iSiifc
ft»
gVjK-a. 7sCHEEPSK^bBERICHTEN
Êisms..
m
CHARLES
CHARLOTTE
Slachtoffers van het
oude regime in Praag
stichten organisatie
lËllsL.
■war.
ZATERDAG 30 MAART 1963
DAGBLAD
PAGINA 21
door Willy Corsari
deed Charlotte opkijken. Zij schrok.
Haar moeder leunde tegen het aan
recht, met doodsbleek, verwrongen
gezicht. Uit haar halfopen mond
kwam een zacht gekreun. Maria
kwam aanlopen, duwde het meisje
weg en beval haar Domien te roe
pen. Hü moest de dokter gaan ha
len.
Toen Charlotte terugkwam, was
er niemand meer in de keuken. De
koek brandde aan. Ze nam de vorm
uit de oven.
Ze rende naar boven. Op de eerste
verdieping stonden een paar dienst
boden te fluisteren voor de deur van
de slaapkamer. Binnen klonken op
gewonden stemmen en half gesmoor
de kreten. Charlotte beet op haar
gebalde hand en bleef staan staren
naar de gesloten deur, tot dokter
Loovers de trap kwam oprennen.
„Weg jij!" zei hij, „vooruit!" Nog
nooit had hij zo tegen haar gespro
ken. Als een klein kind rende ze weg,
trok een mantel aan en schreeuwde
buiten om Tasso. Maar ze weerde
hem af, toen hij blij blaffend tegen
haar opsprong. Het regende. Ze liep
met de hond in het wilde weg door
het park, had niet de moed terug te
keren in het kasteel toen de regen
steeds sterker ging stromen en zocht
haar toevlucht in het kantoor van
haar vader.
Daar zat zij, de hond aan haar voe
ten, haar hand op zijn hals, naar bui
ten turende, terwijl in haar hoofd
nog altijd dat kreunen klonk en die
schreeuwen.
Het gezicht van haar moeder leek
te zweven in de regenstroom, als een
spookbeeld, wit en verwrongen. Zij
verlangde wanhopig naar Beate. Bij
haar zou zij zich minder bang heb
ben gevoeld. Herinneringen gingen
door haar verwarde gedachten. De
stalknecht had gezegd, dat de poes
jongen kreeg.
De poes had heel stil gelegen.
Maar op de boerderij hadden ze eens
verteld, dat ze de hele nacht waren
ven. Er was iets niet in orde ge
weest en de koe was doodgegaan.
Charles en zij hadden het niet recht
begrepen, ze dachten, dat de ooie
vaar het kalf niet had gebracht en de
koe van verdriet was gestorven. Ze
waren toen pas vier jaar. Nu dacht
zij sidderend, dat er zeker ook iets
niet goed was met haar moeder en
dat zij zou sterven.
Het had zo lief geleken, een poes
met kleine katjes naast zich, een
zeug met roze biggetjes, het had zo
iets moois geleken, een vrouw en een
kindje. Maar het was è,nders. Ik wil
nooit een kind hebben, dacht zij.
Waarom doen ze altijd of het iets
heerlijks is en iets moois? Je wordt
afschuwelijk, mismaakt, belachelijk
en dan gebeurt er iets ontzettends,
zodat Je kreunt en schreeuwt, met
zweet op je gezicht.
Christiaan vond haar, toen het al
donker was. Hij probeerde haar ge
rust te stellen, maar zij zag hoe bleek
Ze rukte haar kleren uit, kroop in
bed en trok de dekens over haar
hoofd. Later wist zij niet, of zij een
nachtmerrie had gehad, of werkelijk
in de nacht een vreselijke schreeuw
had gehoord en zij durfde nooit iets
vragen. Badend in zweet lag zij lange
tijd wakker.
De volgende morgen hoorde zij van
Mademoiselle, die bleek en ontdaan
tegenover haar zat aan het ontbijt,
dat het kindje dood geboren was. „Je
moeder is erg ziek," zei Mademoi
selle. Later zag zij haar vader, die
lotte even bij haar moeder mocht ko
men. Met schrik en afkeer zag zij het
gelig witte gezicht, dat bijna het ge
zicht van een vreemde leek, zo ver
ouderd opeens, met de haren, die zij
nooit anders dan keurig gekapt had
gezien, verward eromheen. Ze was
opgelucht toen haar vader zei, dat ze
maar eventjes mocht blijven. Ze kus
te de kille wang van dat vreemde ge
zicht. Haar moeder glimlachte
flauwtjes met witte lippen. Haar ogen
waren dof.
(Wordt vervolgd)
De voorzitter van de centrale raad
van landbouwcoöperaties in Tsjecho-
Slowakije, Kroetina, heeft thans
zijn functie neergelegd wegens de kri
tiek die de laatste tijd op hem is uit
geoefend.
Zondag houdt ln Praag een orga
nisatie van slachtoffers van „on
rechtvaardige vonnissen en vervolgin
gen sinds februari 1948" haar oprich
tingsvergadering. Ze wil opkomen
vor de sociale belangen van de be
trokkenen.
Intussen verklaarde de president
van de rechtbank, die in 1952 in een
schijnproces de vroegere secretaris
generaal van de Ssjechoslowaakse
communistische partij, Slansky, sa
men met tien anderen ter dood ver
oordeelde, dat hij zich volmaakt on
schuldig voelt. Tegenover het tijd
schrift „Reporter" verklaarde de
rechter, dr. Oerwaiek, dat hij er nog
alles correct
klaagden hadden bekend, „dus be
hoefde lk niet meer aan hun schuld
te twijfelen". Op de vraag of hij het
NEGENHONDERD
EXECUTIES IN
DE STAD KANTON
In de Zuidchinese stad Kanton zijn
de laatste tijd tenminste 900 perso
nen door vuurpelotons terechtgesteld
aldus heeft een reiziger uit die stad
meegedeeld aan het pro-nationalis-
tisch-Chinese blad „Sing Tao Jih
Pao". De reiziger zei, dat er een be
weging aan de gang schijnt te zijn
om de politieke oppositie te onder
drukken „zoals in 1960", en dat in de
stad geruchten de ronde doen dal
juist achtte nog bij de rechterlijke
macht te blijven werken antwoordde
hij: „Wat moet ik dan doen? Zelf
moord plegen? Daarmee zou ik toch
toegeven dat ik mij schuldig voel.
Maar ik ben er volledig van over
tuigd. juist gehandeld te hebben".
Intussen zijn de betrekkingen tus-
feen Tsjecho-Slowakije en Oost-Duits-
land als gevolg van de kritiek van de
Oostduitse partij-ideoloog prof. Hager
op de Tsjechische liberalisering nog
steeds uiterst gespannen. Ambtena
ren van het Tsjechische ministerie
van Buitenlandse Zaken hebben er in
privé-gesprekken op gewezen, dat af
gewacht wordt of het bewind in de
DDR zich van Hagers verklaring dis
tantieert. Gebeurt dat niet dan moet
op scherpere reacties van Tsjechoslo-
waakse zijde gerekend worden. Minis
ter van Buitenlandse Zaken David
heeft woensdag al bij de Oostduitse
Praag geprotesteerd.
n.v. verzekerings
maatschappij
...om zéker
te zijn
brand-, inbraak-, storm- en gla9verzekering,
wettelijke aansprakelijkheid vooi particulie
ren. ongevallen-, ziekte- en ziektekosten-
westblaak 22-r'dam
tel.010-110004*
PANDA EN DE MEESTER-SOPERMAN.
2497. „Het is mij niet waard om nog langer het smalle rechte
pad te bewandelen!" sprak Joris, een terloopse blik werpend op
een langskomende jongedame. „Goed doen loont niet.
„Onzin, Joris," sprak Panda bestraffend. „Zo mag je niet pra
ten. Natuurlijk moet je goed doen zeker als je extra krachten
hebt!"
„Neen! Het is te laat!" kreet de ander vertwijfeld. „En bovendien
hebben die krachten mij verlaten!"
Maar Panda luisterde niet naar hem. Want zijn aandacht werd
getrokken door een ivild beweeg op de achtergrond en toen hij
goed keek, zag hij dat dat meisje, dat hen zojuist was voorbijgelo
pen, overvallen werd door Grab de Gabber.
„Vlug, Joris!" riep Panda opgewonden„Daar! Nu is je kans om
een mooie daad te doen! Ga er op af!"
RECHTER TIE EN DE TWEE BEDELAARS Verh. 14.
1422. „De vraag is wie er belang bij kan hébben om een
zo rustige, onopvallende man als Wang te vermoorden", zegt Rech
ter Tie peinzend. „Hoewel.wat weten we eigenlijk van hem? Hier
leek hij een rustig en onopvallend man, maar vroeger in de hoofd
stad schijnt hij dat allerminst geweest te zijn. En we hebben nog
steeds geen idee ivat Wang op zijn vrije dag uitvoerde. Het zou me
niet verbazen als het motief in deze -moordzaak met Wangs verle
den samenhangt". Er wordt geklopt en gildemeester Ling komt
binnen. Hij maakt een lichte buiging en zegt: Jk héb het lijk in
derdaad kunnen identificeren als dat van mijn huismeester, Edel
achtbare. Maar ik begrijp niet waarom Wang die bedelaarsplunje
aan had". „Wij ook niet, meneer Ling", zegt de Rechter. „Gaat u
zitten".
Als de gildemeester tegenover het bureau heeft plaatsgenomen,
kijkt Rechter Tie hem doordringend aan en herneemt dan: „U
ivoont hier prettig, meneer Ling. Een mooie, rustige buurt. Maar
vaak zijn juist in deze buurten de betere besloten danshuizen te
vinden. Is er hier ook zo'n huis in de nabijheid?" De gildemeester
kijkt enigszins verward door deze onverwachte vraag. Uhikzelf
pleeg dergelijke huizen niet te bezoeken", mompelt hij, „maar in
derdaad. er is zo'n huis in de volgende zijstraat. Het loordt gedre
ven door een zekere mevrouw Kwang".
DE WONDERLIJKI AVONTUREN VAN BRAMMETJE FOK
1093. Vriendelijk boog oma Fok zich over de reling naar de
spinnijdige Zoetekauwers.
„Tsjonge, jonge, waar komen jullie zo ineens vandaan? Heb je
schipbreuk geleden? Of bt
„Zout", schreeuwden de j
Door de golven water, die zij binnenkregen, spra
lijk. Het was dus best te begrijpen, dat oma hen
en bemoedigend toesprak: „Ach nee, jullie zijn niet stout.jullie
zijn zoet".
Dat laatste woord maakte de mannetjes niet aardiger. En toen
oma met een hand, die voor haar leeftijd nog zeer krachtig was,
is isifismsir.
'£?ii2êzzi2ïr**
SSJKAS'SfrsA
'ï?KS-r
K|»u,ca".u
PTIM*S rMargrl«t (I.V.) 2» A«-»
iWlü.'Aw -
SS
N—M Lion»" 14oS* M*HW S». M»j
°"fflTs?03T SSCSL1*
■"is.—.1