dolfijnen betreft.