HAN HOLLANDER, de legendarische radio-reporter Start van sportverslaggeverij in de radio 40 jaar geleden BATERDAG 9 MAART 1968 L.D.EXTRA jl „Ga nu maar mee, want ik griezel ervan!", zei Han Hollander veertig jaar geleden tegen Willem Vogt. De legendarische radioreporter moest op 11 maart 1928 zijn debuut maken met een recht streekse reportage van de interland Nederland-België in het oude Amsterdamse Stadion. Hij zag er tegenop. De AVRO had al enkele voetbaldeskundigen gevraagd, maar die bedankten voor de eer. Ook Hollander was er niet zo happig op; hij vroeg enige bedenktijd en nam tenslotte de uitdaging aan. Op 11 maart 1928 klonk voor de eerste keer de stem van de beroemde radiorepor ter Han Hollander door de Nederlandse huiskamers. Van se conde tot seconde hield hij de luis teraars op de hoogte van de ge beurtenissen in de interlandwed strijd Nederland-Belgie. Het expe riment slaagde volledig. Het bete kende niet alleen een grandioze start van zijn radio-carrière, maar tevens van de radio-sport-verslag- geverij. Er moesten vooral in de eerste ja ren heel wat denkbare en ondenk bare problemen worden overwon nen. In die moeilijke jaren werden zij door Han Hollander en het, AVRO-team dat achter hem stond steeds weer opgelost. Bovendien kreeg men aanvankelijk weinig medewerking. De aanhouders won nen tenslotte. Na Han Hollander hebben zich nog heel wat mensen met de sportreportages voor de radio bezig gehouden. Velen wer den er beroemd door. Echter niet alleen de verslaggevers, maar ze ker ook de hardwerkende mensen op de achtergrond brachten de sportverslaggeverij op de radio tot wat die nu is. Daar mogen zij, on danks de fouten die er zijn en nog worden gemaakt, trots op zijn. Zij hebben veel kritiek lang niet altijd opbouwende ge kregen, maar een terugblik op die 40 jaren leert ons dat er ook vaak voortreffelijk werk onder bij zonder moeilijke omstandigheden is geleverd. Drie maanden lang bestudeerde Han Hollander grondig de techniek van de buitenlandse radio verslaggevers en stelde een uitvoerig schema op. Toch was hy niet gerust, al die technische toe standen werkten hem op de zenuwen en daarom werd Willem Vogt als omroeper meegestuurd om hem in die moeilijke uren zoveel mogelijk terzij de te staan. Hollander trof het niet; het was een vrij saaie wedstrijd. „Het Nederlands elftal was", zo vertelde de heer Vogt, „niet in vorm en de weersomstandigheden waren ongunstig. Het werd een 11 gelijk spel". Die reportage werd overi gens een groot succes. De week na de uitzending ontving Han Hollander meer dan 10.000 brieven. De eerste stap op de aanvankelijk moeilijke weg van de radio-sport-verslaggevery was gezet. Scherp en klaar Hollander vertelde destijds over zijn debuut:,.Het met veel moeite opgezette schema bleek niet de minste ruggesteun. Wanneer de wedstrijd begint moet men direct, steeds het spel overziende, zijr gedachten scherp en klaar kunnen formuleren Ook is het noodzakelijk de spelers, zo dat enigs zins mogelijk is persoonlijk te leren kennen. Wat de Nederlanders betreft is dat niet moeilijk. De radioreporter, die zichzelf en zijn werk respec teert, moet de buitenlanders van de trein halen en zoveel mogelijk trachten hen in de korte tijd voor de wedstrijd te leren kennen". De schrijvende pers maakte het toch al niet ge makkelijke begin nog moeilijker. „De journalis ten waren beslist niet enthousiast, ze waren bang, dat hun monopole positie hierdoor zou worden aangetast. Die angst was overbodig, want het pu bliek kocht na de wedstrijden juist meer kranten. Men wilde de mening van Hollander vergelijken met die van de journalisten", aldus Willem Vogt. Uitstekend debuut leurstellingen altijd te onderdrukken. Of het nu goed of slecht ging, hij bleef de wedstrijd altijd vol enthousiasme volgen. Daar heeft hij ook voor een groot deel zijn populariteit aan te danken, meent Willem Vogt. Het is echter niet waar, zo als vaak wordt beweerd, dat Hollander er veel bij fantaseerde. Mild Wat is nu het verschil tussen Han Hollander en de reporters v*n deze tiid? D" AVRO-pionier hpeft daar een aan duidelijkheid niets te wensen over latende mening over. .Hollander was altijd mild Zoals gezegd: Hollander maakte een uitste kend debuut. Zijn populariteit groeide gesta dig. Hij kreeg fanmail, waarop de tienerster ren van vandaag nog jaloers zouden kunnen zijn. Op straat werd hij toegejuicht. Goal 59 Willem Vogt, het wandelende archief van de om roep, en als zodanig onmisbaar omdat uit de eer ste jaren weinig in de archieven van de zuilen is te vinden, bleef Hollander in de eerste jaren „be geleiden". „Ik verwonder mij er altijd weer over, dat Han Hollander vaak van te voren vertelde wat er zou gaan gebeuren. Hy had er een goede kyk op. Verder wist hy in zijn stem eventuele te Ad van Emmenes, eveneens een bekende in de radio-verslaggeverij. in zijn kritiek, hij was hoffelijk zoals in die tyd zo velen waren. Onaangename mededelingen wist hij op een prettige manier te brengen. Nu noemt men dat huichelarij, men vraagt nu duidelijkheid, maar vergeet dan dat die lang niet altijd gewenst is. Vaak komen er brokken van, die niet meer te lijmen zijn. Het zal wel een gevolg zyn van mijn ouder zijn, maar ik kan niet inzien waarom men tegenwoordig op radio en televisie zo hard tegen over elkaar moet zijn. Nogmaals, Han Hollander was mild in zijn kritiek die hij echter niet onder stoelen of banken stak. Dat werd door velen bij zonder gewaardeerd". 99 „Goal!"... een prachtig schot van Smits brengt Oranje in de achtste minuut op een 10 voor sprong", zo begint de archiefopname van Hollan ders ooggetuigcverslag van de op 12 mei 1935 in België gespeelde wedstryd tussen de Belgen en de Nederlanders. De gevierde radioreporter had, zo bleek ons, een aantal stopwoordjes die aan zijn verslag echter beslist geen afbreuk deden. Hollander vond veel, „eigenaardig, prachtig en schitterend". Verder zag hy de spelers zich er steeds weer „tussen- werpen". Hy was bepaald ook complimenteus: „Goed zo De Vries, goed zo Bakhuys, goed zo Paauwe, goed zo Halle". In die wedstryd tegen België, die met 01 werd gewonnen waren onze landgenoten goed op dreef. Dat is de enige oonclusie die men uit de fragmen ten van de reportage kan opmaken. Nog een ty pische kreet van Hollander: „Corner, Van Gelder gaat hem nemen, wy voelen ons altyd op ons ge mak als Van Gelder een hoekschop neemt want daar is hy goed in". Opvallend was ook dat hy rustig bleef doorpraten toen na afloop van het duel het Wilhelmus werd gespeeld. Han Hollander, die vanaf 1928 tot aan de oorlog slechts twee keer by interland-wedstryden ver stek moest laten gaan en toen werd vervangen door Ad van Emmenes, werd een beroemdheid. Hy begon ook een keer per week een sport- praatje te houden, verder werd hy in vele plaat sen gevraagd om lezingen te houden waarby hy overigens ook een aantal liedjes ten gehore bracht. Willem Vogt: Hollander was een prima donna figuur, alles moest voor hem geregeld worden, daarvoor werd Tom Schreurs ingezet, die was een soort Huiskes voor hem. Het vak van de radio-sport-verslaggevery ging in de jaren voor de tweede wereldoorlog niet over rozen. De AVRO had grote plannen voor reporta ges over de Olympische Spelen van 1928 in Am sterdam. Daar kwam weinig van terecht. „De re gering beschermde in die tijd de zakeiyke om roep en dat ging ten koste van de culturele om roepen. De zakeiyke omroep verzorgde van de Olympische Spelen reporters, die in code wer den uitgezonden voor kranten, kappers en siga renwinkeliers, die het laatste nieuws via bulletins publiceerden", vertelde de heer Vogt. Triest einde in Vught De oorlog betekende het einde van de periode Han Hollander, hy werd in 1941 door de bezetter gearresteerd en overleed in Vught. Zijn baanbre kend werk leeft echter voort. In maart 1953, 25 jaar na zyn eerste optreden voor de microfoon, werd door zijn zuster, mevrouw Groothoff-Hol- lander in het Olympisch Stadion een gedenk plaat van Han Hollander onthuld. Deze heeft lan ge tyd bij de marathon-tribune gehangen en werd later verplaatst naar de opgang van de koninklij ke loge. Willem Vogt vergeleek de sportverslaggevery van nu met die van voor de oorlog. Uit zyn woor den biykt duideiyk zyn voorkeur: „Ik vraag me vaak af of het tegenwoordig niet wat overtrokken wordt, men daalt by na af tot het knikkeren. Ten opzichte van andere radiorubrieken krygt de sport volgens my veel te veel tyd. Ik weet wel, dat het publiek enthousiast is, maar dat was men vóór de oorlog ook. Trouwens, de belangstelling van vroeger was warmer. Nu speelt het overtrok ken club-chauvinisme een grote rol by het pu bliek. Stormachtige O ontwikkeling Na de oorlog maakte de sport-journalistiek een stormachtige ontwikkeling door. De radio bleef daarby niet achter. Tom Schreurs zette het werk van Han Hollander via AVRO's wekelykse sport- revue voort: Verder hield Aad van Leeuwen voor de AVRO-microfoon wekelyks een sportpraatje en was er nog de rubriek „Sport en prognose". De andere omroepen volgden en er ontstond een vorm van samenwerking. Zo krygen de luiste raars in 1948 gezameniyke uitzendingen van de Olympische Spelen in Londen voorgeschoteld. Er waren ongeveer 10 verslaggevers in Londen. Tom Screurs was chef-d'équipe en Aad van Leeuwen hoofdredacteur. De Nederlandse radioploeg baar de in Engeland nogal was opzien. Het was het eni ge team dat over een auto beschikte. Onze man nen in Londen waren beslist „van de snelle". Dick van Ryn by voorbeeld had een motorfiets meegenomen die hy 's nachts in zyn hotelkamer stalde, zo bang was hy dat een of andere onver laat er met dit vervoermiddel vandoor zou gaan. Paradepaardjes Vele mannen werden via de radio-sport-verslag gevery bekend. Broeksz, De Troye en Spaak wa ren de paradepaardjes van de VARA. Jan Cot- taar (KRO) maakte vooral geschiedenis met re portages van de Tour de France. Hy begon ermee in 1951, toen echter alleen voor de KRO met inci dentele uitzendingen. De wielerliefhebbers wa ren daarmee echter niet tevreden. „Het is toch te gek" schreven velen aan de verschillende zui len, „dat wy via de Belgische radio op de hoogte moeten blyven van de Nederlandse prestaties in de Tour". Voor deze argumentatie er was ten slotte niets tegen in te brengen zwichtte men in Hilversum. In 1953 startte Cottaar met de da- gelykse rechtstreekse reportages van de Tour. De KRO, VARA, AVRO en Wereldomroep werk ten hiervoor samen. De uitzendingen van de in- terlandwedstryden werden in die jaren om de beurt verzorgd door deze omroepen. Op de zon dagen konden de sportliefhebbers helemaal aan hun trekken komen, eerst bracht de KRO reporta ges en uitslagen tot half vyf, op de andere zen der volgde dan AVRO's wekelykse sportrevue (tot november 1956 onder redactie van Tom Schreurs en na diens overiyden onder redactie van Dick van Ryn) tot 5 uur. Na het nieuws van tien voor zes kwam dan nog eens de VARA. In september 1965 gingen de KRO én de VARA sa menwerken in het programma Marathon, dat ruim een jaar heeft bestaan. Overgangsbestel Minister Vrolyk kwam eind 1966 met een over gangsbestel, in afwachting van de Omroepwet, die nu wel klaar is maar nog steeds op goedkeu ring wacht. Hierdoor moest de sport op zondag in een NRU-programma worden verwerkt. Daar naast behielden de zuilen doordeweeks hun spe cifieke sportrubrieken. Er werd een werkgroep „Sport" in het leven geroepen. In deze werkgroep hebben zitting: Dick van Ryn (AVRO), Theo Koo- men (KRO), Kees van Leeuwen (NCRV), Jan Dassen (TROS) en Wim Hoogendoorn (VARA). Peter van Brakel van de Wereldomroep woont de besprekingen van de werkgroep officieel als toehoorder by, maar in werkeiykheid is hy totaal in het team opgenomen. NRU-functionaris Roel Ringers is secretaris van de werkgroep en zorgt verder voor de organisatie. Elke omroep heeft een aantal gespecialiseerde vooral free lance-medewerkers, die ook voor het reportage werk op de zondagen kunnen worden ingescha keld. Nog voordat deze gedwongen vorm van samenwerking ontstond, beleefde de radio-sport- verslaggeverij een hoogtepunt. Dat was in april 1966 rond de honderdste interland NederlandBel gië die door Oranje met 31 werd gewonnen, verzorgde de AVRO in een gezameniyk pro gramma een uitgebreid en feesteiyk programma. Het ooggetuigeverslag werd toen door Dick van Ryn verzorgd. De televisie heeft op het beleid van de radio sportredacties weinig of geen invloed gehad. De luisterdichtheid werd, als een wedstryd ook op de t.v. werd uitgezonden, vanzelfsprekend steeds minder. Maar de radioreportages werden er niet verslaggever van de Tour de France. Willem Vogt, de grote AVRO-man, steun van Han Hollander. minder in getal door. Daarover krygt Hilversum wel eens klachten, onlangs nog op ^schaatsreportages. Waarom, zo vroeg me: *ten er nu uitzendingen voor worden onderbrol men kon de verrichtingen van de Nederlan toch via de televisie volgen. Velen vergeten i ter dat niet iedereen voor het kastje kon zil gelukkig denkt de werkgroep „Sport" daar

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1968 | | pagina 10