CHARLES CHARLOTTE BERICHTEN M" De veilige manier van sparen Rijkspostspaarbank altijd safe! ÏTERDAG 27 APRIL 1968 PAGINA 31 Ont dagelijks vervolgverhaal en OorspronkeKjte roman door Willy Cor sari 5ij had het nooit iemand bekend het kostte haar moeite, alsof zij iets schandelijks bekende. Uk denk altijd, dat ze me belache- l^nskleren rondliep". I ff,Ja", zei hij, „ik heb daarover ge- ford van Beate. Maar eigenlijk cht ik, dat je het heel prettig had Jronden als een jongen te leven". ;,Neen. O soms, als ik met vader al- tn was. Maarik heb er dikwijls (ar verlangd, net te zijn als ande- meisjes. Ook hier. Ik had een he- aan mijn nichtjes en hun vrien- maar het was eigenlijk, om- |t ik jaloers was. Ik voel me altijd G(sof ik anders ben en ik wou ge- &on zijn, zoals iedereenjü kunt lt niet begrijpen". „O ja", zei hij zacht, „ik kan het i&aJel goed begrijpen". Hij1 drukte haar dicht tegen zich [C Ik kan het heel goed begrijpen". I M,ik heb dat nooit aan iemand ver- ld, Tom. Behalve aan Beate. Ik doe Jf onverschillig en ruw, Teemden ontmoet, om te verbergen, |t ik zo verlegen ben. Alleen als ze iel aardig zijn tegen me, dèdelijk, als Kitty Clayten en haar man. lat het voorbij en dan kan ik ook (rdig zijn. Ik zeg je dat, omdat ik i altijd alles wil vertellen". .Alles vertellen," zei hij lang- iam, als een mens dat kon. Als je (nand alles kon vertellen '10"Tnand, aan wie je het durft te doen, wie je zeker bent datniet "In priester, niet in de biecht et iemand, die je dan zegt, dat je js of zo moet doen, als je weet, dat [het toch niet kunt. Ja, als je al- t kon vertellen." „Mij kun je alles vertellen."^ imber en vreemd. „Je bent nog erg jong. Als ik je I ijaar niet ongelukkig maak." XT~- kan ik ongelukkig zijn, als Kijk niet zo treu- een ander meis- ar je verdriet om jbt?" opeens, jaloers?" dat je verdriet had (er iets". „Zei ze dat? Merkwaar- g, dat ze het heeft gemerkt. Ze is ^Neen maai* ze \^ist altijd heel le 1 van andere mensen. Ik begreep ims niet hoe. Ik denk. dat ze het 'ïld. Waarom heb je verdriet, Tom? lij keek langs haar heen, zijn hand op haar hoofd. „Zoals jij.om it ik graag zou willen zijn zoals an- ren. Die angst, voor spot, voor af- ik heb dat netzo, veeler- nog misschien dan jij. In mijn P >rt ben ik soms ook bang voor men- [,Jij? Waarom?" „Ik was ook altijd (iders dan mijn broer en Letty vrienden. Jan en Letty waren i die echt gewone kinderen, met daagse fouten en kleine verdriet- Ik kon nooit met ze praten, ook ter niet. Met vader evenmin. Moe dat was iets anders. Maar je int 'n moeder ook niet alles zeg- |„Neen". „Ik zou er alles voor heb- i gegeven, zo te zijn als Jan. Later „Hoe kan ik g.Tdm. Is er. |bt?" jHij lachte opee iD „Ben je nu al J f3eate zei, d als student, toen ik Nol leerde ken nen, was het mijn ideaal zo te zijn als hij. Ik heb er mijn best voor gedaan, maar het was altijd een trieste ko medie". Zij lachte even, verbaasd. „Waar om wil je zijn zoals Nol? Ik vind hem heel aardig, maar ik zou niet graag willen dat je zo was. Dan zou ik niet van je houden". „Hij is een gelukkige kerel. Hij... past, weet je, past in de maatschap pij, past bij andere mensen. Ik niet. Wij beiden, we passen niet.al doen we ook nog zo ons best. Opeens verhelderden zijn ogen, hij lachte en zag er bijna uit als een jon gen, toen hij zei ,Maar nu zijn we doodgewoon twee verliefde mensen, nu passen we, Charlie, wij beiden. lieveling!" Hij trok haar in zijn ar men en kuste haar mond. „Charlie, liefje, mijn kleine Faun, myn mooie kleine Faun. Mag ik je noemen? Fauntje. Een leuk bijnaai pje. Niemand zal het begrijpen, al leen wij". Het bezoek aan zijn ouders zou er zaterdags heengaan met Tl mas en tot zondagavond blijven bleef haar met angst vervullen, ar dat zij haar schuwheid niet zou k nen overwinnen, stug zou doen vreemd. Maar toen mevrouw Arselen haar omhelsde, voelde zich opeens veilig. Dadelijk hield van de tengere vrouw met haar jong gezicht, dat heel zacht was in omlijsting van spierwit haar. N schien was het door haar sterke lijkenis met Thomas, dat deze vrc haar dadelijk vertrouwd werd. I bonzend hart ging zij de kamer b nen, waar Van Arselen zat in een makkelijke stoel. Aan zijn voeten een oude takshond. De man en hond kwamen beiden moeizaam ov eind. Charlotte, bevend, had mi één gedachte: niet zich te verwei tegen haar angst door stug en koel te zy'n. Zij klemde zich aan de arm Thomas, terwijl de oude heer hc lijk haar moeder begroette, die met mevrouw Van Arselen i haar kamer ging, om zich wat op te frissen. „En dit is Charlie", zei Thomas duwde haar zachtjes naar vor „Welkom, mijn kind". Hij kuste haar niet, maar hi even haar hand vast in zijn kille, 1 nige handen. Achter de brilleglas waren zijn blauwe ogen scherp doordringend, maar hij glimlacl vriendelijk. Charlotte stotterde f groet. „Zeg maar dadelijk papa tegen en ga zitten, kindje". (Wordt vervolgd) ADVERTENTIE Er zijn 2200 vestigingen. Op de postkantoren kunt u de hele dag terecht. Een aantal daarvan is zelfs ook op vrijdagavond of de plaatselijke koopavond geopend. Voor de postagentschappen gelden aparte openingstijden. RECHTER TIE EN DE MOORD IN HET MOERAS. VERH. 15. 515. Rechter Tie gooit wat koperstukken op tafel en bromt Bedankt voor je inlichtingen, vrind!" Snel gaat hij naar beneden en spoedt zich naar de nabijgelegen Noorderpoort. De hitte is nog steeds even drukkend, maar Rechter Tie's loomheid is plotseling van hem afgevallen. De afgelopen maanden heeft hij alleen maar routinezaken te behandelen gehad: geschillen over testamenten, over de grenspalen tussen verschillende landerijen, besluiten op het gebied van de invoerheffingen en belastingen, enzovoort, en zovoort. Vervelend, maar noodzakelijk werk. Nu is er weer iets ge beurd dat zijn volledige persoonlijke inzet vereist. Een moordzaak en bovendien, naar het lijkt, een duidelijk geval van machtsmis bruik door de legerautoriteiten. De Rechter bereikt de Noorderpoort en wendt zich tot de korporaal, die voor het wachthuis op post staat. „Wat heeft al die drukte in het moeras te betekenen?" gromt hij tot de korporaal, die in de houding is gesprongen. ,JSr is een lijk gevonden in de oude toren, Edelachtbare"zegt deze. ,JIet schijnt dat de militaire politie de dader al heeft gearresteerd.„Waar hebben ze hun arrestant naar toegebracht?" vraagt Rechter Tie bars. „Dat weet ik niet> Edelachtbare, maar ik kan het voor U na- vragen", is het timide antwoord van de korporaal. „Doe dat dan, en meteen! En laat een van je mannen een paar oliekoeken voor me kopen." zegt de Rechterdie bedenkt dat er van ontbijten voorlopig wel niets zal komen. DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMETJE FOK 1116. De voorspelling van Karo, dat ze aan boord van het goede schip Kokanje heel wat zouden te stellen hebben met de beide jongens, werd spoedig bewaarheid. Het begon al met het aardappelschillen. Bram had de jongens aan het piepers jassen gezet. De ijver, waarmee ze begonnen, deed Bram het beste hopen. Maar al gauw merkte hij, dat er van de aardappels niets meer overbleef dan een enorme schil en een heel klein stukje voor de pan. „Kunnen wij het helpen, dat we het niet kunnen?" vroeg Jan- Joost met een kwaadaardige glimp in de ogen. „Ga dan maar dekens uitkloppen", zei Bram streng. Ook dit maal gehoorzaamden de jongens dadelijk, maar reeds na drie slagen vloog de deken van Bram met 'n boog uit hun handen, het water in. „Kunnen wij het helpen, dat wij het niet kunnenvroeg Frans-Frits schijnheilig. Gulf Hania 24 280 m NO «ma- ilf'Tïollondtr 28 920 m WNW il" Italian 28 19» m WZW Lud» loMl. 380 m N Ator*» Rtei;,«453o9!,»"iiN'3,M';r1s. G*Thulin 23 ,3 m MO S.m,r.r. Zeesleepvaart

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1968 | | pagina 23