iidische kolonie
Inder de
ipaanse zon
lT
if
Tekst en foto's
van P. C. Rosier
Zuid-Spanje bood uitkomst
voor echtpaar Van Veen
Jl atabal
t^jd geleid, en er Is bovendien een bibliotheek, die
zich snel uitbreidt.
En er zijn plannen, veel plannen voor de toekomst
zoals een levende maatschappij ze behoort te heb
ben. Plannen voor een recreatiecentrum met res
taurant en zwembad, grotere en betere vereni
gingslokalen, plannen voor een supermarkt, voor
een begin van een bejaardencentrum, voor herbe
bossing van de kale, onbebouwde berghellingen,
ook op terreinen buiten het eigenlijke El Atabal.
Plannen van gepensioneerde mannen en vrouwen.
Vriendelijk dorp onder de Spaanse zon.
en de grillige bergen tekenen zich donker af tegen
de helle kleuren van de hemel, kobaltblauw en
roze en geel, die zich weerspiegelen in de zee in
de verte. De lichtjes van Malaga branden nog
beneden, in de diepte. Een man staat in zijn pyja
ma op de voorgalerij van zijn eigen Zuidspaan-
se woning. Hij ademt met welbehagen de frisse
zuivere ochtendlucht in en denkt aan de Tjandi
in Semarang, aan de stierenrennen op Madoera,
de bedrijvigheid van Batavia en Soerabaja, aan
de schoonheid van de Zandzee op Oost-Java, aan
de Poentjak en aan Wonosobo. Het fluiten van de
eerste vogels schalt door de ijle lucht. Het heeft
gelukkig de laatste dagen flink geregend, de jon
ge tuin ziet er fris en sappig uit en overal geu
ren en kleuren de bloemen. In de verte, boven
het volgepropte Torremolinos ronken de vlieg
tuigmotoren. De oud-Indischgast heeft een goed
leven in zijn nieuwe „kolonie". Volgend jaar gaat
hij, heel misschien, weer met vakantie naar Hol
land.
bijna tropische klimaat van haar nieuwe woon
plaats alleen maar in loffelijke bewoordingen
uit. „We hebben zesenzestig bungalows in beheer,
waarvan vierenveertig in verhuur. De huizen va
riëren in grootte van één tot drie slaapkamer»
met prijzen van tweehonderdvijftig tot vierhon
derdvijftig gulden per maand in de winter en van
driehonderd tot zeshonderd gulden per maand in
de zomer.
Er zijn ook nog ongemeubileerde bungalows te
huur met prijzen van honderdvijftig tot ruim
tweehonderd gulden per maand".
Wat het dagelijkse leven in El Atabal betreft,
ook daarover heeft de zongebruinde, hardwerken
de huismoeder uit Rijswijk niets dan lof. „De bak
ker komt elke dag langs, de kruidenier komt twee
keer per week de boodschappen opnemen en de
vuilnisman doet ook tweemaal in de week de ron
de. En we hebben hier een gezellige club met een
bar, waar het een en ander gekocht kan wor
den. In deze club wordt dikwijls bridge en bingo
gespeeld, de post wordt er gesorteerd en men kan
bij de Rode Rozen inlichtingen krijgen over alles
en nog wat. De Rode Rozen zijn dames, die zich
vrijwillig beschikbaar hebben gesteld om 's mor
gens een paar uur voor dit doel in het clubgebouw
te zitten. Er verschijnt geregeld een krantje, waar
behalve de laatste dorpsnieuwtjes recepten in staan
en tips voor de tuin en voor het maken van
tochtjes in de omtrek". Mevrouw Van Veen raakt
in haar enthousiasme niet over haar nieuwe woon
plaats uitgepraat. „Het grappige is ook, dat je
hier iedereen tegenkomt, ook mensen die je vroe
ger gekend hebt of die m'n ouders gekend heb
ben. Er wonen hier ook mensen, die mij nog in de
wieg hebben zien liggen! En m'n schoonvader
kwam hier een oud-collega van hem tegen. Ja,
m'n schoonouders hebben twee maanden in El
Atabal doorgebracht en ze vonden het héérlijk.".
Els van Veen, die vol trots foto's laat zien van
haar twee flink opgroeiende dochtertjes, legt ten-
ildk ver van het oude, wat rommelige centrum van de Zuid-
voianse stad Malaga ligt een klein bungalowdorp. Het bestaat
ekd 20 ^any en an °°k *n vo^e ontwikkeling.
hi is op zichzelf nauwelijks de moeite waard om er in een
ïamerlandse krant melding van te maken. Maar wie er, tij-
is een vakantiereis naar de Costa del Sol bijvoorbeeld, een
]oek brengt, zal toch wel even vreemd opkijken. De straten
i het dorp, die stijl en kronkelig tegen de heuvels opklim-
t te, zijn alle genoemd naar ver gelegen eilanden als Madu-
Banka, Billiton en Bali. Namen dus die ons Nederlanders
wel heel bekend in de oren klinken. Bovendien hoort men in
dit zonovergoten Andalusische dorp vrijwel uitsluitend Ne
derlands spreken. Het blijkt de bezoeker al gauw, dat hij in
dit bungalowdorp niet met Spanjaarden te maken heeft, maar
met een grote groep IndischeNederlanders. Het zijn voor
het merendeel gerepatrieerden uit het voormalige Ned. Oost-
Indië, die de Nederlandse kou zijn ontvlucht en in de afgelo
pen jaren een eigen nederzetting hebben gesticht in het war
me Spanje. Dit aparte plekje onder de zon heet El Atabal.
L ATABAL. Het betekent zoiets
lals pauk of trom en heeft vermoe-
fluïJdêlijk te maken gehad met het op-
lishjtrommelen van de weerbare man-
ïimibevolking in de oude tijd. Het was
:teiJm van een hacienda, een soort
Ji fij» wat troosteloos, erg dor, met op
vrfke gedeelten een bloeiende aman-
mntfcigaard en om het hoofdgebouw
1 sjtakele hoge, schaduwrijke bomen,
blauw en roze.
ngen, uitsluitend afhankelijk van regen-
-terden naar boven toe hoe langer hoe ka-
oompjes steeds schrieler. Het waren ech-
p terheliingen, bestemd voor sterke benen,
traditionele geitenkudde haar bestaan
les kaalvretende wat de neiging had om
jp groeien. Voor de watervoorziening was de
lankelijk van z.g. Moorse putten, daar
I grondwater naar boven komt.
Jedtfhet vroeger. Nu, binnen enkele jaren
ïereöit kale oord gegroeid tot een dorp, met
nonfcraten en auto's, met telefoon, straatver-
Belflelektriciteit en waterleiding en met tui-
t hM het langzamerhand een groen, fris en
-6 (kleed geven. Hoe ontstaat zo'n kleine
>rdeiuizing? Zij komt de vraag is snel be-
:n voort uit een gemeenschappelijk ver-
rs <fet overal onder oud-Indischgasten aan-
Wj Een verlangen naar een steeds blauwe
laar zon, ruimte in en om het huis, open
ft ramen, een wat gemoedelijker levens-
g, wat gemakkelijker gewoonten van kle-
g, tijdsindeling, wat mildere sociale
afgrenzingen,
noemen het heimwee, maar daar hoeft
^Xlniet mee eens te zijn. Heimwee is nega-
VI smachten met tranen in de ogen. Nee,
'e k met liefde en dankbaarheid gedenken
se 'de oud-Indischman gedurende een groot
1 zijn leven genoten heeft, hetzelfde ge-
|rmee hij met een warm hart een foto
en moeder ter hand neemt. En waar
lij zich niet een soortgelijk leven kunnen
i, een sfeer scheppen, die meer bij hem
le Nederlanders van „tempo doeloe" dag-
te hier wel eens over en lieten speels hun
m n gaan over Griekenland, Sicilië, Spanje,
zelfs.
—Jgang,
noer
mdrang
Jl/kmel alleen kan een kudde schapen over
I krijgen. Die belhamel was Tjalie Ro-
QgJet prototype van de Indischman, vol lief-
(21ïbeid voor het oude Indië in al zijn kleu-
Dsuitingen, actief, rusteloos zoekend, zich
T01
en; (f Madura in de Spaans-Indische ko-
verzettend tegen het passief verdwijnen van ou
de waarden, het vaak bewust willen vergeten, zo
als iemand soms zijn ouders vergeet als hij een
vet baantje heeft Hij zocht voor zijn „Indische"
vrienden een plaatsje onder de zon en vond El
Atabal in het oude werelddeel met zijn oosterse in
slag, aan de Middellandse Zee kust van „Andalu-
cia", eens het paradijs van Europa, het Arabische
El Andaluz, nu nog door hun dichters bezongen.
Het praktische gedeelte was heel wat moeilijker,
meer prozaïsch. Er moest naar kapitaal en naar
geschikte mensen worden gezocht. Er moest strijd
worden geleverd om papieren, om verdwenen pa
pieren en om vergeten papieren. Er moest tenslot
te toch worden gebouwd, in het begin en dat is
typerend voor de oude Indische dadendrang met
meer laaiend enthousiasme dan met zakelijk,
nuchter inzicht.
Vooral door de oudere garde, die roekeloos al het
spaargeld offerde zonder garantie dat er iets
winstgevends uit zou voortkomen, met uitsluitend
goed vertrouwen in de uitvoerders, blind vertrou
wen.
Het pad naar de zon ging niet over rozen, hoewel
die prachtig bloeien in Spanje. De dorens prikken
ook nu nog vaak heel venijnig Maar het staat
er! Op het eerste gezicht is het een normaal Zuid
europees dorp van witte huizen tegen de berg
hellingen gebouwd, maar de Indische sfeer zit er
toch duidelijk in; alles is meer open, luchtiger ook.
Het is ontworpen in één stijl, geen wilde menge
ling van allerlei dak- en andere lijnen. Het es
thetische oordeel van bewoners en bezoekers
schommelt tussen lief en mooi en gruwelijk le
lijk, zoals dat over Holland varieert van roerend
schoon tot verschrikkelijk. Hoeveel geboren Ne
derlanders zijn er niet, die nooit kunnen begrij
pen dat er vreemdelingen zijn, die elk jaar weer
naar Nederland gaan om er hun zuur verdiende
vakantiecenten op te maken? Zo zijn er bewoners
van El Atabal, die elke dag opnieuw misprijzend
naar die witte huizen kijken. Het lijken wel for
ten, zeggen ze. Zo zijn er Spanjaarden in Malaga,
die hun prachtige lanen en de brede Alameda
maar ouderwets, onhandig en rommelig vinden.
Het is een goed leefbaar modem dorp met elek
triciteit en waterleiding, met redelijk goede we
gen en straatverlichting, waar de bakker en de
kruidenier aan huis komen. Er is een soort so
ciëteitsgebouw met een bar, en er zijn bridge
avonden en lezingen. En kerkdiensten worden er
ook gehouden. Er is zelfs een informatiedienst door
de dam?s van El Atabal, de Rode Rozen, in vrije
die, hoewel vaak op brommerige, ja, wel een on
vriendelijke toon, gemeenschappelijk enthousiasme
kunnen opbrengen.
Vijftig gezinnen
Er zijn nu al ruim vijftig gezinnen, die hier
blijvend gevestigd zijn, van klerk tot groothande
laar, van generaal tot sergeant, planters en ge
leerden, mensen met en zonder boeken. Er zijn er
ook die hun tijd verdelen tussen zonnig Spanje
en nat Nederland, waar kinderen en kleinkinderen
wonen. Er zijn vele huizen te koop, want de
sterfte is betrekkelijk hoog, gezien de gemiddelde
leeftijd van de dorpsbewoners. Er zijn ook riante
woningen te huur voor vakantiegangers en blij
vende bewoners, voor kortere of langere tijd, ge
meubileerd en ongemeubileerd. El Atabal is spe
ciaal geschikt voor mensen, die niet elke dag in
zee willen duiken, die rustig buiten willen wonen,
met een tuin en veel ruimte en lucht en toch
dicht bij de grote stad. Het terrein is nogal ge
accidenteerd, dus voor minder-validen wat moei
lijk.
Het is nu vroeg in de ochtend. De zon komt op
Het Koningin JvXiana-plein in El Atabal.
De heer en mevrouw Van Veen met hun
beide dochtertjes.
slotte uit hoe wij weer terug moeten lopen naar
de bushalte. De bus stopt voor het pleintje, de
Plaza Reina Juliana, vlakbij de ingang van dit
unieke bungalowpark. De rit naar het centrum
van Malaga duurt nauwelijks een kwartier. En
van daaruit is het nog een half uur rijden, met
een andere bus, naar Torremolinos, een toeris-
tisoh gekkenhuis, dat door de op rust gestelde be
woners van El Atabal slechts sporadisch wordt
bezocht.
Zaterdag 9 maart 1968
In El Atabal wonen niet alleen oudere
mensen. Integendeel, een aantal van
de witte, tegen de hoge heuvelruggen
gebouwde bungalows biedt onderdak
aan jonge gezinnen. Els en Hans van Veen
bijvoorbeeld wonen en werken er met
veel plezier. Hun taak is omvangrijk en
verre van gemakkelijk. Ze moeten er na
melijk voor zorgen, dat in het bungalow
park alles zo goed mogelijk reilt en zeilt.
Het tweetal heeft twee dochtertjes, die in
Malaga op school gaan en al een aardig
woordje Spaans spreken.
De levensgeschiedenis van Els en Hans begint
evenals die van zovele andere repatrianten in het
voormalige Ned. Oost-Indië. Hij kwam ter wereld
in Sitoebondo op 14 oktober 1926; zij in Soengei
Gerong (Sumatra) op 11 juni 1933. Beiden hebben
de oorlogsjaren in een Jappenkamp doorgebracht.
In 1946 bracht de „Boissevain" hen naar het va
derland, waar Hans enkele jaren later opgeroe
pen werd voor de militaire dienst. Als dienstplich
tig militair werd hij voor anderhalf jaar uitge
zonden naar Curasao. In 1956 stapten Els en Hans
in de huwelijksboot om het jaar daarop samen
naar Brits-Bomeo te vertrekken. Daar, óók al in de
tropen dus, werden de twee kinderen geboren,
Jetteke in 1957 en Karen in 1959. Hans werkte op
een plantage, bijna veertig mijl van Jesselton en
zijn toekomst leek verzekerd. De jaren zestig
brachten echter wéér een ommekeer in het leven
van het echtpaar Van Veen. Aangezien er voor de
twee kinderen in dit deel van de archipel geen
goede scholen te vinden waren, moesten Hans en
Els het moeilijke besluit nemen om voor de twee
de maal naar Nederland (Rijswijk) terug te ke
ren. Hier aangekomen, stonden man en vrouw
aan het begin van een moeilijke periode, waarin
de ene sollicitatiebrief na de andere op de post
werd gedaan.
Het bleek voor een planter niet eenvoudig te zijn
om in Nederland aan de slag te komen, alle se
rieuze pogingen van de jonge Van Veen ten spijt.
Hans' kapitaal slonk zienderogen en het spook
beeld van de armlastigheid doemde steeds vaker
op. De levensloop van de Van Veens nam een be
slissende wending, toen Hans tijdens een reis naar
zuid-Spanje attent werd gemaakt op een vrijko
mende administrateursbaan in El Atabal. De zo
veelste sollicitatie had succes en van het aller
laatste geld werd de verhuizing naar de Spaanse
zonnekust betaald. Nauwelijks een maand in El
Atabal gevestigd, werd aan Hans en Els gevraagd
de Bungalow Service van dit bijzondere dorp over
te nemen. Hans deed de boekhouding en Els het
buitenwerk en de correspondentie. In het afgelo
pen jaar veranderde er echter veel. Hans had
geen tijd meer voor de boekhouding het ad
ministrateurschap van El Atabal eiste hem volle
dig op en Els had met het buitenwerk alleen
al de handen vol. Zij kreeg als belangrijke taken
opgelegd het ontvangen van de mensen, het con
troleren van de huizen, het „uitzetten" en uit
betalen van de dienstmeisjes en het opmaken van
inventarissen.
De jonge, Nederlandse vrouw noemt graag de
naam van één van de andere Ata bal-bewoners,
die haar vooral in de moeilijke beginperiode tot
grote steun is geweest. Enthousiast praat zij over
een „meneer Van Nie, ons aller hoop en toever
laat". „Hij controleert de boeken, doet veel cor
respondentie, vooral als het om moeilijke geval
len gaat, enfin, van alles eigenlijk. Een burge
meester zou het niet beter doen".
Els van Veen laat zich over het zonnige Spanje
„het is een meesterlijk land" en over het
Y7ee!teindbij!age Leidsch Dagblad