RAI vol robots
Thalassti
p
i ilJDAG 12 JANUARI 1968
LEIDSCH DAGBLAD
ONS
DAGELIJKS
VERVOLG
VERHAAL
Oorspronkelijks roman
door
Jan da Hartog
-^e baal deed niets dat niet volko-
I natuurlek was. Hy cirkelde
Q.paam om ons heen, steeds dlch-
)j]; toen stond de stuurman op
tv aaide met zijn armen, maar
ikte niet de minste indruk. Hij
jkte ons alleen nog interessanter
Daar te kijken, twee dunne, oran-
jentakels, die zwaaiden met iets
berends in een daarvan. Ik stond
op, gleed uit op het wier en
ilf.ikte een langzame ruggelingse
te»ling. Een seconde lang was ik
i gevoel voor richting kwijt,
p zag lk de stuurman omhoog
Éten en de lange blauwe haal
gr hem zwenken; daarna steeg de
ook rechtstandig omhoog en ik
hen een seconde lang naast el
fder. Het gaf mij een wee gevoel
Ie maag. De haai was twee keer
jug als de stuurman. De stuur-
84,| rees vijf meter, toen kwam hij
g in een horizontale positie en
f zweven. Ik vond dat ik nu
genoeg gezien had; ik rees naar
Oppervlakte, en terwijl ik langs
Ei steeg, wees ik omhoog om aan
luiden dat ik naar boven ging.
teek op naar de mist van de
il bij het stijgen en toen, op-
greep iets mijn rechtervoet.
van schrik, verloor myn
n en gedurende een af schuwe -
ogenblik besefte ik dat ik ver
flik. Toen keek ik omlaag en zag
'de stuurman mijn voet gegre-
HU trok kwaad aan mUn
en tikte met zyn wUsvinger
lijn voorhoofd. Ik herinnerde mil
g, toU tot op veertig meter waren
Als ik op zou stygen zon-
op iedere vUf meter te blUven
j^ren, zou ik blind worden of ver-
of &ek of een beroerte kry-
I Dus bleef ik zweven, trillend
ien riet, rondkUkend om te zien
J de haai gebleven was.
Ik had er geen idee meer van op
welke diepte ik mU bevond, maar
ik bleef met bonzend hart en bib
berende knieën zweven tot de stuur
man zich bU mU voegde. WU zweef
den hand in hand boven de zuilen,
het wrak en de bloemen; twee kin
deren in een droom. Toen, eindelUk,
stootte hU mU aan, wees omhoog en
wU stegen naar de oppervlakte.
Nadat wU aan boord teruggeklom-
men waren vertelden wU monsieur
Astanasia wat wU hadden gezien. HU
was bU zonder in zUn schik en bood
ons een glaasje cognac aan, dat wU
in het zonlicht dronken, huiverend,
terwUl onze halsters werden losge
gespt. Ofschoon het water warm
was geweest, waren wU nu erg koud.
WU vertelden hem ook over de haai
en de stuurman vatte het hele ge
val licjit op; een dik, dom beest,
zei hU, niemand was ooit aangeval
len of gebeten door een haai in de
Middellandse Zee. ZU waren volko
men ongevaarlyk, alleen maar
nieuwsgierig. Ik zei dat ik dat graag
wilde geloven, maar dat ik toch
hoopte dat hU er de volgende keer
niet meer zou zyn. „Geen kans",
zei de stuurman, „wU hebben nu
zUn nieuwsgierigheid opgewekt en
iedere keer als wU duiken komt hU
onherroepelUk terug". Ik zei: „O".
Die dag doken wU niet meer. Mon
sieur Astanasia vond het beter dat
wU niet te lang op de plek bleven
rondhangen. WU zeilden de ruimte
in, lagen in de zon en sliepen, terwUl
Bernard, Jacques en Pjotr de maal-
tUd gingen jagen.
Die nacht, nadat iedereen naar
bed was gegaan, maakte ik een
praatje met de oude bootsman. WU
dreven doelloos rond, dus hU kon
eindelUk eens het roer vergeten en
babbelen. Toen wU over ons duiken
praatten zei hU: „Ja, die tempel is
een prachtgezicht, met dat oude
wrak erbovenop. Ik heb het als
Jongen gezien". Ik vond het merk
waardig, maar toen ik dat zei, lach
te hU. „Ik geloof niet dat er één
lichtmatroos op de Middellandse
Zeevaart is die het niet gezien
heeft", zei hy. „Als wU hier in de
buurt kwamen, gingen wU altUd
even een kUkje nemen, door een
kistje met een glazen bodem, dat
wU buiten de sloep in het water
hielden. Ik zou niet graag de kost
geven aan de mensen die gedurende
de eeuwen al geprobeerd hebben er
heen te gaan, met maskers en dui
kerklokken en duikerpakken; man,
dat wrak is zo schoongepikt als een
geraamte in de woestUn".
Eerst dacht ik dat dit weer zo'n
Middellandse Zeefantasie was. Maar
toen ik erover nadacht, starend
naar de sterren, leek zUn verhaal
waarschUnlUk. Het wrak en de ruïne
lagen zo dicht onder de oppervlakte
en waren zo duidelUk te zien, dat
het ondenkbaar was dat niemand er
ooit naar gedoken zou hebben. De
expeditie van monsieur Astanasia
begon een beetje geheimzinnig te
worden.
(wordt vervolgd)
zag hem nergens en dacht al
hy ons verlaten had, toen het
ichtige blauwe ding weer voor-
ted en zwenkte. De zwem voeten
de stuurman bewogen langzaam
|t mUn hoofd, HU had zich in
positie neergelegd, waarschym
lÖdpmdat wU op deze wUze twee
pn uit konden kUken zonder rond
even te zwemmen by het volgen
de bewegingen van de haai. De
kwam dichter en dichter bU
l greep mUn mes vaster in
^ijnd, terwUl de moed mU in
^wioenen zonk, klaar om hem
walme prikje te geven waar-
Hffeide stuurman mU verteld
m I Ik hoopte dat als er ge-
I. I moest worden hU het
t zou doen, maar 't meest van
loopte en bad ik, dat er hele-
l niet geprikt zou worden. MUn
werd niet verhoord,
f wist dat er iets stond te ge
len toen ik de zwemvoeten van
uurman een driftige beweging
ken en wegschieten. Ik Jraai-
om op mUn rug en zag de
i buik van de haai vlak boven
ngs schuiVen op ongeveer een
ijengte afstand. Ik zag de visjes
lan zUn buik hingen zo dichtbU
het leek of zU over mUn masker
tot werden. Toen schoot de
fman naast mU omhoog, zUn
ede^raim met de dolk uitgestrekt,
ji|] stak in de witte buik. Op
ogenblik scheen er iets te ont
ken. Ik werd rondgeslingerd in
draaikolk; toen ik myn even-
i Mlt weer had hervonden zag ik de
ïman onder mU zwemmen en de
I was nergens meer te bekennen.
De minister van Landbouw en Vis-
serU ir. P. J, Lardinols zal maandag
In het RAI-gebouw in Amsterdam de
vUfde tweejaarlijkse t entoonstelling
„Het landbouwwerktuig" openen.
Alle hallen van het RAI-complex
zUn gevuld met grote en kleine, een
voudige en zeer ingenieuze, dure en
soms zelfs zeer kostbare machines
voor de bewerking van de grond of
gewassen. Voor de ploeg en de eg
zUn de afgelopen vUftien jaar in ons
land nieuwe werktuigen gekomen
evenals voor tal van bewerkingen, die
voorheen met de hand werden ge
daan. De mechanisatie in de Neder
landse landbouw heeft een enorme
omvang aangenomen: per dag wordt
door boeren en tuinders meer dan
één miljoen gulden uitgegeven aan
u het aanschaffen van landbouwwerk-
jk greep myn mes vaster m tuigen
»>d, terwUl de moed mU In Qm precies te z(Jn. m6 wer(J
voor ruim 380 miljoen gulden aan ap
paratuur gekocht. In het RAI-gebouw
zUn, verdeeld over 220 stands land
bouwwerktuigen te vinden in meer
dan 500 categorieën. Nog niet zo lang
geleden was de boer, die een trekker
had aangeschaft, een vooruitstrevend
»'erd niet verhoord. ondernemer, van wie heette dat htf
hal a j - a a j a Z^n bedrijf al gedeeltelijk had gemo-
wist dat er iets stond te ge- derniseerd. Die trekker is maar één
i.categorie en van de overige 500 noe-
wwrcrhwïn uThSfi men slechts aardappelstortbak-
maken en wegschieten. Ik draai- ken> boxenvullers, bloembollenrooiers
bloemenkoppers, bodemontsmettings-
machines, doseerapparaten voor hooi
en graanvoer, grondontsmettingsap-
paratuur, kuilvoerzagen onkruidbran
ders, pakkenklemmeai, sdolossers,
spruitenplukmaahines, vacuum mest-
zulgers, witlofrooiers, zwadmaaiers en
zwadverleggers. Voor de niet-agra-
riërs is een tentoonstelling als „Het
landbouwwerktuig' 'een vreemde we
reld van robots, die onbegrijpelijke
handelingen verrichten. Voor de boer
en tuinder zyn die robot onontbeerlyk
geworden.
Het is dan ook een typische man-
poest terechtgekomen zyn in het nententoonstelling. Verwacht wordt
I van zyn staart, toen hij vlucht- echter, dat vele vrouwen de boeren
la de prik met het mes van de en tuinders op hun reis naar Amster-
(rman,
Het landbouwwerktuig
PANDA EN DE POLYDINGUS.
1856. De ontdekkingsreiziger zocht de grootste vlag op die
hij kon vinden en sloop daarmee met Panda naar het springende
struikje toe.
„Zo vangen we twee jolly vliegen in één klap!" verklaarde hij
fluisterend. „We vangen dat wezen en met die vlag over zich
heenwordt hij meteen een nationale ontdekking. Aardig stuntje,
Ze naderden het nietsvermoedende bosje tot ze vlakbij waren
en doken er vervolgens bovenop.
„Hoi!" riep het struikgewas geschrokken. „H-help! D-de reus
H-hij springt op me! H-hij maakt me plat!"
De gevangene wrong zich met de moed der wanhoop uit de
greep van Panda en de ontdekkingsreiziger en klom met een enor
me vaart een rotspiek op terwijl de slierten van de vlag achter
hem aan wapperden.
„Ziet u die voeten?" riep Pana verrast. ,JIij is de reus, waar
ive naar zochten! Het is dat kleine, vriendelijke mannetje dat we
in het meer tegenkwamen!"
j, fbü
lang;
de vrouwen is er een speciale bus
dienst ingelegd tussen het RAI-ge
bouw en de Dam, opdat zy naar har
telust kunnen winkelen.
Nieuwe uitgaven
Gerrit Krol. Een morgen in maart:
gedichten. Em. Querido's Uitgeverij
N.V. Amsterdam.
Arnold de Vos. Uit een volslagen
duisternis: gedichten. A. W. Sythoff.
Leiden.
Maria de Groot. Het Florentynse
circus: gedicht. A. W. Sythoff. Lei
den.
Wijsgerigheden
In de fynzinnig-artistiek uitgege
ven reeks „miniatuur"-boekjes zyn
by L. J. C. Boucher in Den Haag
verschenen een aantal aforismen en
wysgerige uitspraken van de dichter
A. Roland Holst onder de titel „Kort",
van de Prince de Ligne (1735-1814)
(„Gedachten") en van Sei Shonagon
(„Fragmenten"), dochter van een
stadhouder-dichter, eenmaal als
hofdame in dienst by de om haar
geest beroemde keizerin Sada-ko, een
bekende figuur in het Heian-tydperk
(ca 800-1200). In al deze drie boek
jes, die qua uitgave een sieraad vor
men, ligt een schat aan wysheid ge
borgen.
Dichters bij elkaar
RECHTER TIE EN DE VOSSEMOORDEN
13 40. Rechter Tie ziet aan het bleke gezicht van zijn colle
ga dat hij geschokt is door Yoe-lans gedicht. Ze schijnt ermee
te. bedoelen dat Lo's rijkdom de vrucht is van het uitbuiten der
armen, en dat dit feestmaal een bitter symbool is van die uit
buiting. Maar Lo laat zijn ontsteltenis niet blijken. Hij klapt in zijn
handen en meteen zweven twee danseressen binnen, naakt on
der hun lange doorzichtige gewaden. Het orkest heeft een vrolijke,
meeslepende wijs ingezet en de twee meisjes beivegen sierlijk en
gracieus op het ritme van de muziek. Het is een bekende dans
"Twee zwaluwen in de Lente", en al doen de meisjes hun best,
ze lijken wat verlegen en missen de overgave van ervarener dan
seressen. Siao en Yoe-lan besteden nauwelijks een blik aan het
schouwspel. Rechter Tie loopt naar Yoe-lans tafeltje en zegt
zacht: „Uw gedicht was weinig hoffelijk tegenover onze gastheer.
Lo doet ook veel aan liefdadigheid." Maar de dichteres lijkt in
een vreemde stemming, ze zegt stroef: „De armen willen geen
fooien maar een eerlijk loon. Weldoeners worden gehaat." De mu
ziek komt tot een einde en de meisjes maken een diepe buiging.
„Dit was maar een klein voorspel," zegt Lo. ,J)adelijk komen de
hoofdschotels, dan volgt er vuurwerk, en daarna zal Kleine Phoe
nix voor ons optreden. Ze zal onder meer een zeldzame dans
uit deze streek voor ons uitvoeren: „Het lied van de Zwarte Vos",
In de by Em. Querido's Uitgeverij
N.V. verschynende reeks „Singel
262" is thans opgenomen de bundel
„Dichters by elkaar," een aantal
gedichten en beschouwingen over
poëzie. Tot de auteurs behoren o.a.
Gerrit Achterberg, J. Bernlef, W.
Brandt, M. Dendermonde, A. Don
ker, J. Engelman, E. Eybers, A.
Kossmann. G. Kouwenaar, H. Mars
man, M. Nyhoff, G. Stuiveling, V.
E. van Vriesland, L. Vroman, E.
Warmond en J. W. F. Werumeus
Buning.
Voor iedere liefhebber van poëzie
dam zullen vergezellen. Speciaal voor een boekje om te bezitten!
DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMETJE FOK
1026. Met een tevreden lach wees Dzjinn op het water.
„Goeie genade", zei Bram.want uit de bliksemende handen van
de dienaar ivas wel iets heel anders te voorschijn gekomen dan het
goede schip Kokanje. Wat Dzjinn had gemaakt was een soort Vi
kingschip met krijgshaftig schegbeeld en blinkende schilden.
„Ik begrijp het al", zei Bram langzaam. „Dzjinn heeft duizend
jaar geslapenvan moderne schepen heeft hij geen verstand".
Op een bevel van Tutu werden zij aan boord gezet. Misprijzend
keek Bram rond, want met zo'n schip kan een behoorlijk zeeman
niet meer voor de dag komen.
„Aan dat museumstuk hebben we niets", bromde hij. ,Jdaar het
zal niet meevallen om Dzjinn precies uit te leggen, hoe onze
Kokanje er uitzag. Mijn fotootjes zijn ook vergaan
Dzjinn begreep er niets van. Hij had het modernste schip ge
maakt, dat hij kende, maar om de een of andere reden scheen
hij zijn meester Tutu teleurgesteld te hebben.