De raadselachtige Madame Récamier Apart pensionaat voor begaafde kinderen uit Oostenrijkse bergdorpen UNIVERSITEIT AAN BODENMEER L.D.EXTRA 2 Over het algemeen is Madame Récamier alleen bekend als de dame op de „chaise longue", de sofa die op haar naam staat en waarop zij door de twee grote Franse schilders David en Gerard is ver eeuwigd. Verder weet men eigenlijk niet veel van haar en meestal neemt men aan dat zij een van de vele maitresses en courtisanes is geweest aan het Franse hof. Doch dit klopt niet. Eén ding staat vast, dat zij namelijk ii de tijd van Napoleon algemeen beschouwd werd als de mooiste en de meest charmante vrouw van Frankrijk en dat zij het middelpunt vormde van een groep mensen, die politiek en cultureel een grote rol speelden. Dit alles staat te lezen in het jongste boek van Ann Tizia Leitich uit Wenen, die ook in ons land bekend is door haar boeken en lezingen. Haar le- vensbeschrijving met de titel „Eine raselhafte Frau. Madame Récamier und ihre Freunde" is zojuist in Hamburg verschenen en verdient de aandacht. In de meer dan twintig boeken die mevr. Leitich heeft geschreven, behandelt zij voornamelijk Oostenrijkse thema's zoals de „Wie- nerin", Biedermeier, keizer Maximiliaan, Maria Theresia, Metternich, de dichter Grillparzer, de Weense operette enz. In haar nieuwste boek heeft zij zich bezig gehouden met een stuk van de Franse cultuurgeschiedenis op het einde van de empire-periode en het begin van de burgerlijke romantiek. Betoverend mooi Juliette Récamier blijkt niet alleen een betove rend mooie vrouw te zijn geweest, maar ook haar karakter en haar omgang moeten zowel op man nen' als op vrouwen een uitzonderlijke aantrek kingskracht hebben uitgeoefend. Ze trouwde op Jonge leeftijd met de veel oudere bankier Réca mier, maar tussen hen beiden schijnt zich geen liefde te hebben ontwikkeld, ook geen platonische. Ze leefde haar eigen leven en was het middelpunt van de meest vooraanstaande mannen die om haar gunst, haar gezelschap, een blijk van toegenegen heid of van vriendschap bedelden. Geen schandaaltjes Toch was zij eigenlijk geen .femme savante'.', ook geen capricieuze vrouw. Echte schandaalge schiedenissen zijn er van haar niet bekend, wél echter, dat zij een salon had waar zij de volgen de personen meestal als groep ontving: Benja min Constant, de schrijver van de roman „Adolphe", de twee rijke diplomaten Montmorce- ry, baron Prosper de Barante, prins August van Pruisen, een neef van Frederik de Grote, Wil helm A. von Schlegel. de Duitse professor en te vens de man die de klassieke Duitse vertaling van Shakespeare op zijn naam heeft staan en de toen maals bekende Franse schrijver Chateaubriand. Maar ook beroemde vrouwen zochten haar vriend schap, in de allereerste plaats de geniale Mada me de Staël. Er schijnt maar één man te zijn geweest die haar niet kon uitstaan: Napoleon. Als jonge of ficier had zij hem een blauwtje laten lopen en daarna bleef hij jaloers op zijn ministers die haar gezelschap zochten. Eenmaal brulde hij: „Sinds wanneer worden de kabinetszittingen bij Réca mier gehouden"? Brieven verbrand Voor het Duitse taalgebied is het boek van A. Leitich een eerste poging om het geheim van deze raadselachtige vrouw te ontsluieren, nadat een zelfde poging in 1904 was ondernomen door nie mand minder dan de bekende Franse politicus E. Herriot. Iedereen die zich hieraan waagt, heeft de grootste moeilijkheden omdat de hoofdpersoon in haar testament had bepaald dat alle brieven in haar bezit verbrand moesten worden. Uit de dag boeken en mémoires van haar vrienden en be wonderaars kan de beste speurder wel haar leven reconstrueren, maar toch eigenlijk geen enkel dui delijk spoor ontdekken van een intieme relatie. Juliette Récamier heeft het grote aantal vrien den onweerstaanbaar aangetrokken door haar schoonheid en charme, maar aan vrijwel niemand van hen heeft zij toegestaan om een stap te doen over de laatste drempel. Toch was zij geen koude, onaandoenlijke of frigide natuur; ook heeft zij haar vereerders, die haar als gewillige slachtoffers op de voet volgden, niet gekweld door hen eerst aan te trekken en dan onbarmhartig af te stoten. Ze bleef voor allen vriendelijk en elk oplaaiend conflict tijdens de ontvangsten wist zü te ver mijden. Het meest opmerkelijke is wel haar vriendschap met Madame de Staël, die haar brieven schreef waaruit men op het eerste gezicht een lesbische verhouding zou kunnen afleiden, maar ook dat schijnt een valse interpretatie te zijn. Juliette Ré camier was een vrouw, die vriendschap uitstraal de en die vriendschap nodig had, zonder iemand uit te sluiten, maar ook zonder aan iemand zo zeer de voorkeur te geven dat de anderen zich teruggestoten voelden en haar gezelschap niet meer zochten. Er waren misschien twee uitzon deringen, namelijk prins August van Pruisen, die van haar een schriftelijke trouwbelofte had ge kregen en vooral de schrijver Chateaubriand. Met deze laatste onstuimige en nu niet bepaald zeer trouwe, maar hoogbegaafde diplomaat en schrijver heeft zij zeker jarenlang intieme rela ties onderhouden, ofschoon zij wist dat hij haar al spoedig met andere vrouwen bedroog. Wanneer hij minister van Buitenlandse Zaken wordt, ver breekt zij deze verhouding, maar zij kan hem niet vergeten en reist hem zelfs achterna. De enige liefdesbrief die van haar bewaard is gebleven, heeft men gevonden in de nalatenschap van Cha teaubriand, die zichzelf overschatte en die ook door zijn tijdgenoten werd overschat. In tegenstelling met Madame de Maintenon en Madame de Sévigné, heeft zij geen waardevolle brieven achtergelaten; wel echter organiseerde zij nog in haar latere jaren literaire salons die ook door de jongere schrijvers graag werden bezocht, zoals Prosper Merimée, Victor Hugo, Lamartine en Sainbe-Beuve. Aan haar was het te danken Geheim Wat was het geheim van deze vrouw? Haar charme en vooral haar onmiskenbare schoon heid. Een vleug daarvan kunnen toe opvangen wanneer, wij de portretten zien die David en Gerard van haar hebben geschilderd. Ann Tizia Leitich heeft bovendien een prachtig borstbeeld uit brons ontdekt, het werk van Houton dat zich merkwaardigerwijze in het kleine museum van het Oostenrijkse kuur- stadje Ischl bevindt. De levensbeschrijving kan beschouwd worden als een geslaagde po ging tot de psychologische benadering van een raadselachtige vrouw. In de buurt van de bekende Duitse badplaats Baden-Baden zijn montage-arbeiders op een hoogspanningsmast bezig met 't spannen van kabels voor de wat de overbrengingscapaciteit betreft sterkste stroomleiding van Europa. Ongeveer drie jaar geleden werd begonnen met de bouw van de 250 km lange hoog spanning sleiding tussen Laufen- burg aan de Boven-Rijn en Karlsruhe. De leiding maakt deel uit van een groot Europees net en zal later naar het noor den worden uitgebreid. Elke ki lometer met vier stroomkringen van 380.000 Volt kost ongeveer 580.000 gulden! „Mijn universiteit" noemde Bondskanselier Kiesinger de hogeschool in Konstanz aan het gelijknamige meer of Bodenmeer. De stichting hiervan wist hij tijdens j zijn ambtsperiode als minister-president van Baden-Württemberg, ondanks harde J tegenstand, door te zetten. De colleges begonnen in het 800 jaar oude Insel-hotel, f eertijds een Dominicanerklooster, in de herfst van 1966. Thans zijn 27 van pre- 4 fabdelen vervaardigde gebouwen aan hun bestemming overgedragen. De „eerste t fase" kostte ongeveer 18 miljoen gulden. Op de foto ziet men het centrum van t het gebouwencomplex. Het aantal studenten bedraagt momenteel 200. Rector is 4 4 de 38-jarige professor in de sociologie, Ralf Dahrendorf. WANNEER Oostenrijk niet de nodige maatregelen neemt, is het binnen een paar generaties een toeristisch natuurreservaat geworden, omdat het niet genoeg zorg heeft besteed aan de intellec tuele en wetenschappelijke spreiding. Terwijl van alle jonge Amerikanen tus sen 20 en 24 jaar er minstens 12 procent een universitaire opleiding volgt en in de Sowjet-Unie dit percentage bij-de 10 ligt, staat Oostenrijk op een van de laagste trappen met 4 percent. Wanneer de regering niet ingrijpt, wordt dit „hart van Europa" op den duur een land van hulparbeiders, kelners en pakjesdragers als gevolg van intellectuele „verstening". Dit gevaar is niet zozeer toe te schrijven aan onvoldoende planning als wel aan de geografische structuur. Ondanks de verbeterde verkeerssitua tie, zijn er nog altijd te veel hooggelegen berg dorpen, die vooral in de wintermaanden moei lijke of in 't geheel geen verbindingen hebben met grotere plaatsen waar zich een middelbare school bevindt. Wel is geen enkel bergdorp to taal van de bewoonde wereld afgesloten en overal is er wel een dorpsschooltje met een of hoogstens twee leslokaaltjes waar één meester of één on derwijzer de hele dorpsjeugd te verzorgen krijgt. Maar wanneer de onderwijzer een buitengewoon knappe en vlugge scholier ontdekt, bestaat er maar weinig kans dat dit kind een middelbare school kan bezoeken. Vooral de provincie Burgenland staat er slecht voor. Uit een wetenschappelijk onderzoek is ge bleken, dat op een totaal van 4225 824 buitengewoon begaafde jongens en meisjes (bijna 20 procent) geen kans hadden om verder te studeren, omdat hun dorp te ver verwijderd ligt van plaatsen met een middelbare school en ook omdat hun ouders niet over de geldmid delen beschikken om hen naar een pensionaat te sturen. Kleine gemeenschap Er bestaat echter sinds enige tijd een vere niging die in het Burgenlandse dorp Poettsching een aantal tehuizen heeft gebouwd voor begaaf de dorps, en bergkinderen. Dit pensionaat ligt precies op het snijpunt tussen drie plaatsen met een middelbare school, namelijk Eisenstadt, Mat- tersburg en Wiener Neustadt. Het pensionaat vormt een kleine dorpsgemeente doordat het uit een aantal paviljoens bestaat die rondom een plein zijn aangelegd. In de zeven woonhuizen leven en studeren telkens 12 kinderen onder toezicht van een pe dagoog. Elk huis vormt een eigen gemeenschap met slaapkamers, moderne was- en badgelegen heid, twee studeerkamers, een eetkamer en in de kelder een speelkamer en een knutselvertrek. De keuken voor alle zeven huizen bevindt zich in het hoofdgebouw, waar tevens de directie is ondergebracht en waar de kinderen ook een feestzaal hebben die met een enkele handgreep veranderd kan worden m een toneelzaal of bios coop. Ook de muziek werd niet vergeten, want daarvoor heeft men twee afzonderlijke paviljoens gebouwd die echter zo achteraf liggen dat an dteren, die in stilte willen studeren, niet gestoord worden. Het gehele complex ligt in waar men tevens sportvelden en een zwembad heeft Meer concentratie Na overleg met een psycholoog, die advies geeft inzake de beroeps-keuze, kan elk van deze 84 uitzonderlijk begaafde kindei'en uit het Bur genland nu beslissen welke van de drie middel bare scholen in de omgeving de voorkeur heeft Het is nu al gebleken dat niet alleen het intel ligentiecoëfficiënt van deze dorps- en bergkinde ren minstens even hoog ligt als dat van stads kinderen, maar ook dat zij zich beter kunnen concentreren, meer leerstof in zich opnemen evenwichtiger zijn. Ze hebben hier geen last van het moderne, drukke leven, ofschoon ze geregeld naar de middelbare school in de stad gaan. Bij him studie worden ze minder afge leid, ook minder verleid of geprikkeld dan de scholieren die de hele dag in een grote stad moeten leven. Beg nn Dit eerste pensionaat voor begaafde dorpskin deren is het begin van een actie die men ook elders wil realiseren. Want Oostenrijk heeft meer intellectuelen nodig, meer jonge men sen die de gelegenheid krijgen om eindexamen te doen en dan een hogeschool te bezoeken. De ze elite uit de afgelegen bergdorpen kan dan later in verantwoordelijke functies meewerken aan de toekomst van haar land.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1968 | | pagina 16