Urenlang wandelen in zonnig Davos Ongekende KUNSTSCHATTEN in Karinthië PAGINA II T0ERI8TISCHE BIJLAGE LEIDSCH DAGBLAD WOENSDAG 24 JANUARI 1968 Foto rechts: Een van de vele mooie plekjes in de omgeving van Davos is het romantische Disch- matal. Foto links: Men ziet hier een gedeelte van het zo liefelijk op 1560 meter hoogte gelegen Davos met op de achtergrond de Rhatikon, Seehorn en Pi- schahorn. Op de berghel lingen zijn talloze wandel paden, waar men vele uren ongestoord kan wan delen en volop kan genie ten van de prachtige na tuur. (Foto's Nationaal Zwitsers Verkeersbureau, Amsterdam). DavosWe gingen er met wat gemengde ge- voelens naar toe. Wat heeft deze wintersport plaats in de zomer te bieden, vroegen we ons af. Ja, de folders die we hadden gelezen zongen het hoogste lied: ongeëvenaard natuurschoon en vele tientallen kilometers wandelwegen. De reis erheen was boeiend. Eerst langs de Rijn en daarna langs de Züricher See. Toen viel het duis ter in en ging het regenen. Een hevige plensbui Toen we 's morgens in alle vroegte echter de (dikke) gordijnen van onze kamer in hotel Bella - vista openschoven, regende het nog en de bergen werden door een grauw gordijn aan ons oog ont trokken. Alles, maar heel erg somber en beslist geen bemoedigend begin van onze vakantie. Gewa pend met de paraplu trokken we er na het ont bijt toch maar op uit. We gingen het dorp ver kennen. Het bleek, dat het zo bekende Nederland se sanatorium op nog geen honderd meter van ons hotel lag. Vanuit onze kamer keken we erop en we konden er de patiënten zien rondlopen. Toen we een kwartiertje hadden getippeld hield het op met regenen en op het moment dat we in een gezellige Conditerei aan onze „Eiskaffee" zaten, begroette ons toen wé het kleine stationnetje van Davos-Dorff verlieten. De vriendelijke conducteur van deze laatste verbinding van Basel naar Davos het was tien voor elf toen we er aankwamen nadat we 's morgens om acht uur met de Lorelij- Express uit Rotterdam waren vertrokken ver telde ons in goed Nederlandsdat het morgen wel weer beter weer zou zijn. brak het wolkendek en kwam heel aarzelend het zonnetje tevoorschijn. Op een enkel regen- en onweersbuitje na is het zonnig gebleven. Tien da gen lang! In die tien dagen hebben we genoten. Meer dan we ooit een vakantie hebben gedaan. We hebben gewandeld, gewandeld en nog eens gewandeld. Urenlang, zonder dat we ook maar een levend we zen op enkele bergkoeien en een nieuwsgierig hert na tegenkwamen. En we zijn tot de con clusie gekomen, dat Davos niet alleen in de win ter als de sneeuw de bergen bekleedt met een wit gewaad, maar ook in de zomer zijn bekoring heeft en rust biedt, werkelijke rust, aan hen, die na een jaar van werken in de door benzinedampen en andere luchtverontreinigende gassen verge ven stad, zuivere, frisse lucht willen inademen. Davos, waar we in de zomer niet veel van had den verwacht, is ons in alle opzichten meegeval len. Meer dan dat! We hopen er weer heen te gaan, omdat je er zo heerlijk kunt wandelen in Gods vrije natuur! Daar in Davos en omgeving kan men ook zomers genieten. Tientallen kilometers goede wan delwegen zijn er. Je kunt er dwalen over de met bloemen bezaaide weiden in de hooggelegen da len en over merendeels goed begaanbare paden, de omringende bergen, op de toppen waarvan vo rig jaar eind juni nog de sneeuw lag, beklimmen. Het hooggelegen dal van Davos staat bekend om zijn voortreffelijk klimaat. Het is vanuit ons land per trein of per auto bereikbaar via de Wolfgang pas. Davos ligt beschut tegen de wind in het door bergen omgeven Landwassertal. In de aan flora en fauna zo rijke zijdalen van Fltiela, Dischma, Sertig en Monstein en op de berghellingen van Parsenn, Schatzalp-Strela en Brdmabiiel-Ja- cobshorn en Pischa kan men ongestoord vele wan delingen en bergtochten maken. Er zijn schrik niet meer dan 100 kilometer wandelwegen en voetpaden in Davos en omgeving. Wilt u een deel van de tocht met een berg- baan afleggen, dan is daar ook volop de gelegen WM heid voor: Davos-Parsenn-Bahn. de zweefbanen Parsenn-Weissfluhgipfel, Parsennhütte-Weissfluh- joch, Dörfji-Pischa, Schatzalp-Bahn, gondelbaan Schatzalp-Strela, zweefbanen Ischalp en Jacobs- horn en stoeltjeslift Bramabüel. Er zijn op een hoogte van 1624 tot 2350 meter talrijke leuke berg- hotelletjes, waar u allerlei Zwitserse heerlijkhe den worden voorgeschoteld. En voor de avonduren of een rustige dag biedt Davos veel vertier. Gezellige terrasjes, leuke win kels, een verwarmd zwembad, golfbanen, een kunstijsbaan, gelegenheid om op forellen te vis sen, een strandbad aan het meer van Davos. waar u ook omheen kunt wandelen, en bioscopen, gelegenheden waar bekende orkesten optreden en een streekmuseum. Teveel om op te noemen! Werkelijk van een vakantie in Davos zult u ge durende de zomer naar hartelust genieten. En u behoeft het niet alleen in Davos te zoeken. Ook in de directe omgeving zijn met de Rhatische Bahn alleraardigste bergdorpjes bereikbaar van waaruit u uw wandeling kunt beginnen! Ook in de zomermaanden kan men l?i Davos schaatsen. Foto Nationaal Zwitsers Verkeersbureau. Interieur van kerk in Lieding in het Gurktal, Ka rinthië. rl zijn roman „Een kasteel in Karinthië" beschrijft Jan Fabricius deze provincie nog als een verlaten landstreek. Dat is nu definitief voorbij, want de Duitsers hebben Karinthië als vakantiegebied eer der ontdekt dan de Oostenrijkers zelf. Duitse toeristen weten dat het mooie zon nige weer hier stabiel blijft. Oostenrijkers die hier verzeild raken, hebben het gevoel dat ze in den vreemde zijn. Vrijwel alle hotels, pensions en campings aan de oevers van de bekende Karinthische meren: Wör- thersee, Millstattersee, Ossiachersee enz. zijn be zet door buitenlanders die in een minimum van tijd van huidskleur veranderen. Maar ook langs de hoger gelegen meertjes die niet eens op de auto- kaart staan, zijn ze neergestreken: rondom Malt- schaohersee, Urbansee of Weissensee waar men zelfs regelmatig reisgezelschappen uit ons land kan ontmoeten, vooral bij Moosburg. De meeste toeristen blijven aan de meren en slechts bij uitzondering ziet men ze bij de kunst schatten, waaraan deze provincie zo rijk is. In Spittal aan de Drau, een onaanzienlijk provincie plaatsje, staat het kasteel Porcia, een juweel van een Renaissance-paleis, het mooiste dat Oostenrijk in deze stijl bezit. Maar het internationale toeris me vliegt eraan voorbij en zij die toch even uit stappen, gaan niet naar het kasteel, maar naar de super-markets voor reisproviand. tlsch koninkrijk. Dit punt Is strategisch zo goed gelegen dat de Romeinen de Keltische nederzet tingen overnamen. Ze bouwden er een Romeinse provinciestad met een tempel, een forum, een ad ministratief centrum, een zakenwijk en gewone woonhuizen. Men ziet er nu nog de overblijfselen van een waterleiding, een rioolsysteem (cloaca), enkele goed bewaarde mozaïeken en de buizen van de verwarming onder de vloer. Men heeft er een prachtig bronsbeeld gevonden van een Griekse jongeling. Het is zó mooi dat het een sieraad zou zyn voor een museum in Athene of Rome. Ook later is Karinthië een centrum geweest van handel, nijverheid en kunst. In geen enkele provincie van Oostenrijk zijn de vroeg-Romaanse en Gotische kerken zo goed in hun oorspronkelijke staat bewaard gebleven als hier. Hun aantal is zó groot dat zelfs de beste reisgids ze niet alle kan opnoemen en beschrijven. Wie niet de hele dag aan een meer luiert, maar met zijn wagen uit stapjes maakt, ontdekt hier kerkjes, die op 't eer ste gezicht onogelijk schijnen, maar die toch ju weeltjes van Romaanse bouwkunst en van vroeg- Gotische muurschilderingen blijken te bezitten. thedralen van Frankrijk. Als derde element open baart zich hier de Barokstijl in een geweldig hoofdaltaar. Het is een triomfantelijke opbouw van meer dan 200 beelden, die uit hout werden gesneden maar met dik goud zijn verguld. Midden in dit kostbare schrijn van ronde Ro maanse bogen, en rijzige Gotische pilaren, werkt dit Barokke altaar als een explosie. Doch de rust komt weer terug in de afsluiting van deze ver schillende stijlen, want onder de kruising van lang- en dwarsschip boven de crypte verrijst de onovertroffen Pietè, in klassicistische stijl. Het het aangrijpendste, rijpste en laatste werk va de Oostenrijkse beeldhouwer Raffael Donner uit het jaar 1740. Op 't eerste gezioht denkt men aan een werk van Miohelangelo of van Bernini. Vooral de kop van de gestorven Christus is van een verheven majesteit, van een rust die de dood heeft o\ wonnen. Deze indruk wordt nog verhoogd doordat het materiaal een zilveren glans vertoont. Karinthië is weliswaar tot in de verste uithoe ken door de toeristen ontdekt, maar slechts wei nigen weten welk een schat aan onvergelijkelijke kunstwerken hier verborgen ligt. Romeinen Zelfs Oostenrijkers vergeten dat de urbanisatie van hun land in Karinthië is begonnen. Men vindt hier nederzettingen uit een periode die ver voor de Romeinse bezetting ligt. Er zijn resten van woon steden die door de Illyriërs werden gebouwd en daarna door de Kelten werden uitgebreid. De glooi ingen en de top van de Magdalensberg moeten eens het centrum zyn geweest van een klein Kel- In enkele gevallen verraden deze schilderingen een Byzantijnse of Slavische inslag. Men ziet af beeldingen van koningen en heiligen die wij in het Westen nauwelijks kennen. Vooral Karinthië bewijst dat Oostenrijk eeuwen lang het snij- en integratiepunt is geweest tussen het Slavische Oosten en het Germaanse Westen. Een flink aantal dorpen en bergen heeft ook nu nog Slavische namen: Dobratsch, Drobollach, Mi- klauz, Oistra en Ossiach. Het beste voorbeeld van beschavingsintegratie vindt men in het dorpje Gurk, waar pardoes te midden van weiden, bossen en bergen een van de mooiste Romaanse kathedralen staat. De buiten architectuur is Romaans van het zuiverste water, bijna zonder een enkele versiering en toch zo prachtig, omdat het ijzergehalte van de kalksteen- blokken een gouden tint geeft aan de lange vlak ken. Uit dezelfde tijd (rond 1140) dateert ook de crypte, waar de Romaanse bogen gedragen worden door 100 sierlijke pilaartjes van marmer. De muur schilderingen in het voorportaal en het interieur van de dorpskathedraal vertonen reeds de over gang naar de Gotische periode. Het schip is hoog en rijzig, herinnerend aan de eerste Gotische ka

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1968 | | pagina 18