Kruiswoordraadsel
Kom er ACHT -er
Pim en Pom in de schoonmaaktijd
GRZIMEK beschrijft het
dierenleven in dertien
dikke boeken
I ZATERDAG 20 APRIL 1968
LD.EXTRA 5
Pirn, vraagt Pom, wat Is er?
Bin-nen, zegt Pim bang,
bin-nen in de ka-mer
is iets aan de gang.
Pom kijkt. Wat voor ka-mer?
Ka-mer, roept Pom kwaad,
t Is een gro-te leeg-te
waar geen ding meer staat.
Al-les wat van ons was:
kus-sens, mand-jes, 't kleed,
al-les is ver-dwe-nen.
en voor-goed, wie weet.
On-ze vriend, de ta-fel
ligt plat op zijn rug.
En waar zijn de stoe-len?
Tc Zie ze nooit meer te-rug.
Houdt het daar-mee op, Pim?
Nee. na-tuur-lijk niet.
Straks gaan ook de din-gen,
die je nu nog ziet.
Straks zal t he-le huis hier
al niet meer be-staan.
'k Ga me maar ver-stop-pen.
t Is niets meer ge-daan.
In een don-ker kast-je,
treu-rig, boos en bang
wach-ten ze liet eind af,
het duurt heel, heel lang.
-Hoor, dan roept de vrouw
Pim, Pom. Ik trak-teer,
om-dat al-les schoon is.
Kijk, het glimt hier weer.
Ha, roept Pom, ha, al-les
staat weer waar het stond.
Mand-Je, stoe-len, kus-sens
t kleed weer op de grond.
En mijn vriend, de ta-fel
staat weer als het moet,
al-les ruikt weer lek^ker,
al-les is weer goed.
MIES BOUHUYS
Bernhard Grzimek, de directeur van
de dierentuin in Frankfort, is een
van de populairste tv-sterren in
de Bondsrepubliek. Met de meest
onwaarschijnlijke dieren verschijnt Grzi
mek voor de beeldbuis en pleit hij voor
hun beter lot. In een aantal boeken ver
telt Grzimek van zijn zwerftochten door
Afrika (een liefhebberij waarin Duitsers
sterk zijn als ze geen andere avonturen
omhanden hebben). Zijn zoon viel als
slachtoffer op een van deze tochten: een
vogel kwam in botsing met het door Grzi
mek jr. bestuurde particuliere vliegtuig
en het toestel stortte neer.
In zijn strijd tegen de afslachting van de zee
honden, waarvan de vellen op de pelsmarkt de
handelaren grote winsten opleveren, nam Grzi
mek in de ogen van vele kijkers en luisteraars
de vormen van een ouderwetse ridder aan, die
strijdt tegen het erbarmelijke lot van de zwak
keren. Dit alles en nog veel meer maakt, dat
de Münohense uitgever Kindier het als een uit
stekend zakelijk idee beschouwde een dertien
delig .Leven der dieren" (in 1972 afgesloten)
de titel „Grzimeks Tierleben" te geven.
Bij iedere dierenvriend gaat na het noemen
van deze naam een licht op: hij denkt aan
het onvergetelijke „Brehms Tierleben", dat tus
sen 1864 en 1869 in zes delen verscheen en ten
slotte zijn vierde en laatste druk (in dertien
delen) tussen 1913 en 1918 beleefde. De in 1829
in Uuterrenthdorf geboren Alfred Edmund Brehm
zorgde voor een revolutie in de beschrijving
der dierkunde.
Deze revolutie was overigens ondenkbaar zonder
de revolutie die Brehms tijdgenoot Charles Dar
win ontketend had. De mensen stamden niet al
leen van de apen af, alle dieren (in ieder geval
de zoogdieren) kregen plotseling iets menselijks
en Brehm beschreef ze dan ook als eerste dien--
overeenkomstig. Vooral de hoofdstukken over de
apen behoren tot de meest gelezen hoofdstuk
ken uit Brehms oeuvre en het valt daarbij mis
schien de laatste afgelopen tientallen jaren pas
op, dat Brehm in zijn interpretaties wel wat
al te zeer op de vleugelen van de romantiek
werd meegevoerd.
De aap
De ergernis, die iedere al te nauwe menselijke
relatie wekt, spreekt ook uit de welgekozen en
niet van humor ontblote zinnen van Brehm, als
hij het over de aap in diens relatie tot zijn
„meester" heeft: „Als vrijlopend huisdier
is de aap niet te dulden, omdat zijn altijd op
gewekte geest voortdurend bezigheid verlangt.
Als zijn meester hem deze niet verschaft, zal
hij haar zelf zoeken en haar vinden in hande
lingen, die ons hinderlijk of nadelig zijn, Enige
soorten zijn door hun onwelvoeglijk gedrag on
uitstaanbaar (In de toenmalige Nederlandse
vertaling van de hbs-leraar S. P. Huizinga).
Bernhard Grzimek pakt het dierenleven anders
aan. Hij gaat van de modernste vergelijkende
dieronderzoekingen uit, waarbij men ervan zelf
sprekend ook van uit gaat dat de mens van
de aap afstamt, maar waarin men de lijn van
het al te menselijke niet tot in het absurde
doortrekt.
Terwijl Brehm de eerste drie delen van zijn werk
helemaal alleen schreef (het laatste over de lage
re dieren liet hij aan een assistent over) en daar
bij over het gedrag van zijn hoofdpersonen gro
tendeels uit zijn fantasie putte, werken aan Grzi
meks serie ruim 120 experts mee, die ieder op
hun beurt hun object in zijn gedrag uitvoerig
hebben bestudeerd.
Grzimek is overigens op zijn beurt opnieuw de
dier-romanticu6, als hij in zijn inleiding aankon
digt, dat hij voortaan niet meer over „dierlijk"
maar over „dier-achtig" zal spreken, en ook niet
van plan is in relatie tot het dier te spreken over
„bek", „zuipen, „vreten" of „werpen". Grzimek
maakt zich ook gepast vrolijk over de termen die
Brehm en de latere bewerkers van zijn oeuvre ge
bruikten, zoals dom, stompzinnig, lelijk of boos
aardig. Aan de andere kant kregen Brehms die
ren soms het predicaat slim, zacht, lief, aardig
of ridderlijk. Dit nu mag van Grzimek allemaal
niet meer.
„Wij weten nu dat iedere diersoort gehoorzaamt
aan gedr&gsfomiules, die hem zijn aangeboren en
die bij zijn soort horen, die zinvol op de wereld
waarin hij leeft zijn afgestemd. Wij weten echter
ook hoezeer ons oordeel over dieren onbewust
door onze eigen en eveneens aangeboren reacties
en prikkels wordt beïnvloed en vervormd". Het bes
te bewijs hiervan levert Grzimek zelf, als hij de
.aangeboren prikkel" over het hoofd ziet van zijn
medewerker Konrad Herter, die in het hoofdstuk
over de insekteneters ook over een bepaalde wijf
jes-egel spreekt, die driemaal per jaar jongen te»
wereld bracht, die zij echter steeds weer zelf op
vrat".
Nederlandse medewerkers
Grzimek en zijn medewerkers (onder wie de Ne
derlanders dr. Slijper en dr. Kortlandt van het Zo
ologisch laboratorium van de Universiteit van
Amsterdam en dr. G. F. Mees, custos van de vo
gelafdeling van het Rijksmuseum voor Natuurlij
ke Historie ln Leiden) houden zich meer aan de
feiten en brengen de lezer beter op de hoogte
van de laatste stand van de onderzoekingen, in
het bijzonder met betrekking tot het vergelijken
de onderzoek van het gedrag, dan de in romanti
sche fantasieën uitweidende Brehm.
Het werk ls geïllustreerd met een groot aantal,
maar misschien nog niet genoeg foto's en teke
ningen in kleur, die een grote vooruitgang bete
kenen op de gravures uit de boeken van Brehm,
hoewel deze voor de trouwe Brehm-lezer een even
grote magie bezaten als de plaatjes in de boeken
van Jules Verne.
Horizontaal
I. grote zeevogels
6. Joodse godsdienstleraar
10. Zweedse munt
II. kledingstuk
13. pasgang (van paard)
15. slanke toren met omgang
18. Alg. Kiosk Onderneming
19. motorschip
21. spoorwegen
22. op de manier van (2 woorden)
23. nul punten (tennis)
25. groente
26. paar
27. moeilijkheid, val
20. tedere
31. titel
32. organische verbinding van eon
zuur met een alcohol
35. element Selenium
36. bolgewas
37. steekvlieg
39. deel van de bijbel
41. bomen
43. werkplaats van wetenschappe
lijk onderzoeker
45. watervogel
48. stage vlijt
50. vrede
51. alcoholhoudende drank
52. ver-: voorvoegsel
53. Europeaan
54. maanstand
56. de bijbel
58. list
59. beroering
62. staat van wasgoed
64. in koor zingen, dansen
65. Alg. Transp. onderneming
66. handelingen
67. geheel der godsdienstige ge
bruiken
Verticaal
2. plomp
3. haakje met puntige uiteinden
4. eenmaal
5. schaap
6 aap
7. plof, smak
8. Bond van Nederlandse Archi
38. vervoeging van het werkwoord
tecten
„slijten"
9. deel van een etmaal
39. smal toelopende zuil
12. van velen
40. knars
13. hard vet
42. beloning
14. gebladerte
44. beschadiging aan een 6chlp
16. houten klepper
46. eens
17. natuurlijke begaafdheid
47. lidwoord
20. versterkt kasteel
49. overgebleven deel
24. gemeente in de Betuwe
54. gedicht, melodie
26. heilige
55. gewricht
28. rij
56. kraakbenige zeevis
29. dagblad
57. behoudens de titels
33. in-: toekomstig
60. plaats voor balspel
34. gemeente op de Veluwe
61. erfelijke factor
35. hecht, sterk
63. jongensnaam
OPLOSSING VAN
VORIGE OPGAVE
De eerste prijs van f 5 werd toe
gekend aan de heer P. Wijnberger,
Binnenweg 40 te Noordwtfk aan
Zee, de twee prijzen van f 2.50
aan mej. E. E. Gubbels, Raadhuis
laan 74 te Voorschoten en aan de
heer M. C. de Vogel, Rijn en Schie-
kade 98 te Leiden.
De prijzen worden de
toegezonden.
Oplossingen onder het motto
„Kruiswoordraadsel" dienen voor
woensdag as. te 9 uur v.m. in het
bezit te zijn van de redactie, Wit
te Singel 1 te Lelden. Onder de
goede oplossingen stellen wij een
eerste prijs van f 5 en twee prij
zen van f2,50 beschikbaar, waar
naar alleen abonnees kunnen me
dedingen.