IN KAMER, KE UKE N E N LEVEN MET VISSEN TUIN Oude zuurt jespotten, zogenaamde stopflessen, doen het bij dokter Jesse ook goed. Hij heeft ze voor zien van een vernuftig watersysteem, waardoor er voortdurend aan- en afvoer van vers water is. Het hele huis staat nu nagenoeg vol met pot ten en bakken. In de voorkamer twintig, in de gang acht, in de w.c. twintig, in de keuken zo'n veertien stopflessen en allerhande bakken, in de tuin vijf badkuipen en twee aquaria. Bü dieren liefhebber dokter Jesse is er altijd plaats, ook voor de drie honden en de vele katten, die soms een gesneuveld vissenexemplaar kunnen nuttigen. A Apart ivereldje Dokter Jesse cultiveert niet alleen vissen, maar al les wat het water prefereert. Zo heeft hij een self supporting wereldje gecreëerd in een grote stop fles met wormen, torretjes, mos en waterschrij- vèrtjes. Er komt geen lucht bij; alles houdt zich zelf in leven. Dat gaat nu al een paar jaar zo. De dokter durft de pot niet verschuiven, want alleen al door het verplaatsen, door een andere lichtval, zou de orde in deze wereld verstoord kun nen worden. En dan zijn er nog de bakken met salamanders, kikkers, padden, schildpadden, mos selen en ga zo maar door. De hele familie Jes se i6 druk bezig met de waterdierenwereld, die ze geen tijd laat om met vakantie te gaan. „Ik heb er trouwens geen behoefte aan. In een vrij beroep, zoals ik heb. is er zo veel romp slomp voor we met vakantie kunnen gaan, dat ik liever in een reisbeschrijving duik. Misschien vin den sommige mensen, dat ik, afgezien van mijn praktijk als huisarts, een kluizenaarsleven leidt, maar ik ben er gelukkig mee", zo besluit dokter Jesse. Bij de foto's Foto rechtsboven: Dokter Jesse temidden van zijn aquaria in de voorkamer van zijn woning. De honden en katten worden er niet anders van; ze zijn aan dit gezelschap ge wend geraakt. Foto linkshoven: Mevrouw Jesse heeft een deel van het aanrecht moeten afstaan voor de vissenhobby van haar man. De foto geeft Overigens nog maar een bescheiden aantal stopflessen weer, want ook de rest van de keuken staat ermee vol. Foto beneden: Badkuipen vol wriemelende vissen in de achtertuin bij het doktershuis op de Veluwe. s" V r Jk I Weekeindbïjiage Leidsel'» Dagblad 17 feSruari 1968 jaar op zijn rug zagen drijven. De snoek werd in een verfemmer geschept en naar dokter Jesse ge bracht. „Het was geen beste, hartstikke krom, maar moddervet". Binnen een dag was het dier weer in orde. Hij keerde zich om en was net zo vraatzuchtig als zijn soortgenoten. Geleidelijk aan heeft hij zich eraan gewend van wormen te leven. Een uitzonderlijke plaats in de verzameling ne men de forellen in. De firma Trouw heeft een tamelijk grote fabriek van visvoer in Frankrijk, om invoerrechten te besparen. Men wilde echter ook in eigen land dit voer vervaardigen, daartoe werden proeven genomen op het bedrijf in het Schaffelaarsebos in Barneveld. Vroeger werden forellen met slachtafval gevoerd, maar veel ge makkelijker zou het zijn voer te bereiden in kor relvorm. Droog voer bespaart immers opslagkos ten, terwijl slachtafval gekoeld moet worden op geslagen. Hoewel forellen in ons land sporadisch voorkomen, werd hier toch voer getest. Aan het eind van het seizoen waren er nog wat forellen over en deze verhuisden naar dokter Jesse in Kootwijkerbroek. Eerst bracht deze ze onder in aquaria, maar la ter had hij een beter idee. Over het platteland struinen soms kooplieden met oude badkuipen, die ze slijten als drinkwaterbakken voor het vee. Dok ter Jesse kocht er een paar. Hij liet de dorps smid de zijkanten eruit zagen en daarin zet te hij ruiten. Op die wijze kreeg hij grote visbak- ken, die hij afdekte met autoruiten. Die ruiten kreeg hij weer van bewoners van het woonwagen kamp, die hij in ruil daarvoor bij ziekte gratis be handelde. De forellen, die hij van Trouw kreeg, waren al over hun economisohe grootte heen. Bij dokter Jesse groeiden ze desalniettemin nog wat en ze le ven er lang en gelukkig. Verloren Vorige week zijn er denk ik zo'n honderd geboren" zegt huisarts A. A. JesseKootwijkerbroekerweg 70 te Kootwijkerbroek, achteloos en hij neemt een slok thee. „De ene week is het minder, de andere week wat meer. Och, we tellen ze niet en ik zou op geen stukken na kunnen zeggen hoeveel we er hebben". Honderd geboortes in één week, een gewone huis arts zou er een beroerte van krijgen. Dokter Jesse Het is een soort fatum, waaraan hij heeft getracht te ontkomen. Misschien is het juist daarom dat hij geen dierenarts is geworden, maar gewoon huisarts. Het heeft hem niet geholpen, zijn passie heeft hem toch achterhaald. Dokter Jesse heeft er zich berustend bij neergelegd, een gro ve trui en manchester broek aange trokken en is aan de slag gegaan om zijn vissen te verzorgen. De nu 48-jarige Rotterdammer kende zijn zwakheid. Immers, in zijn jeugd ivas hij al een hartstochtelijk aquariumliefhebber. Vader had voor grootsteedse begrippen 'n forse tuin met daarin duiven, kippen, konijnen, honden en vissen. De jonge Jesse groeide in deze Disney-wereld op en beschouwde terecht al deze dieren als zijn medeschepselen. Toen dokter Jesse nog een halfwasje was. zo tussen de 17 en 23 jaar, had hij al vijf bak ken koudwatervissen. In de tijd dat zijn leef tijdgenoten op zoek waren naar hun eerste kusje, vertroetelde hij Amerikaanse baar sen, botjes en rariteiten uit de wondere water- niet, want het magische getal honderd slaat niet op zijn normale praktijk, maar op zijn hobby: vissen, vis sen en nog eens vissen, in alle soorten en grootten, op de gang, in de voorkamer, in de w.c. en in de keu ken, achter het riante doktershuis en op zijn bureau. Dokter Jesse is bezeten van alles wat groeit en bloeit beneden de waterspiegel. niet zo moeilijk te vangen, maar het is wel een karwei om ze in leven te houden. Vader Jesse zou Tonnie wel even vertellen hoe dit moest en voor hij het wist zat hij al midden in de vissen- troep. wereld. En aan het eind van de oorlog, toen de lucht vol was met wondere geruchten over brandplaatjes en wat dies meer zij, stond het ouderlijk huis vol met badkuipen vol water, maar was er geen plaats meer voor de vissen. „Ik begin er nooit meer aan. Het kost te veel tijd," dacht de stu dent Jesse en hu ontleedde ijverig een arm. En hij hield woord, voorlopig althans. Jesse studeer de af en werd huisdokter in Kootwijkerbroek. Hy trouwde een Barneveldse boerendochter, hij voelde polsen en schreef druppeltjes voor. Zoon Tonnie werd geboren, dochters Gerda en Rina volgden, alles volgens normaal patroon. En zij zouden nog lang en gelukkig zonder vissen heb ben geleefd als niet zoon Tonnie op een goede of kwade? dag was thuisgekomen met een paar stekelbaarsjes. Och, iedere jongen doet dat op zijn tijd. Hij brengt een paar stekelbaarsjes mee in een jampot en wat dan? De diertjes zijn De stekelbaarsjes bleven leven en ondertussen kwam Tonnie met vissen aan die dokter Jesse nog nooit had gezien, zoals bijvoorbeeld rivier- donderpadden. Toen was hij helemaal verloren. Al gauw had hij twee bakken vissen staan in de gang op een oude brandkast. Iemand kwam met gubjes aandragen, een ander met tropische vis sen. „Daar voelde ik eigenlijk helemaal niet voor. maar toen die visjes jongen kregen, kon ik het niet over mijn hart verkrijgen ze weg te doen." Enfin, van het een kwam het ander. Met die koudbloedige vissen heb ik niet zo veel werk, dacht dokter Jesse. Wat stromend water, door een filter en zo, klaar. Af en toe de ruiten wat schoonmaken, wat voer geven, geen malheur. Het kwam een beetje anders uit. Vóór hij het wist, waren er al ettelijke honderden vissen in huize Jesse. En nu kan hij op geen stukken na meer zeggen hoeveel hèt er wel zijn. Ook in zijn hobby toonde dokter Jesse zich een ware geneesheer. Soms waren vissen niet erg happy. Dan gooide hij een geneesmiddel in het water en wachtte gespannen de resultaten af. Zo kon het gebeuren dat hij soms nog wat redde van de buit van een hengelaar. Vooral als het ging om beschadigingen van de huid, kon hij nog veel herstellen. Maar voor de hengelaar zelf heeft hij geen goed woord over. Moorclnet Er zijn hengelaars die de visjes tellen en dan weer terugzetten in het water. Ze weten het zelf niet, maar het enige wat ze bereiken voor de visstand is, dat ze de roofvissen van voer voor zien. Immers, die roofvissen pakken de bescha digde en minder vlugge vissen." Dokter Jesse kreeg via kennissen steeds meer vissen. Zo kwam hij in contact met iemand, die op een historische tentoonstelling een zogenaam de strijkhaam had gezien, een hoefijzervormig net. Deze man maakte dat net na en hij boekte er opzienbarende resultaten mee. Met dit net. zo groot als een halve huiskamertafel, haalde hij niet alleen een massa waterplanten op, maar ook ongedroomde hoeveelheden visjes. Het werd een wapenbroederschap. Dokter Jesse had een auto, die man het net en een bijzonder talent. Immers, als ze even stopten zag deze man na enkele meters lopen langs de waterkant al wat voor vissen er huisden. En dat bleek geen grootspraak te zijn, want als ze even ver der op een geschikte plek bij een bruggetje of een inham de strijkhaam uitwierpen, dan kwa men precies die tussen boven water, die hij ge noemd had. Unieke collectie ..Ze doen de vissen in een zogenaamd leefnet. Ze kunnen beter zeggen moordnet. Groot en klein gaan dooreen en de grote bezorgen de kleine dermate kneuzingen dat ze jammerlijk omkomen. Uiteindelijk gaat de hele zaak dood.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1968 | | pagina 15