Thalmssa
m
ÈêMÊz
wam:.
m SL
ÉsiÈsE"
SKSS
MMEE
WOENSDAG 31 JANUARI 1968
LEIDSCH DAGBLAD
ONS
DAGELIJKS
VERVOLG-
VERHAAL
99
99
Oorspronkelijke roman
door
Jan de Hartog
71
Binnen een week ontvingen wy
over de honderd brieven. Wij hadden
nooit vermoed, dat er nog zoveel
van ons over waren, wy hadden een
ruime keus in stuurlieden, machinis
ten, marconisten en koks; onze oude
kok was erby. Hy schreef een
bloemryke brief op kanariegeel pa
pier, waar de naam van zyn res
taurant op gedrukt stond in gotische
letters. Hy gaf een eeriyk verslag
van zyn oorlogservaring, maar over
dreef de afmetingen van zyn restau
rant op schaamteloze wyze. Het speet
my dat wy hem niet konden nemen,
want ik had PJotr beloofd dat hy
de kok zou zyn; maar Pjotr besliste
het zelf door te zeggen dat hy liever
een paar maanden als koksmaat
varen, om het werk te leren kennen
dat nogal gespecialiseerd was. Het
betekende dat wy, behalve Jacques
en de stuurman, nog een derde lid
onder de bemanning zouden hebben
dat niet essentieel was. Maar Draad
ik rekenden uit dat wy het
veroorloven konden als hy en ik ge
noegen namen met de helft van
salaris. Ik had gehoopt dat de m
ter ook zou antwoorden, maar er
geen brief van hem onder de 1
winkeltje net begon te lopen,
m kon hy onmogelyk weg;
hy kende een prima eerste
Baas, die met hem had geva-
Is tweede. Er was een brief van
onder de rest en wy vroegen
hem te komen. Hy kwam aan tege
lijk met de kok. een tweede machi
nist, een bootsman en drie matro-
zy hadden zich by elkander
aangesloten in Amsterdam en op
aanraden van Draad een excursie'
biljet genomen.
Toen wy hen afhaalden aan hei
I station, kwamen wy tot de ontdek-
J king dat wy hen allen kenden; al-
w leen hadden wy gedurende de oor-
log niet geweten hoe zy heetten van-
wege de bynamen, die toen in zwang
I waren, zy waren aanmerkelyk opge-
;cua lucht toen zy ons herkenden en on
ze eerste gemeenschappeiyke maal-
I tyd in het Café De la Marine was
plezierig. De stuurman was byzon-
der goed op dreef. Zolang hy maar
in een kamer zat zonder tocht,
J hy kon blyven zitten net als de
deren, leek hy vrijwel normaal. Na
de eerste paar glazen wyn herinner
de niemand zich meer dat hem iets
mankeerde.
Het was verbazend hoe weinig tyd
I wy nodig hadden om de oude
logsatmosfeer terug te vinden. Toen
EG(j de koffie opgediend werd scheen het
alsof wy nooit gescheiden waren ge
weest. De kok droeg nog steeds
ring met de maansteen, maar hy
verloor het laatste spoortje vredes-
beschaving toen wy begonnen te
gen. De enige die genoot
gezang was de krankzinnige pianist.
Hy sprong op en neer als
ker, sloeg met zyn klauwen op de
1 piano en krtfste schelle kreten
broederschap. Elke nacht had hy
zitten mompelen over luchtaanvallen.
bloed en sensatie en gewenst dat de
oorlog eindeiyk komen
scheen te denken dat dit inderdaad
het geval was. Hij was niet helder
genoeg om te beseffen dat het geen
nieuwe oorlog was, maar de oude
die was herleefd.
De kok was het eerst dronken.
Hy begon oudejaarspsalmen te zin
gen, die buitengemeen somber wa
ren, over de mens die als het gras
is en geen voetstap die bekiyft. wy
zaten naar zyn sentimentele tenor te
luisteren met dronken weemoed;
tóen begon de stuurman verhalen te
vertellen. Hy was eveneens dronken,
maar zyn woorden kwamen er
vlotter uit dan wanneer hy nuchter
was. Hy zou precies zo hebben zit
ten praten, vroeger, als hy alleen
dronken was geweest en niet
half verlamd bovendien. Hy vertelde
over de mooiste vrouw die hy ooit
gezien had, de vrouw van zyn leven,
zy was veel ouder dan hy, veel ou
der dan wij allemaal, toch was zy
eeuwig jong. Vyfduizend jaar gele
den had een Griek haar gezien, op
een duintop na een lange reis door
de woestyn; hy had zyn armen naar
haar uitgestrekt en geroepen: „Tha-
nHonderdduizend mannen
en ofschoon hy nu die andere voor
al tyd had verloren, zou zy hem toch
nooit bezitten, want hy dacht aan
niets anders meer. Ik wist het, want
het verging my net zo. Al deze maan
den had ik alleen maar aan de zee
gedacht, en gehunkerd naar het ogen
blik dat ik opnieuw zou neerzinken
in die wildernis van stilte.
De stuurman vertelde de luisteren-1
de bemanning urenlang over de we
reld onder water. Het was inder
daad het verhaal uit de Duizend en
één Nacht, waar ik aan gedacht
had toen ik voor de tweede maal
had neergekeken op de betoverde
tuin. „Daarom", zei de stuurman
plotseling, „stel ik voor dat wy de
naam van het schip veranderen".
Hy nam het glas in zyn bevende
linkerhand, hief het op en zyn le
vende oog blonk vochtig, toen hy
"li: „Ik doop haar: Thalassa".
De pianist begreep het. Hy hief
ook zyn glas op en zei. „Thalas-
A Dieu vat.'
(wordt vervolgd)
kwam het omdat wy
en, maar toen hy zyn
Thalassa luisterden wy allen met
gevoel van schoonheid en heim-
Zelfs de pianist, die geen woord
verstond, zat met open
ir hem te staren. Nicole
hem; ik dacht aanvanke-
j niet wist waar het over
ging, maar ik had vergeten dat zy
een paar woorden Grieks kende. Zy
had my verteld over de victorie van
Samotrace, dus zy wist waarschyn-
ïyk wat Thalassa betekende. Terwyi
ik zat te luisteren naar het sprookje
van de stuurman en de zee, begreep
ik dat zV dit van het begin af aan
had geweten, zy had hem haar li
chaam geweigerd zolang hy een ver
houding had met die andere vrouw;
Hoe is het ontstaan?
Dit woord:
MARTELAAR
Op het eerste gezicht is mar-
telaar een eigenaardige vorming J
Immers: iemand die wint is een
winnaar; wie tovert is een tove
naar en wie moordt een moorde
naar. Zo bezien zou martelaar
dus moeten betekenen: iemand
die martelt en niet: iemand die
gemarteld wordt. Maar wy moe
ten by dit woord uitgaan van het
middelnederlandse martle:
marteldood en een martelaar is
dus iemand die voor zijn geloof
de marteldood sterft. Het woord
martele uit ouder martere gaat
terug op martyrium dat in het
Kerklatyn betekende: getuige
nis (voor de waarheid van het
Christeiyke geloof) en vandaar:
offerdood of martelaarschap.
t Daarby hoorde een woord mar-
ter dat evenwel niet is overgele-
f verd en waarvoor martelaar in
de plaats is gekomen.
Gevaarlijke tocht
van Formosa
naar Foekien
Van Formosa afkomstige kikvors
mannen hebben in het afgelopen
weekeinde met vyf motorboten ge
schenken in de vorm van kleren en
voedsel gebracht aan de bewoners
van plaatsen aan de kust van de
communistisch-Chinese provincie
Foekien, zo is gisteren van militaire
zyde in de nationalistisch-Chinese
hoofdstad Taipeh vernomen. Deze
gevaarlijke tocht werd gemaakt ter
gelegenheid van het Chinese nieuw
jaar. Behalve geschenken en heil
wensen brachten de Chinese natio
nalisten ook vlugschriften mee,
waarin de Chinezen op het vaste
land werden opgeroepen in opstand
te komen tegen „het bandietenbe
wind van Mao Tse-toeng".
De Gaulle wenst
„strategie naar
alle windstreken"
President De Gaulle heeft Inge
stemd met een suggestie van de
Franse stafchef, generaal Ailleret.
dat Frankryk de beschikking moet
krygen over ballistische raketten In
de megaton-klasse, die de hele we
reld kunnen bestrijken. „Frankryk
moet een strategie naar alle rich
tingen hebben" aldus de president in
een toespraak aan de militaire aca
demie te Parys.
Generaal Ailleret geeft ln het fe
bruari-nummer van het blad „Revue
de défence nationale" een toelichting
op de „strategie naar alle windstre
ken" en betitelt daarin de Ameri
kaanse strategie van „het aange
paste antwoord" in Europa („Flexi
ble response") als een illusie. Europa
dreigt by een oorlog tussen het
Westen en de Sowjet-Unie vernie
tigd te worden. Het komt er voor
Europa op aan te vermijden dat het
veroverd en verzwolgen wordt. On
der de huidige omstandigheden, al
dus generaal Ailleret, ïykt de kan-
dat Frankryk door een grote kern
macht wondt aangevallen, niet erg
groot. Als een tegenstander Frank
ryk zou willen aanvallen, zou dat
niet gebeuren om het te vernietigen
maar om zijn potentieel en zyn ba
ses in handen te kruien On een
dergelijke aanval zou Frankrijk met
kernwapens kunnen reageren, „en
daarop baseren wy onze veiligheid"
Zelfs een kwantitatief bescheiden
kemstrijdmacht kan een belangryke
rol spelen daar men aan één enkel
atoomwapen al voldoende heeft om
stad als Parijs, Londen, Moskou
of New York van de kaart te vegen.'
PANDA EN DE POLYD1NGVS.
34—96. Zodra Pietro Explori in een hevige niesbui verviel,
barstte de Polydlngus in een schaterlach uit. die door het land-
scnap daverde.
SappriamentiI" mompelde de ontdekkingsreiziger. „Dat manneke
Kan nog eens lachen! Een groot gevoel voor humor! Ha, haHet
werkt aanstekelijk! Ha-ha-ha!"
Toen gebeurde echter, waar Panda al bang voor was. Het geluid
dat de Polydingus voortbracht, veroorzaakte een scheur in de
grond, die zich sneller en sneller in de richting van de onver
saagde ontdekker bewoog.
„Hola", mompelde deze ontzet. SappristiIk word bedreigd!
H-h-help!" Met die woorden draafde hij heen, gevolgd door de
steeds breder wordende kloof die hem vlak op de hielen zat.
„Stop dat lawaai!" riep Panda boos tot de Polydingus. „Zie je
niet, dat hij in groot gevaar is?"
Maar de aangesprokene bleef lachen en de scheur bleef steeds
groter en langer worden.
RECHTER TIE EN L)E VOSSEMOORDEN
13—56. Rechter Tie merkt al gauw op dat de oude klerk een
gewetensvol iemand is die zelfs de oude archieven stofvrij houdt,
ivant anders had hij aan recente vegen in het stof kunnen zien
welke dossiers de vermoorde student had geraadpleegd. De eerste
twee dozen die de Rechter doorneemt, bevatten verslagen van de
gewone rechtszaken uit het jaar van de samenzwering. De naam
Soeng wordt er niet genoemd. Met een zucht neemt Rechter Tie
de doos ter hand met alle stukken betreffende het hoogverraad
van generaal Mo te-ling. Mo was met al zijn medeplichtigen te
rechtgesteld, en het is denkbaar dat een van hen valselijk beschul
digd ivas. Zodra hij de doos geopend heeft, verschijnt er een
glimlach van voldoening om de lippen van de Rechter. De stuk
ken in deze doos liggen niet op volgorde, dat is met één oogopslag
te zien. In een zo goed onderhouden archief kan dat er heel goed
op wijzen dat ook Soeng in deze doos gezocht heeft. Al gauw vindt
de Rechter een document waarop de aanklacht tegen generaal Mo
gebaseerd was: een anonieme brief die verwijst naar een schuil
plaats in het huis van de generaal waar belastende persoonlijke
brieven van de Negende Prins konden worden gevonden. De kei
zerlijke Grootinquisiteur dacht aanvankelijk aan smaad, maar de
belastende brieven bevonden zich inderdaad op de aangegeven
plaats. Generaal Mo werd onthoofd, tezamen met zijn twee vol
wassen zoons, zoals de harde wet in gevallen van hoogverraad
voorschreef. Wat kan het verband zijn tussen generaal Mo en de
vermoorde student Soeng?
DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMETJE FOK
1042. Een ogenblik stond Bram sprakeloos. Toen barstte hij
los: „Wil je werkelijk beweren, dat je mij wilt laten betalen voor
een schip, dat door Dienaar Dzjinn iverd gebouwd?"
„Natuurlijk", zei de werfbaas, terwijl zijn tekenaar zich stond te
verkneuteren. „Het gebeurde toch op mijn werf, nietwaar? En geen
schip verlaat mijn werf, als het niet is betaald".
Toevallig passeerde op dat moment de politieman Juutjes, wiens
aandacht door het geruzie getrokken werd. Hij luisterde aandach
tig naar de één, en daarna even opmerkzaam naar de ander. En
tenslotte zei hij:
„Van die verhalen over geesten, die schepen bouwen, geloof ik
niet veel. Ik geloof alleen, ivat ik zie. En u ontkent niet, dat het
schip hier gebouwd werd? Welaan... dan moet u het natuurlijk
betalen".
De werfbaas grijnsde van oor tot oor.
lis
amlr 10 v Vlaardlngan n Yar» Spaarnakark 29 v Nagoya n Koba
m I Sparta 29 ta Passjat
l W. Oporta Sporon^29muulaji g^lijabon
s:
190 m ZO Hall-
UMn.
V.) 29 v F.l-
AM» o,
MR-
sik-
v.'jfsr.
«K&VfiS
/ei!'opa 30° tt'Ballast'" Whltrt,bl*
•ïh;™::.,
H.VEXV
ItWèïr