<h eatles financieren boutique van Nederlanders in Londen exotische BOJOURAzingend in Weekendshow sl' De Beatles-Boutique aan de Londense Baker- street is in feite een Nederlandse onderneming, want de bizarre met belletjes geborduurde narren- kledy, de paars fluwelen toverheksmantels, de nonnenhabijten, de Mexicaanse schapevachtjassen en de satijnen haremgewaden werden stuk voor stuk ontworpen door de 24-jarige tot voor kort nog in Amsterdam wonende Josje Leeger. De eveneens uit de hoofdstad afkomstige kunstschilder Simon Posthuma (27) zorgde op de binnen- en buiten wanden van de boutique voor Jugendstilachtige decoraties. De affiches, die er te koop zijn, maak te de 23-jarige Marijke Kooger. Him manager, Barry Finch, bracht hen een paar maanden ge leden in contact met de Beatles, die zó enthou siast over de excentrieke creaties waren, dat zij zich bereid verklaarden een boutique voor haar te financieren. De Beatles zien nu zelfs iets in een wereldom vattend boutiqueconcern. Of dat zal lukken is de vraag, want op de openingsdag van „The Apple" waren er wel veel kijkers, maar zeer weinig ko pers. Bloemen van plastic Aan de opening van de winkel op de hoek van de Baker- en de Paddingtonstreet ging een „ap pelsap-party" vooraf met als ere-gasten de Rol ling Stones, danser Rudolf Nureyef en Twiggy. Toen de deur openging, stormden hartstochte lijke Beatles-fans naar binnen. Ze kwamen terecht in een mierzoet imitatie- paradijs vol plastic bloemen. In lange gewaden geklede verkoopsters lieten in alle hoeken wie rookstokjes branden en gekleurde lampen aan het donkerblauwe met gouden sterren beschilderde plafond flitsten in een verbazingwekkend tempo aan en uit. Voorbijgangers, die van het schouwspel niets wilden missen, vergaapten zich aan zeven in de meest vreemdsoortige creaties gehulde etalage poppen, die de zeven wereldrassen moesten perso nifiëren. De „Apple" had bij de eerste aanblik meer weg van een uitdragerij van totaal onverkoopbare to- neelkleding, dan van een hip modewinkeltje van ridderorde-dragende Beatles. Ook instant-appelsap Gelijkvloers kan men in „The Apple" opblaas bare fauteuils van doorzichtig plastic (prijs f 200) kopen, maar er waren ook bijna één meter lange Beatles-poppen, die inclusief lorgnet f 70 moesten opbrengen. Voor wie dat allemaal te duur was, hadden de verkoopsters nog als laatste troef een pakje instant-appelsap a raison van f 1 bij de in de kleuren van de regenboog geschilderde kas sa klaarliggen. In een wanstaltige fontein drijven plastic dah lia's. Vlak daarachter bouwde Simon Posthuma een baldakijn van bordkarton om het riante en tree van een paleis uit de sprookjes van Duizend en één nacht. Wie het pistachegroene, fondant- roze bouwsel betreedt, kan per trap afdalen naar het souterrain waar de door Josje Leeger ont worpen kleren worden verkocht. Boven de 60 Bedrijfsleidster Pauline Fordham, een trouw* vriendin van de Beatles, stond in een lange paar se mandarijnenjas van verbazing haar ogen uit te wryven toen zij bemerkte dat de eerste bezoekers van „The Apple" geen tieners, maar nieuwsgierige Londense huismoeders waren, die giechelend in de rekken grasduinden. Dames ver boven de zes tig hielden schichtig om zich heen kijkend een mi nirokje voor en constateerden voor de spiegel „dat ZATERDAG 13 JANUARI 1968 Voorbijgangers vergaapten zich voor dat Beatles boutique aan etalagepoppen, gehuld in vreemdsoortige creaties. (n t I de Beatles haar creaties wel te kunnen verkopen, Ze doet dat in Engeland overigens onder de naam „The fooi", de dwaas, een werkgroep waarvan ook Marijke Kooger, Simon Posthuma en impresario Barry Finch deel uit maken. Vaste klanten heefr ze al. Het zijn de echtgenotes van de Beatles. Simon Posthuma voorzag de buitenmuur van „The Apple" van een schildering in 27 verschillende kleuren. „U komt net een shilling tekort", zei Jenny Boyd schoonzusje van George Harrison tegen een zenuwachtige Franqaise, die de eerste klant was in de nieuwe Beatles boutique „The Apple". De roodharige juffrouw uit Nancy vond na veel zoeken eindelijk het gewenste munt stuk in haar portemonnee. Jenny Boyd nam het wat verlegen in ont vangst. „Weet u"verontschuldigde zij zich, „wij zijn de enige Londen se boutique die geen winst maakt". De Franqaise keek haar ongelovig aanliet een overhemd in beardsley-print ter waarde van ongeveer veertig gulden voor zich inpakken en zei: „Dat is dan dom". het eigenlijk zo gek niet stond". Rode, paarse en zwarte fluwelen minimale minirokjes, die f 50,- kosten, waren overigens de enige draagbare crea ties van Josje. De jurkjes met trompetmouwen van meubelstof (f 70,-) en de capes van badstof en fluweel waren zo extravagant dat ze onmoge lijk bestsellers kunnen worden. Trendvoortgezet Diezelfde extravagantie werd een paar jaar ge leden met de Amsterdamse „Trend Boutique", waarvan „The Apple" eigenlijk een voortzetting is, fataal. Trend-Boutique-eigenaar kapper Mario, die samen met Josje Leeger, Marijke Kooger en Simon Posthuma „Free Fashion" lanceerde en Amsterdam tot het centrum van de wereldmode uitriep, wist aanvankelijk wel echtgenotes van textielbaronnen voor zijn project financieel te in teresseren, maar kwam steeds meer geld tekort en werd uiteindelijk wegens oplichting tot gevan genisstraf veroordeeld. Josje hoopt nu door het geld en de naam van De huiskamer van de Haagse familie van Meizen: een bloemetjesbankstel, een kat die de bloemen op de salontafel op vreet ondanks herhaalde waarschuwingen („het is zijn eigen schuld als-ie straks overgeeft"), een vleugel en een muziek standaard, waarop de hoes van een lang speelplaat ligt. Duidelijk zichtbaar voor de bezoeker. Night Flight Night Sight. De eerste LP, die is volgezongen door de dochter des huizes, de 20-jarige mej. R. G. B. van Meizen, bij tv-kijkend Nederland beter bekend als nu eens interviewende (in Vjoew) en dan weer zingende (in o.a. Pick up en Weekendshow) Bojoura. Geen artiestennaam Een artiestennaam? „Nee, zo heet ik echt, Bojoura van Meizen. Die R en G betekenen Raina Gerardina, de namen van mijn grootmoe ders. Maar ik ben altijd Bojoura genoemd. Als kind vond ik dat verschrikkelijk, op school, u weet wel Maar nu is zij er zo mee inge nomen („het is wel apart''), dat zij haar ach ternaam als overbodige ballast beschouwt. In „het vak" tenminste, de showbusiness. Bojoura dus, zonder meer. Met haar lange sluike donkerbruine haar, grote grijsgroene ogen en volle lippen een ietwat exotisch type tje. Dochter van een Nederlandse bankemployé en een Bulgaarse zangeres-muziekpedagoge. Over Bulgarije, waar zij sinds haar twaalfde jaar bijna elke zomer heen is gegaan, zegt ze: „Je ziet er niemand zo zuur rondlopen als hier. De mensen zijn er veel tevredener met alles en hebben eigenlijk niets. Ik benijd ze om die ma nier van leven, maar zou het zelf niet kunnen". Zang en piano zy is opgegroeid in Nederland, bezocht in Den Haag de English high school en wist toen ze daar op haar zeventiende van afkwam, niet precies wat ze wilde worden. „Ja, het moest wel iets in de kunst zijn. Sinds m'n twaalfde- zong ik al, met mijn moeder en zo; ik had ook wel idee in toneel en ik speelde piano en toen dacht ik: ik moest maar naar het conservatorium gaan om concertpianiste te worden. Maar vijf, zes uur spelen per dag was me te veel. Boven dien zyn m'n handen te klein, ik haal maar één octaaf. Voor een stuk van Rachmaninow bijv. dat ik technisch wel aankon, waren mijn vingertjes te kort; die zijn niet meer gegroeid sinds m'n twaalfde jaar". De droom eens concertpianiste te worden, duurde amper drie maanden. Toen ging Bojoura in een gezin met vier kleine kinderen werken „om ervaring m het huishouden op te doen". Daarna verbond zij zich aan het taaiinstituut om Engelse conversatieles te geven („dat doe ik nu nog, gemiddeld drie keer in de week"). Daarom volgde zy de cursus van de nog jonge academie Podiumvorming, waarvan haar moeder, Deny Zonewa, directrice is. Maar aan het begin van het vorige jaar wist zy nog steeds niet, wat ze precies wilde worden. Aan het rollen En toen kwam Golden Earring George Kooy- mans in haar leven. Dat wil zeggen: hy kwam zangles nemen bij haar moeder „om niet schor te worden", zag Bojoura, hoorde haar en be sliste dat ze maar eens een plaatje moest ma ken; hy had toevallig net een liedje klaar. Dat was Everybody's day. Het werd in Enge land opgenomen. Bojoura: „Ik deed het voor de lol. Ik had er niet zoveel verwachtingen van". Maar zie: Everybody's day werd achttiende in Veronica's top veertig. Er werd een tweede single gemaakt, Dream man, die echter ergens in de onderste regionen van de hitparade bleef han gen. De bal was niettemin al aan het rollen ge bracht. Bojoura verscheen voor de tv-camera, in Moef Ga Ga en Pick up. Zy ging inter viewen in Vjoew. „dat deed ik om elke maand op de tv te komen". Want Bojoura gelooft in televisie. „Optreden in het land doe ik vrywel niet. Als ik dat zou doen, zou ik met een bandje moe ten optreden en dan kryg ik het soort publiek en de soort begeleiding die ik liever niet heb. Elk weekeinde, dan hier en dan daar, op het toneel is niks voor my; in rokerige zalen zin gen, laat naar bed gaan, ik weet niet, je raakt je krachten kwyt, die je later misschien nodig hebt voor iets dat werkelyk de moeite is. Al die avondjes zijn heel plaatseiyk, je er geen bekendheid door". „Bekendheid kryg je pas door de De laatste keer b.v. in de heeft letterlyk iedereen gezien". Aan de kant: „Bekendheid is natuurlyk maar e< trekkelyke zaak, het maakt voor jezelf uit. Ik vind b.v. niet dat ik nu meer dan een jaar geleden. Maar in dit vak bekendheid nodig om iets te bereiken". En Bojoura wil iets bereiken, „iets peil staat". Zij is nu bezig zelf liedjes te in het Engels („je kunt simpele dingen ln woorden zeggen en dan klinkt het lekker"), waarin zy haar „gedachten over reld en mensen" neerschryft. „Over een jaar kijk ik wel verder, of het me lukt, ik overstap op film of zo" Bojoura gelooft tenslotte ook in gezond „Vroeg naar bed gaan, regelmatig en goed en af en toe wandelen. Het gebeurt vaak, dat 's ochtends vroeg iets moet inzingen en als dan om vyf uur 's nacht naar bed bent presteer je niks. Als je 's morgens om negen in de tv-studio komt, verwachten ze niet dat daar met slaapoogjes staat. Zo'n Ramses kan zich dat wel veroorloven en dan vinden mensen dat nog prachtig ook. Als man heb het veel gemakkelijker". •f

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1968 | | pagina 10