CH EEPStiFjhBERIC HTEN „Thulussa"" Onze levensverzekering is straks bijna f4.000,- hoger... en dat kost geen cent méér! PREMIE SPAARPLAN JDAG 6 FEBRUARI 1968 LEIDSCH DAGBLAD Philips in Indonesië In Djakarta is besloten tot oprich ting van de „joint venture" tussen de NV Philips' Gloeilampenfabrieken uit Eindhoven en het in 1961 opge richte Indonesische Staatsbedrijf P N Ralin. dat thans ontbonden is. De nieuwe „joint venture" zal een par ticulier concern worden. Zoals reeds in november 1967 ge meld, heeft generaal-majoor Ashari, de Indonesische minister voor indus trie en elektriciteit, het plan goedge keurd. Men verwacht dat Philips in de nieuwe onderneming investeringen zal verrichten in de orde van grootte van f 17 miljoen. TILBURG ETENVOOR NOORD SUMATRA Voetbal De uittocht van Deen se voetballers naar de Ver. Staten heeft zich dit weekeinde voortgezet. Hedeager van Ebsjerg, Huttel van Vejle en Willy Soerensen van Frem hebben een contract getekend bij de Washington Wips. Het aantal Deen se spelers, dat sinds de fusie in Amerika een contract met Ameri kaanse profclubs tekende, is daar door tot dertien gestegen. Alles wat wij doen is deelnemen aan het Premie Spaarplan. We betalen nu samen jaarlijks zo'n 500 gulden levensverzekeringpremie en daarom krijgen we straks elk jaar 100 gulden terug van dit natio nale plan. Belastingvrij! Wij gaan het geld gebruiken om onze levens verzekering te verhogen. Dat scheelt maar liefst zo'n 4.000 gulden Misschien is het Premie Spaarplan ook iets voor Even een briefkaartje aan Premie Spaarplan, Postbus 51, Den Haag en u ontvangt vrijblijvend een brochure over alle mogelijkheden (levensverzekeringen, spaar- en effectenbewijzen, hypo theekaflossingen, spaarkasinschrijvingen, garantiekredietaflossingen). Wilt u persoonlijk advies? Spaarbanken, Boerenleenbanken, Raiffeisenbanken, Postkantoren, Banken, Borgstellingsfondsen, Hypotheekbanken, Bouwfondsen, Spaarkassen, Levensverzekeringmaatschappijen, assurantie-tussenpersonen en de Sociale Verzekeringsbank zullen u graag alles over het Premie Spaarplan vertellen. Basis voor persoonlijk bezit (osities Nederlandse" I rader 6 New Tom verw fudacia 4 te Colcheslcr Audrey Johanna S te Deventer it AuroraP5 Birkenhead n Gent J*" P 3 Ambon n P. Moreaby ONS DAGELIJKS VERVOLG VERHAAL Oorspronkelijke roman door Jan de Hartog Zeesleepvaart n de volle woede van de storm trof buiten de havenhoofden, de „Brighton Belle" haar kop golven met zo'n kracht dat luiswater boven haar schoor- uitvloog. Ik moest bukken ach- om mij te bescher- egen het striemende water.dat ie ruiten van de stuurhut klet- als glasscherven. Ik maakte *izi ezorgd over de stuurman, maar zich teruggetrokken in zijn ek als een schildpad, afstraffing die de ,3righton van de zee en de wind kreeg - verschrikkelijk. Als een oude de zich voor het eerst sinds weer buiten waagt, werden de haar van het lyf gerukt. Eerst en wy het stuurboordlicht, het schoon uit de haken geslagen, lig rukte de storm de presenning stuurboordsloep, en een uur werd de stuurboordsloep zelf tar davits geslagen. De reling iet voordek gaf het na ander- lur op; toen kwam de jongen g de brug opgehold, zijn arm z(jn gezicht tegen het buiswa- yi n schreeuwde in mijn oor dat 1 ur naar de kaartenkamer was —4 agen; het water stoof naar bin- 1 n spoelde dingen weg. Ik be- -* niettegenstaande dit alles het toch op haar koers te hou terwij 1 ik op de brug stond, N H|d naar een herkenningspunt, dat dit inderdaad onze laat- ;e^ns was. Ik was grimmig be- die te benutten of te verdrin- de bemanning gedurende die esteerde, was werkelyk indruk- L Anderen zouden hun pogin- - lebben opgegeven binnen het het verlaten van de haven, t was duidelijk dat het schip was murw geslagen te worden, ras net als wy niet bestemd om de oorlog te overleven. - - ende de zes uren die wij naar DI iek ploegden verwachtte ik, bij iedere breker die uit het aar- r^er °P ons af kwam gestoven, haar kop erin zou steken om eer boven te komen. zy bleef drUven. Telkens lar boeg weer omhoog, schuim nd uit haar kluisgaten, en tel- amde zy haar kop weer in ven, met ontploffingen van 1 water, haar schroeven dol- üend in de lucht, haar gammele etna rinkelend en rammelend tot Halles wat In de stuurhut aan nad geschroefd had gezeten, Krsid omlaag was gevallen. Ik er geen idee van de snelheid p maakten, maar zelfs al maak- nj niet meer dan drie of vier p, wy moesten nu toch zo lang hand de plek bereikt hebben de Griek zyn laatste SOS had iden. Draad was al een paar naar de brug gekomen om te dat hy haar bleef oproepen, dat zy geen antwoord meer vroeg of hy Bakker nog had seinen, maar dat had hy niet. zweeg als het graf. 'kende de „Texel" beter dan eigen schip. Zy was stoer zou blyven drijven wat er iurde, als een eend op de maar vaart kon zy niet lo- nu zy de wind recht had. 10gelet haar op z'n minst nog drie losten om de positie te bereiken afsp* Griek het laatst opgege- pad. De Griek was voor ons. in deze heksenketel van wer- Öe duisternis en donderende la- I van water kon ik geen hand _ogen zien. Dus ik vroeg Draad de Griek te seinen of hy een tgt vuurpyl wilde afsteken, in de hoop dat zyn ontvanger nog zou werken. Een kwartier lang stonden de jongen Middag en ik in de duisternis te turen, nadat Draad zich hand over hand teruggepalmd had naar zyn hut om myn verzoek door te seinen. Toen, eindelyk, schoot een zwak, rood schynsel omhoog in de verte in noor- deiyke richting, en wy sloegen el kaar op de schouders. Ik brulde te gen Draad toen die verscheen: „Geef antwoord: wy hebben uw vuurpijl ge zien en wyzigen onze koers dienover eenkomstig!" De vuurpyl was ver weg geweest, veel noordelyker dan ik verwacht had, maar ik kende de „Brighton Belle" nog niet; ik wist niet wat haar drift was by een wind zoals deze. Ik wyzigde onze koers en wy slingerden op de vuurpyl afDe gol ven kwamen nu over bakboord aan- RECHTER TIE EN ÜE VOSSEMOORDEN 13—61.Als ze bij een armelijk theehuis zijn gekomen, laat Rechter Tie de dragers stoppen en zegt tot de voorste: „Breng me te voet verder. Je makker kan hier blijven wachten!" In dit deel van de stad worden zelden palankijns gezien, en de Rechter wil geen onnodige aandacht trekken. De drager heeft de rol zijde onder zijn arm genomen en leidt Rechter Tie door een wirwar van straatjes. De man heeft niet overdreven toen hij deze buurt een achterbuurt noemde. Er is nauwelijks bestrating, en tussen de vervallen huizen groeit gras en onkruid. Hier en daar ligt het huis vuil hoog opgestapeld. In het register heeft Rechter Tie gezien dat Hwang geen belastingschulden heeft. Hij hoeft roei niet veel tj betalen, maar in deze armelijke buurt bewijst dat toch dat hij een eerlijk en nauwgezet man moet zijn. Als ze een hoek omslaan staat de Rechter plotseling tegenover de winkel, of liever het stalletje van Hwang. Op een ruwhouten tafel staan kommen en schalen van goedkoop aardewerk. Aan een balk daarboven hangen enkele ketels en theepotten. De breedgeschouderde man die op een krukje achter de tafel zit moet Hwang zijn. Achterin het stalletje ziet de Rechter in het halfdonker een vrouw zitten, die aan het borduren is. Rechter Tie wil zijn visitekaartje tevoorschijn ha len, maar bedenkt dan dat Hwang waarschijnlijk niet lezen kan. DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMETJE FOK 1047. Als Bram in een stad kwam, waar hij niet eerder was, had hij er plezier in door de oude buurten te dwalen, gevelsteentjes te bekijken, winkeltjes binnen te lopen en zomaar wat steentjes te schoppen. Karo en Tutu vergezelden hem daarbij graag, omdat Bram altijd wel een klein eethuisje ivist te vinden, waar lekkere dingen voor weinig geld te koop waren. Dit keer werd hun tocht onderbroken door een schaterlachende menigte, die opdrong rond een klein houten bouwwerkje. Naderbij- gekomen zag Bram, dat het een ouderwetse poppenkast was, fraai beschilderd en met prachtige poppen. „Even kijken", zei Bram.en hij wist niet, wat dat besluit voor gevolgen zou hebben, anders was hij misschien de eerste de beste zijstraat ingerend om nóóit meer op dat pleintje terug te keren! (wordt vervolgd) lopen en begonnen daar de veren uit haar ïyf te rukken. Ik had de stuurman vergeten, tot ik plotseling een schreeuw hoorde en op het nip pertje opzy sprong, uit de weg van een donker voorwerp dat op my af gegleden kwam, de glibberige helling van de brug af. Het was de rol stoel; de zee had de bakboordreling van de brug weggeslagen. Als wy over ons andere oor zouden gaan liggen zou de stoel terugrollen en over boord verdwynen. Wy helden over; de jongen Middag en ik wier pen ons op het donkere ding, dat op ons afgerold kwam op zyn piekende wieltjes, wy werden de volle lengte van de brug meegesleurd, maar wy lieten hem niet los; wy zouden hem niet losgelaten hebben al waren wy overboord gespoeld. Maar toen wy de donkere rand van het niets naderden, helde het schip over op haar andere oor en wy werden teruggesleurd naar stuurboord, vruchteloos trachtend de stoel af te remmen. Onze hakken gleden uit op de natte planken. De rolstoel smakte tegen de stuurboord reling met een doffe dreun; toen begon hy opnieuw de glinsterende helling af te rollen naar de opening aan bakboord. Maar de roerganger was uit de stuurhut gesprongen en speelde het klaar een touw onder de wieltjes te gooien, wy hadden lang werk, vechtend en hygend in de duisternis, geranseld door striemend water, maar eindelyk wisten wy het ding terug te zeilen naar stuurboord en vast te sjorren aan de reling. PANDA EN DE POLYD1NGUS. 3996. Journalist Kwiekjes had zijn helikopter tot vlak boven de gruishoop gevlogen, om een beter uitzicht op de rampplaats te hebben. Maar het stof, dat hij daarmee veroorzaakte, deed Panda en Pietro Explori zwaar niezen. Het geluid dat ze daarbij maakten, werkte zo op de lachspieren van de Polydingus, dat deze scha terend stilstond. „Ik hoor vreemde geluiden," rapporteerde de verslaggever, die moeite had om iets buiten het geraas van de motor waar te ne men. „Het schijnt van beneden te komen. Eigenaardig. Alsof iemand pret heeft. En dat in dit rampgebied. Ik hoor nu trouwens iets anders. Alsof er dingen scheuren..Eens kijken. Hij boog zich uit zijn vliegtuigje en verbleekte toen akelig. Geen wonder. Door het lachen van de Polydingus begon het toestelletje te scheuren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1968 | | pagina 13