|anering van de linnenvaart dringend noodzakelijk 04PÜ a Grotere en snellere schepen gewenst raar aan denkt de doorsnee-Nederlander bij het begrip schipper? Een getaande figuur aan het stuurrad van zijn tjalkje, dat door de speelse golfjes van kanaal tuft. Een blauwe, zelfgebreide trui rond de ie schouders, een pijp tussen de bruine tanden ge ld en de onvermijdelijke morsige pet met anker- deern op het hoofd. Moeder de vrouw, met opge- epte mouwen, komt eens kijken hoe het met de staat, die aan een lijn op het dek vrolijk in de d wappert. De kinderen spelen rustig mens-erger- liet in het roefje. Dat mens-erger-je-niet is ook bijkans de lijfspreuk ge worden voor de meeste binnenvaartmensen, die in geen enkel opzicht meer beantwoorden aan deze folkloris tische image. De binnenvaart is geen zaak meer van tjoekende motortjes, pruimtabak en benauwde roefjes. De binnenvaart en vooral de grote Rijnvaart is een modern bedrijf met vakmensen, continudiensten, machtige machines, vaar schema's, winst- en verlies rekeningen. Een belangrijke bedrijfstak, een terrein waarop Nederland een flink woordje meespreekt: wij hebben de grootste Rijnvloot, ongeveer drie keer zo groot als onze naaste concurrent, Duitsland. ïanj De binnenvaart heeft ook economisch gezien maken met ruw weer iaa za e mocrote centra van handel en Industrie in loonguropa zijn via waterwegen bereikbaar en fla$terWeg0n worden weliswaar druk bevaren, nog niet zoals de meeste autowegen wvol. Bovendien is het vervoer van grote a per binnenschip relatief goedkoop, voor dat er met weinig man veel vervoerd kan a. Het gaat echter langzamer dan het ver- er auto en de goederen kunnen in de mees- allen ook niet helemaal op de plaats van iming afgeleverd worden. Er is daarom in trekken een soort natuurlijke taakverdeling weg- en watervervoer ontstaan: grote par- ver lange afstanden per binnenschip: klei- ^tijen, die snel op hun bestemming moeten ier vrachtauto. Het vervoer over de weg dan ook niet gezien als de grootste con- t van de binnenvaart; het railvervoer en I yleidingen zijn veel meer gericht op dezelf- Ijkt. ff ens bestaan bij sommige rederijen plannen mr ^n service zo vér mogelijk door te voeren M. de vracht met auto's van het schip aan 4e uiteindelijke bestemming te vervoeren, ten Duitse rederijen beschikken al over een Juist ?ark daarvoor. keiafau0 indruk te geven: kunstmest, ertsen, olie, miljocche produkten, cement, machines en gra- d nod^oren tot de produkten en goederen, die sesI* Vest over de binnenwateren vervoerd wer- de op< 4 api b het Centraal Bureau voor de Statistiek iet jui openii 1966 het goederenvervoer als volgt ver- zieke! cn dcjiternationale binnenvaart; 25.2 railvervoer; >lijk rankzi),*nnen,antls verveer over de weg en 21.8 proviltionaal vervoer over de weg. Uit deze cij- oft^g^jkt we' duidelijk hoe de verhoudingen lig- et inden romti ingin, i er. Acbp het ogenblik in de binnenscheepvaart aan^twikkeling gaande in de richting van gro- e klac\ snellere schepen. Er komen meer motor en en het aantal sleepschepen neemt sterk an nodrnaast vermindert wel het aantal schepen, incies i maar de grootte en daardoor het totale laadver mogen neemt toe. Een ander facet van de mo dernisering, waaraan zeker in de toekomst de vol le aandacht geschonken zal moeten worden, is de kwestie van het snel laden en lossen. De binnenvaart heeft bepaalde soorten vervoer aan andere transportmiddelen verloren. Het ver- Duwboten Een aanduiding van het nieuwe tijdperk waarin ien ntodemisering dn.i O voer van zeer kleine partijen over relatief korte afstanden bijvoorbeeld kan als verloren worden beschouwd (hier komen de voordelen van het autotransport om de hoek kijken). De omvang van de partijen, die de binnenscheepvaart krijgt te vervoeren, worden steeds groter en dat houdt in, dat de beurtvaart vrijwel is verdwenen en dat er nauwelijks nog een taak is weggelegd voor kleine schepen, zo tot de 150 ton. Overigens waren \mm\ kunnen afmeren en onmiddellijk weer andere, ge laden, bakken mee terug kunnen nemen. Dat houdt in dat de duwboten het meest rendabel zijn bij het vervoer van grote hoeveelheden op een soort lijndienst. De bemanning van een duw- combinatie werkt dan ook in een ploegenstelsel; de binnenvaart is komen te verkeren, is het ver schijnsel van de duwboten op onze rivieren. Met deze combinaties kan meer vervoerd worden met minder motorvermogen, de duwbakken zijn snel en vrij goedkoop te maken en er kan bijzonder vlug geladen en gelost worden, omdat de duw boten in de haven van bestemming de bakken De waterwegen worden welisioaar druk bevaren, maar zijn nog niet zoals de autowegen overvol. de combinatie is dag en macht aan het werk. Het nadeel is, dat slechits een klein gedeelte van d'e Nederlandse waterwegen geschikt is voor duw- vaart, zodat men deze schepen bijna alleen maar ziet op Rijn en Waal. Moeilijkheden sleepboten en 2097 motorsleepboten. Van al die schepen werden er maar liefst ruim zesduizend tussen 1900 en 1919 gebouwd en zelfs ruim veer tienhonderd vóór 1900 De motorisering, de sanering verloopt moeizaam; er worden veel te weinig nieuwe schepen ge bouwd. Volgens velen ligt dat aan het systeem van bevrachting uit de dertiger jaren, dat wij hier in Nederland kennen. Dit systeem houdt in, dat ieder schip op zyn beurt moet wachten en dan een vracht krijgt toegewezen. De opdrachtge ver heeft dus niets te zeggen over wie zijn goede ren gaat vervoeren en de schipper moet wach ten tot zijn beurt gekomen is. Daardoor kunnen de schippers met minder goed materiaal, die bij een vrije markt niet zouden kunnen concurreren tegen him moderne collega's en de grote maat schappijen, toch nog steevast rekenen op vracht. Daardoor ook blijven zij met hun verouderde schepen doorvaren. Deze nogal kunstmatige re geling die niet voor het vervoer over de grens geldt is velen een doorn in het oog. Zij menen dat de regeling, die destijds uit sociaal oogpunt (om een volkomen chaos in de crisistijd te voor komen) genomen is, nu alleen maar de vorming van een juist beeld in de weg staat. Er wordt dan ook aangedrongen op een sloop- regeling, waardoor sommige schippers met steun van de overheid de vaart kunnen verlaten. Wan neer dat niet gebeurt, zo voorspellen ze, zal een ijskoude sanering de hele Nederlandse binnen vloot treffen. Ondanks deze ontwikkelingen kampt de binnen vaart met grote moeilijkheden. Er moet noodza kelijk gesaneerd worden, want een deel van de vloot bestaat niet alleen uit oude schepen, maar vooral ook uit economisch verouderde schepen. Dat wil zeggen, dat ze niet zijn aangepast aan de eisen, die wat betreft Iaden en lossen gesteld worden. Schepen met veel ruimen, die moeilijk geladen en gelost kunnen worden, zijn in feite verouderd; ze moeten het, wat rendabiliteit betreft, afleg gen tegen de schepen met enkele gladde ruimen. De cijfers spreken hier duidelijke taal. Volgens "het CBS waren er begin vorig jaar in Nederland 20.769 binnenschepen met een totaal laadvermo gen van 6.470.653 ton. Er waren weliswaar 24 duwboten en 90 duwbakken, maar ook 135 stoom - Schepen geven bedrijvigheid tot zelfs in het hartje van de stad. Hier een binnen vaartschip, dat voor de Leidse Meelfabriek „De Sleutels" aan de Zijlsingel gelost wordt. Ondanks alle vereiste sanering, geloven toe niet, dat een dergelijk beeld spoedig zal ver dwijnen. (Foto LD/Holvast). Comfortabel Om even terug te komen op het beeld van de schipper met vrouw en kind op het tjalkje, da* we in het begin van dit artikel opriepen: die be staat nauwelijks meer. Wel een moderne versie, het schippersgezin in een comfortabele woonruim te aan boord, voorzien van televisie en alle mo gelijke comfort. Want in 1960 nog woonde 81 procent van de zelf standige schippers aan boord, maar slechts 30 procent van de schippers in loondienst (van de rederijen dus). Toch geven steeds meer schip persvrouwen de voorkeur aan een woning aan de wal. Dat stuit ook niet meer op zoveel bezwaren als vroeger, want door de snelheid van de sche pen zijn de reizen koot en de man is dus vake* thuis. Het bekende probleem van de schippers kinderen lag in 1960 cijfermatig gezien als volgt! ruim 12.000 kinderen (tot 19 jaar) leefden aan boord, terwijl er ruim 4000 aan de wal verbleven. Overigens neemt de beroepsbevolking in de bin nenvaart door automatisering en modernise ring af. Volgens de volkstellingen: in 1947 bij na 34 duizend mannen en in 1960 nog maar ruim 26 duizend mannen. Samemverking Schaalvergroting speelt ook in de huidige ontwik kelingen van de binnenvaart een belangrijke rol. Onlangs besloten Vulcaan en de N.V. Nederlandse Rijnvaart Vereniging tot samenwerking in de nieu we rederij Europese Waterweg transporten N.V. Damco nam de schepen van rederij Van Driel in Rotterdam over en er kwam een fusie tot stand tussen twee grote Duitse rederijen: Win- schermann GMBH en KVAG in Duisburg. Het is niet uitgesloten, dat particuliere Nederlandse schippers elkaar gaan vinden in coöperaties om samen sterk te staan tegenover de grote maat schappijen. Bovendien is het wel mogelijk dat er een bepaalde samenwerking ontstaat tussen zee- en binnenvaartrederijen (speciaal met betrekking tot de overslag van goederen in zeehavens). Weekendbijlage Leidsch Dagblad Zaterdag 6 april 1968

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1968 | | pagina 9