ZEGETOCHT VAN DE FIETS
Uit de jeugd van onze
trouwe tweewieler
IN 150 JAAR
Beschimpt
en geprezen
ZATERDAG 24 FEBRUARI 1908
L.D.EXTRA 4
Maandag 26 februari wordt in de
RAI een tweewielertentoonstelling
geopend. Behalve fietsen, ziet men
er ook bromfietsen, scooters en
motoren. Jarenlang was de naam
van wat we dagelijks „fiets" noe
men het deftige woord „rijwiel".
Dat was eigenlijk al een vernede
ring voor wat eens „velocipède"
was geheten, familiaar „velo" ge
noemd. Sinds november van het
vorige jaar is het gedaan met de
naam „rijwiel". Toen kwam het
Vestigïngsbesluit motorvoertuig
en fietsenbedrijven. Daarin werd
voor het eerst gesproken over fiets
en bromfiets. Iets dat vroeger nooit
het geval is geweest. Want jaren
lang was „rijwiel" het enige offi
ciële woord, behalve dan in „fiets
paden", waarbij evenwel plecht
statig werd verklaard, dat het be
rijden hiervan door „rijwielen met
hulpmotor" ten strengste was ver
boden.
jTJf onder d vijf tig jaar geleden, in het begin van 1818, kreeg de Duitse houtves-
EA ter baron Karl Friedrich von Drais foto hiernaast het patentrecht voor de
constructie van een voertuig voor snelle voortbeweging. Deze „loopmachine"
voorloper van de huidige fiets bestond uit een houten frame met twee wielen en een
zadel. Het voorwiel en de stuurstang waren draaibaar aan dit frame bevestigd. De
aandrijvingwas uiterst eenvoudigde moedige berijder zette zich met de punten van
zijn voeten af.
Met de aanvankelijk zeer bespotte tweewieler was baron Von Drais sneller dan me
nige postkoets. In de herfst van 1817 deed hij over het 14 kilometer lange project
van Mannheim naar Schwetzingen ongeveer een uur. Men bedenke, dat men destijds
een snelheid van 16 kilometer per uur hield voor de grootste snelheid welke een mens
kon verdragenDe tijden veranderen!
Werktuigkundigen van velerlei nationaliteit werden bij de ontwikkeling van de houten
loopmachine tot de tegenwoordige fiets betrokken. De eigenlijke zegetocht van de fiets
begon pas toen de Schotse dierenarts Dunlop tachtig jaar geleden de luchtband uitvond.
Welk een enorme vlucht de fiets genomen heeft, blijkt uit het feitdat er alleen al in Ne
derland in 1967 zevenmiljoen fietsen waren! In de vijf werelddelen zijn het er in totaal
ongeveer 150 miljoen. Zoals zo dikwijls hebben onze voorouders zich deerlijk vergist
toen zij tot de uitspraak kwamendat het rijwiel nooit meer zou zijn dan vermaak voor
de jeugd!
men er een paard leuk voor het dier! aan
kan hangen „zonder dat paard of ketting enig let
sel ondervinden".
Verder lezen wij in dezelfde opgetogen pu-
blikatde uit het jaar 1900: „Het rijwiel is niet al
leen het sterkste voorwerp op de wereld, maar het
beweegt zioh ook het snelste, wanneer wij ten
minste de spoortrein niet meerekenen. Het record
van een mijl is voor een trein 49 seconden.
Het rijwiel volgt daarop met een record van 1 mi
nuut 35 2/5 seconde. Het record van een renpaard
is slechts 1 minuut 35% i
blaften, katten redden zich vals blazend. Nu daal
de, om het op hol slaan van het paard te voorko
men, de rijder van zijn zitplaats, wachtte tot een
aankomende vigilante gepasseerd was en steeg
weer op om zijn weg te vervolgen".
Ik zié het al in onze tyd!
Vorm
In die tyd had men de keus „tussen de hoge twee
wieler, de veiligheidswieler en de driewieler. Elk
dezer typen heeft zijn eigenaardige voor- en na
delen. De beminnaar van elegantie, die tevens
waaghals is, zal de hoge tweewieler onvoorwaar
delijk kiezen; de voorzichtige voelt zich meer aan
getrokken tot een veiligheidswieler en de zeer
voorzichtige tot een driewieler. De hoge tweewieler
heeft dit tegen, dat men er zeer licht mee voor
over slaat".
Met de driewieler daarentegen kan men „zonder
afstijgen blyven staan. Iets wat gemakzuchtige
natuurbewonderaars een aangename bijomstan
digheid zullen vinden; zij kunnen dan op schil
derachtige punten en bij het ontdekken van fraaie
vergezichten genoeglijk blyven zitten".
Vrouwen, een schande!
De vrouw op de fiets was driekwart eeuw ge
leden een probleem apart. Wanneer paarden
schichtig werden, zo werd de dames aange
raden, dan moesten zij het volgende onver
wijld doen. „Stap van uw vehikel, spreek de
dieren met zachte stem toe, zij zullen rustig
voorbij stappen". Verder: „Het dragen van
een voile wordt voor de zomer aanbevolen
tegen stof en insecten. Voor de winter tegen
het bevriezen van het neuspuntje".
Bovendien moet men als dame-op-de-fiets over
minstens twee attributen beschikkeneen zweepje
en een vlinder. Het zweepje diende om opdringe
rige honden en niet-fietsers van het lijf te hou
den. Mannen vielen fietsende dames meer dan
eens lastig, omdat zij het ongepast vonden dat
vrouwen zich „op het wiel" voortbewogen.
De vlinders hadden een geheel ander doel. Het
waren metalen voorwerpen, uitgevoerd in allerlei
kleuren, die door de vrouwelijke fietsers aan de
onderzijde van de rok werden bevestigd om op
waaien te voorkomen en zodoende geen aanstoot
te geven aan de grote groep van zedelijkheids
apostels, die er niet van konden dromen, dat nog
geen honderd jaar later de dames in minirokjes
op de fiets zouden rijden.
Gebeurtenis
Kunt u zich eigenlijk wel voorstellen wat voor
evenement toen een fietstocht was? Leest u eens
wat onze bekende romanschrijver Henri van Boo-
ven hierover vertelt. Hij heeft het zelf meege
maakt.
„In de tachtiger jaren, toen de hoge fonkelende
rijwielen als zeldzame meteoren waren, die door
de stedelingen bewonderd werden en door de plat
telanders verguisd, was een fietstocht een hele ge
beurtenis. Daar kwam de wielrijder aan, een kor
te witte broek om de benen en een jockeypet met
lange klep op het hoofd. Hoornstoten of signalen
hadden zijn komst aangekondigd. Hij naderde be
hoedzaam, want in het verkeer speelde hij nog de
rol van de ontsteltenis-verwekker. Kippen fladder
den dodelijk verschrikt voor hem uit. Honden
Vouivfiets al oud
Maar al lijkt ons alles zo belachelijk en anders
dan nuéén ding was niet nieuw, en dat is de
vouwfiets. Om de fiets gemakkelijk te kunnen ver
voeren heeft men in de loop van de tijd allerlei
proeven genomen om dit vervoermiddel opvouw
baar te maken. In 1895 werd voor de eerste maal
zo'n fiets in gebruik genomen, de „bicycle pliante"
in het Frame leger. In Nederland kreeg de toen
malige luitenant T. L. van Wagtendonk in 1900
patent op zijn constructie. Deze fiets werd in pro-
duktie genomen en bij het leger ingevoerd. Op
oude prentjes ziet men soldaten met opbouwbare
fietsen op de schouder over sloten springen en
over muren klimmen.
Wie zou eigenlijk verwacht hebben dat die oude
opbouwbare fiets nog eens in ome tijd van tech
nische vooruitgang weer populair zou worden? En
alleen omdat de auto's bijna onoplosbare parkeer
problemen hebben geschapen enfietsen zo ge
zond is bevonden. Nee, onze collega heeft zo'n drie
kwart eeuw geleden bepaald geen vooruitziende
blik gehad, toen hij in zijn krant schreef: „Het
mag als een utopie worden aangemerkt, wanneer
men meent dat het rywiel ooit nog eens meer zou
zijn dan een middel tot vermaak voor de jeugd".
Nou, nou, dat pakte wel anders uit!
THEO DE VRIES
Verordeningen
uit 1869
De eerste fietsers in Nederland wer
den door velen als een gevaar op de
iveg beschouwd. Er werden dan ook
door verscheidene gemeentebesturen
allerlei pogingen gedaan om hun acti
viteiten aan banden te leggen. Een
van de oudste verordeningen op dit
gebied is die van de gemeente Gorin-
chem ook tóén al gedateerd op
20 augustus 1869!
Artikel 1
Zij die trapwagens (velocipedes) o]
andere daarmede gelijk te stellen
voertuigen berijden, moeten voor rij
en voertuigen met paarden of andere
trekdieren bespannen, alsmede voor
paarden onder den man bereden, tij
dig rechts uit het spoor wijken en
voorts hunnen wagens doen stilstaan,
totdat de andere voertuigen of paar
den hen voorbij zijn.
Artikel 2
Het is verboden op trapwagens (velo
cipedes) en daarmee gelijk te stellen
voertuigen eenig toestel te plaatse?i
dat schrikwekkend voor paarden te
achten is.
Artikel 4
Iedere overtreding dezer verordening
wordt gestraft met eene geldboete van
f 1,tot f 25,en gevangenisstraf
van 1 tot 3 dagen, tezamen of afzon
derlijk.
et is dit jaar precies honderd jaar ge-
B—E leden dat in Londen de eerste fiet-
EA sententoonstelling werd gehouden.
De wonderen die daar te zien waren,
wekten overal verbazing. Aldus werd
er geschreven:
„Het rijwiel wordt beter, het schijnt het
technische kind van onze tijd te worden. Op
de tentoonstelling zag men een groot aantal
modellen van de velo, wat de indruk wekt,
dat deze machines vroeg of laat nog wel een
vaste vorm zullen krijgen, op een soortgelijke
manier als dit ook bij de ontwikkeling van de
stoomlocomotief en bij het stoomschip het
geval is geweest. Zo ziet men de nieuwe „Een-
wielvelo", een Amerikaanse uitvinding. De
zitplaats werd boven het middelpunt van het
wiel geplaatst. Ook is men er nu eindelijk toe
overgegaan de voortbeweging der velo's niet
alleen door de voeten te doen geschieden,
maar daarvoor ook de handen te gebruiken.
Ook het leger schijnt zich voor de uitvinding
te interesseren, zoals het tentoongestelde
„multicycle" bewijst, waarop maximaal twin
tig soldaten kunnen plaatsnemen en dat zelfs
in staat is nog een kleine munitiewagen
voort te trekken".
Ruim een kwart eeuw later werd er in ons land
voor het eerst een soortgelijke tentoonstelling ge
houden. Dat was in het oude Paleis voor Volksvlijt
te Amsterdam. Maar het grote publiek had hele
maal geen belangstelling. Dat was ook het geval
met de volgende tentoonstelling, die al veel min
der groots was opgezet. Eerst de tentoonstelling
In 1899 werd een succesmaar daar wa
ren dan ook drie automobielen geëxposeerd.
Vreemd genoeg is het overigens wel, dat in een
fietsland, dat Nederland later is geworden, in het
begin zo weinig belangstelling bestond. Terwijl
toch de fiets al sinds 1817 bestond!
Propaganda
In ons land was de destijds zeer bekende journa
list Charles Boissevain al vele jaren een ijverig
propagandist. Hij schreef in 1884: „Van de heide
tot de duinen, van de Rozendaalse bossen tot aan
zee, door Gelderland, het Sticht, het Gooi en 't
Hart van Holland, reed ik in deze zomer op een
driewieler, ciie snel, onhoorbaar voorwaarts
gleed." Nou, gleed
Rijbewijs
In „die gbede oude tijd" was men óf een groot
voorstander, óf een fel tegenstander van al dat
nieuwe. Wij, mensen van deze tijd, kunnen ons
nauwelijks voorstellen, hoe enthousiast of hoe vij
andig men toen tegenover deze „wegmonsters"
stond. Oudere heren verlaagden zich zo zeer, dat
zij zioh verwaardigden hun matelot af te nemen
om ermee te zwaaien als deze „dappere kerels
voorbij snelden op hun stalen ros". Anderen daar
entegen schreven boze stukken in de krant en
meenden, dat „een rijbewijs voor fietsers ver
plicht gesteld moest worden."
Zover is het in ons land evenwel nooit gekomen.
In Duitsland was het anders. Daar werd in ver
schillende gemeenten het rijbewijs voor fietsers
verplicht gesteld, zoals in Neurenberg. In de poli
tieverordening van deze stad van 1 novem
ber 1903 kan men lezen: „Personen die blind of
doofstom zijn en verder zij die wegens lichame
lijke of geestelijke gebreken of wegens te hoge
leeftijd niet tot fietsen in staat zijn, of het fietsen
kennelijk niet beheersen, kan de uitreiking van
een rijbewijs geweigerd worden".
Nou zó onredelijk was dat nu ook al weer niet!
Maar hiermee waren de vijanden van de veloci
pède niet tevreden. Vaak werden ze handtastelijk.
In een dorp werd het paard van de melkhande
laar P. schichtig, doordat een fietser het te dicht
passeerde. P. werd daarop zó kwaad, dat hij de
fietser met de zweep op het hoofd sloeg en hem
met de velocipède op de grond gooide, zodat deze
Gevaren op de weg in die goeie ouwe
tijd Boze voetgangers en wild wegvliegen
de kippen
verschillende bloedende verwondingen opliep.
Daar zijn twee boze automobilisten in onze tijd
niets bij!
Weldadig
Men vertelt ons nu, dat fietsen zo gezond zou
zijn en modern. Laat u niets wijsmaken.
„Het zij de constructeurs der nieuwerwetse ijze
ren paarden op wielen aanbevolen, zich met het
uitvinden van een velocipède bezig te houden, die
beurtelings met de handen of met de voeten ge
dreven kan worden. Slechts onder zulke voorwaar
den kan het velorijden nog eens tot een weldadige
lichaamsbeweging worden. Bovendien zijn de mo
dellen, die slechts twee wielen hebben, absoluut te
verwerpen. Het voortdurende balanceren kan mis
schien een genoegen vormen voor hen die zeer be-
drevpn zijn in turnen, maar een belangrijk hulp
middel voor het dagelijks gebruik kan het rywiel
alleen dan worden, wanneer men modellen met
drie of vier wielen ontwerpt en construeert.
Dames kunnen zonder belediging van het fatsoen
de voeten op een dergelijke wijze niet gebruiken.
Van bijzonder veel gewicht is de uitwerking van
het wielrijden op het onderlijf. Met de samentrek
king en uitzetting van de spieren der benen staat,
zoals licht te begrijpen is, een gelijktijdige samen
trekking en uitzetting der spieren van de buik in
verband. Daardoor ontstaat een werking, die ge
heel gelijk is aan massage van het onderlijf.
Daarom behoorden allen, die een zittend leven
leiden, vooral kantoormannen, het velocipède-rij-
den vlijtig te beoefenen".
Slerh
In 1900 meenden voorstanders, dat de „fiets het
sterkste voorwerp is, dat er op de wereld bestaat".
Men ontdekte, dat het frame van een eerste klas
fiets een gewicht kan doorstaan van 11.250 kilo,
gelijkstaande met het gewicht van een zwaar ge
laden goederenwagon. De ketting is zó sterk, dat
In zo'n situatie behoort de velocipède-
rijder rustig van zijn tweewieler te stappen en
het paard kalm toespreken, zo heet het vol
gens de voorschriften. Een toespraak tot de
ruiter ware wellicht beter op zijn plaats ge
weest