OEGO-SLAYIË goedkoop!) i mooi land van contrasten oijlakjiu LMDoUti UAUtilAD De hotels zijn over het algemeen goed, zinde lijk, met voorkomend personeel. Ze zijn allemaal dicht bij zee gelegen, meestal met een verrukke lijk uitzicht. In de meeste badplaatsen bevinden zich moderne en comfortabele hotels (4 cate gorieën), pensions (3 categorieën), motels, bun galowparken en campings. En er wordt nog hard gewerkt aan uitbreiding. Hotels en bungalowpar ken schieten uit het niets op. Vorig jaar stonden in de meer dan 200 toeristenplaatsen 20.000 hotel bedden gereed om de toeristenstroom op te vangen. Wat kost het Hoe duur is het nu in Joego-Slavië? Enkele globale prijzen kunnen we wel noemen: een een persoonskamer in een goed hotel, waarbij inbe grepen drie maaltijden kost f. 15.per dag (men moet tenminste 3 dagen blijven). Wil men goed koper logeren dan kan men bij particulieren terecht voor f.3.tot f.5.per nacht per per soon zonder maaltijden. In de goedkopere restau rants kost een middagmaaltijd hoogstens f4, in een middelmatig restaurant hoogstens f.6. Voor hoogstens f. 1.50 eet men in een zelfbedie ningsrestaurant (alleen in de grote plaatsen). Wil men een goede auto huren, dan kan dat veelal tegen een prijs van f.15.per dag (minimaal 100 km rijden). Een bungalow voor twee personen, maaltijden inbegrepen, kost f. 15.per dag, wil men werkelijk comfortabel vakantie vieren, dan betaalt men f.40.per dag voor een vorstelijk familiehuis. Buiten het hoogseizoen wordt in de hotels een reductie op de penslonprijs gegeven van soms 40%. Waar kan men goedkoper terecht? Nergens, zei het Duitse blad Neue Hlustrierte-Revue vorig jaar: na een onderzoek bleek Joego-Slavië nog altijd het goedkoopste vakantieland te zijn. Nog altijd, maar de tijden kunnen veranderen (kijk naar Spanje). Joego-Slavië zal duurder worden, zeker nu de toeristeninvasie goed op gang komt en men hard werkt aan het aanleggen van wegen en het bouwen van hotels. Bungalowparken Maar meer nog dan hotels, verrijzen er de bun galowparken, die enorm in trek zyn bij de toeris ten. Zo'n bungalowpark is een dorp op zichzelf: grote en kleine huisjes (3 bij 3 meter ongeveer, slaapplaats voor 2 personen, een tafeltje, 2 stoe len), duur en comfortabel, goedkoop en sober. Zo'n bungalowpark ligt gewoonlijk 'aan zee op flink (naald-)bebost terrein. Er zijn vele recreatie mogelijkheden in het park aanwezig: kantine, bar, soms bioscoop, men kan er kano's, roei- en zeil bootjes huren, ook waterfietsen, men kan er tafel tennissen, gewoon tennissen, volleyballen, golf spelen en watersporten (o.a. skiën). Voorts is er de dansvloer, pal aan zee, feeëriek verlicht met twinkelende lampjes die glinsteren in het water. Als de avond valt, rood en blauw, over het water, dan begint het orkest te spelen. En een goed bungalowpark ls niet goed, als er niet één keer per week een Miss-verkiezing (het mooiste strandmeisje, het mooiste badmeisjes, het grappigste meisje, het „dansigste" meisje, het hipste meisje wat dat betreft bestaat er hele maal geen ijzeren gordijn) plaatsheeft, of een Mister-verkiezing. Dansvloeren waar het zeewater tegenaan klotst vindt men overal, niet alleen in de grote parken, ook bij de hotels aan zee. En het orkest speelt van beat tot Bach met daartussendoor Joegoslavi sche melodieën. Veelal zal de orkestleider de bui tenlandse toeristen uitnodigen om onder de guir landes een inheemse dans te proberen; hij doet het u voor en binnen enkele minuten hebt u een eenvoudige Joegoslavische dans te pakken, die een verfijnde polonaise blijkt te zijn met veel ritmisch voetenwerk. Als dat nog niet romantisch genoeg is, kan men dorpsinwaarts trekken en zijn licht opsteken in De kerk van Piran (met klokketoren, iaar is men trots op) torent hoog hoven de Adriatische Zee uit. Het is een oud vissers plaatsje in Istrië, 25 km vanaf Triëst (Italië). een van de vele schemerige etablissementen die geheel zijn aangepast aan de Westerse verlangens en dus als nachtclub dienst doen. Of men kan 's avonds door de nauwe straatjes dwalen, de vele winkeltjes bekijken die een chaos aan arti kelen op straat hebben uitgestald, souvenirwin keltjes, winkeltjes met antieke pullen, winkeltjes met inheemse „kunstnijverheidsartikelen, enfin van alles, en ze zijn open: de verplichte winkel sluiting is daar kennelijk niet ingevoerd. Hierboven hebben we het slechts over enkele toeristische mogelijkheden gehad van de onnoe melijk vele die Joego-Slavië biedt. En we hebben het nog slechts over Istrië ge had. Zomaar een plaatje uit Joego-Slavië: een meisje in fleurige klederdracht uit Bosnië- Herzegowina. We reppen niet over de oude schoonheid van kerken en bouwwerken, we reppen niet over de pijnbomen, de olijfbomen, de boomgaarden met citroen- en sinaasappelencultuur, de geur van rozemarijn en lavendel, over de schilderachtige stadjes die hun oorsprong vinden in Griekse en Romeinse tijd. We laten de talrijke monumenten van de oude Slavische cultuur ongestoord rusten en we laten de moskeeën, bruggen, badhuizen, mohammedaanse scholen uit de Turkse bezet tingstijd liggen. Wie wat van Joego-Slavië wil weten, moet het land en zijn bewoners zelf ontdekken. Het is het waard. Door Piet Goosen en er zijn gemiddeld 100 absolute wolkenloze dagen in het jaar). Terug naar de wijngaarden, pijnbossen, cypressen en vijgebomenen naar de rotsachtige „stranden". Dat laatste vormt een ongemak, want watertoeristen willen nu eenmaal zand zien (ten zuiden van Istrië zijn wel zand stranden), maar de toeristenlokkers hebben er '"wat op gevonden: ze hebben de wispelturige kust lijn enigszins gladgestreken met behulp van cement. En ook de grote keien die boven water uitsteken en waarop het heerlijk zonnen is, heb ben een laagje beton gekregen, zodat iedereen als het ware op zijn eigen eilandje kan zonne baden (krygt hij ook geen ruzie), maar wél op een badhanddoek, of beter, een luchtbed, want beton is wel harden zeer warm. Die rotsachtige kust is dus een nadeel, maar daar staat tegenover dat talloze toeristen zich ijlings snorkel en zwemvliezen aanschaffen om in het glasheldere water in het paradijs van vreemd soortige stenen, vissen en planten te snuffelen. Toeristencentra Langs de kust van Istrië liggen van noord tot zuid belangrijke toeristenplaatsen: Koper, in de Romeinse tijd bekend als Capris. talrijke middel eeuwse, renaissance en andere historische kunst werken; Piran een aardig vissersplaatsje, 3 km verderop Portoroz, een bekende badplaats en her stellingsoord; Porec, maar liefst 25 eeuwen geleden gesticht (de fundamenten van de oude stad lig gen er nog) een basiliek uit de zesde eeuw, mu seum, enz.; Rovinj, gebouwd in de Romeinse tijd, het Montmartre van Istrië; *Pula, met een stuk goed bewaard gebleven amfitheater, waar nog al tijd voorstellingen worden gegeven, talrijke andere cultuur-historische monumenten; Opatija aan de zuidkust van Istrië, een zeer bekend toeristen centrum, stranden, bossen, casino, concerten en wat niet al, een kleine 30 km verder Rijeka, Joe- goslavisch grootste havenstad, eindpunt van de spoorlijn vanuit Europa, beginpunt van vele be langrijke bootverbindingen. Rijeka behoort net niet meer tot Istrië. Dat waren maar enkele plaatsen aan de kust van Istrië, er zijn er veel meer, maar die zijn minder belangrijk als toeristencentra; de genoem de plaatsen bezitten uiteraard veel meer recreatie mogelijkheden dan die hier zyn genoemd. Venetië, om maar iets te noemen. Wie nog niet genoeg heeft van de Belgische grotten van Han, vindt in Postojna, in Slovenië, ruim 70 km vanaf Koper aan de kust van Istrië, een waar dorado. De onderaardse verbindingen zijn daar 23 km lang, de natuur is er al geruime tijd geleden be gonnen ten gerieve van het toeristenwezen merk waardige kalksteenformaties te scheppen: stalag- mieten en stalactieten, gordijnen en enorme kolommen. Een elektrische trein voert door de tunnel. Zevenmiljoen bezoekers gingen ons al voor. Speleologen en archeologen kunnen 9 km van Postojna ook nog een kasteel (Predjamski Grad) bezichtigen vol met archeologische vondsten en verder nog een drietal andere grotten, inclu sief de onderaardse rivier Pivka, in de buurt van Postojna. Dat waren de grotten: terug naar de heerlijke kustplaatsen van Istrië, naar de mistral, de koele kustwind die ervoor zorgt dat het ook weer niet té warm wordt (de gemiddelde jaartemperatuur is ongeveer 15 graden in de zomermaanden ligt de gemiddelde temperatuur boven de 20 graden EU)EGO-SLAVlE is een land van tegenstellingen dat is van toepas op de bewoners, maar evenzeer op het landschap: grillig, woest, ruig —armelijk in het binnenland, in de toeristencentra aan de kust lieflijk, m geciviliseerd. Wij kwamen via Wenen-Graz naar Joego-Slavië of -Slavië, hoe men het noemen wil, en brachten de nacht door in een l f hotelletje in één van de talloze pittoreske dorpjes aan de weg die F Je noordelijke grens naar Ljubljana leidt. Een eenvoudig hotelletje, 'de gelagkamer tevens dienst doet als stamcafé van de dorpelingen, '.toeristen zijn er (nog) schaars, maar welkom. we waren op weg naar Istrië, het schier- helemaal „bovenin" de Adriatische Zee, de Italiaanse grens. Veel Italianen verkie- goedkopere Joego-Slavië dan ook voor hun Maar meer nog dan de Italianen zijn het zyn vaak Duitsers die toeris- campings en bungalowparken aits is ook de voertaal in de toeristen- m 51 ai door het bronsbruingroene waterarme rydt, genietend van fraaie vergezich- dalen, waarin verscholen de armelijke met schots en scheef gebouwde huis rondom de kerk, slingert de over het d berijdbare weg zich als vanzelf van Istrië: een grillige lagunekust inhammen en bochten en tal van in zee. Langs die tierelantijnen loopt van een weg, van het topje van Joego- maar Triëst, via Istrië naar het zuide- aan de Adriatische Zee; een weg die natuurschoon verre wint van die aan Franse en Italiaanse Rivièra met haar pronkkastelen van villa's en zorg- veekt natuurschoon. zagen we de eerste foto van Tito, het 75- ptaatshoofd, die strak, onbewogen en merk- g jong voor zich uitkeek, maar aan wie l Blavië intussen wel het een en ander te i heeft: het land vaart een vrij stabiele je koers tussen het Russische blok en het listische vrije Westen. Daar is het ijzeren voor zover daarvan nog sprake is, open en (vandaar dat zich juist in dit land soms felaffaires afspelen met mensen die naar lesten willen)De toeristen haalt Joego- jvlot binnen, want ze leveren een aanzien- izenbron op, die het land, dat aan eco- en andere hervormingen werkt, goed februiken. De toeristen wordt daarom zo Imogelyk in de weg gelegd: ze krijgen aan s een stempel in hun paspoort (een visum ^t) en daarmee is de ceremonie gewoonlijk [elopen. n politiek vrij de Joegoslaven zyn, valt moeilijk te -en. Toen wij in de gelagkamer met een ioorden Duits stamelende dorpeling na uit- ig van glazen wijn (noemen we het maar) ndelijkheden (de man had gevaren, was dam geweest, ja, ja, reusachtig) op het erde portret van Tito wezen en de man wat wilden vragen, brabbelde hij zoiets Kee, nee, geen politiek". Dat wisten we dan. lit valt weinig af te leiden, maar het doet gevoeligheden en tegenstellingen vermoe- ie bestaan inderdaadJoego-Slavië heeft maal een woelig verleden en de bewoners, fiërs, de Slovenen, de Macedoniërs, de Kroa- Montenegrijnen en nog een stuk of wat vormen zeker geen hechte nationale Voorts bestaan er nog de kerkelijke ellingen: de Oosterse orthodoxe kerk ont- iler de R.-Katholieke kerk en dat gaat wel tpaard met vijandigheden, maar aange- merendeel van de bevolking zich bepaald isch gedraagt op geestelijk gebied, gaan hillen doorgaans buiten het gros van de laven om. ElN|houdt het allemaal stevig in de hand en de merkt weinig van de onderlingen twisten ir Istrië Deze kustweg in Istrië stijgt en daalt, wringt zich rond de bergen en beneemt het uitzicht op de diepblauwe zee, om ineens weer een verras send doorkijkje op een baai te bieden; hij slingert zich door de kustdorpjes en badplaatsen, langs wit en geel geplamuurde huizen met lichtrode daken, en hij verandert in een boulevard met aardige en protserige hotels en palmen. En steeds weer een ander gezicht van de zee, eindeloos blauw, zonverblindend of bezaaid met eilandjes. Zo gaat het door, tweeduizend kilometer lang, over de rotsachtige kust, begroeid met subtropische flora. Istrië wordt veel bezocht door buitenlandse toeristen omdat het 't dichtst by West-Europa ligt: ruim duizend kilometer vanaf Amsterdam via Aken, Genève en Napels, twee, drie dagen per auto, een dag per trein. En omdat het voor de toerist een rijk scala aan mogelijkheden biedt. Men kan, als men bruingebakken is aan zee, uitstapjes maken per auto of boot naar Triëst en

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1968 | | pagina 23